HET KLOOSTER
Nummer 5
m m
fm
ÈM
Onderstandspenning.
Een Garnizoen.
Belgie is Onzijdig.
16 ie Jaar.
Zondag 20 Januari 1901.
■sfe
- <-
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs vooroP betaalbaar
PRIJS TER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Jen abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten i voor de stad, ten irantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 58 AALST.
Nee spe
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs tier Annoncen
Reklamen 75 centiemen
per drukregel^
Vonnissen op de derde bladzijde4 frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordtt
Handschriften worden niet terug gezonden.
nee metu.
AALST 19 JANUARI.
Liberale Werkmanskring.
Zondag, 20 Januari 1901, ten 3 uren
stipt namiddag, op boete van 0,25 fr.
Algemeene Verplichte Vergadering,
voor al de Leden.
De lidkaarten moeten aan den ingang
afgegeven worden.
Orde van den dag 1. Politieke mede-
deelingeu 2. Tombola.
Medeleden, allen op uwen post
De Voorzitter,
Gustvaf LEVE AU.
Uittor harte gejond 1,00 fr. Eu hij is 't er
van het hrugsken in het waterken gevallen
0,05 Mie, Mie, Mie bezie mij nie0,10
Twee jongens van de vaart 0,18 Elknen
dag pensioen 0,18Op de gezondheid van
maseur 0,20 Omdat Jantje een di'ooge lover
heeft 0,05 Een lied gezongen door lustige
boeren 0,76 Omdat, het weder min guur zou
wezen 0,10 Omdat de toekomende week zal
beter zijn geef ze 0,10 Omdat hij om zijD
brood ging 0,05 Omdat zij dat kost mag zij
toekomende week veel bariug eteu 0,05.
Talrijk was de menigte toegestroomd
om den rouwstoet te zien, bij de begra
fenis van M. Bethune. Wat het meest
indruk maakte was de deelneming vau
e$n bataljon infanterie.
Gedurende den doortocht van den
lijkstoet, hoorde men overal dezelfde
opmerkingen, zoowel in katholieke als
in liberale koffiehuizen Ziet eens die
soldaten, in Aalst moest ook een garni
zoen zijn, dat zou eenieder doen loven,
dat zou voor de bewoners aanzienlijke
voordeelen afwerpen. Men boorde schier
over niets anders sproken.
En inderdaad vele neringdoeners
herinneren zich nog, hoe Aalst er ge
heel anders uit zag toen er nog een
dépot was van de Gidsen. Hoe er dan ne
ring en tering was voor iedereen, en
boe er dan bloei en welstand was in
onze stad.
Zij die het Aaffit van dien tijd hebben
gekend en het nu vergelijken bij de
doodsche stad welke het sedert gewor
den is, spreken met gramschap en
droefheid, over de fanatieke bestuur
ders, die door bunnen onwil en koppig-
door P. S.
Gevoelen#.
(Jbhan-in verrukking blijft hij staren.
Zuster Bro'l in vorwonderiug en met een
traan in de oogen.
Priester en nonnen iets of wat beheerscht
Werkvrouwtje een duivel(trekt zich plotse
ling achteruit
Gabriël (snikt)
Gabriël
Zoo i# 'tzou is 'cIk heb zoo'n liefde
voor mij gezien en ik beb ze nooit kunnen vat
ten. Ik ben immer opgegaan in dit andere
ik ben een gevallene (zakt snikkend neer)
Gevoelens
Nonnen schrik en afkeer (in geringe mate)
Zuster Brod, af keer (eventjt'B) maar het me
delijden neemt seffens de bovenhand.
Johan (medelijden)
JohaD
o Arm, Ongelukkig meisje
Kloosterpriester
heid vrijwillig jaarlijks duizenden en
duizenden iranken schade aan hunne
stad hebben veroorzaakt, omdat
zegden zij, een garnizoen gevaarlijk is
voor de goede zeden der bevolking.
De gidsen verlieten Aalst, een ander
garnizoen kwam er niet, de dompers
bleven meester van de stadhet peil
der goede zeden is ondanks alles nog
gezakt en Aalst is een begijnhof gewor
den.
Aalst is de tweede stad van Oost-
Ylaanderen, we zijn sinds jaren verte
genwoordigd door niets dan katholie
ken, met den gelen Woeste aan 't hoofd
en wat heeft Aalst bekomen Geen
garnizoen, geen tribunaal.
Dendermonde, drie maal min in be
volking dan Aalst heeft eene rechtbank
en heeft een aanzienlijk garnizoen, ook
heerscht daar eene bedrijvigheid als in
eene groote stad, er is meer welstand
onder de burgerij, meer welvaart onder
de werkende klasse.
Velen bogiuuen dat alles in te zien,
met die achteruit kruipende kliek is het
altijd Koekoek eene zang hetzelfde, al
les voor de kreaturen. En ze worden tal
rijk degenen, die in al de besturen kon-
trool willen hebben en mannen zullen
zenden, die wat anders zullen doen,
dan zwijgen, knikken en voor de slok
kers zorgen.
Fix.
