MEETJE STEVENS
Mieke Pijpekop
-
18de Jaar. Nummer 10 Zondag 8 Maart 1905.
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
4 fr. voor de stad
4 fr. 50 voor den buiten
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
voorop betaalbaar
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Reklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijdefrank
Prijs der Annoncen
per drukregel.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten j voor de stad, ten kantore -j MeD maakt meIding Tan elk werk waarvau een «emplaar aan het blad gezonden wordt
van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST. Randschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST 7 MAART
Onderlinge Bijstand
Emiel Meert
Algemeene Verplichte Vergadering op
Zondag 8 Maart ten 4 1/2 ure 's avonds,
in den Graaf van Egmont Groote Markt,
op boete van 20 centiemen.
1° Verslag dor laatste algemeene verga le
ring.
2° Verslag der werkzaamheden, ontvangsten
en uitgaven gedurende het jaar 1902.
3° Herlezing van eenige artikels van het
Reglement.
48 Mededeelingen.
Liberale Werkmanskring.
Op Zondag 15 Maart 1903, Luisterrijk
Avondfeest, ten 6 ure-stipt 's avonds.
Men zal opvoeren
1° Tony en Belleken, tooneelspel in een
bedrijf door Em. Van Goethem.
2° Een man ie trouwen blijspel met zang
in een bedrijf door H. Van Peene.
3° De soldaat van H Belgisch leger alleen
spraak.
4° Aux Ar mes blijspel met zang in een
bedrijf door J. JQueekers.
Voorbehoudene plaatsen aan 25 centiemen
zijn den dag der vertooning te bekomen ten
lokale Concordia van 10 tot 12 ure voormiddag
Krot krot króo....t
Lekkere króo....t
Menschen van Aalst, lastenbetalers,
ambachtslieden, arbeiders, medebar-
gers van alle gezindheden, we verwitti
gen u, we waarschuwen u.
Dit jaar is't kiezing, kiezing voor
de gemeente, en we verwittigen u, we
waarschuwen u, omdat de kleppers u
eerlang zullen verrassen met papieren
vol valsche beloften en valsche cijfers.
We verwittigen u, en waarschuwen
u omdat gij eeus omkijken zouit naar
de 30 jaren koteriebestuur en gij eens
zien zoudt wat al schatten, dat monster
heeft verslonden en nog wil verslinden.
Dorpsverhaal
door L. V. O. Onderwijzer.
4.
Jan Stevens was dronken te huis gekomen.
Klaas Stoppels, van Onkerzeel, zijn gezel,
had eeu goede zaak gedaan en hij had de
vrienden getrakteerd.... Jan hai niet kunnen
weigeren en zoo was 't gekomen.
Bella mocht het niet kwalijk nemen, 't Zou
niet meer voorvallen nooit meer Een dron
kaard wou hij niet zijn, zou hij nooit worden,
daar mag zij op rekenen. Hij had hen daar
voor te lief, veel te lief,... hij zag zijn twee
kinderen te gaarne... eu veel vijven en zessen.
Bella was ongerust, zij kon 't niet gebete
ren maar zij bad een bang voorgevoel.
Lammen lachte luid met hare vrees en haar
zuchtend hoofdschudden.
Menziel 1 voor eenmaal dat het voor
valt, hebt ge dat van zijn leven geweten
Een scheut of twee te veel en daar zit me mijn
vrouw met een gezicht als een begrafenismis
Hahaha menziel
Neen Lamme, neen, ge weet niet
Wat weet ik niet
Kent ge mijn vaders geschiedenis wel
Waarom vraagt ge mij dat
Ik wil ze u vertehen en dan zult ge zien
of mijne vrees herseuschim is I
Vader was een lijnwaadwever, knap en
schrander, werkzaam als niet een. Moeder
was een sterke, naarstige vrouw louter lief
de, louter goedheid 1 Ik en Jan waren hunne
't Verleden en het heden leeren u ge
noeg wat de toekomst wezen zal indien
de huidige kasbewakers aan 't roer blij
ven zonder nazicht of kontroo1. Herin
nert u
De leening vau 1886 200.000 fr.
