VaderlaLdsche Geschiedenis Uit de vier Winden Onder één banier. Vierde Veldtocht (einde.) Zoodra Cesar den akeligen toestand van Cicero vernam, zond hij aanstonds ruiters naar de kwartieren van Crassus, Fabius en Labienus, met het bevel van hunne legioe nen op te leiden en te vereenigen. De twee eersten bevonden zich op de aangeduide plaats. Labienus echter deed overseinen, dat hij zelf in de klem zat en zijne verschansing niet mocht verlaten. De veroveraar bezat dus slechts eene krijgsmacht van 7000 man voetvolk en 400 paarden. Niettemin, steunende op zijne eigene kracht, rukte hij dapper op naar de streek der Nerviërs. Een briefke werd voorop gestuurd naar het adres van Cicero. Het was geschreven in 't Grieksch ten einde, in geval van onderschepping, de Belgen onwetende te laten cn het luidde zoo Cesar aan Cicero moed Die tijding werd op eene zonderlinge wijze aan den man gebracht. De rijder, die er mede gelast was, rolde het papiervel om eene spies en slingerd^deze over de ves ten. De pijl bleef haperen aan een houten toren van het kamp. Alleen twee dagen later ontdekte men de werpspies, en terzelfder- tijd raadde Cicero de komste van Cesar, aan den rook van naburige gehuchten die in de vlammen tot puin vielen. Toen verlieten de belegeraars het bijna uitgeputte winterkwartier der Romeinen, om Cesar te gaan bevechten. (1) Hiermee was deze laatste zeer in zijn schik, want nu kon Cicero eindelijk adem halen en hem uitleg sturen over het gedrag van den vijand. Cesar was tienmaal min talrijk dan de Belgen, maar hij had voor hem, den krijgs list en de gunstige ligging. Hij legerde op een hoogte, waar hij een kamp had doen bouwen, zoo klein en weg gedoken, dat het maar een duizendtal sol daten scheen in te houden. Dan zond hij een handvol ruiters naar beneden, in de richting der Nerviërs en Eburonen, wier benden zich in de vlakte ontvouwden. Dat alles was met vooruitzicht gedaan. Bij de minste beweging van den vijand veinzen de uitgezonden Romeinen eene groote ontsteltenis en ijlen terug naar den heuvel. Dan beginnen zij daar zoo koortsig aan hun nietig kamp te arbeiden, en loopen zoo dwaas dooreen dat de Belgen in de verte aan eene volledige paniek geloofden. Juichend bestormt nu de bedrogen vij and den heuvel, en waant zich reeds ver wonnen... Plots gaan al de poorten van het kamp open en spuwen met volle monden ruiterij en voetvolk op de verraste aanval lers. Wat een gewoel De Belgen zijn overmachtig in getal, maar overrompeld en verpletterd, ontwaken zij nu als uit een droom, en bieden geen weerstand. Zij doen hun oogen open als het te laat is, en sneuvelen met hoopen, of vluchten zoo snel en zoo ver als zij kunnen. Cesar bij gebrek aan manschap, achter volgde hen niet lang. Zoo eindigde de vierde veldtocht, die opnieuw een bloedige zegepraal was voor den veroveraar. Voortaan, niettegenstaande menige nieu we poging tot opstand, lag ons land ge bonden aan Rome, en voelde dagelijks de ketens steviger knellen. De koene Arnbiorix, vervolgd door Ce- sar als een wild beest, geraakte over den Rhijn en verbleef in Duitschland. De triomf van den Romeinschen tyran was volledig. Rome kroonde hem, maar pas zat de goddelijke Cesar op den troon of hij stuikte er af, doorkorven met dolk steken, ten jare 44 vóór Christus. Junior. (I) Die beweging der Belgen was uiterst onvoor zichtig en gansch in hun nadeel Doch zij was niet te wijten aan Ambiortx Ambiortx zal het bevel niet gevoerd hebben over dat leger van bondgenootenmen was op Nervischen bodem derhalve zal het een Nervier geweest zijn, dat is te zeggen, een jongeling