Rond de Wereld -£$\y De Liefde eener Dochter De Boerendag van Schaarbeke De St Dorothea-Gilde van Aalst Dreigend Sim;. De Dageraad zoo erg toe dat zij in haar bed moest blij ven. Dan had hij nog zijne goesting niet, 's anderdagn 's morgens stond hij daar te rug in dezelfde herberg, mishandelde er den dient Stant Sterck, en beet hem ge weldig in denduira. Als depolitie aankwam sloeg de wildeman heel den café in mor zelingen vaneen. Hij riskeert eene echt Oost-Indische pijp tabak te rooken te krij gen. Dezelfden avond werd er op de wijk Overimpe, nen herbergier Cesar De Decker alzoo door twee rekels in zijn eigen huis afgerammeld, zoodanig dat heel zijn hoofd eene wonde is. Waar gaan wij toch naar toe 't Is wel dat die twee schavuiten ge kend zijn. Men kan ze bij den Oosteman zetten. Zoo nen derden met de kaart En is toch geen twintig waard. Dinsdag noen was 't in Aalst ook weeral aan 't brand kleppen. Tegenwoor dig lappen ze 't hem daar zich voor den di ner. Het vuur was ontstaan op de tweede stage van het huis Delafortrie-Daens, in de Molenstraat. Die kamer diende als werk huis voor het vervaardigen van gewatteer de spreiën. Na eene spoedige en moedige werkingder stedelijke brandweer was het gevaar rond twee uren geheel geweken. St-GILLES-bij-Dendennonde waar onze vriend en stadgenoot Emiel Bogaert zoo veel goed verrichte, bijzonderlijk voor de ijzerenwegbedienden, heeft nu ook zijn pompierskorps.'t Is M. Ramlot die er als tweede kapiteinbevelhebber aan 't hoofd van staat. DENDERBELLE laat ons de tijding dat een ventje van 8 jaar zich op het ijs waagde en verdronk, 't Is 'ne Lichtmis avond die door de ongelukkige ouders zal onthouden worden. Wat kunnen ze doen dan met O. L. Vrouwken kerkgang nieu wen moed scheppen en denken: een slecht jaar is geen slechte eeuw. De afgevaardigden van ons blad naar de penskermis van BAMBRUGGE deden ons bij hunne terugkomst het water in den mond komen wat hooren wij allemaal alzoo eene zende. En zeggen dat wij ter- wijlig in de kapitale in den ottomatiek een Sandwich au fromage zaten binnen te keien. Wat verschil van differentie. Chale- kenzag ons optrekken. Hij ging naar NHer- zele ter markte. En met den E. H. profes sor Cobbaut is 't goed. Zondag ontving hij het bezoek van Lobeliaken der familie van 't nieuwskruid. Misschien deze week steekt Siegfried ook nog eens over, naar de lustverandah van zijnen geachten en eerwaarden vriend. Wij zouden het alzoo vergeten, 't Zie kenfonds: Burgers en Werklieden derstad Aalst, gevestigd in 'l Paviljoen, vierde Zondag 11. zijn zilveren jubelfeest, 't Was een féte intime, waartoe slechts de leden en eereleden genoodigd waren, ter groote feestzaal van den Katholieken Werkmans kring. Er wierden verscheidene heildron ken ingesteld en redevoeringen uitgespro ken, door den heer Voorzitter Willems, M. Baron Lodewijk de Bethune Eerevoorzitter en ook door den vriend Hallaert Isidoor. Deze laatste aanspraak viel nog in den smaak der aanwezigen, zeiden ons ver- schillige convieven. Wij betreuren ze niet gehoord te hebben. Dageraad wenscht aan de jubileerende maatschappij proficiat en nog vele jaren bloei en groei tot wel zijn harer leden. Een bijzondereheilwensch aan den heer voorzitter Willems en zijn ijverig bestuur. Ad muitos annos. 