De Dochter van den Graaf De Tien Geboden ran de Yrow Onderwijzersbelangen MARKT€N ken zijn het krielend rijk geworden van aile menschelijke en dierlijke wezens; de kinderpokken, nog niet erg, maaien en zul len voortdurend vele slachtotfers maaien. De stad zou moeten heropgebouwd wor den. Men zou zich vooral moeten toewij den aan de zedelijke herstelling. Met dit gewichtig vraagstuk, het gewichtigste en dringendste van al, houden zich slechts de aartsbisschop bezig met zijne priesters de prefect die in eene groep barakken woont van Amerikaansch stelsel, en de fonction- narissen, die, na hunne dagtaak, de pest- puinen ontvluchten om zich naar het ge balsemde Taormina te begeven, kunnen of willen het niet doen. En nochtans op dat gebied moet alles nog gedaan worden de bevolking is totaal verbeest. De oude aartsbisschop is altoos bewon derenswaardig van dapperheid en wils kracht. Hij herbouwt stuk voor stuk, pa rochie per parochie, heel zijn vernield bis: dom dagelijks ziet men hem te voet de puinen bezoeken zijner geliefde stad en de overlevenden troosten, Maar de neerslach tigheid staar op zijne trekken te lezen enkel de liefde voor zijne geestelijke zo nen en zijne overgeving aan God onder steunen Jhem. Welke ramp ware 't voor Messina geweest, had rr^en erMgr d'Arrigo moeten missen Alleen in hem, in zijne zelfverloochening, in zijne liefdadigheid, hopen de Messiniërs aller partijen. Terwijl de afschuwelijke politiek in het donker sluipt, werkt hij alleen, of bijna alleen, voor de armen, geen ander doel kennende dan de goedkeuring van zijnen God Verkeerd beoordeeld. Uwe vrouw schijnt niet veel van de kerk te houden, zegde de pastoor van Lapschure tegen boer Zander; ik heb haar nog nooii in 't sermoen gezien. O, z'en is zij daarvoor tegen de kerk niet, menheer de pastoor; maar het is haar totaal onmogelijk, zoolang 'ne mansmensch alleen te laten klappen 14. Mengelwerk van De Dageraad Hij groette den graaf eerbiedig en be gon hem over de volksvergadering te spreken, verhaalde hem de pogingen tot verzet tegen Oostenrijk, de opgewonden heid van het volk, de moeite die het ge kost had om de rechtveerdige zaak te doen zegepralen en de juichkreet die er opsteeg bij het voordragen van graaf Balero tot aanvoerder der beweging. Neen, neenriep de grijsaard.... ik aanveerd geene enkele zending. Mathilda onderbrak hem Dat wist ik, vader, en dat heb ik aan de vergadering gezegd. Dat is goed... vervolgens Vervolgens, hernam Jaak, heeft het volk mij dien eerepost toevertrouwd. U, Jaak vroeg de graaf met eenige verwondering. Fresco boog. Ha zuchtte de graaf. Na eene poos voegde hij erbij - Ik zou u geluk wenschen, indien men iets verwachten kon van deze ge beurtenissen. Zeker kan men er iets van verwach ten, zegde Mathilda, 't is het begin van een nieu w leven. De grijsaard zag zijne dochter ongeloo- vig aan. Maar het levendig geloof, de moed en het vertrouwen der twee jonge lieden in de toekomst, sleepten hem on willens meê. Zij gingen voort met hem hunne ver wachtingen op te dringen en gelukten er in, hem daarin te doen deelen. Balero was eindelijk zoover bekeerd dat hij, toen de jonge baron ten 11 uren het kasteel verliet, geheel en al overtuigd was dat de beweging toch niet gansch verloren werk zou zijn. 1. Gij moet de eerste ruzie met op wekken maar indien zij onvermijd baar is, houd dan dezelve moedig vol overwinnaar blijven in de eerste ruzie zal u verheffen in den geest van uwen man. 2. Gij moogt met vergeten dat gij een mensch en geen engel gehuwd hebt. Vergeef hem dus zijne zwak heden. 3. Gij moet altijd over geen geld spreken met uwen man. Integendeel, tracht te besparen op hetgeen hij«u geeft. 4. Indien gij meent dat uw man geen hart bezit, weet toch dat hij eene maag heeft. Door goede kleine maaltijden, goed bereid en fijntjes opgediend, zult gij er in 't einde in gelukken zijn hart te treffen. 5. Laat hem van tijd tot tijd het laatste woord. Hij zal er blijde om zijn en dat zal u geen kwaad doen. 6. Gij zult de dagbladen en de tijd schriften lezen, maar met alleen dat gene wat de verschillende nieuwstijdin gen en schandelijke dingen betreft. Uw man zal aangenaam verrast zijnfals hij zal zien dat hij over kunst en zelfs over politiek met zijne vrouw kan spreken. 