die de wet gaf.David. We mochten wij d'ander week nog al wel spreken van zomersche dagen te krij gen 't Weêr is en blijft al zoo zuur als azijn... Men zou waarlijk zeggen dat 't weer boos is op de menschen... Maar alla, April rijmt met gril, en een oud spreekwoord zegt De meertsche maan en aprilsche wind. Schendt menig schoon kind. Bericht aan het teêr vrouwelijk geslacht. De pagadetjes zijn toch zoo geerne schoon! Maar, waar het meeste deel bijzonder fier op zijn, dat is op hunnen ouderdom; g'en zult nog niet gauw weten, hoe oud ze juist zijn, voornamelijk wanneer ze wat begin nen te tellen Van 't vrouwvolk sprekende, onze lezers herinneren zich nog wel dien Biver, die daar te Brussel zijne vrouw vermoordde, om te kunnen trouwen met een madolje, waarmeê hij reeds leefde op zijn Bebelsch; dien kadé was daarvoor veroordeeld totter- dood en was nog zoo onbeschoft van te durven in beroep gaan... Maar z'hebben hem dees week geleerd wat de kaak van een schorre kostEeuwigdurenden dwang arbeid, menheerEn zoudt ge 't toch willen gelooven, dit serpent heeft daar dur ven komen, als getuige.... Ze moesten haar ook voor eenige jaren in de doos gelapt hebben En 't is nu toch zeker dat 't vuilblik Steinheill voor d'assisen zal verschijnen, als moordenares van hare moeder en haren echtgenoot.... Hoeverre men toch geraakt door de slechtleverijWanneer 't geloof in God weggaat en de hoop op een ander leven, dan blijft er niets over dan te leven als redelooze dieren... Nu zeggen ze dat madam Steinheil begint te dreigen in haar gevang, dat er nog ander banden zullen van de kuip springen Wie weet hoeveel groote mannen er niet al ongemakkelijk zitten Maar wij denken dat het zoover niet komen zal, dat ze vroeger dat fijn vel zullen zot declareeren en in 'teen of ander gesticht opsluiten.... 't En is maar ons ge dacht, zie-de't. In Frankrijk leven ze waarlijk in 't land van belofteNauwelijks beginnen de Parisiens hunnen kop te rechten, ontslagen van de werkstaking der post- en telegraf- bedienden, als er een andere gtève is uit gebroken, onder de knoppenmakers van Méru, in het departement Oise... Maar ze zeggen dat dees gasten er met den ruwen borstel doorgaan... Dees week hebben ze geweest dat ze met heele benden de wo ningen overvielen, zelfs bij den socialisti- schen burgemeester werd alleskorten klein gerammeld.... Wat zullen wij zeggen Lang genoeg hebben ze daar de werklieden de ooren volgeblazen en den kop zot geraasd over allerhande dwaze begrippen van Vrij heid, Gelijkheid en Broederlijkheid, en van den hemel hier op aarde En nu, van als vele dier gelukzoekers, langs den rug der werklieden tot hooge plaatsen geklommen zijn, nu zou men dat volk met geweld wil len onderdrukken. Maar dat gaat zoo ge makkelijk nietMet een ongeloovig volk doet men niet wat men wil... Bijgevolg, ze moeten er nu maar de gevolgen van dra gen Er staat immers geschreven Die wind zaait, zal stormen maaien. Daarvoor moet ge toch ook kop op hebbenTe Luik is 'nen officier van 't leger aangehouden, en 't is dan nog 'ne luitenant-kolonel, onder betichting van ver- valsching in de boeken; hij was gehecht aan den dienst der bevoorrading van 't le ger, 't is te zeggen dat hij moest zorgen voor den knabbel der soldaten van den troep.... Wat zou daar nu achter schuilen Zou zijn prée te klein geweest zijn Zulke mannen trekken pertang een grooter solde als 'ne simpele piotEen oude waarheid is 'tHoe meer men heeft, hoe meer men hebben wil Gaat dat spel daar weer herbeginnen! Te St Petersburg, in d'hoofdstad van Rus land is eene groote revolutionnaire