't Is toch spijtig dat de stad, dat niet heeft willen ver. taan van die 1000 fr. toelage. l'Espoir fait vivre zegt de franschman, en de fran- gaise voegt er bijLa longue attente fait mourir, wat op zijn aalstersch beteekent 't is beter hebben als goedvinden. Wij hadden er voor gevreesd als Tistje ons de grove bandieterij van Oultre kwam aankondigen, 't Parket is er reeds afgestapt. De laatste bench ten seinen ons dat het met den baas* Louis Van de Kalseyde nen slechten afloop zal hebben hij ligt op sterven. Hen inwoner van Aspelaere en nen an deren van Oultre zijn na het onderzoek aangehouden. Nu begint het toch over zijn hout te gaan. t'Aalst heeft er ne voermans knecht 't peerd van zijn meester ver kocht. hij ging met de opbrengst op zijn lappen en eindigde met 's ander daags in de doos te geraken. Lieve lezers 'k ga de sleutel op 't slot zetten, met u allen nen godvruch- tigen vastenavond te wenschen, en u het verdienstelijk 40 uren gebed aan te bevelen. Leest er allen nen goeden vaderons voor de bekeering der zon daren, en een tientjen a. u. b. voor de geestelijke en zedelijke welvaart van dezen die zich noemt uwen vriend SlEGFRlEk/\ 6. Mengelwerk van De Dageraad Hij boog zich diep en eerbiedig voor haar. Soutwark sprak ook in warme woorden zijnen dank uit en Bragg dankte in de En- gelschetaa! voor het behoud zijner kostba re ooren. Tot bewondering van lord Queensborn en Soutwark scheen zij 't engelsch even goed te verstaan als 't Grieksch. Rinaldini zag donker naar dit tooneel.In zijne oogen broeidden een geheimzinnig vuur, een zeldzamen gloed van ijverzucht en woede. Mijne belofte heb ik vervuld sprak hij of zal 't gedaan hebben, als deze mannen vrij zijn. Zij zijn gered, maar gij mylady, wie zal u redden Wat meent gij vroeg zij rustig. Ik meen, dat 't geheim onzer schuil plaats in uw bezit is ik meen, dat't leven en de zekerheid van deze twee dozijn man nen op de tong eener vrouw ligt; ik meen, dat mijn leven, 't leven dat gij eens gered hebt, in uwe macht. Soldaten doorkruisen om ons't land een prijs is op mijn hoofd gezet. Uit al deze gronden durf ik u niet vrij laten gaan. Dat is een woord viel hem den lui tenant in de rede. Zij magniet weg. opdat zij niet verraden kan waar ons hol is. De donkere gezichten der roovers hel derden op. Over 't wezen van 't meisje vloog eene schaduw van ontroering, maar niet van vrees. Gij kunt niet denken, dat ik u verra den zal, zeide zij. Wat zou bet u baten mij Uit Frankrijk komen nu toch betere tijdingen het water zakt en de banen en wegen worden weer vrij.... Doch, indien er nu maar geen besmet telijke ziekten uit voortkomen!... Er wordt erg voor gevreesd en de voor zorgen worden genomen... 't Is best, want die frar^che mistluinen heeren en die modepopkes, dat 'n kan tegen niet veel, en we zouden hier soms nog van de brokkelingen kunnen krijgen. De prokureur der fransche repu bliek heeft zijn advies laten kennen, in het proces der onderwijzers tegen de geestelijkheid; die personnage vindt dat het onderwijzend personneel in zijne eer is gekrenkt,' omdat de bis schoppen de ouders op hunne hoede stelden tegen de onzijdige scholen.... Och erremen zou-je niet zeggen dè kruiken-roer-me-nietEr was daar geen laster aan of omtrent, maar men kan in alles den donkeren kant alleen vooruitschuiven. Nettina! in China meende men zoo algauw een P. rlement in te richten zooals in andere landen. Maar, hola peerd, de karre breektDe prins regent heeft laten weten dat ze daar moeten mee wachten tot in 't jaar 1916. Hm, hm als de Chineezen tegen 't wachten kunnen, is 't niets, maar... er hangt daar 'ne groote maarrrr aan.... In den tijd was er t'Aalst 'ne vent die met een tonneken rondging, en als men achter hem riep: 1816 dierf hij zwierig met zijn schup naar uw hoofd smijten... 