De Dochter van den Graaf LAATSTE BERICHTEN. feWnsch van Bambrugge aan al wie 't wil hooren nekeer vertelde... 't Is bij zekere Mochieus en Madamen de mode gewerren dat ze veel bonsour maken en in hun huizen Waar alles blinkt van goud, Ach vergeefs zult gij daar zoeken Naar hetkruisken, 't duurbaar hout HofStadc. wi,e datwe daar MARKTCN richten. Dan wasschen z'onzen bol als de gazet te laat uitkomt, bijzonderlijk te Den- derhautem. Daar zegden ze tegen den uit venter Maar jongen dat is geen Dage raad. 't is den akhiernoenraaü. Diep ge studeerde en gefondeerde klachtuitdruk king. Ja, in stoutem zitten felle collis. Met onze slotsaluwade bedanken wij van harte de menschen van 't stad die allen zonder uitzondering onzen propagandist zoowel hebben ontvangen toen hij om het bedrag der abonnementen kwam. Wij ver hopen, neen zijn zeker van z'oon onthaal bij onze goede boerkens op den En zeit hij mijn schoonste meubelstuk is het kruis in mijn huis. Te Iddergem, alom vermaard gewor den voor zijn deftige missie van meê den Januari, spreken ze nu van iemand die zon der toelating over den ijzeren weg ging, maar dat hij er wel van afgekomen is... 'k Kwam d'ander weke VOkegem vriend van iedereen tegen, en 't donderde en de man zei«als 't dondert op nen bloo- ten boom, is 't een teeken van weeken zo mer En sprekende van zekere kleingeesti ge kerremcllebollen van Makker heuren tijd, zouên ze te Ninove zeggen, op onze dagen wordt er veel gedaan en veel be knibbeld, maar zei Lares, den ouden man die in den bosch niet loopt, zal hem aan de breemen geen zeer doen, en gelijk Mieken Ladouma met heuren koffiepot het vertelde die geen tellooren draagt, zal geen breken De menschen van LEDE, te beginnen van aan Speckaert tot aan 't gehucht al over den vijver, roepen al te saam Nie mand ons goei zeden af te nemen, is er toe bekwaam. 11 Mengelwerk van De Dageraad. Neen, neen, zegde zij, zoo is het niet, integendeel; al onze kiacht ontwikkelt zich in deze vrije ruimte der Puszta. Terwijl de beide paarden thans iets kal mer voortdraafden, zagen Mathilda en Jaak, zich omwendende, dat Elisabeth en Geor ges hen weldra zouden inhalen. Mathilda, begon de jonge ridder weer, laat mij u eene vraag stellen. Wat moet ik vandaag doen om mijn vaderland naar behooren te dienen Met een vlugge glimlach, over het ge zag dat hij haar door deze woorden toe kende, antwoordde zij Wees moedig; dat is het levensge heim van den man. De moed in eene ver gadering is de broer van de moed op het slagveld. 't Is wel, zegde hij eenvoudig, ik dank u. Op hetzelfde oogenblik zagen zij ook Elisabeth en George, en den ouden Kouski, welke hen bijna ingehaald hadden en het vereenigd gezelschap naderde thans de steeds grooter wordende boomengroep, waartusschen eene beek kronkelde, en eenige minuten later konden zij reeds de eenige herberg onderscheiden, die als on der het gebladerte verscholen was. In 't ronde en in de verte, voorbij de boomen en op den heuvel, die zich achter dezelve verhiefjzag men eenige menschen- gedaanten, afzonderlijk of in groepen, zich naar hetzelfde middenpunt voortbewegen. Zij waren talrijk. Weldra konden onze jonge ruiters het geluid hunner stemmen hooren en onderscheiden, terwijl links en rechts in de vlakte nieuwe zwarte punten opdaagden, die allengs grooter wordend, altijd meer en meer naderden. Het was gemakkelijk te zien dat de ver- En blijft ge ru te Lede Nog wat te kijken staan, Zoo zult gij ons zien bidden Voor wij te