inrich ting ontdekt, in verscheide huizen is aller hande schietgerief aangeslagen. In eene zekere woning werden de bewoners aan gehouden, benevens al de personen die er naartoe kwamen. Er waren zelfs officiers van 't leger bij... En zijt ge dan Keizer in zulke landen 'k Zou er mijn kat van spre ken Die Nihilisten hebben daar al aar dige perten uitgesteken.... NihilNiets Noch God, noch MeesterWat willen die krawatten dan Och, dat is in Rusland gelijk bij ons en overalEenige luie vette- rans, die vies zijn van 't werk, die zeggen 'k ben liever lui, als moeiis lui-zijn leelijk, 't is toch gemakkelijkEn met dat inzicht maken die rekels de onnoozele dutsen op; en eens dat die vetbollekens goed Jvast zitten en hun doel bereikt hebben, dan ste ken ze den kop in de locht, alsof keizer's kat hun nichte was.... en dan is 't van 'n Spreekt mij niet meer aan, Als ik daar kom gegaan... Of als ik zit op 't statieplein, Meteen sigaar heel fijn En een bokskenbij... Gij dwaze guit, Ik lach u vierkant uit l.'.. Da's wel gelaptIn Rotterdam is 'nen boekhandelaar gestraft, voor een ka- taloog van onzedige boeken uitgegeven te hebben... Die g'Holiandertjes gaan ermaar flink door, hoor-je't! U moet maar de kin dertjes niet bederven, of de jeugd kwade exempels geven Ben jou mal, of hoor je niet welDie boekhandelaar heeft daar voor een kadeauken gekregen van 1 maand gevang... In ons land worden zulke sala manders maar al te dikwijls vrijgesproken. Mij dunkt nochtans dat het zedebederf i.iet streng ^genoeg kan gestraft worden... Ware ik meester, ik deed zulke slechterik- ken op een openbare plaats ten toon stel len; tot affront van al d'ander. Nu voor 't sluiten wensch ik u allen de beste gezondheid en een schoone palm tak, om er morgen meê naar d'Hoogmis te stappen en te laten wijden. Melchior. Op 18 April a. s. zullen er te St-Quin- tens-Lennick feestelijkheden plaats heb ben, wier beteekenis voor hen, die den toestand van 't arrondissement Brussel sinds eenige jaren hebben nagegaan wer kelijk groot is. De vlagge zal er worden ingehuldigd, die Minister Renkin aan het verbond der Veekweeksyndicaten schonk. Dat is geen bloot feit, met feestelijkhe den gepaard neen 't is de zegepraal, de verheerlijking van de Vakbeweging op Landbouwgebied in 't arrondissement. In het gewestelijk Congres van Brussel in 1901 vond dé verslaggever geene woor den genoeg om den toevalligen toestand diep te betreuren Gansch een arrondisse ment... en gansch zonder werken Overal staat de kleine landbouwer alléén, aan zich zeiven overgelaten... riep hij uit. Welke verandering na eenige jaren Het Veeverbond alleen telt 81 aangeslo ten syndicaten met 5943 ingeschrevene stuks vee. Dank aan dit Verbond is de veesta pel van 't arrondissement Brussel vermeer derd en vooral merkelijk verbeterd. De Hopplanters ook, die verleden jaar te Ternath hunne vlag hebben ingehuldigd, dienen hier herdacht. Zij toch zijn de eerste geweest onder allen, die het nut derveree- ging op landbouwgebied hebben begrepen. En is hun toestand nog niet benijdensweerT dig, verbeterd is hij toch, dit zal niemand mogen ontkennen is de hoppeplant voor onzen planter niet meer wat zij eens is ge weest, d. i.eene rank die gouden bellen op bracht, waar is het nochtans dat zonder de verereeniging van poging en krachten, de laatste hopperankreeds lang uit onze ge westen wellicht ware verdwenen. Doch zelfs aan den geringsten der lands lieden, aan den kleinen man ook heeft men gedacht en eene helpende en steunende steunende hand toegestoken. Wij bedoelen de Geitenkweeksyndicaten. Op dit gebied vooral