BAASKE STEK
18de Jaar. Nummer 51 Zondag 2 Augusti 1905.
Bezit gij uw volle kiesrecht
't Luilekkerland.
Mon abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, Vrijheidstraat, 58 AALST.
Nee spe
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
nee metu.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs j ^°voor buiten j voorop betaalbaar
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
HET ARRONDISSEMENT AALST
n j Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen per drukregel
Reklamen 75 centiemen
Vonnissen op de derde bladzijde4 frank.
AALST 1 AUGUSTI.
Sedert eersten Juli wordt er nogmaals
op het Stadhuis overgegaan tot de her
ziening der kiezerslijsten voor 1904
1905.
De personen, die niet ingeschreven
zijn op de kiezerslijsten of die het ge
tal stemmen niet bezitten waarop zij
recht hebben mogen hunne rechten
doen gelden op het Stadhuis, van nu tot
31 October aanstaande.
Ziehier de bijzonderste bepalingen
betreffende het kiesrecht.
Om kiezer te zijn voor de Kamer
moet men op eersten Mei 1904 ten volle
25 jaar oud zijn, voor den Senaat 30
jaar, voor de Provincie 30 jaar en voor
de Gemeente 30 jaar.
Om ingeschreven te zijn als kiezer
voor de Kamer en den Senaat moet men
op eersten Juli 1903 te minste sedert
een jaar ten volle in de stad of gemeen
te verblijven voor de Gemeente sedert
ten minste drie jaar.
Hebben recht op eene bijgevoegde stem
Voor de gemeeutekiezingen, de kie
zers van ten volle 35 jaar oud op 1® Mei
1904 gehuwd of weduwenaar met hin
ders, ten minste J 5 franks persoonlijke
belastingen betalende aan den Staat in
de gemeenten van meer dan 10,000
zielen van 2,000 tot 10,000 zielen 10
franks in de mindere gemeenten 5
franks
Voor de verkiezingen voor Kamer en
Senaat is deze belasting vastgesteld op
ten minste 5 franks.
Voor de werklieden is het voldoende
dat zij een huis bewonen, welk voor ge
melde sommen als belastbaar aaagetee-
kend is op de belastingsrollen.
Hebben ook recht op eene bijgevoeg
de stem De kiezers, eigenaars sedert
door L. V. O. onderwijzer.
3. Baaske gaat uit vrijen.
Marjanneken Bloem van de Slest
Ziel van mijn hart hart van mijn ziel
Sterrevaa mijn liefdel Ontferm u, ontferm u
mijner 1... Ik bid n, zoet kind, open uw deur
ken laat Baasken u prangen op zijn borst en
tl kussen op uw rozenmond. Marjanneken I
zoet Marjanneken Een snuifken, een enkel
snuit ken en ik ben getroost 1
Een blafetierken werd opengeworpen, zon
der dat de duimkens schroefden in't geheng,
een vensterken opensgeschoven heel zacht, heel
stil, en een oud vrouwken, met het schoonste
guitengezicht vau de wereld, stak haar grijs
kopken naar buiten.
Baasken 1
Baaske sprong.
Ge vroegt een snuifken Hier...
O 1 wat zijt ge vriendelijk dezen avond
Marjan 1.. Atchie 1 't Is pepe Atchie I..
En Baaske proest, niest, blaast dat hij blauw
wordt tot achter de ooren I...
Dat is niet sch... 1 Atchie 1... Ik kom
u,..e... het hot m... ggg I.. maken, en gij
wilt mij een geraaktheid doen krijgen
Pep«r is vergif voor mij Daar zal ik geen
meusch van zijn de heele week. Atch 1...
Baaske neemt zijn neus lusschen duim en
wijsvinger en wringt en snuit dat het water
hem uit de oogeD springt
Marjanneken schatert het uit met haar fijn
lachje dat het een aard heeft en dat Baaske
kattekwaad inwendig griezelt.
eersten Juli 1902 van gronden of huizen
gevende een kadastraal inkomen van 48
Tanks. of van eene inschrijving op
het grootboek der openbare schuld of
van een renteboekje op de Spaarkas ge
vende ten minste eenen jaarlijkschen
intrest van honderd frank en bestaande
sedert eersten Juli 1902.
Hebben recht op tivee bijgevoegde stem
men
1. Dezen, die alle twee de bovenge
noemde voorwaarden van huisvader en
eigenaar samen bezitten.
2. Zij, die drager zijn van een der di
ploma's of getuigschriften opgesomd in
artikel 17 der wet van 12 April 1894
3. Zij, die een der openbare bedie
ningen vervullen of vervuld hebben die
een der openbare ambten bekleéden of
bekleed hebben, die een der beroepen
uitoefenen of uitgeoefend hebben, aan
gestipt in art. 19 van voormelde wet.
Zij die sedert eersten Juli 1902 eige
naar zijn van onroerende goederen heb
bende een kadastraal inkomen van min
stens 150 fr. hebben recht als eigenaar
op twee bijgevoegde stemmen voor de
Gemeente.