't En is nu niet zeker dat er in China ook zoo geen vieze gasten loopen. In Spanje broeit men op aardige nesten!... De goddeloozen hebben daar in de kamer bloc gevormd, om de ka tholieken den duivel aan te doen, en nu liggen die kadéen zoodanig in ruzie onder elkander, dat men vreest .'oor eene nieuwe ministerieele krisis... Zoo zou 't in ons land ook gaan, indien de katholieken moesten van 't bewind ge raken: de godsdiensthaters helpen hier ook malkander, doch moesten zij aan 't bewind komen, 't zou wel zijn ik spiinghooger als gij sa-sij vechten voor de grootste brokken. hier gevangen te houden Is dat uwe dank baarheid Rinaldini Wilt gij mij bestendig gevangen houden omdat ik u geheim ken Ik kende u meer grootmoedigheid toe. Gij spreekt koen, mylady. Omdat ik den man'dicn ik in zijne ziekte hielp oppassen, toen hij daar voor mij lag, hulpeloos als een kind, niet vree zen kan. Gij zult mij geen leed doen. Gij zult mij niet dooden. Ik zou u maar in den weg loopen als gij mij gevangen hield en mij met u nemen wildet op uwe tochten van 't eene hol naar 't andere. De zaak kan eenvoudigoverlegd worden. Hoe dat Gij weet, dat ik aan een algoeden God geloof, die over ons allen waakt, over gerechten en ongerechten, sprak 't meisje op plechtigen toon, met hare blauwe oogen hemelwaarts gericht. Ik wil bij mijn geloof tot hem, en zoo waar ik hoop zijne genade deelachtig te worden, zweeren, dat ik uw geheim bewaren wil, zelfs voor mijn va der. Zoo hebt gij niets van mij te vreezen, indien gij mij vrij laat gaan. 't Meisje heeft gelijk, sprak de luite nant norsch, wij kunnen haar niet immer gevangen houden. Wij zonden gedwongen zijn haar te dooden. De aanvoerder verschrok. Te dooden herhaalde hij ontsteld. Hij wierp een onteerende blik op 't fris- sche, lieve gelaat van 't meisje. Eer.ige zij ner lieden begonnen te morren, en om den dood van't meisje te vragen. De trotsch en eerzucht des hoofdmans ontwaakte door dezen eisch. Zij zal niet sterven, riep hij, terwijl zijn gebiedende blik vernietigend over de bende vloog. Ik vertrouwde haareens mijn leven, en zij heeft mij niet verraden, ik wil haar weer vertrouwen. Zij zal niet wagen den eed te breken dien ik haar ga voorzeg gen. Kniel neder, Mylady. Zij gehoorzaamde, de roode gloed van Op O. L. Vr. Lichtmis stak de vlagge door het dak van den Schaapstal om te toonen dat de leden van den Boerenbond St Eligius kermis hielden, doch tevens luid den de klokken van StJozefskerk en kwa men van 2 uren in 't ronde, 100 kloeke Vlaamsche boeren er de Mis hooren, om als 't ware ons christen gezegde te staven: Eerst ter kerk en dan aan tafel en om er den Heer te danken voor den zegen in 't verloopen jaar geschonken, en nieuwe gunsten voor de toekomst af te smeeken. Uit aller hart steeg mede een vurig ge bed naar Gods Troon, voor de genezing van onzen geliefden proost, E. H. Cobbaut, wiens vriendelijke verschijning men werk tuigelijk verwachtte, al wist men ook dat hij als slachtoffer zijner toewijding aan den Boerenstand, op zijn ziekbed nitgestrekt lag. 