mmm LIVINA Aan sieur Hector Arys. 16de Jaar. Nummer 29 Zondag 21 Juli 1991. Priis der Annoncen Gewone' 16 centlemen per drukrepet. f rijs oer Annoncen Reklamen 75 centiemen H RONSE. De Arbeidsdag. Waarom Misbruiken. KROT én O. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR ,.i. 4 fr. voor de stad Abonnementsprijsvoorop betaalbaar r 4 fr. 60 voor den buiten I'RIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST. Nee spe nee metu. HET ARRONDISSEMENT AALST Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. AALST 20 JULI. De vrienden welke verlangen deel te nemen aan de liberale betooging welke plaats heeft te Ronse den 28 juli eerst komende, betooging waaraan de Fanfa- renmaatschappij De Oude Garde en eene afgevaardiging van den Liberalen "Werkmanskring onzer stad deel nemen worden verzocht, zich te laten inschrij ven bij den heer Gustaaf LEVEAU, Voorzitter of bij een bestuurlid van den Liberalen Werkmanskring of bij een der boden. Prijs heen 6n weer lr. 1.90. Het Hoofdbestuur van den Liberalen Werkmanskring heeft beslist aan de voornaamste nijveraars der stad te schrijven over de regeling van den aibeidsdag bij zomeren winter. Het is onbetwistbaar dat in verschei dene werkhuizen en fabrieken daar wijzigingen kunnen aangebracht wor den zor.der hinder voor het werk en tot groot gemak en voordeel der werklie den. Do aanvang van den arbeidsdag moet niet dezelfde zijn in den winter als in den zomer. Voor de vijfde maal. De papieren met leeuwkens ons door Hector Arys gezonden, bewijzen dat de man het goed inzicht heeft zich voor het aanschijn vau eenieder wit te was- schen. Het is om hem die taak te vergemak kelijken, dat wij het exploit vertaald afkondigden opdat iedereen er kennis zoude kunnen van nemen. Kon men be ter handelen. Het is om hem die taak nog meer te vergemakkelijken, dat wij hier eenige vragen stellen waarover hij ons het genoegen mag doen onze lezers in te lichten. 1. Hector Arijs vertel ons uwe bezoe ken bij de liberale heeren Karei Schuer- mans en Gustaaf Leveau 2. Hector Arys vertel ons uwe bezoe ken op het middenbureel der Belgische Redders te Brussel 3. Waart gij uitdeeler van de Belgi sche Redders, zonder kontrool of bewa king 4. Waarom vervult ge thans dat ambt niet meer Waarom zijt ge zelfs geen lid meer van die maatschappij 5. Waarom koopman zonder kontrool enz., is de griffier M. Scheerlinck in uwe plaats secretaris benoemd en M. Gustaaf Leveau hoofduitdeeler 6. Zoudt gij aan M. De Clippele, va der, een getuigschrift willen vragen vau onberisbelijke ambtsvervulling. 7. Heeft M. De Clippele, zoon aan den heer Gheeraerdts eene brief geschreven waarin hij dezen verwittigt, dat hij M. De Clippele niet meer in den ge meenteraad zal verschijnen, zoolang gij Hector Arys er lid van zijt. Ge wordt verdedigd door Denderbode maar het kan voor niemand eene eer zijn verdedigd te worden door het or gaan van den knoeiwinkel, door het ge recht bestempeld met don naam oneer Ier hedendaagsche drukpers. Daarom hopen wij dat gij zelf, uwe onschuld zult doen blijken het moet u niet moeilijk vallen te bewijzen, dat de onderstanden welke de Maatschappij verleende, door uw toedoen, op den vereischten tijd en volledig aan de slacht offers werden uitgedeeld. Indien gij onplichtig zijt, hetgeen wij met genoegen zullen verkondigen kunt en moet gij in uw eigen belang die be wijzen onmiddelijk leveren, immers in dat geval moeten die bewijzen bestaan. Wij laten sieur Arys weten dat wij onze vragen zullen herhalen, tot hij en niet het orgaan van den eerlijken handel Denderbode op onze vragen zal geantwoord hebben. Een Yolksverhaal uit de XVII eeuw door VAN DAELE. Wat moet ik vertellen vroeg Bavo V Nu was 't*een geroep en getier zonder weer ga, de kinderen riepen verward door elkander Van Aasobepoetster van Slimmen diefvan 't Vosken van Genoveva van de Konings dochter enz. enz. Lachend stelde Bavo aan het geschreeuw een einde... stil gebood hij, ik zal vertellen van Sterke Jan... Plotseling was het getier be daard en aller oogen naar Bavo gericht, ook Livina was nader bij gekomen om den verteller te hooren. Misprijzend en eramstoorig zag M. Labarre het tooneel aan. Bavo begon Daar was ne keer een smid, de kozijn van Smeêken Smeê en die smid had vier zonen Als de jongste 18 jaren oud was, riep zijn va der hem tot zich en zei Jan want de jon fen heette Jan Jan ge zijt nu 18 jaren oud