Niemand kan meer Jan drie stemmen
hebben voor de Kamers en de Provincie
noch meer dan vier voor de Gemeente.
In den tijd als de beesten spraken
was er naar den oostkant der wereld
een land gelijk er nu geen meer te vin
den is.
In dat land hoefde niemand te wer
ken, noch te zorgen voor kost oi klee-
ren, De straten waren er gelegd met
kandijsuiker, de bergen waren van cho
colade, in de beken en rivieren stroom
de wijn en champanje.
De verkens liepen met het mes in de
gebraden hesp over straat, boterham-
Verduimen nu heb ik u eens beet ge
had, he
Dat is geen kunst. Gij hebt mij onge
zond gemaakt ik ga heen
Wil ik u een tas koffie brengen
Neen, ik heb betere madecijueu in mijn
zak. Twee of drie slokken jenever zullen mij
wel opknappen I...
Marjanneken haar schelmenoogskens blin
ken van begeerte. Ei, ei, ei murmelt ze.
Goeden avoud, Marjanneken
Goeden avond, Baasken
Toch bleven beiden staan.
.Mag ik mijn pijpje komen aansteken?
Hm Dat ik zeker ware u gemakkelijk
buiten te krijgeu 1
Op eon half uur 1
'k Betrouw u niet veel
'k Verwed mijn flesch jenever
Ja, ja 1 oekte Marjanneken 1
Ze trok het blafetierken toe en sloot het
venster.
Baaske stond alleen op het hofgat.
De hemel was helder, blauw, diep. De maan
lachte vriendelijk de sterren blonken. De
bloemekens rustten. De vogelkens sliepen in
't groen van boomen en strnweelen. De mug
jes gonsden, dansten. Log fladderde de vle-
dermuisover bet hoppeveld. Onhoorbaar vloog
een uil, met uitgestrekte vleugels over het
dauwige weiland. In 't Noordoosten teekende
het gaslicht der hoofdstad zich af als een
groote brand. Een band bond blafte in de verte
en stoorde den kalmen vrede van den avond.
Zou ze mij laten schilderen misschien
Nu, 't is hier heerlik. De beurs is plat in
De Piot n zal men mij niet meer borgen
Laat ons mijmeren 1 en onder 't vensterken,
tegen het leemen muurken zette Baaske zich
neer Hij nam de tabak worst uit den zak,
sneed er een ferme pruim af en stak za in
den mond.
men hingen als blaren aan de marsepij-
nen boomen, honing en melk vulden
vijvers en meren, schoenen groeiden in
de weiden gelijk bij ons kampernoelien,
broeken en andere manskieeren hingen
aan alle pruimelaars; zijde, kant, mode-
hoeden, ooringen en armbanden in goud
en diamant bedekten hagen en strui
ken.
In dat land was het kermis van den
eersten dag tot den laatsten des jaars,
van 's avonds tot 's morgends en van
's morgends tot 's avonds van eiken
dag.
Maar... ja, kinderen, er was een maar
aan, want in den tijd als de beesten
spraken, hadden alle dingen ook al
hunne schaduwzijdeLuilekkerland,
was omringd door hooge bergen van
paardenbrood, zou hard als oene rots
en wie er in wou komen moest door die
rots een doorgang bijten.
Zoo vertelt grootmoeder aan de kin
deren tot dat deze inslapen en droomen
van honing en rijstpap den ganschen
nacht.
Maar Luilekkerland bestaat nog, het
is in onze nabijheid en wij hooren er
dagelijks van vertellen.
Dat Luilekkerland is Aalst
Daar stroomt de weelde alle spuiga
ten uit en komt u op straat te gemoet
geloopen.
Neemt dit boekje en leest.
Maar er staat niets op van Luilek
kerland.
Leest, luidop.
Stad Aalst, Verslag der stadsza-
ken.
Juist. Welnu de naam, doet er
niets toe. Aalst en Luilekkerland zijn
synoniem. Komt, we zullen samen het
boekje nazien. Alles is te Aalst opper
best, bestuur, zeden, onderwijs.
In Aalst moeten de menschen geene
belastingen betalen, de armoede is er
O dat Marjanneken 1 zuchtte hij.
Marjanneken had in zijn leven een rol ge
speeld, een rol 1...
't ls veertig jaar geleden Baaske was toen
een prachtige jongeling van vier eu twintig
lenten blond was zijn haar, blauw zijn oogen,
rood zijn wangen, breed zijn schouders. Hij
was het eenig kind gebleven vau welstellende
ouders. Zijn vader had de schoonste paebtoeve
van het dorp en ruim tien hectaren eigendom.
Boer Stek had zijn zoon in een der beste
onderwijsgestichten van de hoofstad geplaatst.
Hij leerde vlijtig, gedroeg zich wel eu be
loofde veel voor de toekomst.