1891 1.650.000 fr.
1896 300.000 fr.
1900 250.000 fr.
1902 J.250.000 fr.
1902 98.000 fr.
3.748.000 fr.
Bijna vier millioen franken, op 16
jaren tijd waarvoor we jaarlijks
130.000 franken
moeten afdoppen. Herinnert u dat de
laatst geleende som van 98.000 franken
uit onze zakken wordt geklopt, omdat
MM. Bethune en Gheeraerdts de ver
antwoordelijkheid niet willen dragen
van hun slecht bestuur, van hun plicht
verzuim eu van huune domheid.
Wij verwittigen u en waarschu
wen u weldra zult gij eeu papier
ontvangen (misschien zal het uitgedeeld
worden door de champetters) en daarop
zal onze Btad afgeschilderd worden als
een toekomend luilekkerland, er zal op
gegoocheld worden met cijiers en het
zal vol staan met logens.
Wij verwittigen u en waarschu
wen u de koteriemannen zullen u
gouden bergen beloven, en zullen u de
liberalen voorstellen in de zwartste
kleuren ^en in naam van godsdienst en
deftigheid zullen die schijnheiligen en
nalatigen u bezweren niet voor de libe
ralen te stommen, dia hun kiesbedrog
voor 't gerecht hebben gebracht, die
hunne knoeierijen afzweepen, die al
leen in staat ziju hun wanbestuur te
doen ophouden.
We waarschuwen u want vóór de
kiezing zult ge nog vele zulke krotpa
pieren ontvangen.
Maar indien de koteriemannen weer
alleeuheerschend gekozen zijn zult gij
twee kinderen. Het huisgezin was dus niet
groot; wij waren gezond en kloek, sober,
matig. Een band van grenslooze verkleefdheid
snoerde ons aan malkaar.
Was er geen overvloed er was toch welstand
in onze nederige hut en de menschen zeiden
Jefa en Nelen zitten er warmpjes in Eens
moest vader een groot stuk lijnwaad naar
Ninove dragen, 't Was een lentedag, 'k ver
geet het nooit. Er stonden mooie bloemen op
den Meirozelaar en de botvink bouwde zijn
nestjen in den mispelboom vóór het venster.
Moeder werd ongerust.
Wel, kinderen, zei zo, waar zou vader blij
ven, zoolang amuseerde hij zich nooit. Reute
lend eu preutelend kwam en ging zij.
We begrepen moedors gejaagdheid niet
wij waren immers nog kinderen ik was dan
10 en Jan 8 jaren oud. Wij speelden on joel
den maar voort, onbewust dat wij aan een
omdraai van ODzen levensweg waren gekomen
waar de vreugd iu sogrijn en het wel iu wee
zouden verkeeren.
Des avonds zaten wij te bidden vóór het
beeld der Lieve Vrouw dat op het kaskeu
stond, opdat de Albehoeder vader ongedeerd
terug leiden zou aan zijn haard,
't Was laat toen er op de deur werd geklopt.
Maar was dat vader die door moeder werd
binnen gebracht
Zijn pet verdraaid op zijn hoofd zijn blau
we kiel, altijd blinkend van netheid, beslijkt,
vuil. Hij zag ons zoo aardig aao, er was
schuim in de hoeken van zijn mond en ons
dacht dat hij er zwarter uitzag, met zijn stop
pelbaard, dan anders.
Hij kon de tong met moeite keeren en hij
zei
Jefa, niet meer gebeuren, weeLe-wel 1
na de kiezing andere steekboeldekens
ontvangen, met vermeerdering van tak
sen en vermeedering van opcentiemen.
Want vergeet het niet ondanks de
laatste leeningen, zijn de financiën van
Aalst in jammerlijken toestand, de
kliekmannen dio bijna vier millioen
leenden in 16 jaren en in denzelfden
tijd om ongeveer eeu millioen franken
eigendommen verkochten, zitten er
weer slecht voor.
