Komt uit uw Ho!
JAN KREKEL.
Avondfeest en Voordracht
40 duizend franken
duizenden franken.
40 nieuwe opcentiemen
40 duizend franken
40 nieuwe opcentiemen
Vlaanderen-Congo.
Handen uit de mouwen
Gedenkt den Strijdpenning
15de Jaar.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijsvoorop betaalbaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
n Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annonccn(per drukregel.
Keklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijde1 frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST 10 FEBRUARI.
Willemsfonds Afdeeling Aalst.
Muzikaal
Zondag 11 Februari 1900,
om 5 uren namiddag in het Lokaal
De Graaf van Egmont Groote Markt
Ingang vrij en kosteloos voor
DAMEN en HEEREN.
Hé 1 laba kleppers vau het krothnis
van Aalst, waar blijft ge met het stads-
verslag van 1897 Hebt ge misschien
geen oorden meer om den drukker er
van te betalen ?Is 't zoover met de bloei
ende financien gezet Of is 't de schuld
van den drukker der krot verslagen van
van 1895 en 96, waarin voor 1895 dwa
lingen staan van
die in 't verslag van 1896 terecht wor
den gewezen terwijl er in datzelfde
verslag weer misgrepen voorkomen van
Zijtgezoo ver op't strooi geboerd,
dat ge Clemens Van de Putte, den fa-
meuzen drukker der krotboekjes van
1895 en 96 niet eenige vette brokken
kunt toegooien voor het drukken van
't verslag van 1897
Wel, Heere Christus, gaat ge dat arme
schaap du laten verhongeren, en zal hij
geen rantsoen krijgen van de opbrengst
der
Allo 1 toe wat rap, he kleppers, de
sukkelaar heeft het verdiend, wie gelijk
Clemens an de Putte, verslagen kan
drukken gelijk die van 1895 en 96, eu
voor zulk werk vet betaald wordt, zou
het monopolium moeten hebben van al
het drukwerk der stad. In 1895
De vr©olijke
door POL LINDEMA
Mag zonder toelating niet overgedrukt worden.
1. De Haan.
De vroolijke Jan Krekel stond te trappelen
van genoegen op het stoppelveld van het
vruchtbare Walleken, den schoonstee kouter
v an Lommerbeek.
't Was,het laatste voeder graan dat er gela
den moest worden, dan zou men eens hartelijk
Sten en nog hartelijker drinken, en de gedach
te aan een prettig brasfeest zette den plezieri-
gen Krekel recht in zijn schik 1. Niet een
schoof gooide hij met de lange gaffel op 't bla
kende voeder of er was een leutig woord of een
kwinkslag bij en de vlugs-e Karei van 't Moet-
kenshof riep van tijd tot tijd Niet zoo
haastig, Krekeltje, niet zoo haastig, jongen;
wie zou dat al schikken, zeg, wie zou 't al
schikken
O gie schelmsehe kwast, met wie wilt ge
lachen Rep daarboven wat de armen, sap-
perdebui, of gaat ge misschien niet naar Vliere-
gem kermis
O, zeker, maar wij hebben tijd genoeg I..
Kom, kom, nog twee tienlingen en dan
heeft Van de Velde aan Van der Schueren be
taald... Gardi 1 roept hij eenen bokkesprong
makend.
Ge hebt uw vieze muts aan, Krekel
'JkSta hier blootshoofds, pardjees
dwalingen, in 1896 nieuwe dwalingen
van duizenden franken en in 1900
dat maakt 60 duizend franken nieuwe
lasten terwijl we nog altijd wachten,
naar het wonderboek van 1897.
Leve de kleppers
En leve de drukker der stads krot
verslagen
Indien mei de millioenen welke naar het
Zwart Afrikaausche land de wijk nemen om
de Congolauders te beschaven gebruikte om
sommige streken van Vlaanderen te beschaven,
men zou een Vaderlandsch werk verrichten.
Er hebben in onze streken tooneelen plaats
waarover de wildste Congolanders zich scha
men zouden, en die denken doeu aan de zeden
der kannibalen ofmenscheneters.
De lobngsdag is «le dag waarop men zich eei,
denkbeeld vormen kan van de harbaarschheid
waarin een gedeelte der bevolking van sommi
ge streken van Vlaanderen nog gedompeld is.
Maandag had de militieloting plaats te Lede.
Te Lede komen ook loten de jongens van Erpe
eu Meire. Jaarlijks wordt er gevochten tu«-
schen delotelingeu van Meire en die van Erpe
eu Lede.
Al de vechters zijn zeer godvruchtige kinderen
van de li. Kerk. Het zijn allen goede geloovi-
gen. Voor de loting laten ze missen lezen,
doen bedevaarten naar Tongeren en elders en
gebruiken daarenboven nog vele goocheltoeren
om zeker een hoog nummer te trekken.
Het zou te lang zijn moest ik u al de zooge
noemde onfeilbare middelen opsommen welke
aangeprezen worden om een goed nummer te
bekomen, onder andere 's morgends van den
lotingsdag :1e linker hand met nuchter speek
sel bevochtigen en er dan niets meer mede
aanraken tot men de hand in den trommel
steekt enz.