Eens, hij was toen achttien jaar, zei hij
Pa, wat wilt gij dat ik worde
Maar gij moet kiezen Ik niet
- Mag ik biezen
Ja.
Welnu, ik kan het niet gebeteren dat
zit mij in het bloed maar ik wou u helpen op
de boerderij... Met u beiden wou ik leven.
God van den Heer dat doet mij pleizier
Pachterse haal een flesch vau achter de boter-
kuip.
In had het wel gedacht 't Was altijd mijn
innigste wensch geweest u op de boerderij te
zien, Mijn moeie hofstede aan vreemden laten
na mijn dood dat kou immers niet zijn maar
ik had mijn moeder beloofd u niet in den weg
te staau als gij studeeren wildet en die belofte
was mij heilig... We gaan er ons nu alle twee
eens mede bemoeiën 1... Sapper de sapper I
Ik ben weer vijf en twintig nu. De Stekken
zijn altijd landbouwers geweest van vader tot
zoon. Ja, warempel, dat zit in't bloed
men kan dat niet gebeteren 1...
Juichend kwam de brave moeder boven.
De kostelijke kristalen roomers werden uit de
kas genouien, met een wit ammelaken afge
stoft en vol geschonken. Nog nooit hadden zij
eestelijker met malkaar geklonken.
onbekend, scholen zijn er in overvloed,
de verlichting is er prachtig, ziekten
zijn er onbekend, de straten glinsteren
van reinheid, de volkswijken zijujuwee-
len, beken en rivieren zijn des zomers
met reukwater gevuld nieuwe werken
zijn begonnen om den welstand nog te
vermeerderen.
In Aalst wordt door hemelsche afge
zanten liefde en vrede gepredikt, bij de
overheden is valschheid en knoeierij on
bekend, alle inwoners worden even mild
bedeeld van hetgeen aan de gemeente
behoort.
Bij winterdag wordt er geen koude
geleden door de armen, geen gebrek
door de zieken, geen honger door de
kinderen, en dat alles zal nog verbete
ren De badplaats zal gevuld worden
met balsemwater, de stad zal bevrijd
worden tegen regen en onweer... Aalst
zal een hemel worden.., maar 111
Hoemaar...
"Wel, ja. Heb ik u niet gezegd yan
den beginne af dat alle dingen hunne
keerzijde hebben.
Ge gaat me toch niet zeggen, dat
ge om in Aalst-luilekkerland te gera
ken door eene rots van paardenbrood
moet bijten.
Nog erger, vriend door eene rota
van paardenbrood te bijten is nog te
beproeven maar hetgeen ons scheidt vau
Aalst-Luilekkeiland of zelfs van Aalst-
Ordentelijke stad is onoverkomelijk.
Wat is 't dan
Een afgrond, eene kas zonder bo
dem Daar spreekt het verslag niet van
omdat de onnoozelen geen geloof meer
zouden hechten aan al de beloften die
het bevat.
Het spreekt nochtans van over
schot.
Ja, maar die overschot ligt zeer
diep want de kas is bodemloos. Jaren en
jaren worden we gejaagd en getergd om
Drie dagen nadien reed bij met zijn koppel
paarden naar 't veld, ploegde, egde, rolde,
zaaide of had zijn hij leven lang niets anders
gedaan.
Boer Stek was gelukkig en recht in zijn
schik met zijn braven jongen en Lotte, zijn
vrouw, dankte God voor het sohoone lot dat
haar was toegedeeld.
En zij verstonden malkauder zoo goed.
Zei Mandus Ma, die of geen heeft een
schoon kostuum, dat is net 1 Seffens moest
Lotte weten hoe 't er een was. Ter smuig ging
zij naar Brussel en kocht er iets dat nog
mooier was.
Des Donderdags ging de boer gaarne naar
de markt van Hal. Als het nu gebeurde dat da
boter en de eiers door Brusselsche koopliedeu
te huis waren afgehaald en er niets te markten
was, werd toch in den morgend de sjees uit de
remise gehaald en de schoono blonde prijs-
merrie er voor gespannen.
Wat doet gij daar, Piet Ik rijd niet
weg.
Ja wel, Pa, antwoordt Mandus, die uit
den stal komt aanloopeu er zijn geen koeban
den meer.
Een andere maal is 't om den prijs der gra
nen te kennen dan om koolplan ten, dan weer
eens om raken. Dagels, vijzon.
Driemaal 's jaars was het teeat op de hoeve,
't Was op de naamfeesten van Baas Stek,
van zijn vrouw en van Mandus.
De held van het feest werd den avond van
zijn dag bestoken eerst door 't eigen volk, dan
door de knechten en meiden.
En boer Stek zei dan
Kinderen, morgen wordt er niet gewerkt,
gij wint dubbel loon en wij vieren kermis I n
Zes jaren vloden zoo been 1
Mandus was de vriend van elk, van oud en
jong, van rijk en arm.
(Wordt voortgezet).
mm