JAN KREKEL. 15Je Jaar. Nummer 27 Zondag 8 Juli 1900. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Algemeen Stemrecht. Eene Herinnering. Waarom Liberaal Y. Abonnementsprijs 4 fr. voor do stad betaaH)aar 4 fr. 50 voor den buiten PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. Prijs HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen drukregel, der Annoncen Reklamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijde1 frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden vrordt Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 7 JULI. Het meervoudig stemrecht is een stel sel van bedrog en eerlang zal het uit on ze wetgeving worden geschrabt als eene instelling eene beschaafde natie onwaar dig. Gelijk de klerikalen tegen dank de Evenredige Vertegenwoordiging hebben laten stemmen, zal ook tegen hunnen wil het Algemeen Stemrecht hun wor den ontrukt. Eene nieuwe herkiezing is noodzake lijk en al pochen de ultramontanen op hunne overmacht, lang zal het niet du ren of zij zeiven zullen die hsrziezing voorstellen, niet uit afkeer voor het be drog dat zij met het meervoudig stelsel ten hunnen bate op groote schaal plegen maar uit toegeving aan den drang der omstandigheden. De groote klerikale partij biedt in Belgie deze bezonderlieid aan dat zij on danks hare overmacht, niet vooruit durft komen met openhartig klerikale wetten, ja weleens wetten voorstelten stemt, welke tegen hare vraatzucht aaudruischen. Alle klerikale wetten, zijn sluip wetten, in niet eene is er op- rechtigheid of vaste richting op te mer ken ze zijn ingewikkeld en duister, maar missen toch hun doel niet, inte gendeel, de verwikkeling laat toe de wetten te verwringen naar den eisch der plaatsen en omstandigheden. Die drift naar ordeloosheid in de wet geving is dan ook meest bol gevierd in die wetten welke de klerikalen wer den ontwrongen het Algemeen Stem recht de Evenredige Vertegenwoordi ging enz. zijn meesterstukken van ver warring en slordigheid. Zoo kon het Algemeen Stemrecht het volk geene voldoening geven, er is maar een goed, maar een degelijk stelsel el ke man eene stem dat is klaar en een voudig en verhindert alle beirog en knoeierij, het is rechtvaardig en eerlijk het is alleen grondwetteiijk daar het de toepassing is van het grondbeginsel Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. De socialisten hebben besloten in de Kamers de woelingen te herbeginnen. De wildemanstooneelen keuren wij af zoowel als de kwade trouw der kleri kalen. We willen op waardige wijze strijd voeren voor het recht en kunnen niet op voorhand beslissen, wat den strijd ons zal voorschrijven te doen. Maar indien een Brusselsch blad waar heid spreekt, en het klerikaal goever- nement zinnens is de buitensporigheden door sommige wetgevers in de Kamers gelijk te stellen met gewone misdrijven en ze als dusdanige streng te straffen mag men het ergste verwachten, want dit ware de afschaffing der parlemen taire onschendbaarheid. Met groote bezorgdheid zien wij dat te gemoet, want die willekeurige maat regel of wet, zal vooraleer gestemd te zijn een orkaan verwekken dat weer klank zou kunnen vinden in het land. De klerikalen moeten wel voelen dat het niet langer mogelijk is tegen den stroom op te varen. Ze zouden toch eenmaal wijs handelen indien zij zelve de herziening der grondwet voorstelden en het Zuiver Algemeen Stemrecht in voerden getemperd, door de Evenredige Vertegenwoordiging indien zij al dien rommelzoo van verhakkelde, dwaze en belachelijke kieswetten in den prondel- hoek smeten, om ze te vervangen door eene gelijkvormige, rationeels kieswet voor al de wetgevende, bestuurlijke en zelfs rechterlijke korpsen. Doch en 't verleden staaft ons in die meening ge zult zien dat de kle rikalen niets zullen toestaan, al zij het nog zoo rechtvaardig, tenzij met het mes op de keel. Jan Smits. Bara was niet Vlaamschgeziud... niet temin was hij ten volle overtuigd van de noodzakelijkheid om in Vlaanderen de propaganda te voeren bij middel der moedertaal. Zoo, o. a. betuigde hij ons persoonlijk meer dan eens zijne ingeno- mendheid voor de uitgave van Vlaam se he liberale dag- en weekbladen. Het is dan ook aan Baia dat wij het officieel Vlaamsch beknopt verslag van de Kamerzittingen te danken hebben. Hij was overtuigd van het nut dezer uitgave, dat hij ze op den