Onderzoekt den toestand
Luistert niet naar de kliekmannen
alleen wie maar eene klok hoort, hoort
maar eenen klank leest nauwkeurig,
het voor en het tegen, overziet uwe
belastingsbriefjes, hebt gij ergens een
nieuw gebouw gezet, rekent uit wat gij
betaald hebt voor bijgangen, goten,
kasseien waarvoor de kleppers noch
tans de millioenen hebben geleend
waarvoor wij en gij zooveel moeten
betalen.
We waarschuwen u, Aalstenaaars,
laat u door de kliekmannen niet bedrie
gen, luistert niet naar hunne leugens,
maar maakt het vast voornemen, dit
jaar orde te doen heerschen waar er nu
wanorde is kontrool te doen uitoefe
nen waar er nu slordigheid en nalatig
heid bestaat rechtvaardigheid tot stel
regel te maken waar er thans niets an
ders is dan plichtverzuim en geknoei.
Dat ailes kunt gij bekomen door de
toepassing der Evenredige Vertegen
woordiging, door in October te
Stemmen voor de Liberalen
Lang voor Vastenaioud had het Bestuur
der Katholieke Harmonie vau Aalst onder
't Eerevoorzilterschap van don vromen heer
Woeste eu het oorzitterschap van den zeer
godvruchtigen heer Leo Gheeraerdts, burger
vader der siede vau Aalst, veelkleurige plak
brieven uitgezonden met grimmige figureu van
duivelsche vasteuavond.otten, waarbij em ie
gelijk werd verkon ligd dat iu het lokaal der
katholieke harmonie, met den Eerwaarden
Nelen geen dronkaard. Een zatlap zal hij
nooit ziju.... Susse van Takkers, een ouwe
keunis, weet e-wel sameu goloten altijd
vrienden geweestWe hebbeu er een
scheut op gezet Een is mij kwalijk beko
men onderweg schotsch geworden en geval
len.
Met er eens wel op te slapen zal 't gedaan
zij n, Jefa 1
Ge moet daarom zoo niet schreien, 't zal
mij nooit meer vootvallen Komt, kiude-
reu kom Bellaken, rniju rozekuopje, kom
Jautje, mijn hartedievek.n, geeft vader een
kus en ga rusten. Droomt vau moeder, vogel-
keus en zonneschijn vergeet vader, dat zal
zijn straf zijn en denkt nooit, nooit meer aan
dezen leelijken avond I...
Ach hadde vader ziju belofte gehouden
maar veertien dageu later was hij nog zatter.
Hij had getwist met andere drinkebroers en
hij vloekte nog bij zijn tehuiskomst.
't Werd hem weldra een gewoonte bij het
levereD van lijnwaad, op Zon- en heiligdagen,
soms iu de week trok vader naar de kroeg.
Hij sloeg wel eens het huisraad kleiu en
mishandelda moeder.
Geen zonnestraal tintelde er meer in ons
huizeken.
Geen liefdelied klonk, geen vreugdelach
glansde er meer.
Uit, 't was alles uit
Eeu avond in den Herfst, 't was een
als nu, en donker buiten als in een hol, keerde
vader niet weder.
Hij was in den vroegen morgend vertrokken
en moest omtrent den middag terug zijn. Wij
dachten hij is aan 't zuipen en ach, hij was
bij de Koniugsplank in de beek gesukkeld
en,.,, verdronken,..,. Men bracht zijn lijk
heer deken als beschermheer, een gemaskerd
eu verkleed bal zoa pla ats hebben den maan
dag van karnaval.
Wie zal er nu nog zeggen dat de katholieken
maar pijp^koppen zijn die 't plezier verafschu
wen eu den karnaval voor eene helsche iDstel*
ling houden. We zien reed3 van hier al die
kruisbrave kerkriddors met Woeste en den
heer deken aan het hoofd den eersten dans
openen, verkleed in jood, schareslhp en die#
meer met de kwezelkens der congregatie, ver
kleed in melkboennuekens, baronnessen of an
dere bezembind8ters gezamenlijk de polka
meezingende
Ho 1 ho 1 hoo Mieke Pijpekop
Heft de beentjes op 1!
