HET KLOOSTER
3
Hebt medelijden.
16Jaar.
Nummer 7
Zondag 17 Februari 1901.
m
Onderstandspenning.
ONS LEGER.
Vooruitgang.
EÜS
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs *r' ™or de atadvoorop betaalbaar
r 4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen Hrukreael.
Prijs der Atmoncen Reklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijde, frank.
Men abonneert zich op alle poetkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST.
Nee spe nee metu
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST 16 FEBRUARI.
Omdat Amelie nog eens in do koorde danste
0,10. Omdat N. S. zijn liefje niet mag me
degaan naar 't bal maskee 0,25. Het weer
is zoo koud en de winter zoolang 0,60.
De spaarcenten eener week van drie kleine
schoolkameraadjes 0,42. Omdat Lili aan
den konfituurpot niet meer zou lekken 0,20.
Om een paar blokjes te koopeu voor een
arm kind 0,50. Omdat Lize aan den hoek
stond en hem niet zag komen 0,10. Van 6
kleine blauwkens 0,12. Naamloos (zonder
bijschrift) 5.00. Allo, Flup, steeksoeponder
0,05. Omdat ze naar de Katteatraatpoort
geweest waren 0.05. Omdat hij met dezen
carnaval zijn citroen niet zal mogen opzetten.
0,05. Eilie ging naar treilie en maken sloeg
op zijn ieilie <J,05.Kuiperken, kuiperkan,
wat zij t gij toch een zuiperkeu 0,05. Flup
wou drinken, maar't kuiporkeu was er mede
weg 0.05. Laze, Laze, maak ons nog nen
krok 0,05.
Hebt medelijden, medeburgers, hebt mede
lijden met de rampzaligen die honger hebben
en koude, hebt medelijden met de arme kin
deren die van gebrek te beven zitten aan he t
uitgedoofde vuur, hebt medelijden met de
arme weduwe die heur kroost geen bete broods
meer bieden kan, hebt medelijden met de
stramme ouderlingen, wier leden verkleumd
zijn van kou, wier harte breekt van het licha
melijk lijden.
Geeft, {.ij allen die geven kuut.
Verdwaalden zeggen Hebt geen medelijden,
zo dichten liederen Geeft geeDo aalmoes
ze prediken Weest niet liefdadig.
Weldoen, is hetgene de mensch het meest
veredelt. Het is de spontane uiting van het
gevoel der menschelijke solidariteit, welke
den redder bezielt, die zonder redeneeren,
soms met gevaar voor zijn leven, een drenke
ling uit het water haait het is hetzelfde ge
voel, dat den liefdadige bezielt, welke bij
*t zien van groote ellende zonder verder na
denken de hand reikt om door eene milde
giftede ongelukkigen ter hulp te komen.
In ellende vervallen is eene ramp en 't is
misdadig te leeren, dat men de ongelukkigen
geene redding moet bieden, omdat men den
staat of de samenleving verantwoordelijk wil
stellen, voor de gebeurde ramp.
Een drenkeling hulp weigeren omdat de
stad verwaarloosd heeft de noodige afsluiting
aan te brengen is eene misdaad. En noodlij
dende hulp weigeren omdat de Samenleving
schuld heeft aan zijne armoede is oven misda
dig.
Geeft geene aalmoezen, verwerpt de liefda
digheid dat er velen van gebrek omkomen is
het middel om de omkeering der Maatschappij
spoedig te doen plaats hebben, is niet verstan
diger, dan te zeggen redt de drenkelingen
niet, hoe meer er verdrinken hoe eer do stad
zal inzien dat er eene afsluiting moet geplaatst
worden.
Wij spreken niet voor de bedelaars, die be
delen uit luiheid en gewoonte, we spreken
voor de rampzaligen dikwijls beschaamd de
hand uit te stekeu en die voorzeker het meeste
te lijden hebben.
Hebt medelijden, medeburgers het weer is
zoo guur en do winter zoo lang I
Luistert niet naar hen die zeggen geeft
geene aalmoes, verwerpt de liefdadigheid,
blijft gevoelloos bij bet zien van het ontzagge
lijk lijden van de onpeilbare smart.