laagst moge lijken abonnementprijs bracht. Het Vlaamsch beknopt verslag telde dan ook vele duizenden lezers, die zicb niet meer moesten te vreden stellen met het soms al te versnoeid verslag het welk de dagbladen meest in der haast moeten afkondigen en die op meer on partijdige wijze want streng onpar tijdig is het beknopt verslag op de hoogte werden gebracht van al de be sprekingen welke in do Kamers plaats grepen, bijgevolg van al de belangrijke vraagpunten, waarover 't uoodig is dat het publiek zich bekommere. Tegenwoordig, onder het regiem van 't algemeen stemrecht en van de ver plichtende stemming, is het meer dan ooit noodig dat het publiek ingelicht worde over de bespreken in de Kamers. De klerikalen hebben er anders over gedacht. Van licht en discussie zijn zij bang. Zij hebben zich dan ook verhaast den abonnementprijs van het officieel beknopt verslag zoodauig te verhoogen, dat het getal inschrijvers tot een onbe duidend cijfer gedaald is. Een dompers werk, in den vollen zin des woords Door de toepassing der evenredige vertegenwoordiging is het wenschelij- ker dan ooit geworden dat alle kiezers behoorlijk en onpartijdig ingelicht wor den over de werkingen hunner gekoze nen in de Kamers en van de politieke groepen in 't algemeen. Hoogst weuschelijk ware het dat alle kiezers het officieel beknopt verslag konden bekomen. In afwachting dat de regeering dezen oprecht demokratischen maatregel ne me hopen wij dat onze liberale vrien den in de Kamer al het mogelijke zul len doen om eene verlaging van den abonnementprijs van het beknopt ver slag te bekomen. Zoo zullen ze hulde brengen aan de nagedachtenis van onzen betreurden Bara. Wij zijn liberaal l en waarom Om onein dig vele redenen onder andere, omdat wij den Burgemeester alleen meester willen op het stadhuis en de pastoor in de kerk, voor zooveel hij zich met zijnen godsdienst bezig houdt. Wij zullen daarover eens spreken. En vooreerst, wat wil het woord liberaal zeggen Liberaal komt van een fransch woord, dat vrij, onafhankelijk, ongedwongen wil zeggen. Ja, wij zijn liberaal, omdat wij, vrij onaf hankelijk willen zijn l Niemand heeft ons iets te gebieden. Alles wat wij doen komt uit eigen beweging voort en het is onze vrije wil. Wij wei ken op politiek gebied, omdat wel wij han delen. W' ij denken door ons eigen kracht en voor eigen rekening. Wij willen noch banden voor het lichaam noch bauden voor den geest. In eén woord vVij willen noch slaaf zijn, noch slaven ma ken. De liberalen werken opdat al de menschen zoo geleerd mogelijk worden, opdat zij in de wereld door eigen kracht zou ten kunnen den ken, zoo doende goed vooruitgaan en eerlijke en verstandige burgers worden. De liberalen werken opdat alle menschen dezelfde rechten zouden bekomen. Dat nie mand meer, noch onder zedelijk stoffelijk gebied, onder den voet zou gehouden worden. O l ik vraag het u, is het niet edel, is het niet schoon en grootsch liberaal te zijn en te strijden voorontslaving van geesten lichaam Ja zeker, de naam liberaal is een eeretitel. Wij zijn fier dien naam te mogen dragen l En de katholieken, zult gij mij vragen, ge nieten die ook van de vrijheid van denken, de vrijheid van handel en wandel Oh dat is een ander paar mouwen. Verplaatst u, in uw gedacht, iu een boerendorp. In dat dorp woont een man, die deukt voor al de inwoners. Die man is de pastoor. Hij zegt dat bij de herder is en ai het overige moeten zijne schapen zijn. Is er eeu of ander schaap dat zich van de kuide wil verwijderen, de hei der zendt aanstonds honden op hem los, om het wederspauiiiga schaap weeer in de kudde te jagen. Wat de pastoor doet, moeten de schapen of de inwoners nadoen. Wat de pastoor voor houdt, moeten zij gelooveu. De pastoor zegt welke gazet en welae boeken zij mogen lezen. De pastoor zegt naar welke scholen de kin deren moeten gaan Zulk eene maatschappij en zulk eene herberg zijn slecht en de schapen mogen zich in die maatschappij niet laten in schrijven en geenen voet in die herberg zetten. Is het kei mis in de naburige stad of dorp, wacnt u wel daar een sprongsken te doen de De vi'oolijKe door POL LINDEMA Mag zonder toelating niet o/ergedrukt worden. 13" Vervolg. 