HET KLOOSTER 16de Jaar. Zondag 24 Maart 1901. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR De Weezen. Half-Vasten te Aalst. Noodlot. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. Abonnementsprijs ^bulten U**" PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Prijs der Annoncen (per drukregel. Reklamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank AALST 23 MAART. In ons vorig nunmar riepen wij do aan- daeht onzer lezers op het laatst verschenen Weezenblad waaria belangrijke artikels te le zen zijn. Er zijn twee stelsels om in de opvoeding der weezen te voorzien ze uit te besteden of ze op te nemen in een Weezenhuis. De uitslagen der beide stelsels hangen af van de toepassing en niet van de degelijkheid der stelsels, zegden wij, en we blijven bij die meening. Vroeger te Aalst werden die twee opvoe dingswijzen verbonden, zoodra de weezen ze keren ouderdom hadden werden zij in de stad by ambachtslieden geplaatst om een stiel te keren naar hunnen keus. Het weezengesticht bleef echter hun te huis, daar hadden ze al tijd eon veilig onderkomen. In Belgie is de uitbesteding over 't algemeen slecht. Er zijn nog gemeenten waar weezen en ouderlingen verpacht worden,waar de ongeluk- kigen ais dieren, aan de inschikkeüjkste boeren toegewezen worden, na door dezen onderzocht te zijn geweest. Daar is de vraag niet kan ik het kind eene betamelijke op voeding verschaffen, de eenige kwestie is hoeveel profijt zal ik eruit trekken. Daar wordt de wees niet gesteld bij meuschlie- veude pleegouders, maar wordt er gesleurd naar de galei, de verpachte wees, ontvangt geen onderwijs meer, slaapt in den stal, neemt den dienst waar van koeier, verricht al het vuile werk, wordt verschopt en ver- stooten en krijgt ter nauwernood voedsel genoeg om niet van honger te vergaan. Men denke niet, dat ik overdrijf, al wie de gewoonten, gebruiken en zeden onzer be volking kent en de gelegenheid heeft gehad verpachtingstooneelen bij te wonen of arme verpachte weezen te ondervragen, weet dat het op tienmaal er negen maal aldus toe gaat. We zullen niet aandringen op het beestige dier praktijken, welke helaas er nog verre af zijn geheel te verdwijnen, al wie het hart op de goede plaats heeft moet ze af keuren en gevoelt zich verontwaardigd over dergelijke behandeling. In de steden worden gewoonlijk meer voor zorgen in acht genomen bij de uitbesteding der weezen, doch die voorzorgen zijn onvol doende en dö uitbesteede wees ondergaat dikwijls hetzelfde lot als de verpachte omdat het toezicht te wenschen overlaat. Het kind wordt uitgebuit. Me dunkt b. v. dat het verkeerd is de wee- zen der steden te zenden bij de boeren. Be oogt de boer door het aannemen der wees alleen zijn voordeel dan zal het Ij ven van het kind een hel zijn, is de boer niet ge dreven door enkele hebzucht, dan zal hij door P. S. Laat ons bidden. (Allebei knielen en bidden ijverig Het ge bed des Heeren, de Groetenis des Engels en de Litanie der II. Maagd Maria. (Ingetogen, na nog enkele stonden van diep overpeinzen, keeren zij beiden terug en aan de deur der cel van zuster Benedicta blijft deze staan en zegt tot kaatje,'t werkvrouwtje). Zuster Benedikta. Kaatje, da wereld is vol boosheid. Kaatje. Ja, zuster Benedicta en't zijn gelukkige men8cnen die zooals gij aan de bekoringen des duivels niet zijn blootgesteld. Zuster Benedicta. Bekoringen In ieder stand zijn er bekorin gen, zie eens zuster Brod. Kaatje. Zuster Brod Zuster Benedikta. Ga nu heen, Kaatje, slaap wel, ik ga even eens ia bed. Kaatje. Ja, zuster Benedikta. Ik was gewekt Jppr djt gerucht eg was ongerust, daarom wel zijn pleegheid ter school zenden, maar zelden gaat zijne genegenheid zoover, dat hij de wees 's morgens vroeg en 's avonds laat (voor en na de schooluren) niet verplich ten zal te arbeiden. Met de makkers spelen, of lang slapen twee behoeften voor kinderen mag de weeze niet, als de hoer opstaat, moet ook de kleine te been, er is immers veel en dringend werk op het land, of er valt te arbeiden aan de ingezamelde veldvruchten. Wil men van het uitbestedingsstelsel goe de vruchten oogsten in den zin door het Weezenblad aangeduid In Belgie heeft het uitbestedingsstelsel mets goed voortgebracht, daarom wordt het door velen radikaal afge keurd. Anders is het