loek en struisch en groot genoeg om uwen kost te verdienen, hier is geen weik genoeg om u ook aan den smidsstiel te zetten en het is niet redelijk, dat uwe broeders blijven wer ken om u in nietdoen te laten voortleven. Ga de wijde wereld in, jongen, in Vlaande ren gaat het laug8om slechter, vreemde ratten v*n allen ©eisprong zuigen ons uit, Fran- Als men de socialistische b'.aden en rede naars gelooven moest zouden er geene zedelij ke kwalen zoo erg woeden als onder de burge rij. Daarop valt veel af te dingen. Zeker treft men tuischers aan en dronkaards ouder de burgerij, doéh over het algemeen slechts onder die soort van groote burgers die met een adeltitel pronken, eeu verwijfd leven leiden nij veraars, handelaars, kleine neringdoenden integendeel zijn weinig door die plaag geteisterd. Hetzelfde mag men zeggen van de werklie den er zijn tuischers onder hen wellicht in grootere verhouding dan ouder de burgerij, te oorzake hunner mindere ontwikkeling daarom vragen wij verplicht onderwijs de meeste tuischers vindt men onder die werklieden welke niet regelmatig werken, die leven men weet niet hoe of waarvan, balie kluivers en zonnekloppers die meu overal ont moet. De dronkenschap ook teistert meer de werk lieden dan de burgerij, ze lijden er meer door omdat ze dinwijls gemeener en dus ook scha delijkere dranken gebruiken dan meer begoe- den en omdat hun huisgezin er onmiddelijk in ellende door valt. Eene week loon vertuisebt of verzopen is eene week ellende voor vrouw en kinderen. Van 'der Velde zegde nog in het Volkshuis te Brussel Werklieden ge zijt verslaafd aan den jenever, zoolang gij drinken blijft zult ge niets zijn in de Maatschappij. Ik wou nochtans meer wijzen op andere mis bruiken, die het ongeluk ziju van vele werk lieden van vele huisgezinnen. Verleden jaar reeds sprak ik erover in ons blad en vroeg een onderzoek naar den toestand der werklieden onzer stad als gevolg van die ongehoorde misbruiken de kinderen verlaten hunne ouders en gaan inwonen bij ander-en. Er zijn zoo te Aalst met dozijnen en dozij nen jongens en meisjes, van 15 tot 20 jaar oud die hunne ouders verlaten, in plaats van hen bij te staan in het grootbrengen der kleinere kinderen. Dan zijn ze vrij en iedereen kan zich inbeelden welk leven ze leiden. Voor kost en inwoning betalen ze gewooulijk eene kleinig heid, het overige wordt besteed aan opschik en drank. Halve nachton worden gesleten buiten daarop volgt de oneer, de armoede. Wat zouden er vele huisgezinnen gelukkig zijn moesten er tegen die kwaal ernstige maat regelen genomen worden. Een nij veraar zou onverbiddelijk werk moeten weigeren aan de jongens of meisjes welke niet bij hunne ouders inwoneD, hij zou alle werk moeten weigeren aan den man die inwoning geeft aan een kind, dat zijne plichten niet vervalt jegens zijne ouders. Men zou zeggen dat de Aalstersche werklie den het schandelijke van zulken toestand niet beseffen, die kwaal is hier helaas ingeworteld.. Een drietal weken geleden kwam ik in een werkersgezin bestaande uit de ouders en drie- kinderen, de oudste een jongen van 14 a 15, jaar werkte geruimen tijd bij een ambachtsman ter stede. Wat hij daar won wist de moeder en het scheen haar vreemd, dat zulks mij; zoozeer verwonderde. Ja, ze ze, wekelijks gaf hij zooveel af. Hij heeft zijn werk laten staan en is bij eenen baas iD Brussel waar hij veel meer wint, maar wer kelijks geeft hij maar zooveel af en houdt de- rest voor zich Hoe, zei ik, uw man is weken lang zonder- werk en is verp'icht hulp te vragen aan eene liefdadige maatschappij en uw zoon van 14 ja ren geeft zijn volle dagloon niet af? VV«t wilt gij er aan doen, zei ze, al zijne ka-», meraden doen alzoo, we mogen nog gelukkig-; zijn dat hij zooveel inbrengt, moest hij ons lak ten ziiteu 't ware nog slechter. En inderdaad het achterhouden van het loon is een algemeen gebruik te Aalst, ik heb sedert kunnen bestatigon. dat daar waar bij het loon een briefje wordt gevoegd de som vermeldende welke betaald wordt, de jonge bengels of meisjes onder wege de cijfers veranderen om hunne ouders te bedriegen. Alle mannen van karakter tot welke partij; ze behooren, dienen al het mogelijke te doen, om die kwalen uit te roeien. Weg met de geldverbrassers Weg- mot de belastingen was de kreet der- klerikalen toen zij in 1884 het bewindi heroverden. Meer dan ooit wordt het geld der be-, lastingschnldigen