JAN KREKEL. 15de Jaar. Nummer 5! Zondag 5 Augusti 1900. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Turnclub Help u Zelve DE WERELD DOOR. De Oorlog in China, Goddeloosheid. Abonnementsprijs 4 fr' voor de fadvoorop betaalbaar Huuimememapiip 4 fr 60 voor den btiiten r PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten 1 voor de stad, ten kantoie van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen ikubrAnAk Prijs der Annoncen Reklamen 75 centiemen per 9 Vonnissen op de derde bladzijde1 frank. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt*. Handschriften woeden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST 4 AUGUSTI. Zondag 5 Oogst deelneming aan het XIVe Westergouwfeest, ingericht door de turnvereeniging Werken Ver sterkt te Hamme. De Turnclub wordt vergezeld door eene muziekmaatschappij. Ten 7 u. 30 vergadering in Concordia. Optocht door de stad. Vertrek uit Aalst 8 u 27 min. Vertrek uit Ilamme 7 u. 51 minuten aankomst te Aalst 8 u 48 minuten. Keizerswoord en Koningsmoord I)e gebeurtenissen dezer week leeren ons dat er anarchisten zitten op den hoogsten zoowel als op den laagsten sport der maatschappelijke ladder. De keizer van Duitschland spreekt de soldaten welke naar China gaan ver trekken aldus aan Ge zult geene gevan genen makeD, ge zult geene genade ver- leenen, ge zult meedoogenloos allen af maken die in uwe macht vallen. De naam der Duitschers moet in China ge ducht worden gelijk vroeger de naam der Hunnen in Europa, opdat na 1000 jaren een Chinees geen Duitscher scheef durft bezien Die keizer brengt ons terug naar den barbaarschen voortijd, na reeds den middenleeu tvschen potentaat te hebben uitgehangen, de Hunnen waren roovers en moordenaars. Willem van Duitsch land zegt tot zijne soldaten doet in China wat de Hunnen in Europa deden, wordt bandieten, wordt moordenaars. De heele beschaafde wereld zal daar tegen protest aanteekenen. Da Chinee- zen zijn schuldig, ja, maar dat men des wege de legerbenden aanspore tot het af leggen aller menschelijkheid is een vorst onwaardig. Er zijn in China mannen die hun vaderland liefhebben, moeders die hare kinderen beminnen, menschen die goed en gevoelig zijn, de Duitsche potentaat maant zijne soldaten aan noch stand, noch kunne, noch ouderdom te ontzien geene gevangen te maken dus moeders, ouderlingen, maagden en kinderen te vermoorden gelijk de Hun nen deden. Zeker, de Chineezen schonden het volkenrecht en trotseerden de bescha ving, maar de eene overtreding wettigt de andere niet. In andere omstandighe den was de Duitsche vorst niet zoo ge voelig op dat punt en toen de Engel- schen in Zuidafrika de internatinatio- nale wetgeving schonden en alle gebrui ken vertraden om een klein volk te verpletteren toen wenschte diezelfde keizer de Engelschen geluk. Een man die aldus tot moorden aan spoort, die aldus alle menschel ijk ge voel van zich werpt, die aldus zijne sombere ziel bloot legt in eene uitbers- ting van wraak en bloeddorst, die man hij weze bedelaar of keizer is ziek, zin neloos of misdadig, zijne plaats is in het hospitaal, in't zothuis of in 't gevang. Als de echo der monsterachtige rede voering van den Duitschen protentaat weerklonk in Italië het revolverschot gelost door het monster Bressi koning Umberto doodelijk treffend. De verbeel ding schrikt terug, bij 't vernemen van al de gruwelen welke er gebeuren op het einde dezer eeuw, de vrienden der beschaving bedroeveD en de mensch heid onteeren. Umberto, was een braaf man, menig maal gaf hij bewijzen van genegenheid voor het volk. Toen in Napels de cholera heerschte doorliep hij de armste wijken der stad, ging in de ellenuigste huizen zich nederzetten aan de sponden der zieken en beurde door ziju voorbeeld den moed der bevolking weer op. Umberto, had het ongeluk koning te worden en dat is in de oogen der anar chisten eene misdaad eene misdaad die de rampzalige met het leven heeft ge boet. Wat willen de anarchisten De koning is dood, een andere volgt hem op, waartoe heeft het schelmstuk ge diend Het dompelt eene familie in den diepsten rouw, het rukt een vorst uit het leven die goed was eu menschlie- vend. Indien er koningen en keizers bestaan is dit de schu d der volkeren die een koning of een keizer begeeren en indien de anarchisten logiek waren dan zouden ze eerst, die volkeren moeten