gelegen met de weezenge- stichten. Verscheidene weezen huizen in ons land worden terecht als modelgestichten aan gewezen en verdienen die ouderscheiding. Daaruit blijkt voor iedereen duidelijk, dat de gezamenlijke opvoeding goed kan zijn en dat daar waar zij niet deugt zulks alleen te wijten is aan de toepassing. Wat op dat gebied goede vruchten af werpt te Gent, te Antwerpen, kau dit ook te Aalst en indien zulks niet is, hebben de overheden de verantwoordelijkheid daarvan op zich te nemen. Is ons weezengesticht van Aalst te vergelijken bij degene van Gent en Antwerpen. Zelfs niet van verre Waar om I Omdat onze bestuurders verwaarloo- zen aan het hoofd der school bekwame man nen te plaatsen, welke op de hoogte zijn hunner taak. We zeggen niets van de broeders, noch van de nonnen, die de rol van vaders en moeders bij onze weeskindereu moeten ver vullen, we beaennen gaarne, dat ze braaf, deugdzaam en goed zijn, maar wij ontken nen hun de noodige bekwaamheid en on dervinding, wij beweren dat zij niet opge wassen zijn voor de zware taak welke men op hunne schouders heeft getild. Neon onze weezen worden niet naar be- hooren opgevoed, neen ons weezengesticht is geen degelijke opvoedingshuis en zij die daar schuld aan hebben zijn onze bestuurders, dat zullen wij ia een volgend artikel bewijzm Ladoerterken rijdt met zijn wagentje door de stad, het ventje is er op afge komen omdat het Half-Vaslen is, 't zal jij goe zijn, en draait aan zijn orgelken, dat lamentabeler speelt dan ooit, voor hem is dat het hooglied van zijn bede laarsleven. Maar nu, och zie, al zeven cantabiles heeft hij afgemalen en een largo en er is nog geen levende ziel gepasseerd, be- Zuster Benedikta. Zoo, Kaatje.... nu God hoede u I (Zij gaat in haar cel, terwijl Kaatje zich verwijdert. Aan den hoek gekomen hoort zij gerucht en treedt haastig in het donker, waar zij angstig blijft staan). De Moeder-Overste. (aan de deur van haar cel staande). Moeder I Allen noemen mij moeder en toch is 't of die naam geen de kleinste trilling op wekt in mijn binnenste, toch is het of ik koud ben voor hun liefde. Moeder, ik ben hun moeder niet, dat gevoel, gevoel ik zoo wel 't is hier koud l Dat zij mij eens moeder noemde maar eenmaal moeder ik gevoel het wel de weerslag op dit woord al mijn ineengedrukte liefde zou opstijgen met ademslag en hartzwellen Mijn kind, mijn kind l(schreiend). Kaatje (bevend in den hoek, met zenuwachtige bewe gingen). God l God Hoe Moeder-Overste. Uw strijd (kalmer nu) is nog niet gestreden zal hij wel ooit volstreden ziju Eeug b^b ik op rqsten gehoopt, eens had ik van zjelevrede gedroosd eg van gig zij <Rn biecht yaar ge? halve een hond die zijn meester verlo ren heeft en een poosje staat te janken terwijl Ladoeterken draait. 't Wordt hem te sterk. Geen mensch in Aalst en 't is Half-Vasten, geen centje op te raspen, Ladoeterken valt in slaap. Een uur nadien sliep hij nog, en heel de stad sliep, alles sliep, alles 't Was stil als in een graf, zong de dichter. Wat zouden de men- schen in Aalst blijven dom als 't Half- Vasten is Naar Ladoeterken's orgel luisteren Vivan 't krotbestuur Nog een tien tal jaren zulk beheer en al de nering doeners van Aalst zijn binnen. Zware lasten en geene nering. Niets om het volk op te wekken of aan te lokken. Op Vastenavond, niets op Half-Vasten, niets Meer dan 800 Aalstenaars zijn den zondag van Half-Vasten naar Brussel gegaan. Al die geen genoegen vindt in het bedelaarsmuziek van Ladoeterken en toch van leute houdt is naar de hoofdstad vertrokken. Wie gaat er op zulke dagen naar Brussel Jongens die een goeden stui ver kunnen verteren jongens die snak ken naar vreugde en verzet, welke op hot uitgestrekte kerkhof, dat Aalst ge worden is geheel ontbreken. Waarom geene kavalkade ingericht met de medewerking vau alle maat schappijen der stad, zonder onderscheid van politieke opinie Waarom geene premien uitloven aan de vreemde maatschappijen, die aan den stoet zouden deel nemen. Waarom geene premien toekennen aan de best gekostumeerde maatschappijen. Waarom van dien dag geen kermisdag gemaakt, om de levenslustige Aalste naars in hunne stad te houden en de vreemdelingen aan te lokken Wie zou daar. nadeel bij hebben Niemand Nu zijn er duizenden fran ken naar Brussel gegaan, welke anders