slapen gaan Ze spreken daar" nog aan de brouwerij van M. Pierken De Nooze, dat het schoon om zien was van dien boqué van 't kinde ken van den chefEn a propos van chef de koeriers het zagen op de bermen van de werken van de statie t'Aalst, een machien op rijden, de grond zakken onder 't gewicht, de twee wielkens van de raillen af, en bijna g'heel 't kot omver.. Er zijn geen menschenlevens te betreuren. Te Moorsel op 't kruisabeel, waar Severien woont is er geparlassant geweest over de bloemkoolmannen van Aalsten ze zein dat zijn jannen op een jaar zoo sterk vereenigd doen ze goed werk En onze vriend Coen van Herder- sem is nog niet uitgesproken van de bloemkooldieven ze moesten ze pikken en straffen zonder meedoogendte knikken. Och menschen lief, wat is het schoou te wonen in eigen woon Daarom richt u tot de werkmanswoningen Eigen heerd is goud weerd. t'Aalst en te Ninove bestaat alzoo'n maatschappij die daarvoor zorgt De geburen der Werfkapelle zijn het eens om te bekennen dat hunnen kermis van jaar tot jaar verflauwt. Is er daar toch niemand om aan dien droeven toestand een einde te stellen Maar hoe hoe hoo ren wij zeggen. Te naaste week geven wij eenige middelen. Naaltcrt. (Van onzen bijzonderen correspondent). Don derdag verleden, zijnde O. L. Vr. Bood schap, heeft er eene belangrijke vergade ring voor de geitenboeren onzer gemeente plaats gehad. Op het dagorde stond er Voordracht door den E. H. Cobbaut. De voordrachtgever was vergezeld door den heer Baron Louis de 3ethune, den ieveri- gen voorzitter der 45 syndicaten van het arrondissement Aalst. Het volk is niet uit gesproken over de schoone voordracht. En het kan niet rflin Gedachten en vorm wa ren zoo geschikt dat de nederigste toehoor- gadering verscheide honderden sterk zou zijn. Weldra waren onze reizigers te midden der menigte. Afstijgende wierpen zij Kouski de teugels toe. De boeren van dit comitaat hadden, het begin der vergadering afwachtende, zich rond de herbergtafels geschaard, welke men had buitengebracht, en dronken met volle teugen den vroolijk makenden en kracht- gevenden hongaarschen wijn, die, zegden zij, vuur in de aderen stori. Degenen, die het meest in de nabijheid woonden, had den hunne echtgenoote meegebracht, en deze mengden zich in het gezelschap met dit gemak dat de Hongaarsche vrouwen kenmerkt. In een afgelegen hoek stond een groep boeren, welke zich van de anderen onder- i scheidden. Het waren de afstammelingen j dergenen, die door de hongaarsche konin gen, na de heldenoorlogen tegen Turkije tot den adelstand waren verheven en den roemrijken en zonderlingen naam droegen van edele boeren Nu en dan kwam oen edelman, ee kas teelheer tusschen hen doorgestapt, in eene kleeding en houding, welke hem met allen gemeenzaam maakte, terwijl drie of vier edelvrouwen aan den voet van een hoogen boom gezeten, Mathilda en Elisabeth op de hartelijkste wijze welkom heetten. De herbergier en zijne vrouw, die naar men zou meenen, de handen vol werk moesten hebben, zaten stil en rustig in de lommer, terwijl zij vrij hunne vaten lieten ledigen, overtuigd dat eene edelmoedige beurs die wel weer zou vullen. Het hon gaarsche volk kent zijne meesters. Gedurig werd de beweging grooter. Het gerucht vermeerderde in evenredigheid, en boven dat alles uit, hoorde men hier en daar het volksliedje Laat ons schenken den lekkeren wijn Laat ons zingen het vroolijk refrein God gaf het leven, God geeft den dood; Loven wij Hem in vreugd en in nood