I JAN KREKEL. Zondag 15 Juli 1900 Nummer 28 LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Herziening der Kiezerslijten. S 1 P I D O Nog Sipido. Twee Hemels. 15Je Jaar. u W Abonnementsprijs 4 fr. voor de stad u, voorop betaalbaar 4 fr. 50 voor den buiten PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Reklamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijdefrank. Prijs der Annoncen per drukregel. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 14 JULI. De Liberalen die voor 1 Juli 1899 te Aalst zijn gevestigd en voor 1 Mei 1901 ten volle 25 of 30 jaren zullen bereikt hebben en op de kiezerslijsten niet staan, worden bericht dat zij zich mogen aan geven in den Graaf van Egmont lokaal der Liberale Associatie alle werkdagen van 12 1/2 tot 1 1/2 uren waar men het noodige zal doen om hunne inschrijving te bekomen. P. ANNE. Zekeren dag kreeg een dronkaard eene kuur. I11 zijne zatheid meende hij tot groote di igen geroepen, hij wordt een slecht wapen meester komt op de markten schiet naar u, naar mij enfin naar deu eersten, den besten dien hij waant voor het welzijn der dronkaards uit den weg te moeten ruimen. Lij toeval gaat het schot af, de kogel voor u of voor mij bestemd, vliegt te pletteren op de voetzuil van l)irk Martens. De dronkaard wordt ontwapend en in de doos gedraaid. Drie weken nadien wordt hij tot 5 franken boet en 8 dagen veroordeeld. Zoo gaat het als ik of gij het mikpunt zijn, van een uit zijn lood geraakte gek, en zoo zou het gegaan zijn indien Sipido gschoten had in een wagen van derde klasse waarin een werk man of gewoon reiziger zat. Men hadde al dat beslag niet gemaakt. Men heeft de dwaze daad van Sipido ver groot, verzwaard, overschreeuwd alleen omdat er kwestie was, van een prins, den prins van Wallis Men het ft van Sipido eene beroemd heid gemaakt, die wellicht de hoofden van anderen op hol zal brengen, in plaats van hem te behandelen als een kwajongen, want wat hij bedreef was eenvoudig weg een kwajou- genstreek. De Engelsche gazetschrijvers hebben kuipen inkt verkrabbeld, over deu afgrijselijke 11 aan slag van hunnen prins van Wallis, dien wij niet benijden moeten en het Belgisch gerecht heeft a in die polimiekers stof te veel gegeven door de overdreven waarde aan een kwajongens streek van Sipido. Men heeft al meer onder zocht, verhoord, gekonfronteerd, beschuldigd en als men het rekwiaitorium van het openbaar ministerie leest zou men geneigd zijn te ge- looven, dat de zekerheid eener gansche natie aan den loop hing vau Sipido's slechten revol ver. Men hadde veel beter gedaan Sipido bij de ooren te vatten, hem als een kapoen eens duch tig op ziju fondament te kloppen en hem aan zijn vader over te laten, die hem voor. eker zijne deugenieterij betaald zou gezet hebben ten hoogste hadde men hem voor een tijd naar 't vei beteringshuis moeten sturen. We weten het wel een aanslag is en blijtt eene af keurlijke daad. Ik wil maar het verschil van opvatting laken wanneer het u of mij of een prins betreft. Ik acht nochtans mijn leven zoo kostbaar als dat van 't is eender welken prins. Het gerecht heeft hier toegegeven aan over drijving omdat er spraak was van een groote, en dat is veikeerd. De jury der provincie Brabant heeft Sipido vrijgesproken, als gehandeld hebbende zonder overleg. Het misdrijf is gebrandmerkt, de af gedwaalde is terug bij zijne moeder, zoo is alles weer in de oude plooi. Het zal wellicht de Engelsche gazetkrabbers onvoldoende schijnen en ze zullen uog stroo- men zwart vergieten over die dwaze zaak, doch daaraan laten wij ons niet gelegen. De leden vau de jury, hebben de zaak ingezien gelijk ze geweest is, ik breng hulde aan hun gezond oordeel. Vandoeen. Mijn eerste artikeltje vond verleden week geen plaats, 'k Laat het staan en voeg er nog bij De socialisten hebben de vrijgelaten kapoe nen als helden gefeest en gevierd. Hoe dwaas bolachelijk, ze hadden beter gedaan die broek ventjes eens bij de ooren te pakken on eene goeie poeiering te geveu, in 't bijzijn hunner makkers, dat zou de anderen den Iu3t ontne men later ook zulke kwajougenspoetson aau te vangen. De Brusselsche socialisten schijnen me daar tot ketjesmanieren o er te slaan. O die groote partij Twee partijen in ons laud beschik ken over eenen hemel, om de onnoo- zele snullen in hunne netten te krijgen de klerikalen en de socio's. Lijdt verduldig, zeggen de klerika len, tot de