Onderwijzersbelaugen De Belgische Hoppeteelf bedreigd Koeien Links en Rechts Aan elk de beste groeten. D'eerste communiekantjes zijo zondag, voor wat het weder aangaat, dboiMfoog van eene naaide gekropen, 't Heeft nogfel wel overgehouden. Swijler.s dat ze 's noe- nens aan 't berd zaten heeft het een 'wei nig gejabberd, en daarmee amen. Tenzij 's avonds, maar dan waren de meeste vi sieten gedaan. Freer van aan 't verbrand Hof zei alzoo heel flegmatiek ga-de-weg De vrouwen hebben'nen schoonen dag.» En er is iets af. De luxe, menschen, de luxe 't Is eene kwade beest. Elkeen doet om het meest en den eenen voor den anderen, 't Ware beter dat men wat meer voor de ziel van het kind zorgde, dan het te doen opstaan van 's nachts ten 2 ure, voor zijne krolle- kens te leggen. En dan verschieten die ouders als hunne kinderen 16 jaar zijn dat z'er niets meer aan te rettetfetten heb ben. In 't zuiden van Holland zijn er ge meenten en steden, waar al de eerste com muniekanten 'tzelfde gekleed zijn. Dat is heel wel. Maar zou 't men niet kunnen uit vinden, dat de mameeren ook op uniform gesteld worden Want die zijn soms nog slechter op dat gebied dan de kinderen zelf. In Aalst was er dees jaar eene moeder, die de kleermaakster deed komen, om haar en haar dochtertje de maat te nemen. Na een uur parlesanten over dit festonsken, en dat enterdeuken en ginds plisséken, trok de dienares van St-Maurus op, en... men had vergeten van 't kleed van den eersten communiekant te spreken, 't Was dan dat de vader, vol koleire zeiVrouw, spreek nu toch eens van ons kindj ook. En eene andere madam zeials de kof- feur mijnen froufrou niet komt leggen, ga ik niet mee naar de kerk. 't Waar' beter dan die gril en kwint Zoo d"ouders met hun lieve kind. Naar 't voorbeeld hunner goede vadren .Men d'heir ge Tafel ook zag nadien. Het doet ons genoegen de E. H. Ghee- raerdt, onderpastoor te Bassevelde, is pas toor benoemd te Ressegem. De goede her der is geboortig van Middelburg. De Dage raad wenscht hem heil en zegen in zijne nieuwe bediening. Onze correspondent van Denderleeuw laat ons weten dat hij op den trein heeft hooren zeggen, alsdat landbouwer De Backer uit de Huysegemstraat aldaar, die over eenige dagen naar het gasthuis van St-Jan te Brussel werd gedragen ten ge volge van nen val uit zijn fotuurken, daar zijne paarden op hol gingen, is overleden. De brave man ruste in vrede. En te Ninove waar de vakbeweging zoo traagjes maarzeker in voege komt, daar hooren wij zeggen op 't Statieplein van 't werkvolk uit de Ninovite dat het wat beter is met Cyriel Van Miejfhem, die over acht dagen zijne twee vingeren afdraaide in eene fabriek. t'Aalst is er eene taxe van 25 franken op de spreekmachienen, de ottomatieke orgels, de aristons en herophons enz. geheven. Daarvoor mogen ze alle Zondagen van 5 tot 10 uren draaien. Wij zijn benieuwd dit reglement te zien in voege komen. Volgens ons moest men dat eens beter overlegd hebben. Wij zullen 't afwachten, zei Kardo en den bleek vloog vol roet. 't Is een vuig en laag gebroed, die een weerloos dier misdoet. Te Oultre, zegt ons dees week een onzer abonnés, heeft men bij Mandus Steppe eene geit gestolen, 't Minste van dat maar men heeft het arme beest op eene wreede wijze afgemaakt en in 't veld laten liggen. In een sterfhuis te Ninove werd eene aanzienlijke som geld ontvreemd, men spreekt van verscheidene duizende franken. Er hebben bijkanst groote malheuren ge weest, met den trein die 's avonds om 6 uren uit Aalst naar Gent vertrekt. Omtrent Kerrebroek is de keting afgeschoten en 't machien was partenza met de twee eerste wagons in volle charge. Subiet werden al de signals toegedaan en alle accidenten waren van kant. 't Eenigsté fS'öat het stuk cbnvoi dat was blijven staan slechts twee uren nadierf'op zijne bestemming is ge raakt. Wij bedanken Prosken van 't Steentjen vóór zijn abóftnement. Daar is eene cigaar aan vast als wij op'nen Maandag morgend naar Lede komen. Aan den vriend Van Hauwermeiren, laten wij weten dat zijn gevraagde is ingewilligd. Wij verhopen goede tijding. Daar zijn wij op 't einde der octaaf van O. L. V. Boodschap, 't Kapelleken kermis had dees jaar in 't bijzonder hoegenaamd geen uitzicht van feestelijkheid meer. Wat gedaan om den vroegeren luister daar wat op te beuren Eerst en vooral de vlag uit steken aan de Kapel, en als z'er afwaait z'er opnieuw ophalen eene nieuwe tent plaat sen, waarvan er reeds gesproken werd se dert de andere verdwenen isde offerande der gebuurte voor 25 Maart weer inrichten; de plechtigheden door strooibriefjes, niet alleen in de gebuurte, maar de gansche stad door bekend maken in al de kerken en kapellen van Aalst de diensten verkon den, en plakbrieven sturen om uit te han gen in al de tempels van 't omliggende, zelfs gansch Vlaanderen door. Wij herin neren ons, dat wij een jaar of twee geleden in St-Gudulakerk waren te Brussel, en daar hing een plakbrief der vermaarde ganging van O. L. V. ter Muren, te Erembodegem. 