EUGEEN DE GRAVE TE AALST
HET KLOOSTER
Eugeen DE GRAVE.
Eugeen DE GRAVE.
Geloof en Wetenschap.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR HET A RR0N DISSEM ENT AALST
Abonnementsprijs J voorop betaalbaar Pri|8 'hr Annoncen EeUamén 76 cenüemen <">r drnkresel-
IRIJS PER NLMMER 10 CENTIEMEN, I Vonnissen op de derde bladzijde, i frank.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore a Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST. Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee met-u.
Nummer 16 Zondag 21 April 1901.
AALST 20 APRIL.
De zaak Dreyfus, van den martelaar van het
duivelseiland hield al de geesten bezig, had
alle gemoederen geschokt. Niet zonder reden
Onschuldig zijn en veroordeeld worden tot
een verachtelijk leven, onschuldig zijn en zo
delij k en lichamelijk gefolterd worden eiken
dag, elk uur, iederen minuut van 't rampzalig
leven, machteloos en vol vertwijfeling een el
lendig bestaan slepen, verre van allen die u
dierbaar zijn en geschandvlekt zijn door de
veroordeeling die hem trof, hem de onschul
dige. Oh ja, dat moet erger zijn, duizendmaal
erger dan de dood.
Alle nieuwsbladen van Balgie trokken zich
de zaak ter harte, alle kozen partij voor het
recht en vloekten de barbaarsche gebruiken
in zwang nog bij de militaire gerechtshoven,
en die vloekeu tegen den vooruitgang en da
rechtvaardigheid.
Waarom heoft dezelfde verontwaardiging
zich in Belgie niet geopenbaard, toen er spraak
was van
De Gebroeders Rorique.
ofLeoncaen Eugeen De Grave twee landge-
nooten. Lagen ze ons niet nauwer aan het
harte dau Dreyfus hoe onschuldig bij ook
ware. Leonce eu Eugeen De Grave twee volks
jongens van Oostende, twee Belgen, twee
Vlaamsche helden mag men zeggen, werden
in Frankrijk onschuldig ter dood veroordeeld,
werden naar de galeien gezonden, werden ge
marteld, gefolterd vermoord., ja, vermoord,
want Leonce is op de galei langzaam gedood,
door een troep beesten in menscheuvel.
Waarom geene losbarsting van gramschap
in geheel de drukpers Was de ijver gestuit
was de zaak min ernstig dan de zaak Drey
fus Of waren onze landgenooten het min
waard dan net frausche slachtoffer der dwa
ling Het is soms moeilijk de oorzaak van
zulke verschijnselen vast te stellen.
Wat ons betreft, we deden onzen plicht,
in menig artikel, hebben we de liederijkheid
gezweept van zulke gerechtshoven die het le
ven en meer nog dan dat, de eer v an een
mensch ten offer brengen aan hunnen hoog
moed, aan hunnen afkeer, wij hebben de
door P. S.
2* Deel van het 2* bedrijf.
Kaatje en Josef
in den tuin voor de hoornen in den schaduw.
Josef.
En viel ze neer, Kaatje
Kaatje.
Ik Bchrikte er zoo vaD, dat ik haastig weg-
ben geloopen.
Josef (tuiDier)
(beziet het klooster).
Kaatje
(volgt zijn blik en blijft er ook wat op st8ren).
Josef
(geeft haar nen kus).
Kaatje.
O Josef
Josef (blijft weer op het klooster staren).
Dat is toch vreemd zoo'n klooster. Zoudt
ge nu nog non willen worden.
Kaatje
kijkt hem aan en schudt stil haar hoofd.
Josef
Vreemd zoo'n klooster. De geleerden die
ppreken van leven en zelf niet leven, spreken er
rechters naar de ziel gegrepen, die het bestaan
de faam en de naam van een mensch verwoes
ten omdat zij, rechters, te lui of te dom zijn
om hunnen plicht te beseffen.
In den Graaf van Egmont.
Het proces van Dreyfus leerde ons kennis ma
ken met verscheidene typen van die verwaan
de, domme, siaafsche rechters. Het proces
Rorique, heeft ons een nog erger soort doen
kennen de rechters die slecht zijn uit moed
wil, beulen uit slechtheid.
De Cercle Littéraire n onzer stad, noodig-
de Eugeen De Grave uit, o-'er de zaak Rorique
eene voordracht te komen houden in Den
Graaf van Egmont Dinsdag laatst had die
voordracht plaats.
Eugeen De Grave, de jongste der Rorique's
is 36 jaar oud. Ruim een jaar geleden heeft hij
na het langdurig pogen vau een komiteit, de
galei mogen verlaten, maar hij is niet in zijne
eer hersteld. Eugeen De Grave ziet er een
krachtdadig man uit, hij was de jongste gede-
koreerde van Belgie, hij ontving eene gouden
medalie van den koning van Zweden, hij en
zijn broeder redden talrijke menschen met
gevaar voor hun eigen leven en onschuldig
brachten zij vijfjaren door op de galei.