't Was na de mis vooral dat het kleine leger zijnen gezelligen aanvoerder te recht zijnen Honderdman ontbeerde en in alle richtingen verdoolde, om zich ech ter spoedig weer te vereenigen,en met mes en vork dapper slagte leveren aan de keu rige spijzen, door baas en bazin en hunne gedienstige helpsters zoo overvloedig aan gebracht. Smakelijke rondekens en welriekende sigaren, door onzen gevierder^voorzitter, Alb. Van der Eist geschonken, en waar ook den naam van onzen betreurden proost bij vermeld wierd, hielden de mannen in fees telijke stemming, toen plots onze hoogge waardeerde Eere-voorzitter, de groote beschermer onzer boeren en werklieden, wiens naam in aller harten geschreven staat en van aller lippen klinkt, baron L. de Bethune zijne intrede deed. Toen eerst ging het spel op den wagen, en overbodig is het wel, de vreugde te schetsen die uit aller oogen straalde en zich in gulle bewoordingen lucht gaf. 't Weze enkel gezegd dat onze Volks geliefde Eerevoorzitter, 't nuttige bij 't aan gename voegende, in eene meesterlijke redevoering de landbouwers tot vooruit gang in hun bedrijf aanwakkerde, hun aanraadde zich vooral op de winstgevende groenselteelt toe te leggen, in navolging en tot mededinging der boeren uit de om streken der groette steden, en de lessen der Tuinbouwschool, welke eerlang zal geopend worden, te volgen De groote aandacht en warme toejui ching, aan de schoone rede geschonken, deden zien dat het een zaadje te meer is in .vruchtbaren bodem gevallen. Ten slotte, en als ware de Schaapstal eene doos met verrassingen, kwam de heer Notaris Meert van Erpe ons met zijne te genwoordigheid vereeren. Onze onvermoeide voorzitter stelde hem aan de vergadering voor, en gewis was de mare densympathieken jongen Heer reeds vooruitgesneld, want uit honderd borsten gelijk steeg de kreet opLeve de heer No taris Meertwaarbij de heer Meert en vergeten wij het *;iet M. Baron de Be thune, de genegi .heid hen bewezen, met een ferme stoop bier beantwoordden. Een snelschriff,waarin deleden van den Boerenbond hunne genegenheid en den wensch tot spoedige genezing uitdrukten, is aan den E. H. Cobbaut gezonden. God geve dat die wenschen weldra in vervulling mochten gaan Deze zoo bloeiende bond, meer gekend onder den naam van Vooruitziende Hove niers, vierde maandag II. haar jaarlijksch feest. Na ten lokale In den Toren op de Damkaai te zijn vergaderd, en in machtige drommen kerkwaarts te zijn getogen, naar de plechtige Mis ter eere van hunne schuts heilige, had er een gezellige samenkomst plaats bij den heer Louis Van Hauwe, Bo termarkt, na dewelke al de vrienden zich 't vuur viel op haar engelachtig wezen, en de eerlijkheid en trouw, die daarop uitge drukt lagen, stelden Rinaldini volkomen ge rust. Hij gaf haar den eed op, en zij herhaalde de woorden met klare vaste stem. En nu, zeide hij, a's 't meisje weer opgestaan was, wil ik u vertrouwen. Moge de Hemel u vernietigen, als gij u valsch mocht toonen. Gij kunt gaan. Maar zij wilde zich niet verwijderen, dan nadat de gevangenen de oogen verbonden en zij naar buiten gebracht waren. Zij volg de hen van nabij. Op eene platte rois niet ver van den ingang van 't hol, hielden zij weder halten lord Queensborn wiens oogen vastgebliuddoekt waren, strekte zijne hand uit, toen 't meisje hem en zijn geleiders vaarwel zegde. Hare zachte, kleine har.d viel licht in de zijne. Mag ik u om uwen naam verzoeken? vroeg de jonge graaf. Wij zullen elkander wederzien, en... De roe vers lieten hem niet uitspreken, maar trokken hem met zich voort, en wel met zulke haast dat hem 't meisje niet kon antwoorden. Zij blikte de Engelschen na haar blik rustte lang op lord