De Dochter van den Graaf Landbouwnieuws Toestand van den Landbouw M»RKT€N GEDICHTEN van onzen Volksdichter Jef Schockaert, Mijlbeke, aan onzen uitgever voor de vuist gedikteerd, in de volle broeltje van de vergadering der bloemkoolmannen */Vrs Glinsterende Dageraad, Als gij in uw feestgewaad, Hooger aan den Hemel klimt, En door 't loover rijst en glimt, Zijt gij schooner als 't gebloemt Dat men in de tuinen roemt. Gij, die met uw stralenpracht Over 's aardrijks' duistre nacht, Jubelende zegeviert, En de oosterkim me siert Meteen zee van gouden schijn. Violet en karmozijn, Schitterend rood- en purpergloed Pralen m uw klcurenstoet: Glanzend wit, oranje geel Malen u een pronkjuweel... Bij u t'aanschouwen jubelen wij, Hoe zacht, hoe lief, hoe schoon zijt gij. Als gij de roos haar kelk ontvouwt, En planten bloem, in veld en woud Met uwen frisschen dauw begiet. Wen 't windje fladdert door het riet En balsemgeuren walmen op Uit bloemenkelk en rozenknop. De vogelen zingen weer met lust, De mensch, van d'arbeid uitgerust, Stuurt eene vrome beê tot God. O blijde stond, o zoet genot, Dageraad vol melodij, Hoe zacht en lief, hoe schoon zijt gij. Een nieuwe Dageraad is ontloken En heeft reeds tot het volk gesproken In een sierlijke taal. Hij geniet een goed onthaal In de huizen en de stulpen: 't Is een blad gelijk de tulpen Bloemen zijn, van kleur en pracht, De Dageraad wordt alom geacht. Verrassing. Weduwenaar (tot zijne 14 jarige dochter) Weet ge wel Fientje dat onze meid trouwen gaat?" FientjeGelukkig dat die ouw zaag ons huis uitkomt. En met wien gaat dat meu bel trouwen WeduwenaarMet mij 13. Mengelwerk van De Dageraad Dit alleen bedroefde en verwonderde haar tevens, daar zij zich op de Pustza zoo gemakkelijk u.U.ukA, en nu geen wooid vond om den edelen jongeling toe te spre ken. Zij reisden steeds voortdoor de vallende schemering. Jaak vergistte zich over de beteekenis van Mathilda's stilzwijgen en begon eene soort van vrees te gevoelen. Waarom zijt gij ontevreden vroeg hij - Ik? vroeg zij verwonderd. Zij strc-kre de hand uil naar de onder gaande zuii en zegde Mijn hart gloeit van vreugde en ge- uk, gelijk de roode bol daar... En op zachteren toon ging zij voort, met eene aarzeling in de stem, die door een geoefend oog een geheim hadde doen ont dekken Jaak, het is niet alleen voor mijn land dat ik mij gelukkig gevoel.... ik ben zulks ook omdat men u heeft weten te waardeeren. Ha, dankriep de jonge baron uit. Tot nu toe durfde ik mij niet verheugen voor de eer, die men mij heeft aangedaan; want hadt gij het niet goedgekeurd, dan zou zij voor mij een zwaren last zijn ge weest. Mathilda wendde verlegen het hoofd om en met eene zonderlinge beweging, die te gelijk vreesachtig en teeder was,rzegde zij weer Deze dag vergeet ik] in-gansch mijn leven niét. ksaSS «3s* Beiden zwegen. K- - 4iÖs|™ Toen de avond viel, was het gezelschap weer het meer genaderd, en de maan, die reeds in de lucht stond, moest hen gedu- Paaschmarkt- Slachthuis- Anderlecht 't Was me d'ander weke 'n doening in de slachthuizen van Anderlecht.. °rijskamp voor vet vee. Er waren 417 vette beesten ten toongesteld, min in getal dan verleden jaar, maar beter in hoedanigheid... Veel volk geweest zien. Wie dat er ook was Minister Schollaertledereen heeft den vriendelijken omgang van den Minister be wonderd, en daarbij, ge moest hem bezig gezien hebben... Gelijk 'ne ware kenner onderzocht hij de beesten... 't Is niet te ver wonderen. Minister Schollaert is niet alleen vriend van de boeren, maar heeft zelf een groote boerderij, die hij zelf bestierd... 