Die zulks prediken, en denken wat ze ver
kondigen zijn wangedrochten, die de samen
leving terug willen voeren tot de barbaar3ch-
heid, tot een toestand waarin zelfzucht de
leidster zou zijn en de ongelukkigen op geen
medelijden zullen mogen rekenen. Ongeluk
kigen zullen er helaas 1 altijd, altijd wezen.
Geeft medeburgers, geeft wat ge kunt, elke
weldaad verheft u>en veredelt uw gemoed.
Onze dompers zijn voor het leger
niet. Ze zijn gelijk de truters van Ant
werpen aanhangers van het Niemand
gedwongen soldaat maar in de Kamers
stemmen ze telkenmale het contingent.
Hunne liefde voor het Niemand ge
dwongen soldaat is eene kiesliefde, dat
wil zeggen eene zwans.
Geen man, geen paard, geen kanon,
geen cent, riep Beernaert uit toen de
dompers aan 't roer kwamen in prin
ciep zijn dezelfde dompers tegenstre
vers gebleven van elke vermeerdering
van het leger, maar in werkelijkheid
zijn de uitgaven van jaar tot jaar ge
stegen en de krijgslasten aanhoudend
verzwaard. Milhoenen zijn verkistkast
aan de forten van de Maas, welke van
weinig beteekenis zijn voor de verdedi
ging onzer onafhankelijkheid indien de
soldaten ontbreken om den dienst dier
forten te verzekeren de verplichtings-
tijd der soldaten is insgelijks vermeer
derd. Toch roepen de dompers maar
voort wij zijn tegen de vermeerdering
der militaire lasten.
Hebt gij ooit een tandentrekker op
de markt aan 't werk gezien Hij trekt
de tanden zonder pijn, hij draagt op de
borst linten, kruisen en medalieu van
prinsen en koningen, welke hij door
zijne kunst heeft gered. Een boerken
half dood van pijn biedt zich aan, om
de proef te ondergaan. Let op roept
de tandentrekker, in min dan een
minuut is de man van zijn pijn verlost,
(hij grijpt zijne werktuigen en brengt
ze in den mond van het boerken, die
stevig door een helper wordt vastge
houden) Let op Een twee drie
Hop Het boerken huilt van smart,
als een varken dat gekeeld wordt, maar
niemand hoort het, waut zijne kreten
gaan verloren in het schetterend trom
petgeschal en het razend trommelen
van de drie muziekanten welke don
tandentrekker vergezellen, deze steekt
triomfantelijk den uitgewrongen tand
omhoog en wijst op een plaat naar het
opschrift Zonder pijn. Het boerken is
jankend weggevlucht.
De klerikalen volgen den tandentrek
ker na. Hoe meer ze roepen We zijn
tegen het leger, we willen Niemand
gedwongen soldaat, we willen geene
vermeerdering van militaire lasten, hoe
meer de uitgaven vergrooten, hoe meer
zij ons naar den afgrond leiden met een
leger, dat zeer duur kost en door zijne
inrichting niet in staat is eenige rol van
beteekenis te vervullen, indien het nood
lot wilde, dat zulks noodig zou worden.
Overigens de dompers ontkennen het
niet, Denderbode schreef het nog in zijn
voorlaatste nummer ons leger vermag
niets indien Frankrijk of Duitschland
ons hebben willen, is 't maar een beet
voor hen.
Is dat ernstig In het geheel niet,
immers dan zouden de dompers eenvou
dig de afschaffing moeten eischen van
het leger, tenzij ze het nog enkel zou
den willen in stand houden en er mil-
lioenen aan verspillen, om de troepen te
laten paradeeren in processiëu of bij be
grafenissen tot voldoening van den
hoogmoed van met goud behangen die
naars dos Heeren of van min of meer
doorluchtige familien.
Indien wij zelis met de gewapende
natie niet in staat zijn iets uit te voeren
tegen een overweldigingsleger zou het
dwaas zijn een leger te onderhouden al
't ware 't een vrijwilligersleger.
Indien het echter noodig is dat Belgie
een leger hebbe om de waarborg zijner
onzijdigheid eenige kracht bij te zetten,
is de verdediging van het land eenen
plicht eenen last en is het zoo dom te
te spreken van Niemand gedwongen
soldaat als het dom zou wezen te ge
wagen van Niemand gedwongen las-
tenbetaler.