Maar M. Woeste is niet gekomen, voor hem
is't alle dagen maskarade, Menheer de deken
was ook afwezig en de andere waren ook afwe
zig en de weinigen die er waren stonden daar
gelijk afgedruipte paaschbeestjes in een re
genvlaag ze keken naar de twee paren juffer-
kens maar de eene was van te hoogen stand
om met dezen te dansen en de andere was te
gemeen om doornummer twee gevraagd te
worden.
Meer jufferkens waren er niet. Oh, indien
het niet geweten werd, maar zij die niet geko
men zijn zonder het te weten en voortvertellen
en in de congregatie zouden er banden springen
over dat dansen
Zeg, kwezelken, wilde gij dansen,
Ik zal u geven een ei,
Wel, neen ik, zei dat kwezelken,
Wat peisde wel van mij
'k En kan niet dansen, 'k en mag niet dansen,
Dansen en is onzen regel niet,
Begijntjes en kwezelkens en dansen niet 1
Te Brussel of elders, a's 't niemand en zou
weteD, ja, maar hier. Neen z'en dansten niet
de kwezelkens en die dansen wilden, och zoo
stijf, och zoo vol komplimeuten.... Aan 't kon
trool ontvingen ze diep iu de 17 IraukeD.
'i Was dan ook ia het lokaal der Koninklij
ke, rijk gesubsidieerde Harmonie, dapper on-
geschept eu de dansers en danseressen kwa
men naar hst Bal in Concordia, gegeven door
de Symfonie Door Eendracht Groot. Daar
immers was er leven en gejoel, zoo oprecht
vroolijk, gezellig en uitbundig, dat hooren en
zien erbij vergingen.
Ta'rijk hebban katholieke heeren en juf
vrouwen het bal der SymfoDie bijgewoond an
zij hebben er zich niet weinig vermatst. Wel
nu we vra'en het hun hebben zij daar op
dat bal door de liberalen ingericht iets gezien,
dat afkeurenswaardig was in gelijk welk op-
Waar wij 't jaar te voren nog zoo hoog geluk
kig zaten, bleven we nu met onz# smart alleen.
Om zoo iets te begrijpen moet men dat be
leefd hebben.
Wat snerpende zielesmart baart zoo'n ramp
zelfs iu 't kinderharte en wat vreeselijke
herinnering laat zij na 1
Verstaat gij nu Lammen
't Is wreed menziel is 't wreed I.. Maar,.,
gij hebt mij dat nooit verteld.
Moeder smeekte ons nooit iets van ons
lijden aan vreemden te praten... 't Is de eerata
maal dat, die woorden uit mijn mond komen,
en moeder zal er ia haar graf toch niet om ge
stoord zijn, meen ik.
De menschen zeiden Nelen Stevens drinkt
zich wel dikwijls zat, maar hij blijtt toch
steeds een brave vent... Hadden de menschen
geweten wat wij in stilte verkropten, wat at
tranen wij plengden in die bange, eeuwen
lange avonden en nachten, toen vaders ge
touw stilstond of zijn leunstoel, bij den haard,
met uitgestrekte armen om hem bad.
De tijd had de wonden geheeld, hij had da
gedachtenis aan de droeve dagen van voorheen
min pijnlijk gemaakt. Maar als ik, twee ureu
geleden Jan zag binnenkomen, scheen het mij
dat ik vader weerzag en, ik kan 't niet gebe
teren, maar mij dunkt, dat er onheil, vloek
hangt over ons huis.
Hebt gy dat van ziju leven gehoord
bromt Lammen.
't Is misschien maar dwaasheid
'k Geloof het wel L... Hebben de kinde
ren
Neen, de kinderen waren slapen. Ik had
ze, toen gij naar 't scheer huis gegaan waart,
in de kuip gezet eu gewasschen.
Dau is 't wel 1
(Wordt voortgezet).
gga