Wanneer men over du legorkwestie handelt
hoeft men twee zaken uit bet oog niet te ver
liezen de internationale aangelegenheden en
den binnenlaudschen to stand. De knjgsin-
richting van het land beknibbelen en daarbij
geene rekening houden van den inwendigen
staat van zaken ware verkeerd, doch het te
genovergestelde waren bet niet min.
Moet Belgie een leger hebben Als men ons
laud beschouwen zou als een slaat geheel
buiten bet bereik der andere Mogendheden ge
legen, als een land voor niots of niemand moe
tende bevreesd zijn en geheel verzekerd zijne
onafhankelijkheid door alle stormen heen te
zullen bewaren, zou men mogen antwoorden
neen wij hebben geen leger noodig
Het Belgische volk is vreedzaam van karak
ter, het is over het algemeen kalm, en bet ge
tal manschappen zou beperkt mogen worden
tot het stipt noodzakelijke voor het beteugelen
der misdaden en het handhaven der orde. Wat
er meer zou zijn ware overtollig 't ware para
deen verkwisting.
Maar de werkelijkheid is verre van die onver-
fmet een lichte toorn in zijne stem zijn aan
dacht, op Gabriel zettend, die nu he* middel
punt der handeling geworden is.)
Maar... maar... Hoa is 't mogelijk
Ongelukkig meisje (dan nieuwen toestand
van Gabriël overziende, blijft enkele oogen-
blikken peinzend staan)
Gabriël (wanhopig)
Wat scheelt het mij Ben ik niet verloren, ver
loren voor 't hoogste goed, voor de hoogste
deugd de trouwe, eerlijke liefde. Heb ik mij
zeiven niet geworpen tot aas van alle vuil,
van alle geil verlaDgen.
Kloosterpriester
Maar sta recht, onzinnig meisje
Gabriël
Ik doe boete Ik doe boete 1 Als ik leinheid
Kloosterpriester
Bedaar 1 (Hij wil haar bedaren en spreekt
zacht enkele woorden tot haar)
Gabriël
(hoort hem niet)
Als ik reinheid voor mij zie, dan wroegt het
hier, dan weet ik dat heel mijn leven heen is,
dat er geen boop meer is, dan schaam ik mij,
6 die pijn 't is meer dan schaamte. Ik doe boe
te. Keer u af van mij, arme ellendige, zuster
stoorbare rust. Wel is odzo onafhankelijkheid
door de groote mogendheden gewaarborgd op
papier en onze onzijdigiiei 1 evenzoo, maar de
geschiedenis leert ons, dat we op die waarhors
niet veel betrouwen moeten en onze onzijdig
heid miskend zou worden zoodra eene dier
mogendheden er belang zou bij hebben die te
schenden
Met gretige oogen wordt Belgie beloerd door
de ons omringende kolossen, die maar eene
goede gelegenheid afwachten om ons te knap
pen, als de andere mogendheden het niet ver
hinderen willen, of het niet beletten kunnen.
Sedert 1830 zijn we meermaals op het punt
geweest ingepalmd te worden zonder onze toe
stemming.
Wij hebben er nu juist niet veel trek in, te
gen ons goesting lan Igenooten te worden van
de Panjzenaars en der pochers van de Catine-
biére, of medeburgers der pinhelraen van Prui
sen en kolenbranders van 't Zwarte Woud,
hoewel we van al die lieden weinig kwaad
willen zeggen en graag herkennen dat zij ook
hunne goede gaveD hebben, gelijk wij onze
gebreken. We zijn Belgen en willen Belgen
blijven, onze vrijheid, en onze onafhankelijk
heid hebben we lief en onzen landaard stellen
we hoven alles.
Ons land is onzijdig, dat wil zeggen, dat in
geval van oorlog, de troepen der oorlogvoeren
de Mogendheden niet op het grondgebied van
Belgie zouden mogen komen. Indien er oorlog
ontstond tusscken Frankrijk en üuitscbland,
zouden dus volgens de verdragen geene Fran-
sclie of Uuitscbe soldaten in ons of door ons
land mogen kernen om den vijand te bevechten.
De verdragen zijn evenwel maar goed om
ergens mee naartoe te gaan, en het zou
aan dn Belgen ruet zijn dat de Duitschers b. v.
de permissie zouden vragen om door ons land
te trekken, als wij hen niet anders zouden
kunnen toouert dan papieren verdragen. Belgie
zou weer het slagveld worden der vreemde le
gers gelijk het geweest is iu de vorige eeuwen
wij zouden de groote slachtoffers worden vau
den oorlog, gelijk onze voorouders het zoo
dikwi|ls zijn geweest.
Willen wij onze onafhankelijkhei 1 en onzij
digheid hehiiudeu we moeten in staat zijn die
te verdedigen, zoolang de groote natiën van
Europa, de harbaarsche inrichting van legers
en moordtuigen zal behouden in pl ats van die
te vervangen door een wereldlandsch Gerechts
hof.
De grondwet waarborgt de onschendbaar
heid onzer woning, maar 't zou een domme
Kinkel zijn die zich daarop betrouwende geen
slot op zijne deur zou willen, of den inbreker
zou willen verjagen met de grondwet in plaats
van hem opstokhaver of iets beter te onthalen.
