1]
li
1
JAN KREKEL.
15de Jaar
Nummer 32
Zondag 12 August! 1900,
DE WEKELD DOOK.
Schijnheilige
Verontwaardiging.
De Voorloopers van Bressi,
1 T l w.* v
x
Hr
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs J ff' voor de stad voorop betaalbaar
H 4 fr. 50 voor den buiten xooroP oeiaaiDaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Mén abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 82, Vrijheidstraat, 32 AALST.
W #1
Prijs der Annoncen J*""™"' cen''6men
Reklamen 75 centiemen
per drukregeL
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST 11 AUGUSTI.
jüe Wandelende Jood.
Toen Jesus den Golgatha opklom ge
bukt onder den last van het kruis,
bloedend uit ontelbare wonden, bespot
en beschimpt door het gepeupel wiens
dweepzucht aangevuurd was door de
priesters van dien tijd toen hij uitge
put van smart en dorst onder het schan-
dehout nederviel, en hij om een drup
pel water bad, toen werd hem dien
druppel geweigerd door Ahasverus een
Jood, die even met de gevulde kruik
van de bron kwam.
Verder beklom Jesus den Kalvarie-
berg, waar hij geslachtofferd werd aan
het fanastism. Maar de onbarmhartige
Jood vond noch rust noch duur meer en
sedert dien doorkruist hij de geheele
wereld overal waar hij verschijnt ellen
de en lijden verspreidende. De jaren
vlieden heen de Wandelende Jood kan
niet sterven en zal tot den jongsten dag
voortgezweept door de wroeging de
wereld doorkruisen van het Oosten naar
het Westen en van het Noorden naar
het Zuiden.
Jesus was 33 a 34 jaren oui toen hij
gekruisigd werd, alle 33 a 34 jaren doet
de Waudelende Jood de reis om de We
reld, alle 33 a 34 jaren wordt het
Menschdom geteisterd door gruwelen
en rampen waarvan men zich met moei
te een denkbeeld kan vormen.
In 't begin dezer eeuw verscheen hij
in Europa en omwentelingen en oorlo
gen ontstonden, koningen werden ont
troond, overal stroomde het bloed.
Drie en dertig jaren nadien schreed
hij langzaam uit Azie naar Europa van
het Noorden naar het Zuiden en de
cholera maakte duizenden en duizenden
slachtoffers.
Weer drie en dertig jaren later ver
scheen hij terug en heviger daD ooit
woedde de wreede choleraziekte en
maaide gansche gezinnen weg, honder-
I><; vroolijlce
door POL LINDEMA
Mag zonder toelating niet overgedrukt worden.
16® Vervolg.
7. INDE WEIDE.
Wanna, zei Gust, schrei toch zoo niet
Zet u neer Ik begrijp u, kindlief, ik begrijp
u ik zal u helpen 't is de liefde die u doet
weeneD, niet waar Gij ook hebt den jongen
bemind
Ik bemin hem nog, nonkel, en altijd zal ik
hem beminnen. Hij zij moordenaar, of niet, ik
bemin hem al het andere trek ik mij niet
aan Ik kan nooit zijne vrouw worden,
maar ik zal ook nimmer een ander toebehoo-
ren. Ik bemin hem meer weet ik niet
Luister een3 even, Wanna. Kunt ge een
geheim bewaren
Waarom vraagt ge dat, nonkel
Ik zou u iets zeggen iets dat, u veel plezier
zou doen I...
Mijn hart is voor altijd gesloten voor de
vreugd.
Om het even zult gij zwijgen
Als het moetwaarom niet
Een vrouwentongsken hangt zoo los, zei
goedig de oude. Beloof mij op die hielige lief
de, die gloeit iu uw haite, dat niet een woord
van wat ik zeggen zal u ooit zal ontgaan ten
den steden werden ontvolkt, overal was
ellende en ontzetting.
Zoo luidt de volksvertelling. En weer
zijn drie en dertig jaren voorbij en weer
wordt de wereld een schouwtooneel
van ontzettende rampen, vorsten wor
den vermoord, het bloed vloeit bij
stroomen de Wandelende Jood is daar
weer.