treffen, het menschdom uitroeien waarvan zij het afschuwelijkste gedeelte uitmaken. Bressi is een gemeene moordenaar, des te verachtelijker, dat na zijne daad noch de honger noch de ellende voor drijfveer heeft gehad, en geene persoon lijke wraak, noch plotseling opbruisende gramschap tot verschooning kan inge roepen worden. Moet de overgang van de 19® tot de 20e eeuw dus gekenmerkt worden door de ijselijkheden welke de samenleving bezoedelen overal roof en bloed, ver drukking en oorlog en om de kroon op alles te zetten e6n vorst die tot moor- derij aanhitst terwijl een andere vorst onder den kogel van een moordenaar valt, VANDOREN. Het is dus vast besloten. D; Belgen gaan deelnemen aan den oorlog ia Giuua. Eeu le gioen viijwilligers wordt aangeworven om in 't flemelscbe rijk, de faam van ons land te gaan ophouden. Vier burgemeesters vau Belgie hebben den oorlog verklaard aan Cüina.'t Is wonder boe de bladen, die de onderneming voordeelig zijn de zaak verwringen. De oorlogsverklaring is on grondwettelijk. Ja, zeggen die vechtersbladen, onze neutraliteit verbiedt ons tusscben te ko men in geschillen in Europa zelve maar daar buiten, zijn we vrij in ons bandelen. Zoovele woorden, zoovele leugens. Onze on zijdigheid verbiedt ons tusscben te komen in alle gedingen waar de belangen der vijf groote Mogenbeden of van een barer op bet spel staan en dat is zoo waar dat de regoering het noodig heeft geacht onze soldaten en offi cieren te verbieden dienst te gaan nemen in Transvaal. Is Transvaal misschien niet bui ten Europa? Of zijn het maar spitsvondighe den van de Brialmont's. Van der Straeten en andere kogelvreters, die van kappen en ker ven hunne specialiteit hebben gemaakt. Er dient nog aangestipt te worden dat de Bel gische afdeeling van het Roode Kruis, zoo on- verschilig voor de gekwetste Boeren, nu plot-, seling uit den slaap schiet en aanstalten, maakt alsof het Belgisch Vendel reeds in Chipa, aan 't vechten ware. We zijn er verre van af ons leger of onze. officieren te willen kleineeren, maar we den-, keu, dat we niet noodig hebben met vuur te. spelen wat we af keuren is de deelneming aan, den oorlog tegen China, waaruit betreurens waardige verwikkelingen kunnen voortsprui-. ten tot groot gevaar onzer onafhankelijkheid.. Zoomin als de deelneming der Belgen aan, den veroveringstocht van Maximiliaan in, Mexico, kan onze deelneming aan den oorlog; tegen China ons voordeel en eer aanbrengen,, bezonderlijk als onze soldaten daar de rol moe ten vervullen hun aangewezen door Willem, van Duitsehlnnd, de rol van moordenaars en, bandieten. Men mag gerust aannemen dat de Duitsche. krijgslieden, de aaubevelingen van hunnen kei zer zullen volgen, en de schande van al de eer loosheden die ginder in na im der beschaving- zullen bedreven worden, zal gedeeltelijk op, ons terug vallen. Ook dat vooruitzicht is wei-, pig aanlokkelijk. Hij scheurt zijne kleederen, trekt eeu ruwen zak aan, bestrooit zijn hoofd, met nssche en maakt een misbaar al% Jonas d,en oudergang van Ninive predi kend. Le Matin schreef Zeker mogen de, Belgen naar vreemde landen trekken^ maar zij moeten hunne goden te huis, laten, om de goden der andere landen^ niet te misnoegen. Goddeloos eerloos brult de pilaar bijter der Korte Zoutstraat. Stilletjes^ man, stilletjes schreeuwt u geen bult^ 't is alzoo al wel. De raad van Le Matin i3 de raad welka de katholieke ministers geven aan de. gezanten en vertegenwoordigers van, Belgie in de vreemde landen Wacht u, wel door woorden of daden het gods dienstig gevoel der volkeren te kren ken. Dus, zegt Denderbode, vergelijkt hef; geuzenblad den God der Chrfsfienen met dien der heidenen O, gi,. dwee.- per dat is de kwestie niet. De C,hinee.-_ 1 )c vroolijke door POL LINDEMA Mag zonder toelating niet overgedrukt worden 15" Vervolg. 