We moeten daarom een leger hebben, een
degelijk, welgeoefend en welgewapend leger
ingericht zoo stevig en rechtvaardig mogelijk.
Men moet het stelsel kiezen, dat aan die twee
voorwaarden het best voldoet.
Zijn land te verdedigen is den plicht van el-
ken burger en wanneer hij tot het vervullen
van dien plicht wordt opgeroepen is er niets
zou onzedelijk dan hem toe te laten, zich tegen
Brod, ga heen en wees gelukkig Geloof
(wat bitter) men spi jgeldomij 't geloof als een
alvermogende balsem bittermet zoo'n lijf
heeft men geen gelooi kan men Diet geloovea.
Gevoelens
(verstomming afkeer bij de nonnen.)
Zuster Brod eu Johan medelijden, trach
ten haar te doen rechten met eeu arm meisje
op de lippen.
Moeder overste zacht droef haar beschou-
weud.
Kloosterpriester met een traau in de oogen
afgekeerd. Hij ziet een werk, waarop bij zich
met zooveel ijver toegelegd heeft, de zedelijke
heropbeuring van Gabriël nu verwoest toch
voor een heelen tijd. Werkvrouwtje, geen re-
gelmatigen denkloop meer hebbend, verwijdert
zich met zenuwachtige bewegingen.
Het werkvrouwtje keert weer op het voor
plan met den tuinier, een dikke blozende jon
gen van vijf en dertig a, veertig jaar. De eerste
sprakeloos.
Wat is er
klinkende munt daarvan vrij te koopen. Waar.
plichtsvulling oper baar te koop wordt gesteld^
verdwijnt den eerbied voor wetten en gezag.
Is ons leger nu gelijk het behoort te zijn
Neen, het vervult geene der twee booldver-
eisciiten bet is niet ingericht om eene schon-,
iding van ons grondgebied te verhinderen, hpt-
ii niet ingericht om voldoening te schenken
aan de eischen van het volk.
Ons leger is verkankerd door de plaatsver
vanging, die d-rijken ontslaat van den dienst
vooreen handvol gelds en uit onze troepen de,
elementen verwijdert, die eene toenadering
zouden bewerken tusschen de verschillende
volkski,isaen, tusschen werklieden en burgers
tusschen al de inwoners vau hetzelfde vader
land. Van Doben.
Hij Raaskal kt,.
Om zijne lezers wijs te maken dat wij
tegen het werkvolk zijn vertelt Van
Slimbroek hen dat wij denken, dat de,
werklieden le kloek en te gezond brood
eten. Hebben we niot gezegd, dat de.
kwibus een slag van den molen weg
had.
Maar hier is een ander paar mouwen
ondanks al den blut en grootsprekerij,
van de winkelpolitiekers is het onbe
twistbaar 1° dat het lokaal Hand en,
Hand niet toebehoort aan de socialis-,
tische werklieden van Aalst. 2° dat de,
winsten van den bakkersoven niet in,
Aalst blijven, waar ze nochtans goed te.
pas zouden komen, 3° dat het vi'eemde,
meesters zijn die de rekeningen komen,
nazien en met de winsten weggaan onj,
den intrest aan de geldschieters te be
talen, 4° dat de roode voetlikkers naar.
't gespeel dier vreemde schuifelaars,
moeten dansen.
Het socialistisch lokaal is geen Aals-
tersch lokaal, het is het lokaal van,
vreemde vogels. Het socialistisch blad-
je, is geene Aalstersche gazet, ze wordt
gedrukt en opgesteld te Gent, ze wordt
geadministreerd (as 'fc ablieft) te Geerts-
bergen op Zak. Alles van het roode.
boeltje komt van elders en alles keert
weer van waar het komt.
Men ziet wel dat Van Slimbroek on
derhevig is aan hallucinalie's. In visioen,
heeft hij Concordia verkocht gezien aan
de socialisten en er zich zelve achter
den toog zien staan, omdat jaren gele
den een Gentsche socialist vruchteloos
aan den eigenaar voorstellen deed. Hij
heeft het lokaal der liberale Associatie
verkocht gezien aan de katholieken,
omdat een Katholiek er geld voor gebov'
den had.
Werkvrouwtje
(wijst hem sprakeloos door de geopende deur\
Tuinier
(legt schalk zijn arm om haar midden, ter wij
hij naast haar vooruittreedt om binnen de ka
pel te zien.)
Werkvrouwtje
(korzelig)
Laat af Zie daar
Tuinier
De liefde, kind, de liefde (nu kijkendj
Wat is dat 1
Werkvrouwtje
(kan maar niet tot zich zei ven geraken)
Tuinier.
Wat is dat, (met iets of wat nieuwsgierig
heid)
Werkvrouwtje
(uit haar ontroering komend)
Wel (maar nu kan ze de zaak niet verklap
ren.)
Tuinier
Wel 1
Werkvrouwtje
Wel 't is Gabriël, ge weet, die ^ze k
niet voort)
S»