Het is om aan eene verklaring dien
aangaande te ontsnappen dat Woeste
zijn ontslag heeft genomen van de mill
taire commissie. Hij is weggeloopen met
een drietal andere kornuiten, die hun
nen toestand te netelig oordeelden.
Heeft Belgie een goed-ingericht leger
noodig. Ziedaar de vraag welke wij nog
maals aan de dompers stellen
Z. Aftgeweer.
door P. S.
Logisch denkend komen we nu ook tot de
nuttige rol van het tooneel in het leven. Het
tooneel moet het ideale streven der menschen
teekenen. In die richting werken Ibsen, Houpt-
man, Sudermann,Wagner, vooral in zijn Parsi-
val exposeeren als Ibsen zegt, maar zooveel
als bet mogelijk is, dan zal het bovendien ver
draagzaam op de menschen werken.
Want exposeeren is gemakkelijker gezegd als
gedaan. Ik denk nu eveneens, mij schijnt het
klooster-leven in zijn intimiteit wat het voor
alle liberalen in zijn economische zijde is een
onnatuurlijk produkt. Onnatuurlijk omdat het
een onnatuurlijk erfrecht daarstelt, onnatuur
lijk omdat het een onnatuurlijke liefde daar
stelt tot een zinnelijke Godheid in het Sakra-
ment en de gevolgen van die onnatuurlijke lief
de blijven niet uit. Wij zouden feiten uit het
geslachtsleven kunnen geven, die we wel
staanshalve verzwijgen, die aanduiden, hoe die
liefde zich in zoo'u leven onnatuurlijk moet
openbaren, niet anders kan. De familie moet
en zal nog lang de groudslag van de mensche-
lijke maatschappij vormen. Het klooster-leven
werkt voor het familie-leven verderfelijk.
Ik mag dus wel zeggen dat ik iets of wat
denk als Johan Vous voulez voir notre fa
milie iets in dien zin zei me een pater. Men
schept geen familiën heer pater, iamiliën wor
den geboren Votre familie bestaat met.
Geestelijke gemeenschap ja maar als onder
slag geslichtsgemeenscaap. Het ideaal van
Multatuli 1 Zou heel de katholieke kerk daar
door niet zondigen 1 Ik tracht dus ook, wel
wat armelijk in die richting te werken. (1)
Want de hulpmiddelen, of mijn krachten schie
ten wel wat te kert, voor wat de studie betreft
der taal eu voor wat de studie betreft van het
godsdienstig leven. Daaienboveu, erbij gevoegd
dat ik feilbaar ben als ieder sterveling. Maar
zelfs een boer zegt zijn oordeel over Rubens,
men gelieve me dus te verschooneu als ik dus,
door gebrek aau goede oogen.... miszie. Zoo
I gauw als ik het boter weet, zal ik het her-
In een vorig artikel bewezen we dat elke
nieuwe uitvinding, elke nieuwe ontdekking af
schijnt bet in den beginne niet, toch de gehee-
le sam-nleving ten goede komt. Men heeft
maar een blik te werpen in de geschiedenis der
beschaving om daarvan overtuigd te wezen.
Men zal nochtans gelieven in te zien, dat
we hier de uitvinding van nieuwe moordtuigen
en verwoestingsprodukten uitsluiten hoewel
verscheidene daarvan ook hun nut hebben in
de nijverheid en de wetenschap eu wellicht la
ter van hun thans onmenschelijk gebruik ge
heel zullen afgewend worden.
Als voorbeeld haalden we aan de uitvinding
der stoomtuigen en het leggen der eerste ijze
ren wegen, waarvan de invloed zoo groot is
geweest op de rasse ontwikkeling der bescha
ving in geheel de wereld.
De redeneering welke we daar op toepasten
is nog meer toepasselijk op andere uitvindin
gen als men nagaat welke wijzigingen zij heb
ben teweeggebracht in den toestand der sa
menleving 111 het algemen en van de werklieden
in 't bijzonder.
