L HET KLOOSTER M Nummer 2 Zondag 15 Januari 1901. Patroon en Werkman. DE PENSIOENEN. Een Wonder. Een wonder- 16<e Jaar. 4l LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs 4 fr. voor de stad I VC 4 fr. 50 voor den buiten V00r0P betaalbaar PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op allo postkantoren voor den buiten voor de stad, ten iantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 58 AALST. Nee spe nee metu HET ARRONDISSEMENT AALST Prijs der Annoncen°e"OIle' Reklamen 75 centiemen K Vonnissen op de derde bladzijdefrank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan bet blad gezonden wordt Handscluiften worden niet terug gezonden. AALST 12 JANUARI. De baas ziedaar de vijand. Zoo klinkt het ordewoord van de socialisten. Wij zijn altijd met de werklieden schreeuwen zij. Wij niet We zeggen tot de bazen Gij die uwe werklieden behandelt als werktuigen, gij die u niet bekommert om het lot van degenen die in uw fa briek arbeiden, gij die aan uwe werk lieden een spotloon betaalt als het van de winst af mag, gij zijt den naam van inensch onwaardig. Wij zeggen tot de bazen, gaat tot uwe werklieden, leert ze kennen, doet u door hen hoog achten, betaalt hen goed, behandelt hen als meuschen, spreekt hen moed in, geeft hun goeden raad en gij zult u elpen waardeereu en beminnen. Wij zeggen tot de bazen als gij waarlijk meuschen zijt, mag uw eenig doel niet zijn zooveel werk mogelijk te doen verrichten in den minst moge lijken tijd en voor het kleinst moge lijk loon, de arbeid moet goed betaald worden, op goed looa zal goed werk volgen. De rol van den patroon is niet indivi dueel, en hij is tegenover het geheelo menschdom verantwoordelijk voor het kwade dat hij pleegt, voor het goede, dat hij verwaarloost. Er zijn bazen, die dat in aeht nemen, er zijn er die het niet doen. Maar in gemoede kunnen we de werk lieden niet altijd gelijk geven. Onder hen ook oestaan misbruiken en die moe ten wij zoowel afkeuren als alles wat afkeuriijk is bij de bazen. We willen niet spreken van den weinigen ijver welke zij atn den dag leggen op zich te onderrichten, eene degelijke wet over den leerplicht zou daarin veel kunnen voorzien, we willen niet spreken over liet drankmisbruik van velen, eene der gelijke wet op het voortbrengen van deu alkooi zou daaraan verhelpen. Doch is het niet waar, dat sommige werklieden ook meenen, dat hun eenig doel moet zijn zoo weinig werk moge lijk te verrichten voor het hoogst mo gelijk loon. Gebeurt het niet dat men werklieden onder elkander hoort rede neeren, over deze of geene verwaarloo- zing van eene opgelegde taak en er dan door P. S. (Een zuster holt zacht de volgende woorden aan zacht, dau wat heoger, dnarna vallen de andere zusiers mee in 1 Johan is eene kalme heldere stemming zuster Brod, weer wat on gerust Johau is slechts ondersteund door de uuchphr S9 van het orgel en Üabriël, die hem bewondert 1® Zuster (zacht) Ons stille cel, ons stille cel spreidt om het lijdende gemoed haar zachte wel, haar zachte wel, haar vroom en goed, haar vroom en goed (sterker) s ons stille cel weeft om het wee een zachte glans, eeDe volle glans van innige van diepe vrêo een getuige en kleurige bloemenkrans [aastera vallen in onverschillig wordt geantwoord Bah, bah de baas wint toch al genoeg We zeggen tot de werklieden, tracht op de hoogte te zijn van uw vak, het is uwen plicht de zaken van uwen patroon zooveel mogelijk vooruit te helpen, want even als hij zijt ge voor het heele menschdom verantwoordelijk voor het aikeurlijke dat ge pleegt en het goede dat gij verwaarloost. Wij zeggen tot de werklieden ver richt uwe taak met vlijt, levert goed werk, dan zult gij over u zeiven te vreden zijn, dan zult Gij ook te recht een goed loon mogen eischen. En, werklieden, wij spreken tot u de taal der rede. Welke ook de sociale toestanden zullen zijn, altijd zullen er bazen zijn en ondergeschikten, altijd zullen er meesters zijn en werklieden. "V eronderstelt, dat morgen alle nij verheden en ondernemingen aan den Staat komen gelijk b. v. de ijzeren we gen, zult gij dan zonder bazen zijn Zijn er geene meesters aan den ijzeren weg, en hebben de werklieden van den Staat soms geen redeloozer bazen, dan de nijverheidswerklieden, Ziet