diende verbetering gebracht. Voor eenige jaren nog was een «echt» geitenras in ons arrondissement zoo goed a!s onbe kend. Doch dat men thans eens de ronde doe, en overal zal men schoone en winstop- leverende typen van geiten aantreffen, «n kunnen bestatigen dat het gezegde bewaar heid wierd de geit is de koe van den kleinen landman. De Witloof planters, de Aardbeziënplan- tersde Erwtenplantersde Hoenderlelers en Zwijnenhouders, door het voorbeeld hunner broeders aangespoord, hebben ook afzonderlijke verbonden gevormd, die hun ne kweek en cultuur op verbazende wijze hebben bevoordeeligd. Dat alles zult gij, leden van de 202 syn dicaten van 't arrondisement, te Lenick ko men vieren. Terzelfdertijd zult gij eene hulde van er kentenis brengen aan den verdienstvollen man, die de eerste onder allen u ter zijde stond en het Secretariaat der Maatschappe lijke Werken in te richten van waar, als uit een gouden bron, de verbetering van uwen toestand, de heropbeuring van het arrondi sement zijn gevloeid... De Heer minister Renkin geeft u op Zondag, 18 April, een nieuw blijk van zijne verkleefheid. En met genoegen deeltDe Dageraad, bij deze gelegenheid, eenige bijzonderheden meê aan zijne lezers over denheerministerRen- kin zeiven M. Renkin wierd geboren te Elsene, den 3 December 1862. Op 22 jarigen ouderdom bekwam hij met de grootste onderscheiding aan de Hoogeschool van Leuven het doc toraat in de rechten. Nog was hij de school jaren niet ontwassen of reeds nam hij deel aan het werkdadig leven als voorzitter van de Jonge Katholieke Wacht. Later sticht te hij het propagandakomiteit voor de kat holieke drukpers wierd lid van 't bestu rend komiteit der conservatieve vereeniging was medestichter van 7 Avenir Social een katholiek volksgezind orgaan sticht te het kristen volksgezind Verbond van 't ar rondissement Brussel en bleef altijd, ook als kamerlid, de knappe verdediger van onze kristene gedachten; hij nam deel aan al de besprekingen van belang, en zoo door zijn verheven verstand als door zijne wonderbare kennissen was hij aangeduid om m 's Konings raad te zetelen. Hij wierd minister van rechtswezen in Mei 1907en minister van Koloniën in Okto ber 1908. Als dusdanig zal hij eene groote reis in ons Congoland ondernemen en op Don derdag 22 April ons land verlaten. Ziedaar de man die op 18 April te Len- nick door 223 maatschappijen, waaronder 20 muziekkorpsen, zal begroet worden. Ja, uit het hert van de 6.000 leden, die daar zullen tegenwoordig zijn, zal een geest driftige kreet opstijgen: Leve ministerRen- kin en bij dien kreet van genegenheid en liefde zal ook in ieder kristen hert de wensch ontluiken dat God hem gedurende zijne verre reis beware en hem ongehinderd te lande terugbrenge JezOi aai? bet KrüiS Dus wordt het al volbracht,en hangtHij vastgeklonkt Aan 't wreede schandehout des Vaders een'ge Zoon En heeft de ontaarde mensch geen troost Hein aang boón, Maar Hem den Lijdenskelk ten boorde volgeschonkei Aan'tonweerbroeiend zwerk is'tzonlichtweggezonke En bergt voor 's hemels blik het droeve smartvertoo 'Wijl 't Godemoordend volk, in onverzaadbren hooi Nog schreeuwt om eigen straf van helsche vreugc [dronken. Gaat dan die wensch vervuld de Heer in schril bren toren In 's werelds vloed opnieuw t gevloekte menschdor smoren Vloeit dan van'tOfferlam vergeefs het kostbaar Bloedi O neen want door dit Bloed wordt 's werelds hei herboren, Daar smeekend voor den mensch zich Jezus' stem laa hooren Vergifi'nis, Vader lief, hij weet niet wat hij doet Ben.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1909 | | pagina 4