werklieden, doorstaat uwen nood, uwe ontberingen en uwe smart met licht gemoed eu kiest voor de dompers dan zult ge later in den hemel komen, waar ge des te meer zult genie ten naarmate gij hier beneden meer hebt verdragen en goed hebt gestemd. Stemt niet voor de liberalen, want dan zijt ge verloren, ge gaat naar de hel, ge zult eeuwig branden en de af grijselijkste smarten doorstaan. De liberalen zegden immer Medebur gers weest vrij iu uw denken, vrij in uwe overtuiging, maar laat u niet mis leiden door beloften of bedreigingen. Hij is geen waardig mousch, die slechts het goede doet voor de belooning welke hij ervan verwacht, of het kwade maar schuwt omdat hij benauwd is van de hel. Hij alleen is mensch, die het goede doet om het goede en het kwade ver foeit om het kwade. De liberalen zegden Medeburgers weest vrij en steun volgens uw gewe ten. Politiek is geene godsdienstzaak, de godsdienst mengen in de politiek is van den godsdienst een winkel maken. Stemt voor degenen die voor het volk de beste, de meest praktische wetten maken zonder u meer te beloven dan het mogelijk is te verwezenlijken, zon der u meer te beloven dan stervelingen u geven kunnen. Komt tot ons zeggen de socialisten, de samenleving is slecht ingericht, wij moeten meester worden en dan zal het kapitalism verdwijnen voor het kollek- tivism, dan zal iedereen in gelijke mate van de goederen en voortbrengselen ge nieten, dan zullen de werklieden een hemel hebben op aarde. En de eenvoudigen stemmen voor de klerikalen, al hebben zij van dompers wege geene lotsverbetering door de wet gevingte verwachten, ze stemmen voor de klerikalen omdat ze benauwd zijn den eeuwigen hemel te verliezen of in de hel te branden, en ze blijven gedom peld in verstandelijke en stoffelijke ellende. En andere eenvoudigen stemmen voor de socialisten, omdat ze gretig zijn naar den beloofden hemel van genot eu maat schappelijke gelijkheid. Al zien ze dat de socialisten gelijk de klerikalen met hunne beloften en hunnen hemel hunnen winkel doen draaien, en om gelijk die van Aalst met de ceuten der werklieden onzer stad de groote muil te vullen der roode kapitalisten en geld schieters van Gent en elders, die den winkel hebben ingericht en hem ten hunnen bate exploiteeren. I)e vroolijke door POL LINDEMA Mag zonder toelating niet overgedrukt worden. De klerikalen goochelen met den eeuwigen hemel en hel waarvan ZIJ niets weten, en waarover ZIJ niet kun nen beschikken, gelijk de roode bonzen goochelen met den aardschen hemel die ZIJ weten niet te kunnen schenken. Ziet hier maar eens rond burgers en werklieden wie er te Aalst mededoet aan sociale politiek Wie er thaDS de hoofden van ziju Mannen die handel drijven in politiek, die van de politiek eene positie maken, die de kans beloe ren om daar een plaatsken te bemachti gen van goed allooi. En om tot daar te geraken zouden ze elkander verscheuren, indien de broe derlijkheid op stoffelijk gebied onzer roode chefs, ons een voorsmaak moeten geven vau wat de aardsche hemel later (als de socialisten zullen meester zijn) zal wezen, ziet er lekker uit. Te Aalst en ook elders is de politiek voor de dompers en do socios eene kwestie van winkeldraaierij, eene kwes tie van positie, een kwestie van plaat sen. De overigen zijn misleide en mis- loopea lieden. Maar wanneer het onderwijs meer zal ontwikkeld en verspreid zijn, wanneer de werklieden zullen gezond oordeelen, wanneer zij de dwaasheden zullen in zien van ai die beloften van hemels, wanneer ze hun bekomste zullen heb ben der holle woordkramer ij over kol- lektivism eu de rest zal het uit zijn met domperij en socialisterij. De Werklieden zullen zeggen Meu kan maar geven hetgene men bezit. De klerikalen beschikken over den eeuwi gen hemel niet, de socialisten weten den hemel op aarde onmogelijk, dat ze met hunne beloften naar den drommel loopeu. Slechts eene partij belooft alleen dat gene wat kan verwezenlijkt worden, dat is de liberale partij, daarom zullen alle burgers en werklieden die vooruit willen zich aansluiten bij de liberalen. Indien gij ekateroogen aan de voeten kabt die uveel doen lijden,gebruikt de Balsem van Dr Noël welke ze in twee dagen zal doen verdwijnen 1 fr. de doos. 14° Vervolg. 