maar te Aalst, de zwoegers van den ijteren weg hebben voor slavenarbeid een gering loon en worden waarlijk als slaven be handeld ze durven geen deel maken van eene maatschappij als die niet kle rikaal is uit vreeze hun werk te verlie zen. Zou het dan beter zijn als wij allen zouden slaven zijn van den Staat gelijk sommige socialisten het willen Er zouden dan gelijk nu lieden zijn die vet zouden leven en paleizen zouden bewonen en anderen, die in 't zweet huns aanschijns hunne korst zouden verdienen. Zijn er dan misschien geene bazen bij de socialisten Laat u door al die hoile woorden niet bedriegen, laat u niet misleiden door de kwakzalvers, die met hunne politiek winkel houden en profijtjesdoen. Do bazen moeten hunnen plicht doeu jegens hunue werklieden l)e werklieden hebben plichten te vervullen jegens hunne patroons. Zij die zulks niet doen hebben onge lijk en wij zeggen zulks luide tot wefke partij ze ook mogen beheoren. N. D. om 't lijdend hoofd om 't iijdcod hart de stille wischt het lijden uit de stilte smoort, verdoft de smart slectiis weeraoedsklaukeu eyeti luid haar klokken. Luiten woosiig slaat het klokkenspel, het klokkenspel 't is scherpe klank en vuur'ge maat *t zijn boeiden koortsenvol en snel Uier klinkt het alles lief en zoet t gefluister en gekweel als vogelen, die in den gloed der avondzon, het laatste deel van hunnen avondzang opzingen voor de nacüterast 1/ier is het koud noch kil noch bang, door euglen worden wij gekust bij droomen en bij waken. Daar daarbuiten is het zuur en wrang de scherpe wind bejaagt de wolkenschaar met een noodlot'gen ijz'ren dwang Een pensioen is een jaargeld dat aan zekere personen op gevorderden ouderdom wordt uit betaald voor diensten aan het vaderland en het menschdom bewezen. Zijn het alleen de bedienden en werklieden, welke rechtstreeks vau den staat afhangen en door dezen betaald worden, die diensten be wijzen aan het land en aan de samenleving 't Ware dwaas zulks te beweren alle be ambten en arbeiders die hunue taak met zorg en oplettendheid verrichten bewijzen diensten aan de algemeene zaak en die diensten zijn niet hooger te schatten, omdat ze bewezen war den door ambtenaars of werklieden van den btaat, de Staat als baas van zijn persooueel is maar eeu patroon als een bijzondere. De Staat verleent pensioenen aan al de leden vau ziju personeel en voor dat pensioen zijn al de andere bedienden, werklieden en burgers soiidair, aangezien het geld dier pensioenen uit de Staatskas komt, welke gevuld word door de bijdragen van iedereen. Heeft een werkman van den ijzeren weg op 65 jarigen ouder lom meer diensten bewezen aan het land, dan de laudbouwwerkman die dezelfden ouderdom hueft bereikt. Heeft de bediende van 't ministerie na 25 jaren lang twee drie uren daags op zijn bureel te hebben gezeten, meer goeds verricht dan de nijverheidsbediende, die dagelijks uren lang te wroeten beeft voor een karig loon In welk opzicht verdient de eersten een pen sioen en de anderen niet 't Is misschien om dat de bedienden en werklieden van den Staat ontslagen zijn van vele belastingen en de an deren niet Ik zie niet in waarom alle Belgen die nog werken kunnen ot door hunue maatschappelij ke positie in staat zijn hunne bijdrage te stor ten, niet solidairhjk verbonden zouden zijn je gens degenen die na lange diensten aan de openbare zaak bewezen den ouderdom hebben bereikt op welken ieder meusch recht zou moeteu hebben op rust. Het pensioen volgens mij is een recht voor iedereen, nu is het eeu voorrecht vau eeuigen eu in een wel geordenden staat moeten alle voorrechten verdwijnen. Een voorrecht houdt op een voorrecht te zim zoodra het in 't alge meen aan al de burgers wordt toegekend, dan wordt bet een reent. Daarom is het pensioen nu een voorrecht eu zal het eenmaal een recht worden. De wet der 9 centen daags welke het pen sioen in princiep algemeen maakt, miskent dit recht tegenover de werklieden, immers een ko ninklijk besluit zegt Art]. Om de jaarlijksche toelage van 65 franken 's jaars (dat is 9 centen daags) te kun nen genieten moet men 1* Belg zijn - - 2JE <ue verblijfplaats iu Belgie hebben 3® Ten minste 65 jaar oud zijn 4' Werkman zijn of.oud werkman 5e In nood verkeer en Eeu volgend artikel van hetzelfde