7 Gij moogt nooit rum en aanval lend zijn in de oneemgheden die gij met uw man zoudt kunnen hebben. Gij moet hem altijd als uwen overste be schouwen. 8. Neem van tijd tot tijd aan dat uw man meer weet dan gij, en dat gij, en dat alles samengenomen, gij met on- taalbaar zijt. 9. Indien uw man een intelligent persoon is, en weinig gebreken heeft, wees zijne vriendin, indien hij het niet is, wees terzelfdertijd zijne vriendin en zijne raadgeefster. 10. Gij moet altijd den grootsten eer bied hebben voor de bloedverwanten Het ware tijd geweest om ter ruste te gaan; maar Mathilda gevoelde slaap noch vermoeienis. Zij riep in haren geest al de gebeurte nissen van den dag terug, en toonde in de beweging van haar door de lamp besche nen gelaat, duidelijk aan wat er in haar gemoed omging. De graaf echter zag langzamerhand het kloeke,gemoedelijke beeld vanden jongen ridder verdwijnen, en dat van Peter Darag in de plaats daarvan oprijzen. Eensklaps, als met eeneu schok, stond hij op en zegde kortt Kom, Mathilda, laat ons ter ruste gaan. Zij begaven zich naar hunne kamers. Doch Mathilda was te veel ontroerd om te kunnen slapen. Het geluk, dat zij gedu rende de reis genoten had, was henen ge vlogen sedert zij in het kasteel was te ruggekeerd. Alles was stil, doodstil, en het scheen dat niet alleen de slotbewoners, maar ook de heele wereld in de diepste rust was. Mathilda opende haar venster en blikte in de ruimte. De maan was zoo helder, dat men alle voorwerpen in 't ronde kon onderscheiden. Weldra hoorde zij stappen en zag zij in het bosch eenige Tziganen (Zigeuners), die onder het geboomte voortstapten. Deze arme lieden kwamen dikwijls des nachts in het park eene schuilplaats zoe ken, en Balero had nooit toegelaten dat men hen verjaagde. De liederen die zij zingen, had hij altijd gezegd, vergoeden mij ruimschoots de verleende gastvrijheid. Een hunner zag het jonge meisje aan haar venster en onmiddelijk nam hij zijne viool ter hand. De anderen volgden hem na, en eer Mathilda zulks beletten kon, uit vrees voor de rust haars vaders, waren zij reeds begonnen met een hunner gelief koosde liederen te spelen. In den rechtervleugel van het gebouw. van uwen man, vooral voor zijne moe der. Gedenkt altijd dat zij nem ver zorgd enbemmd heeft langen tijd voor u. MUILBANDEN. Nu er zooveel ge sproken wordt van muilbanden voor hon den, is het misschien niet ongepast, te mel den dat er ook muilbanden bestaan hebben voor...vrouwen. In de 16de eeuw waren die muilbanden zeer veel in gebruik bijzon der in Engeland. Al de vrouwen die voor kwaadsprekerij of lastertaal veroordeeld werden, moesten den muilband aandoen en zóó eenige keeren door het dorp wan delen. Verbeeld u een ijzeren cirkel, achter het hoofd vastgemaakt en den mond bedekken de, in welken een metalen plaatje schoof om elke beweging der tong te beletten. Aan den linkerkant was een ring, en daar aan eene koord om de gestrafte rond te lei den. Men heeft die muilbanden moeten afschaf fen, omdat de gemeentekas van vele dorpen failliet ging door den groote hoop muilban den, die men moest aankoopen. Ze leggen er eens pap op! Kleine Jef komt al schreiende thuis met 'ne splinter in den voet. Zijne moeder zou er pap op leggen; maar daar wilde den jongen niet van hooren. Vader werd geraadpleegd, en, ja... er moest pap op. Tegen dat het tijd was om naar bed te gaan, was de pap klaar... Jefken werd in 't bed gelegd en de moeder wilde den pap op zijnen voet leggen. Den kleine spartelde lijk 'ne paling; maar vader kwam bij, nam een wandelstok en hield dien in de hoogte. Indien genu nog roert, is't er op,zulle!... De heete pap raakte nauwelijks den voet, als de bengel aan 't keelen ging: Gij legt.... Zwijgen gebood vader, terwijl hij eens met den stok zwaaide en moederden waar de kamers van Peter Darag waren, werd insgelijks een venster geopend, en de jonge Croaat kwam, met eene bran dende sigaar tusschen de tanden, op de ijzeren ballustrade leunen. Hij merkte Mathilda niet op, en deze had zich, eer hij haar had kunnen zien, achter de zware gordijnen verscholen. Graaf Darag luisterde een oogenblik naar de Tziganen, en hen eenige kleine muntstukken toewerpende, riep hij Het beteekent niets wat gij daarspeelt. Laat mij de Marche van Yellachich hoo