't Is dus 'ne minister die zich met Landbouw moeien mag op het einde van de maand Februari 1909. Wintervruchten. ÏDe wintervruchten, vooral daar waar ze door den sneeuw niet beschut waren, zullen, het is te vreezen, ernstig van de herhaalde afwisseling van dooi en vorst geleden hebben. De late zaaierijen en ook de graange wassen, die in vochtigen grond staan, bieden minst weerstand aan het strenge wintergetijde. De engelsche tarwesoorten schijnen het gure seizoen min goed te zullen doorstaan dan de inlandsche, In menige plaats van de zandstreek is de gerst bevrozen. Wat er van zij, de wasdom is door de buitengewoon langdurige koude van Fe bruari, zeer verachterd. Haver. Meer en meer boeren maken gebruik van de graanscheiders, om hunne zaaihaver gereed te maken; er worden ta- rende het everige der reis verlichten. Korts nadien vertraagde Mathilda den stap van haar peerd, om naar Elisabeth te komen. Ik tracht naar onze thuiskomst, zegde deze. Onze moeder zal fier zijn over Jaak. Op dit oogenblik streek een lichte wind over de vlakte en deed den vederbos, die aan het hoofdtooisel van Mathilda bij mid del van eene gouden speld' was vastge maakt. losgaan en op den grond vallen. Jaak sprong van zijn pèerd en raapte dien op, maar eer hij het sieraad aan Ma thilda teruggaf, trok hij er eene pluim af en stak die tusschen het lint van zijnen hoed. Elisabeth zag dit. Zij liet de anderen een weinig vooruitrijden en kwam bij hem. Gij wordt fier. broeder, zegde zij... Maar gij hebt er alle reden toe, voegde zij er met zachten glimlach bij. O, Elisabeth, zegde hij, wat schoone dag Van af den zonsopgang tot nu toe is er geen wolkje aan de lucht geweest. Ja, de hemel heeft onze pogingen willen zegenen. Mochte hij ook mij zegenen in het volbrengen mijner zware taak, zuchtte hij. Lieve broeder, zie, rondom ons wordt alles rustig en kalm. Laat het in uw gemoed ook zoo zijn. Zijt gij ook tevreden, zuster Te gelukkig.... maar voor u, voor onze moeder... HET KRIJGSLIED VAN JELLACHICH Toen de reizigers vóór Bangor aankwa men, vervoorderden Elisabeth en George hunnen weg naar FrescoJaak echter meende het welvoegelijker, Mathilda tot in hare woning te vergezellen, ten einde Ba- lero te verhalen wat er op de Pustza was voorgevallen. De oude magnaat had een somberen dag gehad. De afwezigheid van zijne doch- melijk veel nieuwe haversoorten aange schaft. Voederbeeten. In Haspegouw en in andere gewesten bederven de voederbee ten immer voort in kelders en kuilen. Vooruitziende boeren hebben eerst hun ne beeten opgevoederd, eer ze de drafput- ten open deden. De beeten, die gezond en door de vorst onaangeraakt in de greppen weggelegd werden, zijn goed bewaard gebleven; dat stelt men vast, namelijk in de Kempen. Aardappelen. Dat is ook het geval met de aardappelende knollen die in wel beschutte kuilen lagen, zijn nog altijd in goeden staat; de verrotting, waarvoor men vreesde, is gelukkiglijk achtergebleven de aangetasteknollen zijngeheel verdroogd Èr zullen meer verscheidenheden ge plant worden die veel opbrengen en voor den handel goed geschikt zijn. Vlas. De vlasteelt verliest grond, uit hoofde van de lage prijzen. Klaver. De klavervelden hebben in het algemeen geen schoo uitzicht. De bladjes zijn bevrozen. doch daarom moet alle hoop nog niet opgegeven wor den; slechts later zal het wezenlijk uitwerk sel van de vorst kunnen waargenomen worden. Weilanden. Het gras geeft nog geen teeken van leven. De weidegang zal dees jaar laat begin nen, hetgeen de gevolgen van de huidige voederschaarschte scherper zal doen ge voelen. Tabak. De groote opbrengst van 1908 en de buitengewoon hooge prijs van den tabak zetten de pla iters aan deze teelt uit te breiden. Hop. De hopteelt verliest grond in de streek van Popei'nghe; hare plaats wordt gedeeltelijk ingenomen door die van chicorei en tabak. In het land van Aalst zoekt men meer en meer den vroegen aardappel als tus- schenteelt in de hopvelden te winnen. Gebruik van kalk. In de zandstreek ter en de aankomst van Peter Darag had den wellicht veel bijgedragen om de droef geestige stemming, waarin hij verkeerde, te vergrooten. Hij was meer bezorgd, ont moedigd dan ooit. Terwijl hij de terugkomst van Mathilda afwachtte, doorwandelde hij de zaal met groote schreden. Hij was alleen, want zijn neef was, na dat hij een gedeelte van den avond met hem had doorgebracht, naar zijne vertrek ken gegaan. Balero hield zich gedurende die een zaamheid met zijn verleden bezig. Hij zag in zijne verbeelding al degenen die hij ge kend had, en allen vertoonden zich voor zijne blfkken in de hoedanigheden die hem vreugd of lijden hadden veroorzaakt. Hij herinnerde zich ziine