der de zaak verstaan moest en de anderen zich niet vervelen konden. Daarbij alles wat de spreker in zijne luimige en vriende lijke taal voorstelde, was vooral praktiek en zal hier de beste vruchten afwerpen. Het algemeen en daverend handgeklap, 'twelk op het einde der voordracht om zoo te zeggen uitbarstte, mag voor hem een be wijs zijn dat ons volk zijne zaak naar weer de schat. Namens de toehoorders roep ik hem toe Heb dank, heer Professor Nadien nam de heer Voorzitter Baron Louis de Bethune het woord en moedigde op liefelijke manier de leden aan te doen wat zij kwamen te hooren. Het syndikaat van Haaltert moet een der bijzonderste der streek worden Spreker dankte namens de leden den Eerw. Heer Pastoor en den heer Burgemeester, alsook de bestuurleden voor hunne aanwezigheid. Na eenige woorden van dank aan de sprekers door den Eerw Heer Pastoor toegestuurd, werd de vergadering in volle voldoening en vreugd gesloten Leve onze Geitenbond hebben, Wannes hoe is 't, jongen Ei goed, Mren. En met den Dageraad Ha, 'k heb mij dees week laten abonneeren 'k wil hem weke lijks te lezen krijgen, want daar staan voor ons veel nuttige dingen in. Da's goed, Wannes, en alle boeren, werkmans, en staatsbedienden die op Hofsta zoo talrijk zijn, zouden uw voorbeeld moeten volgen, want 't is ter verdediging hunner belangen dat de Dageraad optreedt. Wie uehertigt zijn belangen Naar belang steeds zal verlangen. Maar, Wannes, hoe is 't met de drie slachtoffers der vrouwen-bataille in Bab belaar, zijn z'al genezen Of zoo goed toch fleus kunnen ze weer 'n bataille slaan. En met dat manneken dat daar zoo contrarie geschupt werd door een zij ner speelkameraadjes? Ha, de Patriote schreef d'ander week, dat het manneken overleden was, doch de gazet was slecht Anderen, die meer door vaderlandliefde bezield waren, hieven een oud oorlogsge zang aan Het vaderland roept: Zeg, hoortgtj die stem Langs wieg en langs grat dreunt zij sterk. Zij wekt mijnen zoon en reeds scherpt hij het zwaard, Mijn vader hoort ze onder zijn zerk. Eensklaps sprong alles recht. Het oude dierbare vaderlandslied werd aangeheven. Dat was de opening der vergadering, welke zoo groolsch en plechtig beloofde te zijn. Na het einde der strophen hoorde men den kreet Eljen Eljen duizendmaal herhalen. De mannen wierpen of zwaaiden hunne met bloemen versierde hoeden in de hoogte, de vrouwen klapten in de han den en langzamerhand naderden allen het middenpunt der vergadering. De hoofdmannen waren weer te pcerd gestegen, zoo als dit het gebruik was en hadden toen plaats genomen op eene ver hevenheid, vanwaar zij het geheele plein overzagen. Zij rangschikten zich in cenen kring, in houdingen, die aan de pleclni^- ste beraadslagingen van de Rakoss herin nerden en de oudste onder hen, een man van rond de vijftig jaren, nam de eerste het woord. De spieker, die met zijn avontuurlijken geest gemakkelijk aan de ophitsingen der Pruisen had gehoor gegeven, predikte den opstand tegen Oostenrijk, terwijl hij tevens de slechtste dagen van 1849 herinnerde en de Magyaren poogde mede te sleepen. Eenige der aanvoerders schenen zijne redeneering bij te treden en het licht ont vlambare volk had slechts een teeken noo- dig om zijne gevoelens in den eenen of anderen zin luidruchtig uit te drukken. Jaak merkte het gevaar. Hij wist dat dergelijke denkbeelden in geheel Honga- rië begonnen wortel te schieten, dat er zelfs proclamatiën in dergelijken geest af gekondigd en aangeplakt waren. Hij