't Is hoog tijd dat men hier handen aan steke met het oog op het grootsch Jubilé van het jaar 1913. Voor O. L. V. ter Druiven Laat vlag en wimpel wuiven Haar heerlijk beeld De smarten heelt Van deze die haar eeren. Dit moeten onze kindren leeren. Daarom te naaste jaar iets puik Naar oudvaderlijk gebruik Wel marintika, wie dat daar is! Blozend lijk een bellefleurken Opent Melia ons deurken. en ze brengt ons een koppel duivenjongs- kens, omdat wij haren Gieden zijn geld van den troep deden afkomen. D'erkentelijk- heid is groot bij ons boerenvolk en bij den werkman. Men zal er mee lachen en 't is nochtans zooEr is nu spraak van Dirk Martens te verplaatsen. Waar er mee naar toe vraagt iedereen. Men is 't nog niet wijs. Is 't waar, zou dat nogal geld kosten Zoo ja, dan vinden wij dat er nuttiger werk kan verricht worden. In 't kort krijgt men t'Ottergem ons bezoek. Maar wij wachten tot na den vas ten, dan kunnen wij beter een stuk uit de kuip entameeren. Tot de naaste week, als 't God bdidt. Bofstade. °"s boerkes klagÖ^en met reden, over den slechten uit- komenden; en inderdaad, wij zijn nu reeds in April, en toch wil hei weder niet meê. 't Zal beteren, zei Majoor, als men tijd heeft van wachten. En zelfs April Doet wat hij wil, Wat Maart niet wil. Dat doet April. De landbo.iw-maatschappijen gaan hier goed vooruit; en er moeten er nog bijkomen. Alle zondagen is 't ieverst ver- gèering van; verleden zondag was 't van de verkensverzekering, in de Patronage. Schoone instelling voor onze brave werklieden, die een zwijntje houden;... door 't betalen ee- ner kleine premie, worden zij gansch schadeloos gesteld in geval van sterfte van het verken. 'nen Boerenzoon van Babbelaar vraagt mij op verzendekensdag, hoe !t ge- passeerden zondag afgeloopen is in de Melkerij en 'k antwoordde alzoo't Is Mr Arthur; maar om uitleggingen over practische en théoretische boter, dat hij daarvoor beter was bij een landbouwkun dige. Wat is al te gewaagd. Dat is te veel gevraagd. In 't kort, bijeenkomst der kraaiers 'tHoeksken. In eene petitie aan de Kamers gericht, wijzen de onderteekenaars erop, dat het Engelsch Gouvernement van zin is, dé wet van 1861 toe te passen, volgens welke alle de vreemde balen een opschrift moe ten dragen, de afkomst, met den naam der streek, en het ruw gewicht van iederen baal aanduidende. De planters zeggen, dat, indien zulk een maatregel aangenomen wordt, zij zouden verantwoordelijk staan voor de hop die bij den hophandelaar gedroogd, gesolferd en in balen geperst wordt. Zij vreezen dan dat onze hophandel met Engeland, die tegenwoordig 720,000 kilos 's jaars gemiddeld bedraagt, in die voorwaarden heel en gansch in den grond geboord zal zijn. De onderteekenaars verzoeken het Gou vernement om bij het Engelsch Staatsbe stuur aan te dringen, opdat die maatregel niet zou doorgaan. In de zunne lipgen hunne lange leden, log en moe; ea ze rekken en ze strekken, en ze doen hun oogen toe. Ziet hun vellen blakrend stellen zwart op wit, en rood op groen; en zij, koeien, stille loeien van genot, als koeien doen. Zoo, aan 't doornen en aan 't droomen, liggen zij daar in het gras, waar hun vlekken bloedig blekken tusschen'tgeel-geschroeid gewas André Van Ackei. LACHKRUID Overtuigend. Zijt ge wel zeker, vroeg een heer aan de kindermeid, dat de kleine de geldstukken heeft ingeslikt? Ja, mijnheer, heel zeker; ik wed, als ge hem schudt, dat gij ze zult hooren tegen elkan der klinken. Een.t vrouw die dag en nacht bij haren doodzieken man had gewaakt, voelde zich eindelijk door den slaap overrompeld, maar had toch nog het besef om tegen haar ster venden man te zeggenJan, ik val in slaap, als ge sterft, roep mij dan. Ongetrouwd blijven moet toch schrikke lijk zijn voor een vrouw zei Mr Snugger. Ja, zei madam. Zie maar eens met wat stommerikken zij zich verbinden, om maar getrouwd te geraken... Snugger krabde eens aan zijne kin en... zweeg. Een dienstmeisje valt met een blad vol glazen van de trappen en heeft zicfi ook bezeerd. Mevrouw komt verschikt bijge- loopen en roeptWat is er nu weer gaande Het meisken, al huilende Niks, me vrouw, alles is liggend. 