Queensborn, wiens mannelijke, edele gestalte een die pen indruk op haar had gemaakt. Toen hij met zijne geleiders in een dicht boschje verdween, werd zij uit hare droomerige aanschouwing wakker, en zag om zich heen. De zon neeg ten ondergang, weldra zou 't avond zijn. Ik moest lang te huis zijn, dacht zij. Mijn goede vader zal zich ongerust om mij maken. Zij zuchtte diep en ijlde weg, terwijl zij van rots tot rots klauterde snel als eene ree. Toen eenige oogenblikken later Rinal dini uit het hol trad, hopende haar nog te vinden was zij reeds verdwenen. Zij is weg, mompelde hij. Dan moet ik haar aan haarhuis opzoeken. Ik vertrouw verecnigden aan eenen smakelijken disch, in het Landbouwershuis, ter Keizerlijke Plaats. Aan de eeretafel namen plaats de E. H. Pastoor Deken Roelandt, M. Baron Lod. de Bethune, omringd door voorzitter Ed. Muylaert, sekretaris Placied De Winter en de talrijke bestuurleden van den bloem- koolbond. Nadat het grootste gedeelte van het beest, door onze hoveniers zelf geslagen, was opgepeuzeld (want er was nog een partijken gereserveerd voor 's anderdaags) sprak de vlijtige sekretaris der inrichting, vriend Placied De Winter de volgende schoone redevoering uit Mijnheeren en Gildebroeders, Als sekretaris van den Hoveniersbond, aanzie ik hei ais een plicht, den Eerw.en achtbare Hee ren te bedanken voor hunne welwillendheid waarmede zij aan onzen oproep hebben be antwoord en voor de eer welke zij ons vandaag aandoen, met ons feest met hunne tegenwoordig heid te yereeren. Hunne tegenwoordigheid, Ge achte Gildebroeders,is niet alleen een bewijs van eer, maar tevens een blijk van genegenheid en verkleefdheid voor onze nederige landbouwers en hoveniers. De tegenwoordigheid van oi zen Eerw. Heer Deken bewijst ons hoezeer de pi ies- ters bekommerd zijn met de belangen der land bouwers; overal zien wij ze aan 't hoofd van boe renbonden, melkerijen,enz.en tezamen meunze tijdelijke, zorgen zij ook voor onze geestelijke belangenzij leeren ons onze harten verheffen tot Hem die de gever is van alle goedzij leeren ons de Christelijke liefde om elkander te bemin nen en bij te staan en in menige moeilijke om standigheden weten zij vrede en rust te herstel len.Wanneer wij den Eerw.Heer Deken uitnoo- digden ons feest te willen bijwonen, antwoordde Hij ons Ja, voor u wil ik iets doen dat ik voor menige andere nietzou doen; waarom: omdat hij overtuigd is dat het de landbouwers en hoveniers zijn welke het meest geecht zijn aan de eer van hunnen Godsdiensten de roem van het Va derland. Al de werken en voordeelen opsommen welke de achtbare Heer Baron de Bethune sedert ee nige jaren aan de landbouwers en hoveniers ver schaft heeft, ware mij onmogelijk, zien wij hem bijna dagelüksch van de eene vergadering naarde andere trekken om er de leden met zijn weispre kend en krachtdadig woord op de h- ogte te brtn- gen van hunne noodwendigheden en er zijne hulp in hunne moeilijke amstandigheden aan te bie den. En hier vrienden ga ik gebruik maken van zijne tegenwoordigheid om een klein vraagsken te doen, want wie niet vraagt krijgt niets. Wij hebben dees jaar het geluk gehad die verschil lende tentoonstellingen ie bewonderen van ko nijnen, kiekens, tabak en honden, door de zor gen van den achtbaren Heer Baron de Bcihune en der. Eerw. Heer Cobbaut ingericht, en ik vroeg mij af of wij hoveniers en landbouwers, vereenigd in een zoo machtigen en bloeienden bond ook geene tentoonstelling