De Wandelende Jood kan niet ster
ven. Helaas, neen, hij kan niet sterven
en reeds lang voor onze tijdrekening
trok hij door alle landen overal de men-
schen in onheil en rouw dompelend.
Le Wandelende Jood kan niet sterven,
want het is geen sterfelijk wezen, het is
de hebzucht en de afgunst, het is de
haat en het fanatism die de volkeren
tegen elkander opjagen en waaraan noch
de beschaving noch den vooruitgang
paaien perk hebben kunnen stellen.
Ach, en de grooten der aarde, zij die de
volkeren zouden moeten opwekken tot
broederlijkheid en verdraagzaamheid,
zij zijn het die den Wandelenden Jood
voeden en de ergste voorbeelden geven
van heb- en heerschzucht.
Ze zijn dubbel schuldig die Machtigen
der aarde wanneer ze dan nog de ge
moederen ophitsen, en de onderdanen
aanwakkeren tot barbaarschheid en
misdaad. De vorsten moeten de eersten
zijn om het voorbeeld te geven van
bedaardheid en grootmoedigheid, en
't verwondert ons dat er niet meer al
gemeenheid bestaat iu het protesteereu
tegen de woorden van een keizer, die
het zooverre drijft zijne soldaten aan te
sporen tot laffe moorderij en bandie-
terij.
In Engeland werden kuipen inkt verkrab-
beld om lucht te geven aan de verontwaardi
ging verwekt door de vrijspraak van Sipido,
den kwajongen, die met een slechten revolver
naar den prins van Walles schoot. We zijn
gelukkig dat Jhon Buil andere katten te gee
selen heeft of we werden dadelijk met buid en
baar opgevreten.
zij ik u vergunning geef.
Ik zweer het...
Welnu, Wanna, Krekelis onplichtig.
O nonkel, riep ze dwalend.
Luister. Hij stond in de kamer bij 't be
zoek van't parket. Hij had alles afgehoord.
Al de feiten die de onderzoeksrechtei opsomde
hoopten zich als zoovele verpletterende getui
gen tegen Karei op. Hij zag Karei in 't gevang,
veroordeeld, onteerd want hij waande hem
schuldig in't begin. Hij zag zijn hart ver
scheurd, zijn leven, zijne toekomst verbrijzeld,
zijne beminde in eeuwige wanhoop.
Hij besefte wat zij leden en lijden zouden al
len degenen van de Moeikenshoeve. Lucia, die
voor hem eene moeder was geweest, geaoemd
tot 't snerpandts hartewee Frans Mandens,
die hem met weldaden had overladen in name-
looze smart, u en Reine, allen die bij op aar
de liefhad voor immer iu droefheid geworpen,
Zijn dankbaar gemoed borst. Hij, de weeze,
bij stond alleen op den wereld, zonder moeder
of vader, zonder zuster of beminde... Hij offer-
do zich op.
Zonder beminde, snikte Wanna O
die arme, arme Krekel. Eene lange poos
schreide zij stil voort met haar hoofdje op de
tafel in baar eindeloos zieleleed.
Hij is onschuldig en zij hebben hem ver
oordeeld... Hij heeft niets misdaan en hij
treurt ia een somber gevang
Maar, zei ze, en vuurgenstets spronkelden,
uit hare groote blauwe oogen als Jan onplich
tig is, nonkel, zeg mij, wie heeft het gedaau
Karei toch niet, hij toch niet.
Neen, niet anders Iemand die }k zoek.
De Engelseke bladen, donderen hevig tegen
ons raden nij veraars en kooplui aan geen pen
ny aan de Belgen meer te jonnen. Belgie is
een land van moordenaars, het verdient de on
afhankelijkheid niet, welke het door de hulp
van Engeland heefc verworven.
Daar lachen we wat mede, de bedreigingen
van Jhon Buil, beteekenen niemendalle, en de
Engelschman zal zich wel wachten, zijne han
den naar ons uit te strekken hij zoo zich lee-
lijk de vingers verbranden.