5. Op de penskermis. Zijt gij gereed, jongen vroeg Mandens. Ja, nonkel. Zeg eens, vader, zei Wanna, hier staat nog een zak, moet die niet mee Krekel liep bij. Wel zekerroept Karei He, Dorus, Sus, jongens, gij hebt er een zak vergeten te laden. De twee knechten grepen den zak en meen den hem over het schof op den wagen te hef fen maar hetzij hunne verzamelde kraehten te kort schoten of ze slecht hunnen zwaai had den genomen, althans de zak geraakte niet bo ven, maar viel voor hunne voeten neder. Gust lachte. In mijn jongen tijd, zei hij, smeet ik er zoo een alleen op de kar. Ja, nonkel, zegt Frans, maar die sterke menschen zijn oud of dood Lommerbeek heeft zoo geene Samsons meer. En dan nog zulke werken zijn gevaarlijk. Dorus en Sus grepen den zak weer aau maar kregen hem met boven. Toe, roept Wanna tot Krekel, kunt ge niet een hand bijsteken, gij Krekel sprong. Hij duwde de knechten op zij greep den zak, hief hem als oen ved r van den grond en gooide hem met een enkelen zwier van zijne kiachtige arm'en tot iu het midden van den wagenbak. Daar, zegt hij, iu Lommerbeek zijn nog jongens die dat kunnen, al doen zij het zelden. Ah! dat is er een van 't recht bloed dedo- rie, dedorie en Gust had trok den jongen om den hals te vliegen. Jan, zegt Mandens, doe dat niet meer als ik het zio, verstaat gij, doe dat nooit meer, ik wil niet en ik zou u niet gaarne bekijven. Lang nog nadat Krekel vertrokken was mor de Gust Dedorie, dedorie is me dat ne ka dee 1... Wanna integendeel gromde aan den pomp bak Dat stond daar met al zijn kracht en dat kon zien dat twee oude sukkelaars zich gingen kreveeren! Moet ge daarvoor niet stom zijn I 6. SCHEIDING. De lente was gekomen met hare bloesems en haar vogelengezang, 't Was vroegen morgend. Krekel maaide de met dauw bedekte klaver op het Walleken en zond van tijd tot tijd zijn lied als een groet tot den koornleeuwerik, die tie relierde in do hooge blauwe lucht. Waar mag Karei zoolang blijven, morde Krekel, er ligt reeds een zwaar voeder afge maaid eu de koeien wachten ongetwijfeld. Babi ik zal zelf het paard gaan inspannen opeen half uurken is het gedaan!.. Hij trok haastig de vest aan, stak de wed- steen iu den zak, nam de zeis en spoedde hem. Ik vraag mij, dedjees af waar of hij toch mag blijven!... Als hij maar niet ziek wordt, de arme jongen 't ware niet te verwonderen na het gebeurde van gisteren... Die leelijke daar van den Hoogmoleu met al zijn gevloek en ge bulder.... O, hoe schrikkelijk toch straft God do bouzen... Hij heeft nu gezien hoe men vaart als men iedereen tot vijand wil Kom, kom, vergeten wij die vreeselijke dingen en algauw gezien En met den zeis op deu schouder stapte hij haastig naar het Moeikenshof. Een gioote hoop volk stond voor de hooge groene poort. Reeds uit de verte roepen de kinderen kre kei, de pakkemans het pixet! De gendarmen, het parket morde Kreke ongerustHal ze komen Karei ondervragen! En hoewel hij niets gevaarlijks vermoedt, toch klopt het hart van den joDgen angstiger. Hij stoot de nieuwsgierige menigte op zij en wil de hoeve op maar de gendarm die aan de poort de wacht, een kerel als een reus, greep hem ruw bij den arm en meende hem achter uit te werpen. Maar Krekel stond vast. Terug, brulde de andere, als hij gewaar werd dat zijne kracht hier niet in aanmerking werd genomen. Mag ik niet binnen Ge zijt misschien de knecht? Neen, ik ben de knecht niet Gij gaat niet door Krekel draaide op de hielen, ging langs den muur naar achter, duwde het kleine poortje open trad langs daar naar binnen. Aan de overzijde zag Krekel door het ven ster. Hij zag Frans Mandens Lucia, Reine, Wanna rond Karei staan en bitter schreien. Hij zag gendarmen in huis en heeren iu 't zwart met een streng en ouverbiddelijk gelaat. Vlug ging hij over het neerhof kroop door een venster in de groote kamer, nevens de keuken en luisterde. Eene heldere onmeedoogende stem sprak Sinds lang waart gij en de vermoordde he vige vijauden. 't Was liefdenijd die in uwe harten'een wederzijdscben haat had gelegd, die aangroeide met den dag. Dikwijls hebt gij twist gehad gij zocht Theodoor Daarling niet op, maar gij vermeedt hem ook niet. Gij gmgt trouwen. Daarling zwoer gisteren dal gij nooit zijne beminde huwen zoudt, g:j be- weerdet het tegendeel had men u niet met geweld gescheiden, er waren dan reeds gevech ten geweest. In den avond waart gij beiden in dezelfde herberg. De twist begon opnieuw. De baas deed Thedooor Daarling vertrekken. Gij veitrokt kort daarop... (Wordt voortgezet). I mnrnljjrgi;

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1900 | | pagina 1