De ontdekking van Amerika, de tocht vanVas-
co de Gama om de kaap de Goede Hoop had
den eene volledige verandering tengevolge in
de voeding onzer bevolking en bezonderlijk van
de werkersbevolking. De hongersnooden welk©
dikwijla onze provinciën teisteiden verminder
den grootelijks en vele voortbrengselen werden
voor den gemeenen man genietbaar welke
vroeger buiten zijn bereik waren. Uit Amerika
werd later de aardappel bij ons ingevoerd,
welke thans om zoo te zeggen de basis is van
de volksvoeding ten onzent.
De uitvinding der boekdrukkunst, hier in
Belgie al spoedig ingevoerd door Dirk Martens
van Aalst is een der grootste en gewichtigst©
uitvindingen. Vroeger was de wetenschap zo©
duur en zoo moeilijk te verkrijgen, dat slechts
weinigon er konden van genieten en het eigen
lijke werkvolk geheel verstoken bleef van allo
veistandelijke ontwikkeling. Men mag zeggen
dat de boekdrukkunst eene geheele omkeering
te weeg bracht in de levensvoorwaarden van
den werkersstand.
Deze en andere uitvindingen en ontdekkin
gen hebben meer dan de Frausche Revoluti©
bijgedragen tot de wijzigingen der maatschap
pelijke toestanden des volks, in ons land b. v.
zouden vau lieverlede de politieke hervormin
gen gelijken tred hebben gehouden met don
vooruitgang van nijverheid en wetenschappen,
de pogingen door Jozef II gedaan in dien zin
bewijzen zulks.
Nog een woord ten slotte Op de uitvinding
der mekaniscbe weverij, volgden droeve jaren
voor Vlaauderen waar de weverij eene bron
vau inkomsten was voor een groot deel der
bevolking. iMoet daarom de mekanische weve
rij verworpen worden. Kan iemand loochenen
dat de geweefsels daardoor zoo goedkoop zijn
geworden dat onze werklieden nu beter ge
kleed zijn dan de welstellende lieden^ van 't
jaar dertig eu ue werkmeisjes nu over 't alge
meen netter opgetooid zijn dan de beste bur
ger iochter dad vóór honderd jaar
De verbetering van het lot der werklieden
zal dus noodzakelijk het gevolg zijn vau den
roepen.
Er zijn reeds heel wat werken geschreven
over het kloosterleveu, die ik tot hiertoe nog
niet geljzeu heb. Dit zal, wel ook eens gebeu
ren als er niets tusscbenkomt.
Het tooneel verbeeldt de slaapzaal van het
klooster, 's avonds bij bet slapen gaan.
Tooneel.
Achtergrond Kapel (nachtelijke bidplaats).
Terzijde Wandelgang voor de cellen.
Voorgrond Cel der Moeder-Overste.
De maan schijnt zilverkleurig door de ven
sters laat een gedeelte van het voorplan en een
gedeelte van den wandelweg in het donker
een lampje brandt veraf in de kloosterkapel.
Handeling.
Tooneel I
De Nonnen komen op een voor een, luidop
biddend eu begeven zich ter ruste in hunne cel.
De Moeder-Overste komt het laatst op eu treedt
ook haar cel binnen en leest nu luidop een
tiendje van den rozenkrans voor, waarop
de zusters antwoorden.
Alleen zuster Brod heeft haar cel verlaten
en staat in den maneschijn naar den nachte
lijken nemel te zien.
Het tiendje is uit- Het laatste avondgebed
begint gezamentlyk eu eindigt. Stilte...
Een stem verheft zich buiten en zingt t is
johan zuster Brod herkent die stem en een
schok vaart door baar lichaam
Hij 1 Zij tracht door 't venster naar bena
den te kijken.
Johan.
Nacht Nacht Plechtige nacht
die in de diepste stilte en stille rust.
uw hooge lichtgewelf in volle pracht
om 't slapend aardrijk. Uwer onbewust
in zilverblauw en klaarheid weeft
in spokerige schaduwen en lijnen
in licht en vlekken beimlijk zweeft...
Ik zie mijn blik in U verdwijnen
aan den oneindigen horizon^,
Mijn oor voelt uw onhoorb're tonen
Ik'staar eu luister vol van zachte won
Ik hoor U komeu...
God es wonen.
P.
MSS»****1'"
?v3vi
FA