5. Op de penskermis. Verwonderd zag Gust naar Wanna heen. Had hij zich in haar bedrogen Was hare ge woonlijke goedhartigheid maar vernis?... Wie had in hour hart die kiem gelegd van boos aardigheid, waarmede ze zooeven den vroo- lijken Krekel tot stilte bracht0 die Wanna zoo frisch, zoo schoon, met dien blik van zielegoedheid in de liefderijke, schelm- sche oogen, was dat bedrog Was die traan, die in hare lange, blonde wimpers hing eene logen Dat kon Gust niet gelooveu. Bah! zei Karei, onze Wanna meent dat niet, lijk zij het zegt. Ge zit hier aan de tafel niet als knecht maar als ons aller goede vriend Krekel. En ziehier mijne hand, de hand van een broeder en als een broeder stak hij den knecht de hand toe Maar de vreugde aan de tafel was uit Krekels harte was vol. Hij had moeite om de opwellende tranen te weerhouden, en zoohaast bij kon verliet bij de keuken. Stil ging hij op het nederig kamerken dat hij op den zolder had lag zich met het hoofd op de tafel en weende lang bij lang Wanna had het gezegd hij was een knecht op den hoeve. 0, waarom moest juist Wanna dat zijn Twintig jaren woonde hij op de Moeikens- hoeve. Lucia en Frans hadden hem met wel daden overladen. Hij had zijne scholen gehad lijk Karei, was altijd goed gekleed en verzorgd geweest. Groot geworden was hij steeds be handeld als kind van den huize. Hij had grauw en blauw met hem gedeeld had ge lachen bi] hunne vreugden, getreurd iu tegen slagen. Hij had hen allen omvat in een kring van grenslooze liefde Maar toch na twintig jaren was hij nog de knecht. Waartoe had hem het leven gediend 1 Waartoe de arbeid, de zorgeD, de genegenheid Wel zegde hij bij zich zeiven dat het meisje het zoo erg niet meende, toch weende hij voort, droevig als in de jammerlijke dagen van voor heen. Maar Gust was zacht op die kamer gekomen, recht vaderlijk legde hij de hand op Krekel s schouder en sprak troostend Ge weent Allo dan maar Wanna had daar geen erg bij O ik weet het welik weet het wel, non kel Hewel dan Zie,'t is al over.... Hij stond op goot wat water uit de kan m de kom op het tafelken en wiesch de sporen der tranen weg. Wat ben ik toch nen onnoozelen teppen, niet waar, van hier te zitten grijzen omdat ie mand mij zegt ne knecht 1... ken heb mijn naam niet gestolen, zelle. Welken naam Van Krekel dedjeeu. Ha... Ja? Zeg niet nonkel dat Karei gesc ireid heeft in plaats van te zingen. Zouden ze mijn hart in de hauden niet moeten geven... De duivel mag mij tiktakken, zei Gust zacht, als hij voor Krekel den zoldertrap af ging als ik er iets van versta. Tenzij er wat anders ouder school, wat ik wel to weet zal komen, als 't Gods mogelijk is... Lucia stond op den liuistrap en reikte de zware zweep aan Jan Krekel, die nog even de snoeren van zijn fijnen uetgestreken kiel toehaalde. v. Recht vriendelijk lachte hij de goede pack- terse tegen en zij zag met welgevallen iu dat gehoon, guitachtig gelaat. Krekel was waarlijk een praghtige kerel... Hoog opgeschoten, breed geschouderd, flink en kloek van leden, met zijne schoone nootbruiue oogeu en blozende wangen, was hij wellicht de schoonste jongen van het heele dorp. Maar wat niemand wist was dat hij met weergalooze spierkracht was bedeeld. Hij blafte nooit, werkte naarstig, ondroeg of vervoerde niet meer dan de eerste knecht der hoeve en spreidde nooit de volheid zijner kracht ten toon. Maar als hij alleen was soms mat hij zijne sterkte Hief zakken graan van den schuur- vloer eii lei die op zijnen schouder, speelde met de gewichten op den zolder, tilde in 't wa genhuis de zware wielen van üeu vierduimer en zette ze links en recUts. Menige roz3 v&n Lommerbeek bad hem h&rö strikken gespannen, maarniet eene had heen kunnen vangen. En als men hem allicht van trouwen sprak dan zei hij lachend Wat zou een meisje met een arme Krekel doen Ik bezit niets, geen roo duit 1 zeg, wat zou ze met mij doen V Op alle kermissen was hij dan ook zonder liefje danste nu eens met deze dan met dege ne schonk aan allen een hartelijk woord, een vrieudelijken lach, maar aan niemand zijn hart. m Ik neem de zweep niet mee, iautje, zei Lij, ik gebruik ze immers nooit ge weet het Gij hebt gelijk. Vergeet de boodschap niet, Neen Tautje. Krekel ging het neerhof over, naar de plaats waar Frans Mandens en Gust de prachtige brabandsche paarden streken, die den zwaar geladen wagen haver straks naar de stad zou den trekxen. (Wordt voortgezet)» W 61

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1900 | | pagina 1