verbrast meer dan ooit zijn de belastingen verhoogd Meer dan ooit heeft de openbare schuld zich vergroot Wat heeft het klerikaal Goe- veruement ons dus bijgebracht Rotte appelen en krot De groene paus, M. Woeste de ko ning der saucissenmaunen van Aalst* heeft het zelf in eene der laatste ka merzittingen moeten bekennen Wij loopen gevaar, zoo sprak hij, onzeu u geldelijken toestand gansch over-- hoop te zien liggen bij het eindi» a gen van het loopende dienstjaar. Verhoogen wij onze schuld niet d,ie reeds zoo ontzaggelijk is Ja, 's lands schuld is ontzaglijk en, zijj vermeerdert nog op schrikverwekken de wijze bij ieder jaar. schen, Spanjaards, Walen, Duitschers al het samenraapsel van wat Europa het slechtste bezit aan soldeniers is hier naar toegestroomd om de laatste ovcrblijselen vau Vlaacderens rijkdom en weelde te deelen, en om de Vla mingen te slaan in de schande boeien der sla vernij. Ga heen, mijn zoon, en wees altijd braaf. Ga heen, gedoog geen slavenband gij,wees vrij en wees goed, heb medelijden met de ongeluk- kigen, blijf eerlijk, en keer over tien jaren terug, opdat ik het geluk nog hebbe u te zien en u te zegenen. Zie Jan, neem dezen stok, ik geef hem u ten geschenke, ik heb hem met eigen handen vervaardigd en hij heeft me in mijn leven dik wijls dienst bewezen, dit zeggende stak de kozijn van Smeêken S i êa, zijn zoon een wan delstok in de baud, welke maar honderd pond woog. Jan pinkte een traan weg en zei vader, gij hebt gelijk ik wil zelve mijn brood verdienen, braaf en vrij wil ik altoos blijven, ik zal u nooit vergeten. Maar het riet dat ge mij daar in de handen duwt is veel licht. Maak uw wandelstok naar uw zia, jongen, zei de smid, gij hebt nog eene week voor u, om uwe toebereidselen te maken en afscheid te nemen van de vrienden. Jan ging aan 't werk, hij smeedde bij het riet van 100 pond nog het aambeeld vau zijn vader, zoodat zijn stok iici 980 pond woog deze was daarenbven zeer kunstig vervaardigd. s' Maandags nadien zette Jan zich op reis, hij hield zijn stoksken van 980 pond onder den arm alsof eene rotting was, zei adieu aan va- en bioeders en trok welgemoed de wijde wereld Lang ging hij, zeer lang, tot hij van ver moeidheid neder viel, hij sliep onder eenen grooten eik in de Dabijheid van een uitge strekt bosch. 's Anderdaags ging Jan door het bosch en zag daar een man die bezig was met eiken te vlechten. Dat is een sterke kerel dacht Jan en luidop riep hij God vordert u kameraad. Als God mij vordert, hebt gij er geen za ken mee, antwoordde de eikenvlecbter barseh, ga uwen weg en laat mij voortwerkeu of ik werp een eik op uw lijf. Geef u die moeite niet, kameraad, zei Sterke Jan, met mijn wandelstoksken, sla ik uwen diksten eik in een slag aan splinters. Dat zou 'k willen zien, hernam de eiken- vechter Zie, riep Sterke Jan, dat is voor de helft van uw ontbijt. Meteen zwaaide hij ziju riet van 980 pond tweemaal rond en trof zoo geweldig een tamelijk dikken eik, dat deze brak en de eikenvlecbter een sprong zijwaarts moest doen om er niet onder verpletterd te worden. Sterke Jan deed dit zoa gemakkelijk, als ik deze tafel met een slag in splinters zou slsao, De kinderen juichten en jubelden en Livina lachte overluid. Stilaan waren groote lieden, de gewonn klanten vau den Bonten Os op het voorhof ge komen en allen lachten mede. Labarre integendeel haalde verachtelijk da schouders op eu zei op schramperen toon: Z;ekf zek I Zou men niet zeggen dat die straatloope de broer is van Sterke Jan. Bavo stond kalm recht, bezag Laharra en sprak tot hem gaande Neen, schurk, zijn broer ben ik niet maar 'k geloof dat toch een beetje van zijne familie ben. Fluks greep hij Labarre vast en gooide hem als strooiwisch over de haag, die het voorhof van de straat scheidde. Die hand hebt ge reeds eenmaal gevoeld, voegde Bavo hem toe, wee u, zoo ze andefr. maal op u nedervalt. Labarre was pijnlijk rechtgekropeu en schuimbekte van woede, 'k zal mij wréeh I tier Ie hij. 'k zal mij wreek I! ketters Tiidens dit onverwacht tooneel waren dei kleiDen verschrikt weggevluoht en alzoo werd het sprookje van Sterke Jan onderbröken, In de verte hoorde men Willemvroölijk zin gen Leve de Geus I Is nu de de leus. Labarre keerde huiswaarts, plannen «U9-' deud omzijn# wfapk bot te vieren. v Wordt voert?»*# ■ftrgwaaa «i f lii i •i in

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1901 | | pagina 1