in de stad bleven en nog andere duizen den zouden aangetrokken hebben. Als de E. V. zal in voege komen, zal er daar eens over geklapt worden. Nu mogen er op Half-Vasten geene gemas- keerden loopen te Aalst, dat is tegen de sproken had en wij haar poogden te redden is het outstuimig verlaugen ontstaan moeder liefde. Ik beu aan God maar ik ben moeder. God God l (Zij slaat de handen aan het voorhoofd en treedt haar cel binnen). Kaatje (in zenuwachtige ontroering neemt ijlings de vlucht, maar blijft staan aan de andere zijde van het tooneel). Kaatje Was dat 't geen Josef bedoelde. En zou dan.. Moeder-Overste. (komt weer aan haar cel). Men zoeke de rust in den plicht. (Zij gaat in het licht van den wandelgang, staart voor een oogenblik den nachtelijken hemel aan). Hoe schoon (eensklaps klinkt veraf Johan 's stem) Johan (veraf). Gij kleurt en licht en donkert Gij trilt en warmt en gloeit Gij troont en verft en flonkert Natuur is God, is God geboeid. Moeder-Overste. ("schrikt Ou willekeurig terug, blijft wat han gen, onttrekt ziGh met geweld aaa dien indruk en gaat naar de gel van zuster Brod), zeden en den godsdienst, dat stoort da rust in de stad. Alleen Ladoeterken krijgt permissie om op straat zijn orgeltje te draaien en te slapen. R. Dabi. Toen we schreven, dat een katholiek die de grondwettelijke vrijheden verdedigt op- houdt katholiek te zijn was er tandenge knars in het klerikale kamp en bij hoog ea laag zwoeren de dompers, dat zij de eenige, onvervalschte verdedigers zijn van de vrij heid van geweten enz. Het noodlot heeft gewild zoo schreef de moniteur van Woeste, dat onze oude theorien niet meer overeenstemmen met den modernen geest we moeten toegevend zijn, omdat we opgehouden hebben de geesten to beheerschen. Konden ze de heerschappij erlangen welke» ze vroeger hebben bezeten, konden ze weer de oppermacht over de volkeren in handen krijgen 't zou rap met de vrijheden gedaan zijn geene vrijheid van geweten meer, gee ne vrijheid van drukpers. Door eene ondervraging in de Kamers ver namen wij welke anti-vrijzinniga werken er in handen worden gegeven van de leerlingen der middelbare klerikale scholen en die wer ken zijn talrijker dan iemand meent of ver moeden kan zoowel in Belgie als, elders. Ik spreek niet van de orjtinistische tijd schriften, over paternosters, schapulieren, mi rakelen enz, handelende ever de ongeloof lijkste wonderen en kuren, maar ever wer ken die voor meer ontwikkelden geschikt zijn en de zaken inzien, gelijk za zijn, of liever gelijk ze volgens klerikalen zin zouden moe ten zijn. Ik bedoel thans een werk uitgegeven in 1899) dat als leerboek gebruikt wordt iu 67 semena- rien, dat goed gekeurd werd door den paus De leerstellige en zedelijke godgeleerdheid door Mgr. Vincent en de leeraars van god geleerdheid van het Seminarie van Cler mont (Uitgevers Roger en Chernavix, grojo.te Augustijnenstraat, te Parijs.) Het zou te lang zijn hier geheel dat boek to ontleden, we willen ons bepalen bij enkels uittreksels Zooals het lichaam onderworpen is aan de ziel, alzoo moet de burgerlijke maatschappij de geestelijke maatschappij dienen (Doel 1 bl. 131.)» De beate toestand eener maatschappij is deze waarin de ware godsdienst gebou- den wordt voor den eenigen Staatsgo.dg- q dienst (Deel 1 blz. 320)» Indien de eenheid van het katholiek geloof, in een land gevestigd is, moet de Staat niets verwaarloozeu om de nieuwig- Plicht (Opent de deur van de cel van zuster Brod), Gabriël 1 Gabriël (treedt nader, verzacht). Stil, moeder, ze slaapt. De Moeder-Overst9 (onwillekeurig). Moeder I mijn... Ge moet benedengaan, Gabriël, we zullen dan morgen zien, wat me met die zusters zal» len doen en ook met u. Gabriël, (dringend). Moeder, als ik u iets mag vragen, laat haar gaan. De Moeder-Overste, Maar kind, wat vraagt gij daar. Gabriël. Laat haar gaan, moeder, laat haar gaan, Ik ken het leven, ik heb het ten volle geleefd, Ik heb de hoogste schoonheid gezien, êels, van reine liefde klanken, klanken gekend alg die Johan. Dat zijn de engelen, die me onzweefd hebben me noodend en roepend tot in mijn smerigste leven... ik heb gedronkan en mijn lichaam verkocht, moeder, weet gij wat dit zeggeq wU Moeder-Over|te huivert),

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1901 | | pagina 1