Schijnheilige verontwaardiging der Engel-
sche druipers die juicht en jubelten lofzan
gen en dankgebeden afkondigt telkens er eenig
voor de Loeren nadeelig bericht komt over de
volkrenmoord in Zuid-Afrika. Toch houden
de Boerkens het nog immer uit en men mag
zeggen dat zoo ooit Transvaal zwicht onder de
overmacht en door Engeland wordt ingepalmd,
het oor Engeland de ijzeren boei zal wezen
geschroefd aan den voet van den galeiboef.
Schijnheiligheid der Amerikanen, die ver
ontwaardigd zijn over den strooptocht der En-
gelsciien tegen de Boeren, terwijl zij zelve ou
der voorwendsel de Cubanen en de Filippijnen
van het Spaansche juk te verlossen die kleinere
volkeren de onhathankelijkneid weigeren het
dient gezegd, dat ze in hun pogen nog niet ge
lukt zijn en zelfs met de macht hunner wil
niet hebben kunnen opdringen.
In China.
In China ziet het er van week tot week slim
mer uit. De toestand der Europeanen te Peking
moet zeer hachelijk zijn, de Chineezen trach
ten de Mogendheden daarontrent te misleiden
en verzekeren dat al de afgezanten en verte
genwoordigers nog ongedeerd zijn. Aan die
verzekering is geen geloof te hechten ware zij
rechtzinnig de Chineescho overheden zouden
zorg dragen, dat een eigenhandige brief van
een der iu Peking belegerde gezanten ju han
den zou komen der Mogendheden om allen
twijfel over het lot d«r ongelukkige consuls en
diplomaten weg te nemen.
De oorlog schijnt onvermijdelijk, de buiten
sporigheden der Boxers duren voort en aan
bevrediging valt er voor het oogenblik niet te
denken. Maar eer de gezaraelijke onderne
ming tegen China begint, zijn de Mogendhe
den, reeds in oneenigheid, en de aanvang der
krijgswerkingen wordt verdaagd. De Russen,
de Éngelschen, de Amerikanen, de Duitschers,
de Franschen, de Japoneezen allen hebben
troepen gezonden om gezamenlijk het gele
volk te tuchtigen, maar onderduims werken ze
elkander tegen, en de eene zoekt moeilijkhe
den in den weg te werpen van de andere en dat
reeds in vooruitzicht der verdeeling van den
koek, die nog niet geboterd is,
lange reeds, en die ik wel vinden zal. Dio ik
moet vinden nu zeker. Ah als hetjte laat
zal zijn, helaas 1 of misschien nooit.. Kom wan
hoop niet. Op uwe jaren, Wanna is wanhoop
zonde. Wat zoudtge zeggen indien ik u nog
in 't kort Krekel wedergaf, vroolijk, schoon,
braaf als vroeger en hersteld, in zijne eer. In
dien ik den anderen vond...
Wanna viel op den stoel achter haar, bleek
als ging ze sterven zij zakte dan op de knieën
als voor een opperste dankgebed en rolde
bewu8tloos in den vloer.
8
Turuhput, den 4 September 1895
Beminde Huisgenooten,
Gisteren, Dijnsdag, zijn wij in Turnhout
aangekomen. Zoo wat zes duizend soldaten
zijn in deze stad gelogeerd.
Wellicht hebt gij het een en andere gelezen
over de groote maneuvers en zoo niet toch
hebt gij zeker reeds gedacht dat ze niet te
geestig zijn
Maandag acht dagen vertrokken wij mat
pak en zak om 10 uren uit onze kazerne en
wij kwamen om 7 uur's avonds iu Beverloo,
Onnoodig u te zeggen dat wij bier geen zacht
bed hadden, doch dat was op voorhand ge
kend en ik getrooste mij daar gelukkig in.