Toch wil ik, om u een denkbeeld te geven
van de achterlijkheid zulker menschen nog met
een middel bekend maken. De loteling die zeker
wil zijn een hoog nummer te trekken begeeft
zich 's nachts alleen naar het kerkhof op tien
«tappen van het laatstgedolven grafterpje,
keert hij zich om en nadert achterwaarts gaan
de het grafhij bukt zich, neemt een hand
vol van de gewijde aarde, steekt er een weinig
van in den mond en werpt het overige over het
hoofd, waarna hij zich biddend van daar weg-
spoedt.
w
'k Wil zeggen dat ge zoo pleizierig zijt.
Ik geloof het wel, Kareltje, jongen, ik
geloof 't. Zie, dezen namiddag heb ik een
lief om naar het bal ta gaan
Gij, roept Karei terwijl hij van op het
voeder beneden kijkt naar den knecht die den
laatsten tienling losknoopt. Gij, een lief
en de jonge boerenzoon lacht dat hij ach
terover op dorschvoeder valt en zijn proesten
en gejuich ver over den akker weergalmt.
Kijk eens, zegt Jan terwijl hij een
hoogst ernstig gezicht zet, kijk dat wil ook al
groote menschen uitlachen I... eu dat heeft
zooveel verstand van vrijen als nen os van
schrijven 1.. Dat klapt aan zijn liefje van
zure of zoete botermelkpap, van patatten-
plaag, slechte rapen, mislukte bakte, van
moeders snuifdoos 1... Daar, sakkersche on-
noozele teppen, roert de lepels en verstuiks
u de tanden niet en in dollen haast vliegen
de vijftien schoven omhoog...
Leunend op zijn gaffel gaat Krekel te mid
den van bijgeloopene meisjes en knaapjes
staan, fier als een groote Chineesche haan bij
zijne Brakelsche kiekentjes. Maar zijn oog
brandt niet van drift of nijd maar van pret....
Hij draagt noch helm, noch sporen hij heeft
niets van den haan, tenzij....
Och, zie eens reizekens, 't achterste van
zijn broek is erg beschadigd geraakt zonder
dat hij 't weet en terwijl hij, met den snuit in
den wind naar Karei kijkt, heeft een der
schelmsehe jongens heel voorzichtig Krekels
blauwe vaan een halve el ver uitgetrokken,
en daa? staat hij nu Wöt uen staart zoolang j
De boer die mij dit wonder middel met nog
veel meer bezonderheden beschreef, verzeker
de mij, dat het nooit gefaald had, maar op ziju
dorp heeft het dit jaar niemand kunnen ver
wezenlijken, omdat bloedverwanten van ver
scheidene loteliugen aan het kerkhof de wacht
hadden gehouden, om degenen dia het beproe
ven wilden daarin te verhinderen, aangezien
daardoor de kansen van hunne lotelingen
noodlottiger wijze verminderd worden.
Als de lotelingsdag aangebroken is gelijken
die lieden aan geene menschen meer het zijn
wilden, oprechte wilden, die naar den sabbat
gaan der helleloting om de vrije beschikking
over hun bloed en lijf aan den schandetrommel
te ontfutselen. De missen zijn gedaan, de be
devaarten, de vastendagen, de kwakzalvers
middelen alles is thans achter den rug.
Vloekend, tierend, zwaaiende met stokken
en messen, huilende dat het schuim hen op de
lippen staat, worden ze voortgedreven door
gendarmen alsof 't een bende b-mdiften ware.
*t Is afscauwdijk om zien, sommigen zijn reeds
dronken en vallen in den modder, anderen
hebben er zich op gekleed om te vechten, en
bloed zal en moet er stroomen 't is immers de
bloedloting vandaag.
Niet alleen de lotelingen, maar een heele
ploeg gekende vechters eu dronkaards gaan
mede eo zijn dikwijls de eersten om vechtpar
tijen te verwekken.
Hoe meer de loting nadert hoe walgelijker
wordende tooneelen, het geroep gelijkt aan
het gebrul en't gekrijsch van 100 wilde bees
ten, die hongerig naar elkanders bloed hunke
ren, 't gevloek is afschuwelijk.
Als de loting gedaan is worden die van Erpe
en die van Meire weder elk afzonderlijk met
de gendarm ;n naar hun dorp gebracht. Maar
de woede is niet bedaard en in hun dorp terug
gekeerd hebben die van Erpe gevochten onder
elkaar en gekerfd en met mossen gestoken.
Bloed moest er stroomen, het heeft gestroomd.
Nu zijn de barbaren voldaan.
Ziedaar hoe het er toegaat in de christelijke
dorpen van Vlaanderen waar al de jongens
zoo godvruchtig zijn.
Arm Vlaanderen
Weg met de loting, met de schandelijke
loting
Vrienden der blauwe vlag Mannen
die de vrijheid lief hebt, handen uit de
mouwen het wordt tijd.
Vijftien jaien gaan we gebukt onder
het schandelijk juk der klerikalen.