7. INDE WEIDE. Ik droomde zalige droomen voor hem. Ik droomde Wij maakten slechts eén huisge zin. Hij werkte in mijn hofken, planite mijne aardappels, snoeide mijne hoornen, scheerde mijne hagen des avonds rookten wij ons pijp- ken in het lommerhuisje, opgeslagen in onzen gemeenzamen tuin, eu keuvelden vroolijk met elkaar, terwijl zijn wijveken debloemekes ver zorgde of de bierkruik eens ging vullen. O 1 en wat vreugde dan als de kleintjes, die zouden komen, op onze knieën klaferen, in het mul rollen of op den mispelboom klimmen waar den vink zijn nestje bouwde. Ik droomde, o nog zooveel, zooveel En van al die schoone plan nen zal nooit iets gedijen is 't niet wreed is 't met wreed en hij vatte zijn hoofd in de vereelte handen, duwde er op harder dan hard als wou hij het wee eruit nijpen. Enkele tranen schoten uit zijn oog tot in zijn grijzen stoppelbaard en zegden meer dan woorden wat smart er toefde in zijn moegeklopt hart Hij zou misschien nooit getrouwd hebben merkte Wanna op... Nooit getrouwd en waarom Diet Een prachtige kerel als hij Hij hoefde maar te kiezen, zelfs onder de begoeden, en hij hing in 'tkasuenl... Daar hadt gij, bij voorbeeld, Mie-Rozeken, zij is mooi'er. flink, niet waar, niet arm bij een enkel woord van liefde vloog ze hem aan den hals Mie-Rozeken bemint hem Beminde hem, ja 1... Nu niet meer? Omdat hij veroordeeld werd onteerd is voor altoos Wat zijn zij oubestendig in hunne liefde 1 De meeste meisjes, schier allen zijn zoo I mijn kind 1 Zij leuren met de heiligste gevoe lens zij doen rasch eene keuze, maar nemen hun hart even spoedig terug als zij het hebben gegeven. Zij vrijen, zij beminnen niet 1... Och, nonkel Ja, Wanna, gij ook misschien zult doen als zij 1... Ik, zei het meisje fier opstaande, die eens mijn hart bezat kan het nooit weer ver liezen. Ik leurde niet met mijne liefde, nonkel, ik vrijde nooit Dat geeft niets aan de zaak Schoon was die Wanna O 1 zoo schoon Iets als leliën en rozen. Groot en sterk maar frisch en lief als geene andere meer op aarde. Lang beschouwde Gust die prachtige boeren- maagd, reine spruit van Vlaanderens dierbare i bodem, en minzaam lachte hij haar tegen. Gij twijfelt eraan, nonkel Neen, zei Gust, ik geloof u gij hebt ge- ljjk Maar hoe weinigen zijn nog als gij Wanna 1... 't is jammer ja, 't is jammer Langzaam was de zon in 't Westen verdwenen. In de vallende neveldampen loeide weemoedig het vee als vroeg het naar stal te keeren, De vledermuis fladderde laag door de boomen en de puiden begonnen hun nachtelijk muziekfeest in den wal onder de linden. Wanna opende de balie en riep met hare heldere stem Ko, ko, ko 1... en de echo in de verte herhaalde stiller: ko, ko Nonkel, ge gaat toch mee Neen, Wanna Toe, kem aan... Ik kan niet, ik ga morgen op reis en wou vroeg vertrekken. Ik moet dezen avond nog het een en het ander gereed maken. Gij gaat op reis J a. Alia, veel geluk Dank u, Wanna... Dien avond zat Gust zacht te soezen aan de tafel in zijn fraai, proper huizeken, toen er plots bescheiden op de deur geklopt werd. Binnen 1 riep hij... Wanna trad blozend de woning in Wanna, juichte Gust... Gij waarom klopt ge Gij zijt hier thuis, dedorie Toe zet u watueer... Ik haal eene lekkere flesch Ik dank u nonkel, doe het niet 1 't ip avond, ik mag niet lang vertoeven 1... Bah 1 Moeder weet niet dat ik naar hier geko-, men ben. en ik wjl niet dat zjj mijne afwezig heid bemerkt Nonkel, zei ze bevend en blozend, gij gaat morgen op reis Waar- gaat gij heen? En daar Gust niet spoedig antwoordde zoo, hernam ze schier onhoorbaar, Naay Krekpl niet waar, nonkel Inderdaad Wilt gij dat meedragen voor hem, en, zid opende haar voorschoot waarin een twintigtal; dikke, rozige appelen lachten,, 't is niet veel* zei ze, maar ik mag u niet te zwaar laden, Ja, zei Gust, dat wil ik, maar op, ééna voorwaarde En die is, nonkel Dat ik aan Krekel zeggen mag wie in 't lieve Lommerbeek nog zijner zoo, teefc gedenkt. Daaraan zal hij zich zeker.nooit heb ben verwacht. Een rauwe snik schokte de maagd, zij sloeg de handen voor de oogen om de heete tranen tg verbergen, die weldon naar heura oogen en da appelen, het geschenk aan den diepberteprdei} vriend, botsten en rolden den vloer in Gust verstond Ah hare korzeligheid van vroeger was dpp niets dan wordende liefde Zij wou de innige gevoelens des harten versmachten onder dg uitwendige afkeerigheid 1 Arme, lieyp Wanna. Zij ook had geleden Wat moest het in dien boezem gestormd hebben in al de ram: ponvolle dagen van weleer. Dien droeveq len; tenmorgen als Krekel de duimschroeven wer-, den opgezet en gebonden van den hoeve, gelejj. in die lange, schrikkelijke dagen als het proces duurde en het bankje van sciande ep onteering den beminde droeg en later pn gl- j tijd sedert diep ^Yfofdt yqortgêzetj. 'SS

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1900 | | pagina 1