'nen Haas! Hewel Mieken, heeft uw vent nu al werk Och ja, Stanse, hij moest iets gere gelds jiebben. En hij windt nu de penduul op, in de groote fabriek. En dat gaat hem Och ja; maar hij zegt dat het zou moeten een penduul zijn, die maar alle maanden moet opgewonnen worden. Niet tegenspreken. Een oude heer was zoo ziek, dat de doktor aan den op passer bevel gaf, den zieke wel in te vol gen en hem in niets tegen te spreken. Ik geloof dat het best ware dat ik maar stierf, zegde de heer. Ik geloof het ook, menheer, zegde de oppasser droogweg. Gewroken. Van Zon, die nog niet lang getrouwd was, begon op zekeren noen te grollen, omdat 't eten niet naar zijn smaak was. floor 'ne keer,zegt de vrouw, als 't u niet aanstaat, moet ge 't niet eten; ge'n zijt gij immers met geen kokes ge trouwd Korten tijd nadien wordt het vrouwken 's nachts eensklaps wakker en meint ge rucht te hooren... Ze wekt haren man en zegt dat er dieven in huis zijn. Hewel, zegt Van Zon, ga dan maar eens zien, g'en zijt gij, jandorie, met gee- nen nachtwaker getrouwd Hoort liever wat de heer Siffer, thans dienstdoende Burgemeester te Gent, den 14 September 1906, op de betooging ter eere der ontslaggevers van '79 in Mcchelen sprekende, zegde Gij zijt de helden van den Schoolstrijd geweestgij zijt de vaders der overwin ning, waarvan wij heden nog de vruchten plukken en in het verschiet den toekomen den bloesem begroeten. Gij waart de ziel van de schoolbeweging, de spil waarrond zij gedraaid heeft, en zonder uwe kostbare en onontbeerlijke medewerking ware het geloof bij velen voor goed begraven ge weest. De katholieke partij dankt U het jongere geslacht van heden, dat ons voort durend de overwinning geeft, en het jon gere geslacht van morgen, dat onze reserve zal zijn voor de strijden en de overwinnin gen in de toekomst. En de heer zoon Verhaegen, in zijn werk De Schoolstrijd Het zijn de wakkere strijders van '79 die van onze partij ge maakt hebben wat zij is Het zou ons natuurlijk al te verre leiden, moesten we hier al de loftuigingen aanha len, welke ter eere der ontslagnemers wer den uitgesproken en geschreven. Evenzoo willen wij maar liever de be loften verzwijgen, welke tijdens den onge- lukkigen schoolstrijd en later ten hunnen voordeele werden gedaan door de vroe gere en hedendaagsche leiders en hoofd mannen van de katholieke partij. Herinneren wij enkel de gedenkwaardige woorden, door wijlen den heer Malou-za- liger, ter kamerzitting van 7Februari 1880, in antwoord aan den destijdigen aanvoer der onzer tegenstrevers uitgesproken Ons programma ligt in deze woorden: Afschaffing der schoolwet van 1879 Eene tweede taak zullen wij moeten volbrengen. Wij zullen in de maat van het mogelijke de ONGERECHTIGHEDEN herstellen die gij hebt gepleegd. En weest er zeker van, en dat ai uwe SLACHTOFFERS het we ten, wij zullen er niet aan te kort blijven.» En wie zou durven beweren dat onze vrienden in de maat van het mogelijke de hoogerbedoelde ongerechtigheden op wet gevend gebied hebben hersteld Hoe komt het dan, dat de ontslaggevers van'79 voor de verhooging hunner jaar wedden, voor de berekening van hun per soonlijk pensioen, en het meerendeel voor de berekening der pensioenen van weduwe en weezen, hunne vroegere aangeworven rechten thans nog onherroepelijk schijnen verloren te hebben Neen, neen, voor de herstelling der on gerechtigheden, ten nadeele der ontslag nemers gepleegd; voor de verdediging der belangen van de wakkere strijders, die onze partij gemaakt hebben wat zij is voor de vaders der overwinning heb ben onze katholieke wetgevers noch ooren, noch oogen. Wel integendeel, de liberale bureelratten in 't Ministerie van Kunsten en Wetenschappen schijnen er een gelief koosd stieltje van te maken, al de vragen en grieven, van een dier slachtoffers uit gaande, hoe gegrond soms ook sma delijk en ongenadig van de hand te wijzen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1909 | | pagina 2