Vijftien jaren lang duurt de langzame
Met de handjes in de zakken van hunne
buisjes, lachen de jongentjes dat de traantjes
in hunnen oogen schieten, terwijl de kleine
meisjes van 't gichelen de bloemekens uit de
voorschootjes laten vallen.
Zoolang Karei stilstaat is 't nog niets
maar als hij haastig over en weder drentelt
om den reep in 't halen en het voeder te hel
pen wieleu, en de slip nu eens zim 1 langs
Jaiar, zim langsdaar heeuzwiert, o dan komt
er aan 't gejubel eu 't gejouw geen einde.
Maar Jan Krokel bekreunt zich in niets I
Hij neemt op eens een knaap hij de hand als
wou hij hem reeds op den wagen helpen, maar
onvoorziens steekt hij het handje aan 't on
dersta van zijn rug en laat er eene vonkende
wind op.
Ah vuile Krekel 1 meesmuilt de kleine ter
wijl hij zijn handje afvaagt en hij evon naar
dea blaasbalg tuurtei, eitoch
Doch nu zingen al de kinderen dansend in
eene ronde
Krekel heeft in zijn broek gesch....,
Alle menschen mogen 't wetea
Alle kinderen krijgen nen koek
Van Krekel zijn sch...broek.
Allo roept de jongen met donrende «tem,
stilan8 of niemand zit op.
Ach, Krekel, daarom We mogen
wel, he, Karei We mogen wel
Ik weet niet, zegt Karei, Jan is meester
Fier als een pauw stelt Jan zich met den
gaffel voor het jonge volke als wou hij zeggen
Hein, wat dunk u
We zullen 'tniet meer doen, Krekeltje
wij zullen zwijgen 1 roepen allen.
demping van het volksonderwijs, de stel
selmatige dooding der karakters, de
meedoogenlooze verdrukking van al wat
streeft naar onafhankelijkheid.
Op dan liberalen oud en jong Gij die
getuigen zijt geweest der vroegere over
winningen gij die het hoofd hebt ge
boden aan al de vervolgingen van het
fanatism, gij die nooit de zegepraal hebt
gekend maar pal staat op de bies voor
den triomf uwer overtuiging Op, zeg
ik, het is tijd
Het stormt in Vlaanderen. Ja, het
stormt, de ontwaking der gewetens, de
ontwaking der vrijheidsliefde veropen-
haart zich overal in de Vlaamsche gou
wen. Het stormt, en weldra zal de
beiaard spelen gelijk weleer toen het
Vlaamsche vrije volk het juk verbrij
zelde, door Leliaarts en dompers ge
smeed 1
Op, liberalen de strijd is beslist t
de strijd voor de rechten van het volk,
voor de nuttige hervormingen Alge
meen Stemrecht, herinrichting van het
leger, verplicht onderwijs, pensioen der
oude werklieden de strijd voor de vrij
heid van geweten
Welaan wie doet er nu mede
We ontrollen de vaan
Wie waagt er met ons een beslissende
schrede
Toont dan, gij zonen der strijders
van 1860, dat ge niet verbasterd zijt,
dat het liberale bloed nog in uwe ade
ren vloeit, Allen, allen moeten hunnen
plichtdoen, onvoorwaardelijk en wel
dra zal de liberale partij van het arron
dissement Aalst weer vertegenwoordigd
zijn in de Wetgevende Kamers
Handen uit de mouwen
In Mei is 't kiezing, er valt geen tijd
meer te verliezen. Op
voor het werk der KLEEDING
Vastenavondstoet op Dinsdag 27 Februari
Ha, 't is goed Gijt zijt maar schobbe
jakken maar 'k verg9ef u I...
Alla, dat de groote joageaa maar naar bo
ven klimmen, ik zal er dan de kleine ophel
pen. De meisje» met hunne bloemen naar vo
ren
Ziet, Wanne en Reine komen juist aan om
de paarden te paleereu (1)...
Inderdaad twee jooge, struiscbe boerinnen
kwamen den akker op. Ze waren, beiden in
de bloemige, lustige jaron beiden rozig,
forsch, schoon. Al de kleine meisjes liepen üaq
met gejuich en vreugdekreten to getnoat en
toonden hnune bloemen, hunne kranseu, hun
ne meien, hunne ruikers.
Terwijl Reine het kleine Lenaken der Lan-
taarnhoevn in hare armen nam, zei Wanna
Goed, lieventje, goed. Komt allen lang®
hier; een de»l bij Reine, een deel bij mij.
maar nadert niet te zeer de paarden, want de
vliegen en dazen steken fel en gij zoudt wel nea
•lag of nen stamp- kunnen krijgen, en dat ia
niut noodig.
Krekel en Karei waren intussoheutijd bezig
met de kleine knaapjes op het voeder te laden.
Eenigen stak Krekel naar boven aiet 't hoofdje
omlaag en Karei was dan gedwongen hen
bij hunne voetjes te grijpen en ze alzoo naar
hooger te trekken. Anderen hielo Krekel bij
hun beentje vast terwijl Karei trok, zoodat de
kleinen daar uitgestrekt hingen tusschen hemel
en aarde en schreeuwden als viggens.
Wordt voortgezet
(1) Palseren verweren.