schitterende jeugd, zijne droomen van roem, zijne vriend schapsbetrekkingen. Vervolgens versomberden die droomen. Het vaderland leed, de vrienden verdwe nen, stierven; de gravin Georgina zweefde bleek en koel, over die lange pijnlijke da gen, werd steeds koeler en verliet hem eindelijk, om hem alleen met eene beminde dochter en eene toekomst vol moeilijkhe den te laten. In het diepste van zijn hart was het zijne vrouw, die hij het meest beschuldigde, hem die moeilijkheden veroorzaakt te hebben. En, als wilde hij dit denkbeeld vaster in zijnen geest prenten, bleef hij nu en dan voor hare beeltenis staan, mompelend Altijd gij.... altijd gij die mij ver volgt. Uw arm trekt zich uit totover mij nen ouderdom, omvat, omsluit mij, ont neemt mij mijne vrijheid van handelen en eens wellicht zal ze mij het hart van Ma thilda ontrooven. Op hetzelfde oogenblik werd de deur van de zaal opengeworpen en vertoonde zich de sierlijke gestalte van Mathilda, met de eene hand haar lang rijkleed oplichtend, terwijl zij de andere groetend naar den graaf uitstrekte. van Vlaanderen wordt dit jaar eene groote hoeveelheid kalk gebezigd verschillende boerenbonden kochten voor den eersten keer, gansche waggons. Deze kalk wordt gestrooid op land, be stemd voor beeten of graan en namelijk voor haver of vlas waarin klaver gezaaid wordt. Staat van de Markt. Hoornvee. De winter duurt altijd voort en de voeder- voorraad krimpt in en zal weldra uitgeput zijn alleèn de landbouwers, jammer ge noeg in te klein getal behalve in de bee- tenstreek, die inleggen, zullen weten waar mee het voedmaal hunner dieren aanvullen. Men verwacht met ongeduld den oogen blik af waarop men de dieren in de weiden zal kunnen steken, want de onderhouds kosten op stal zijn thans zeer groot. Het voedergebrek heeft een tamelijk groot getal dieren, ten ontijde, naarde markt doen leiden. Daaruit volgde eene prijsdaling van om trent 3 centiemen per kilogram levend ge wicht, treffende vooral koeien en stieren. AALST, 3 april Eieren de 25 2,25; boter 99 tot 103; aardappelen 7,00 8.Q0; viggens 55 a 65 't koppel; Ajnin per lOO kilos 38,00; roomboter 3,00 de kilo. VEEVOEDERLijnkoeken 20,50. Kool zaadkoeken 19,25 (per wagen). Lijnzaad- meel 21,00. Katoenmeel 18,75. Gruis 00,00 Lijnzaad voor vorder 31,00. ANDcRLcGHT. Varkens te koop ge steld 2808, aan fr, 0,86 tot 1,00 Beesten te koop gesteld 2034. Ossen, aan fr. 0,78 tot 0,96 stieren 0,58 tot 0.86 koeien. 0,50 tot 0,96. Kalveren te koop 888, aan fr. 0,85 1,00 1,15. Gent, markt van 27 maart tot 4 a"-:l 170 ossen, 0,67 0,92. 14' koeien 0,65 0,84. 147 kalveren '.lu 1,40. 1444 var kens 0,34 u x.uO. Paardenmarkten in April Brussel 13; Binche 16, Ciney 1 en 25; Luik 19; Tongeren 8; Fosses 12 en 24. Hier ben ik, vaderlief Haar ziende, kwam een glimlach van tevredenheid het gelaat van den graaf ver helderen. Ha. dat verheugt mij, kind Mathilda bemerkte dat haar vader ge durende hare afwVfe:.3d I,v..Vger stemming had gekregen dan naar ge woonte. Zij naderde hem, omvatte zijnen hals met hare twee armen en vroeg Zijt ge ziek. vaderlief Toch niet, kind, antwoordde de graaf, haar over de wang streelend. Maar ge moet vermoeid'zijn van zulken langen tocht te peerd. Waaraan ge denkt, vaderVermoeid Vergeet ge dan uit welken stam ik voort sproot Een lichte glimlach pluoide de lippen van Balero. Welnu, zegde hij, verhaal me eens wat ginder gebeurd is. Vader, was haar antwoord, ik heb iemand meegebracht die u beter en nauw keuriger verslag zal kunnen geven dan ik. Jaak Fresco is hier... Hij verlangt u te spreken. Waartoe zal het dienen, antwoordde de graaf, die aarzelde om zijne moedelooze stemming op te geven en nergens anders troost kon vinden dan in de vriendelijke woorden zijner dochier. Maar toch voegde hij er onverschillig bij Nu, mits hij gekomen is, kunt gij hem binnenleiden. Mathilda opende de deur en deed Jaak verwittigen. De jongeling stapte met lich ten tred door de voorzaal tot in flie waar de graaf zich bevond. Rondom zijn schoon gelaat en hoog voorhoofd golfde een weel derige haarbos. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1909 | | pagina 3