dacht ingelicht; gelukkiglijk is zijn toestand tot hiertoe redelijk goed. Zooveel te beter. Men schupt en stampt steeds onbedacht Gaat 't kwalijk men heeft 't niet verwacht. Dag, Wannes, - Salut, Mren. Wij vernemen van hoogerhand dat de bareel in d'Eeckhout behouden blijft. Wie was er den duk op den Kamdries, omdat hij afkwam met ernstige voorstellen, die daarom nog niet aangenomen worden? Op 't dorp klagen ze geweldig dat de kiekenbroei zoo misluktdat komt naar alle apprentie uit het koud en slecht sei zoen, zei Jef, en die weet het zitten zulle. Zondag avond kwamen wij Sooi uit 't Veerhuis tegen Dag Sooi, wat klarinet draagt ge daar onder den arm Wel, heel simpel mijn diploom der veestallen 'k kom van Aalst van 't Landbacomiese. Wij hebben gehoord dat er t'Hofsta veel zulke diplooms gekomen zijn alia, pro ficiat dat is vooruitgang, ook De landbouw is eene nijverheid Van allereerste noodwendigheid, Daarom moet worden uitgebreid. AALST, 20 maart - Eieren de 25 2,25; boter 99 tot 103; aardappelen 7,00 8,Q0; viggens 55 a 65't koppel; Ajnin per 100 kilos 38,00; roomboter 3,40 de kilo. VEEVOEDERLijnkoeken 20,50. Kool zaadkoeken 19,25 (per wagen). Lijnzaad- meel 21,00. Katoenmeel 18,75. Gruis 00,00 Lijnzaad voor voeder 31,00. ANDERLECHT. Varkens te koop ge steld 2708, aan fr, 0,86 tot 1,00 Beesten te koop gesteld 1777. Ossen, aan fr. 0,80 tot 0,98 stieren 0,60 tot 0.88 koeien. 0,52 tot 0,78. Kalveren te koop 987, aan fr. 0,86 1,00 1,15. Gent, markt van 20 wn27 maart 151 ossen, 0,67 a 0,92. 169 koeien 0,64 a 0,85. 157 kalveren 1.15 a 1,36. 1388 var kens 0,88 a 0,96. Paardenmarkten in April Brussel 13; Binche 16, Ciney 1 en 25; Luik 19; Tongeren 8; Fosses 12 en 24. een oogenblik na en het scheen hem toe dat iemand hem in het oor fluisterde Wees moedig en voorzichtig Hij bracht zijn ponrd drie stappen voor uit en nam het woord. Zijne verhevene, krachtige aanspraak droeg den stempel van vaderlandslievende gevoelens, en was tevens doordrongen van een wijs oordeel en helder vooruit zicht. Hij zette zijne landgenooten aan, de vertrouwende stem van hunnen keizer te aanhooren, moedig de wapenen tegen Pruisen op te nemen en door dien moed zelf, door de diensten aan Oostenrijk be wezen, het Hof van Weenen te dwingen aan de wettige eischen der Hongaren ge hoor te geven, dit is te zeggen, het konink rijk van Sint-Stephanus te herstellen. Zoo alleen zou men keizer Frans Jozef overhalen, zich de koningskroon van Hon- garië op het hoofd te laten plaatsen en het land eene vrije regeering te geven. Zijne welsprekendheid maakte indruk en de meerderheid scheen reeds naar zijne meening over te hellen. Maar andere sprekers redeneerden in tegenovergestelden zin. Zij spraken van opstanden, weerwraak. Jaak zag de oogen van verscheidene opperhoofden schitteren. Het waren die, op welke de verleidende taal der oproer- stokende pruisische zendelingen te veel vat had. Hij gevoelde dat zijne poging zou schipbreuk lijden, indien hij niet eene sterkere stem dan de zijne ter hulp riep; hij hoopte dat de naam Balero, wiens moed en-vaderlandsliefde door iedereen gekend was, voldoende zou zijn om het vraagstuk op te lossen. Doordrongen van dit gevoel, gaf hij zijn peerd de sporen en naderde door de me nigte tot Mathilda. Kom spoedig, fluisterde hij haar haastig toe; wij hebben u dringend noo- dig. Verdwaalde geesten willen ons nieuwe gevaren op den hals halen. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1909 | | pagina 3