Zijne ledematen zijn stram nog ten gevolge
van den dwangarbeid en de folteringen. Zijn
linker hand is misvormd door de plettering
der boeien.
Ik wil zegde Eugeen ons, ik wil mijns
broeders eer herstellen en de mijne. Want zie,
ik ben geen mensch en zijn stem verzwakte
ais hij die woorden sprak ik ben een galei
boef, ik ben niets dan een nummer, ik ben
nummer 27020.
Toen hij zijne voordracht begon was de zaal
van den Cercle Littéraire te klein om de
toegestroomde leden en genoodigden te bevat
ten. Eug. De Grave, spreekt vloeiend Fransch,
zijne stem is zwaar, bij is matig in gebaren,
hij spreekt op bedaardeD toon, de gemoeds
bewegingen verraden zich door den glans der
oogen, door de uitdrukkingen van 't gelaat.
Oh ik zal niet beproeven een verslag te
schrijven van zijne voordracht. Het verhaal
van al zijn lijden, van al die smarten heeft me
meermaals doen sidderen het verhaal van al
de eerloosheden, van al de gruwelen welke
ginder in de gevloekte streken der galeien ge-
van vrêe en rust. Waar is er lijdeD lijk daar.
(Zich ontrukkend aan die beelden).
De min, kind, de min, kind Maar wan
neer zouden we nu trouwen. Ik heb er haast
mee. Een eigen huis, hoera, Kaatje
(zwaait zijn pet naar omhoog).
Kaatje.
Oude Gek I
Josef.
Gek (ziju pet naar omhoog zwaaiend).
Leve de gekheid. Zij, met hun schijnheiligen
ernst, vroom biddend en[overwegend. Dat lee-
ren mijn bloemen me nietZij geuren, fleu
ren, wiegen op den wind, worden gekust van
de vlinders (geeft haar een kus).
Werpt zijn pet omhoog, vangt haar op, staat
Btil en) Kaatje, wanneer trouwen we
Kaatje (lachend).
En uw bloemen I zou je die wel kunnen la
ten
Josef (wat ernstig).
Kaatje, gij zijt mijn schoonste bloem.
(kust haar innig).
Kaatje.
Er komt iemand 1
Josef.
't Is Gabriël.
Kaatje en Josef
(treden tusschen de boo men).
Gabriël
(is in den tuin gekoineq langs de aghterdeur
beuren, heeft alle aanwezigen met afschuwen
verontwaardiging vervuld.
Men heeft ons gemarteld, zegt hij, eer wa
veroordeeld werden, gemarteld zooals ram het
nooit aan een wild beest heeft gedaan en uien
heeft ons veroordeeld hoewel men wist dat wij
o.iplichtig waren, .100 da;eu bleven we ter
dood veroordeeld, en daarna hebben we gele
den, geleden, lange, lange maanden onzegge-
lijke ellenden, onzeggeüjke pijnen.
Mijn arme broeder Leonce is bezweken, ik
heb zijn lijk zien werpen in zee tot voedsel der
haaien, die het onder mijne oogen aan brok
ken rukten, veischeurden, verslouden.Waarom
ben ik dan niet gestorven, o, de dood is niets
in vergelijking van zulk lijden.
De groote Natie.
Terwijl Eugeen De Grave spreekt, voelt men
om zoo te zeggen den haat welke ingeworteld
is in zijn boezem tegen de laffe rechters die
een onschuldige veroordeelden, tegen de laag
hartige officiereu die de oorzaak zijn geweest
zijner rampen, tegen de beestige beulen die de
folteringen uitvoerden, tegen de laffe natie
die eerloosheden en gruwelen zooals er op de
galeien gebeuren, blijft gedoogen.
Men begrijpt de haat van hem, die zooveel
heeft geleden, door een volk, dat beweert aan
de spits te staan der beschaving en het laagste
is der wereld, zegt de spreker, en het ver
waandste.
De statistiek geeft jaarlijks een 500 tal ont
snappingen op uit de galeienwelnu slechts 20
tot 24 ontsnappen, de andereu worden eenvou
dig weg vermoord. De galeiwachter Bonini ver
moordde 50 gevangenen zouder reden en ont
ving niet de minste straf. Een veroordeelde werd
gedwongen een putte delveu, de galeiwachter
schoot hem dan dood en schopte het lijk met
den voet in deu put, die galt iwachter kreeg
tot belooning een galon bij. Spreker verhaalt
nog andere gruwelen. Iu eene maand zag hij
12 veroordeel en op de guillotien onthoofden.