ren. De muziekanten gehoorzaamden. Zij speelden eene inleiding en hieven toen krachtig het gevraagde lied aan. Maar zij waren geene tien maten gevor derd, of graaf Balero verscheen op het balkon. Woedend verhief hij de stem, zoo luid dat de bogen plotseling stil bleven en er zelfs met een dof geluid eenige snaren braken. Ellendelingen riep hij uit, in de taal der Magyaren, dat is eene beleediging welke gij ons huis aandoet.... zwijgt ik beveel het u.Dat ik dit gevloekte lied niet meer hoore In zijne gramschap strekte hij den arm uit, als wilde hij den nachtwind gelasten, de tonen van het gehaatte lied verre van daar te verwijderen. Men zou gezegd hebben dat hij in een bloedig visioen de gevechten weer zag, in welke dit lied eene rol had gespeeld, en dat de vergramde geesten van zijne ge sneuvelde wapenmakkers hem in de ooren fluisterden wat hij zeggen moest. De Tziganen hielden stil, gelijk kinde ren die de grootte van eene begane fout niet beseffen. Peter Darag had zich van het venster verwijderd en aan het roode licht van zijne sigaar zag men, dat hij tot tegen den ach termuur van zijne kamer was gevlucht. Mathilda daarentegen was vooruit ge komen, om haren vader op het balkon te doek om den voet vastmaakte. Weer opende de knaap zijnen oven Ik.... Maar de opgeheven stok deed hem zwij gen.... Een minuut nadien was de zaak af- geloopen en de jongen in 't bed gestopt. Daar, zei moeder, morgen is uw voet beter Triomfantelijk gingen de ouders naar beneden, terwijl Jef van onder het deksel riep Ei, g'hebt de pap op den verkeerden voet gelegd Vrijdag 16 April. Wij vernemen dat er te Gent, op Oudburg eene bijeenkomst plaatsheeft voorde chris ten Onderwijzers van Oost-Vlaanderen. Een onzer reporters wordt er heengestuurd en toekomende week geven wij er verslag over. AALST, 10 april Eieren de 25 2,25; boter 99 tot 103; aardappelen 7,00 8,Q0; viggens 55 a 65't koppel; Ajnin per 100 kilos 38,00; roomboter 3,00 de kilo. VEEVOEDERLijnkoeken 20,50. Kool zaadkoeken 19,25 (per wagen). Lijnzaad- meel 21,00. Katoenmeel 18,50. Gruis 00,00 Lijnzaad voor voeder 31,00. ANDERLcCHT. Varkens te koop ge steld 2531, aan fr, 0,86 tot 1,00 Beesten te koop gesteld 1921. Ossen, aan fr. 0,80 tot 0,98 stieren 0,60 tot 0.88 koeien. 0,52 tot 0,78. Kalveren te koop 888, aan fr. 0,85 1,00 1,15. Gent, markt van 4 tot 11 anril 128 ossen, 0,68 a 0,92. 102 koeien 0,64 a 0,85. 143 kalveren 1,20 a 1,40. 1313 var kens G,30 a 0,97. Paardenmarkten in April Brussel 13; Binche 16, Ciney 1 en 25; Luik 19; Tongeren 8; Fosses 12 en 24. zien. Nooit zag zij hem schooner en stati ger. Zij kon zich niet verzadigen in het be wonderen van die ridderlijke eerbiedweer- dige figuur, met die lange grijze haren, door de heldere maan beschenen, en dat gelaat,op hetwelk de verontweerdigde va derlandsliefde zijne indrukken afteekende. Bewonderend vouwde het meisje de handen en drukte die op haar hart. als om daar al de genegenheid voor het geliefde wezen bijeen te verzamelen. Terzelfdertijd voelde zij haren afkeer voor Darag grooter worden.In haren geest overwegende wat erbij de ontmoeting van 's morgends had plaats gehad en die sa menbrengende met de woorden, die zij zooeven van hem gehoord had, vroeg zij zich af, of hij niet, even als Jellachich, kwam om de geheimen van Hongarië te onderscheppen. Maar daarom juist begreep zij nog zooveel te minder, waarom Balero zoozeer vreesde, haren neef te verstooren en zelfs met eene soort van eerbied van hem sprak. Er heerschte eene wijl stilte. Toen zag men Pacarius over het gras plein snellen en een smeekenden blik op Mathilda richten, als wilde hij vergiffenis vragen voor de fout, die zijne mannen on willens bedreven hadden. Hij gaf hen een teeken, en als om te her stellen wat zij misdaan hadden, hieven zij de marche van Rakoczij aan. Dit krijgslied, gemaakt tijdens den op stand van den grooten magyaarschen pa triot, eerst langzaam en klagend, vervol gens opwekkend en vol vuur, werd langen tijd door de regeringen verboden en werd daardoor des te meer door het volk be mind. Het was schoon, die krachtige toonen te hooren ruischen onder het hooge ge boomte, in het uitgestrekte park, in den stillen helderen nacht. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1909 | | pagina 3