koninklijk besluit verklaart da woorden in nood verhoe ren. Artikel 6. Worden beschouwd als in nood verkeerende, degenen wier bestaanmiddelen, met hunne lasten vergeleken, gewoonlijk on voldoende zijn om door zich zelveu in hun on derhoud te voorzien. Dus als gij door arbeid en zwoegen u ver- verdienstelijk hebt gemaakt jegens uw land eo de Maatschappij, zult gij op 65 jarigen ouder dom 9 centen daags krijgen, op voorwaarde dat gij in nood verkeert. De pensioenkas der werklieden is dus eene armenkas eu niet eene instelling, welke voor' doel heeft de goede werklieden te beloonen, Werkt en zwoegt 40 jaren lang, eu als ge dan wat spaargeld hebt vergaard, brave kin deren hebt, zijt ge de belconing van iö fr. 's jaars met waard Zonderlinge manier om bewezen diensten te beloonen. Moest de staat alzoo redeneeren met de oud- ministers, oud-generaals, bureelratten van 1 ministerie, enz. enz. die elk duizenden franken* 's jaars pensioen trekken, t zou revolutie zij» in 't land. Generaal, jaren lang hebt gij voor weinige werk veel geld gewonnen, ge moet dus spaar penningen hebben, gij bezit eigendommen, gij gij zijt verre van versleten en kunt dus nog vele bijwinsten hebben, gij hebt geen last van uw huisgeziu want al uwe kinderen bekleeden vetbetaalde plaatsen, dus volgens artikel 5 van bet koninklijk besluit van 20 October zijn uwe bestaanmiddelen met uwe lasten vergeleken toereikend om in uw onder- houd door u zelve te voorzien en ge zult de 8000 franken pensioen niet krijgen, die gij hebben zoudt indien ge in nood verkeerdet. Skrenieu 1 nenieu zon de generaal vloe ken, dat zullen we zien honderd duizend doem doemkogels 1! Maar neen de generaal, de eoevemeur onz. trekt zijne 8000 ballekeus, of 10000 of zelfs- meer per jaar, de werkman krijgt 9 centen daags Als hij nood verkeert We moesten natuurlijk een klerikaal minis terie hebben, om te voelen hoe de wezenlijk» dienstsn aan het vaderland bewezen in Belgi» beloond worden. W aarom willen hoesten als ik openlijk waar borg dat de met kleurloos teer en tolubalsear opgemaakte Siroop Depratere de hardnekkigste* verkoudheid en hoest in twee dagen geneest. Het is het snelste, zekerste en aangenaams te borstgeneesmiddel. De Siroop De Prater» verbaast al degenen die ze aanwenden. Prijs 2 ir. de flesch. De behandeling kost 10 centie men daags. Te verkrijgen in alle apotheken en in hst Algemeen dépot, A. De Prater» Oostesd*. O Wee 6 Wee, die in des werelds wee iu 's werelds woeste, wilde vaart en zonder rust en zonder vree en drijft en drijvend kolken baart O vV eu 1 Wee 1 Wee (Na dien zang beeft man een goed gemar keerd tij d8beloop) Jobau Mijn liefde is mij heilig zoo heilig als U uw God (terugslag op dit wooid) eu uw Jesns. O Wee Wee Wee 1 Johan Die liefde, 't schoonst gevoel dat een men- schenziel bergt, heb ik zuiver eu onbesmet be- bewaard lk heb lief. En die liefde, die zich openbaart in de schoonste daden der menscheD draagt ons naar hooger sfeer, Daar hooger kring Alle poëzij berust op haar, ieder gevleugeld woord vindt in haar zijn kracht. De liefde bouwt den haard. Waar haalt U dan de warm te Nonnen Door engelen worden wij gekust bij droomen en bij waken Johan De liefde bouwt het kind en de moederliefde, de schoonste vorm van de liefde... Waar is dio liefde, 't Is koud en kil bij u. Nonnen (weer als te voor) .Hier jg bet koud, noch kil, noch bang. Johan De liefde is de warmte der ziel. Alle blo» men, alle kleuren eu geuren ontluiken erin. Zij ontdooit het ruwste hart. Zij baart't ga not. Zij is de aantrekkingskracht der menschenhar- ten. Zij voert de hoop met zich Zij is 't ge loof Wie kan er die drie-eenheid scheiden. (In Verrukking) Zij stijgt met ons in de Inchtblauwe golven van het ideaal-leven. Zie de hoornen neigen huu hooiden en luisteren naar den minne zaag der vogelen. Zie de maan houdt op haar baan en ziet de geliefden weemoedig na en de wind houdt zijn adem in en 't beekje murmelt niet moer stil, alles is stil.... de liettezang zwelt alleen en fluistert en trilt en luidt en zingt en kleurt en glanst en liefdezang de liefde, rfc hoogste kind der natuur, de bron der zedelijke kracht. 1». '■A 171 *«l r 1 r I wt I 1 H

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1901 | | pagina 1