Tot zaterdag deden wij voorbereidende ma
neuvers in de uitgestrekte kempenvelden van
Beverloo en pmtrek,
De Belgen in China
En in dat wespennest gaat Belgie de hand
steken. Het schijnt dat in den laatsten minis
terraad gehouden met dan koning er bepaald
is beslist de aanwerving van een legioen van
1000 vrijwilligers goed te keuren, maar het
voorzichtig werd geoordeeld eerst de grootn
Mogendheden daarover te polsen.
Wat zal uit dat alles voortspruiten Niets
goeds meenen wij. Laat staan dat China de
prooi worde der vereenigde legers, dat na
stroomen bloeds vergoten te hebben het Chi-
neescbe rijk wordt omgeworpen, wat dan. Elk
zal het beste deel willen hebban, de overwel
digers van China, die nu reeds zoo moeilijk el
kander verstaan, zullen elkander in 't haar
vliegen en de oorlog welïe thans wotdt ip
Azie zal insgelijks woeden in Europa Nieuw
poeder, nieuwe geweren, nieuwe kanonnen,
nieuwe ontplofff ïgsstoffen werden uitgevon
den, nieuwu oorlogschepen, nieuwe vestingen
werden gebouwd, men zal die toch eens moe
ten beproeven.
Nogmaals, waarom gaat Belgie zich indien
dwarlstroom werpen, het zal onmachtig wezen
zijne onafhankelijkheid uit de algemeene bot
sing te redden en dan als het te laat zal zijn
zullen misschien de oogen open gaan en zul
len degenen, die de verantwoordelijkheid zul
len dragen onzer nuttelooze tusschenkomst in
China zich afvragen
Qu'allions nous faire
Dans cette galère
Waarom bleven we niet uit
Die boevenschuit
Vandobei*,
De pastoors die Denderbode aaneen-
flansen hebben het weeral gevonden,
Indien Bressi den koning van Italië
vermoordde, deed hij dit enkel om het
voorbeeld te volgen der bewerkers vaq
Italie's eenheid, om zich te gedragen
naar de leerstelsels van degenen die, het
vroeger geroofde erfgoed van St. Pietep
hebben ingepalmd. Indien Umberto valt
onder den kogel van een laffe moorde
naar, is het de schuld van zijn vadep
Victor Emmanuel die Pius IX onttroon
de en koning werd van het eene Italië,
Ware paus Pius IX koning gebleven
men hadde voorwaar nooit van anar
chisten en koningsmoorders hoopea
spreken.
Het weder was goed doch de oefeningen wa
ren afmattend.
Zondag dachten wij een rustdag to hebben,
maar het was de laatste dag, die wij in bet
kamp moesten overbrengen. Alles werd tot
het vertrok gereed gemaakt en wanneer wij
ons des avonds op onzen zieken en m igeren
strooizak meenden te werpen vonden wij herq
niet meer hij was verdwenen
Ik en eenige gezellen hebben als honderden
anderen den nacht doorgebracht met wande
len in de bosschen. 's Maandags morgends onj
vijf uren moesten wij in rang om acht uren
zetten wij ons op weg om Antwerpen te berei
ken. De hitte was onverdraaglijk de weg
moeilijk, onze ransel woog zwaar, en velen
vielen. Zij werden door de ambulancen opge-
Domen. Wij trokken door Moll naar Dexol,
Het getal soldaten die vielen was zoo groot
dat men ze niet al kon laden en dat de boeren
piarden en karrsn ter beschikking van de troe-
en moesten stellen. Delder Fernand van
lieregem, mijn goede kameraad, viel ook,
Men vreesde voor zijn leven, doch hij is ep
gelukkig van afgekomen en zit nu in het hos-,
pitaal te Beverloo. Dijnsdag voormiddag weer
op marsch na de brave inwoners van Dexel
overladen te hebben met bedankingen.
Zij hadden ons ook zoo goed ontvangen en
ik verzeker u dat bet de eerste maal was op
acht dagen tijd dat ik goed geslapen heb, hoeq
wel wij met 86 mannen in eene schuur gelo
geerd waren, sbchts groot genoeg voor 50,
Om JO uren dus trokken wij naar Turnhout,
vier uren vandaar gelegen, De hitte was nog
grooter, de weg moeilijker dan 's daags tg
■I