Hoe meer gevangen de galeiwachters ver
moorden hoe min zij er raoeteu bewaken en
hoe mm het goeveruemeut er raoeteu onder
houden. Ook mogen zij hunne moorderije n
straffeloos plegen.
De Grave toont de galeiketting welke hij
twee jaren en 9 maanden aau het linkerbeen
had, eu welke hij overal met zich sleepte op
het werk, in de cel, naar hot bed.
van 't kloostergebouw, zij zet zich op de bank
voor een bloemenperk neer, plukt een bloem,
en ontblaart ze iu gedachten en woest).
Geen moeder
Niemand
Liefde 1
(Ziet naar de schoone natuur om haar 1
Onverscnillig, scherp spottend. Waar is uw
vrêe (weer woest denkend).
(woest opspringend).
't is haar schuld, mijn moedersschuld, ik wil,
ik heb geen moeder Ik heb, ik wil geen lief
de (kiuist de armen en blijft ingespannen op
een punt staren) de deur gaat zachtjes open
eu de Moeder-Overste treedt nader, zachtjes
achter haar.
De Moeder-Overste,
(haar zachtjes aanrakend).
Carolien
Gabriël.
Schrikt, erkent haar moeder, wijkt weer een
stap achteruit en blijft woest-starend en het
hoofd afgewend staan.
De Moeder-Overste.
Vergiffenis Carolien (de handen eventjes
samenvoegend).
Gabriël.
Ik ken geen moeder 1
De Moeder-Overste,
't Ia een Moeder die q vraagt, Caroljen en
die naam ia heiljg,
Eug De Grave heeft een boek geschreven
over de zaak Rorique. Het werk bestaat in
het Fransch en in het Vlaamsch. Hij heeft
geone andere middelen van bestaan meer dan
den verkoop van die boeken en het houden van
voordrachten. Ieder te Aalst zal dat boek willen
lezen
De Fransche uitgave kost 3,50 fr. de Vlaam
sche '2,50. Men kan om eeu boek te bekomen
zich wenden tot M. Verbrugghen advokaat,
Gustaaf Leveau, voorzitter van den Liberalen
Werkmanskring, M. Van Branteghem, Graaf
van Egmont, M. Anne, de bestuurleden en bo
den van den Cercle Littéraire en van den Lib.
Werkmauskring.
Zal terug naar Aalst komen in
Juni en zal op eene Algemeene Ver
gadering van den Liberalen Werk
manskring een voordracht houden
in het Vlaamsch.
Toen de eerste stoomboot den Congo-
stroom opvaarde, bekeken de zwarten
lam en stom vau verbazing die groote
boot, welke zonder zichtbare voortstu
wingskracht stroomopwaarts tamelijk
snel vooruitkwam.
Daarover ontstonden allerlei gissin
gen onder de zwarten, tot eindelijk
hun opperhoofd de zaak met een slag
uiteendeed, door te zeggen De boot
wordt voorgestuwd door den Geest, dia
er zijne woonplaats in gekozen heeft.
Daar de wetenschap der zwarten niet
zoover strekte er eene andere oplossing
aan te geven, werd die als zeer waar
schijnlijk aangenomen, en weldra als ge
loofspunt aanvaard.
Het veld door de wetenschap gewon
nen is nog niet zeer uitgestrekt, het
veld dat nog te veroveren valt is onma-
Gabriël.
Was de naam van een kind u heilig
De Moeder-Overste (bevend).
Kind Kind 1 Ge weet niet wat ge doet,
Gabriël,
Moeder Zie uw kind staan, moeder, eeq
geprostitueerde, een veil verkochte, Zig
op haar oogen de trekken der geilhejcj,
Lees in haar beweging de woestheid van eeq
hopelooze,.,.. Zie uw werk, moeder, zje vjvf
kind
De Moeder-Overste
(haar oogen bedekkend ei sidderend),
Kind
Gabriël
Kind I Zie uw kind 1 Aas van vuilaards, afti
van smeerlappen, aas der ontucht. (Verstooteg
als ik klein was. Ellendig als ik grooter wierd»
Verleid als anderen nog blqemenrein zijn,
Geen enkel liefdekus heb ik gekend, kussen
van brandende drift. Geen enkel liefdewoord,
heb ik gehoord. Smerige woorden. Waartop
ben ik ter wereld gekomen Waartoe heb ik
gediend. Weet ge waartoe Eens heb ik-,.,,,
ik,.., ben ik.., verleid,
Daartoe heb ik gediend, 'k hen vervloekt,
ik moet vervloekt zijn...
Moeder 1 zie uw kind 1 zie uw kind j 'k ben
verylpekt j F,
ik' zaak Rorique