konden geven. Doch tentoonstellingen kosten geld, en hier doe ik eenen oproep tot den Heer Baron de Bethune, als gemeenteraadslid, dat hij de vraag welke wij zullen indienen tot het bekomen eener subsiede krachtdadig zou voorstaan, er worden zooveel subsieden gegeven aan maatschappijen welke niet het minste nut opleveren, terwijl wij werken tot voorspoed en welvaart onzer leden. Ik doe tot Hem nog denzelfden oprot p als Provinciaal raadslid, dat Hij daarook onze zaak zou verdedigen. Vertrouwen hebbende in het welgelukken zijner pogingen, hopen wij dit jaar eene schoone tentoonstelling te kunnen geven. Ik moet nog uwe aandacht trekken op eene zaak, namelijk dat de heer Baron de Bethune van den heer Minister van Landbouw de gunst heeft bekomen hier in onze stad eene tuinbouw school in te richten, waarin al de vakken betref fende den tuin-en landbouw zullen onderwezen worden, en ik hoop dat de heer Baron de Bethune zijnen invloed zal gebruiken om een onderwij zend personeel te benoemen, niet van die man nen welke den tuin- en landbouw slechts ken nen op papier, en waarin de landbouwers niet het minste vertrouwen stellen, maar mannen welke zich door werken en jarenlange onder vinding op de hoogte van hunne taak hebben weten te brengen. Gij van uwen kant vrienden, moet zorgen die lessen regelmatig bij te wonen om er al net nut uitte trekken welkeer aan vast is. Het is niet genoeg alles te leeren kweeken, er moeten ook uitwegen gezocht worden om de producten aan den man te brengen, ik van mij nen kant beloof al te doen wat in mijne m ;cht is om koopersvoor onze gekweekte groenten aan te schaffen. Ik hoop dat ik op de medewerking van allen die er het hunne kunnen toe bijdra gen zal mogen rekenen. Om te sluiten Geachte Gildebroeders, richrik mijne blikken op eene ledige plaats die hier zou moeten ingenomen zijn door een moedige wer ker en ieverige priester, onzen achtbaren heer Proost, den E. II. Cobbaut. Iedereen kent de reden zijner afwezigheid en ieder van ons is overtuigd dat die hardnekkige en onvermoèibare werker, gevallen is, slachtoffer zijner zelfsopolie- ri"g- haar, maar mijne mannen zullen dat niet doen. Zij hebben gelijl:ons leven hangt af van de woorden ?ener vrouw, 't Meisje moet aan ons vcibonden worden op eene wijze dat zij het niet waagt ons te verra den. Onze belangen moeten de hare wor den. Wij staan onuer de vervolging der wet, daar moet zij ook onder gebracht worden. Bij den duivel is zij niet schoon Is er eene andere vrouw, is er een man in de gansche wereld, die zulk een waagstuk zou uitvoeren, als zij gedaan heeft. Uit zijne oogen sprak bewondering. Rinaldini zijn buit ontrukken, is niets minder, dan een hongerigen leeuw zijne prooi uit de kaken scheuren. Waarchtig zij heeft de ziel eener leeuwin in het zwakke lichaam eener maagd en daarbij de schoonheid eener go din. Zij zou eene heerlijke bruid voor een roovershoofdman zijn. Ik bemin haar van het begin af aan, maar zij scheen zoo hoog boven mij als eene ster. Nu, nu moet en zal zij de mijne worden Ik wil haar bin nen een of twee dagen bezoeken en haar met haar lot bekend makenweigert zij, dan zal ik haar weten te dwingen. IV. Als leeraar van het Bisschoppelijk gesticht, besteede hij zijne ledige uren, niet om zich eeni ge rust te gunnen, maar om te werken voor de ontelbare bonden, waarvan hij om zoo te zeggen de stichter is, zoowel voor de nederige geiten bonden als voor de r-ootste b er. b >.iden, ja meermaals offerde hij tiet grootste f'erl fijner nachtrust op aan het edel werk welke hij be stuurde. Honen wij dat onze goede Moeder Maria, de gebeden van de leden welke gisteren in bede vaart naar Lede zijn geweest, zal verhooren en dat wij weldra onzen achtbaren heer Proost in volle gezondheid zullen mogen begroeten, en dat wij samen met al deze die hier tegenwoor dig zijn, nog vele jaren in vrede en eendracht zullen mogen leven tot voorspoed van ons allen, tot glorie van God eD Kerk en tot eer en roem van ons Vaderland Daarop nam de achtbare heer Baron L. de Bethune hel woord, om den onvermoei- baren schrijver geluk te wenschen met zijne doeltreffende rede en hem te bedanken voor al wat hij gedurende het jaar voor^ den bond gedaan heeft. Hij bedankt insge lijks den E. H. Deken, omdat hij de verga dering de eer heeft aangedaan met hier in het Landbouwershuis tusschen ons allen te willen komen plaats nemen. Verders her innert hij het spijtig geval van den goeden Proost E. H. Cobbaut, die hij weldra gansch genezen hoopt terug te zien op zijne oude plaats;hij brengt hulde aan AAimster Schol- laert, die zoo goed is geweest hier eene tuinbouwschool te laten tot stand komen. De eerste lessen zullen reeds den 2en of 3en zondag van Februari aanvang nemen. Er zal ook eenen bijzonderen cursus ge geven worden over de wijze waarop de voortbrengsels hoeven aan den man ge bracht te worden, en afzonderlijke lessen, met het oog op de stichting eener fabriek, waar men de legumen zou opleggen welke bijtijds hunnen kooper niet zouden ont waren. Om te eindigen bedankt de eerzame spreker M. Muylaert, Voorzitter der maat schappij en gansch het bestuur. Hij belooft daarenboven te voldoen aan den wensch, uitgedrukt door M. De Winter, met niet alleenlijk eene toelage van de stad en de provincie te vragen voor de tentoonstelling der hoveniers, maar zich zelf te richten tot den heer Minister van Landbouw, om er een ernstige aanmoediging voor te beko men. De E. H. Deken doet uitschijnen, alhoe wel hij daar zijne plaats niet inneemt, maar wél deze van den E. H. Cobbaut, dat hij geen oogenblik heeft getwijfeld, wan neer men hem vroeg deze plaats te komen bezitten, aldus willende eenen blijk geven van genegenheid vanwege de geestelijk heid aan de goede hoveniers, de getrouw- ste mannen aan hunnen H. Godsdienst. Door de uitvoering van hun bedrijf zelve, zijn ze beter dan iemand in de gelegenheid gesteld Gods grootheid te bewonderen, want gansch den akkerbouw berust op de weergesteltenis, waardoor hunne vruchten moeten rijpen, of vernield worden, namate de machtige hand des Allerhoogste ze be stuurt. De Eerw. Redenaar eindigt met een aanmoedigend en heilwenschend woord tot al de leden. De H. Muylaert vergenoegt zich, al de aanwezigen te bedanken voor hunne óp- passendheid op de vergaderingen, en bij zonderlijk de 46 leden die zondag 11. met hem de Bedevaart naar Lede deden, voor de genezing van E. H. Cobbaut. Hij stuurt een bijzonder dankwoord aan de bijzonder uitgenoodigde burgers, die in den groot sten eenvoud, soms van niemand gekend, door hunne schriften en bijdragen aan weekbladen den bond zooveel dienst be wijzen. Intusschen wordt er een snelbericht op het bureel neergelegd. Het wordt geopend en gelezen door den Voorzitter en kwam van E.H. Cobbaut. Wij deelen er ten slotte den inhoud van mede Zit thuis te wachten Naar nieuws en dubbel krachten, Met hert en ziel verkleefd Aan bond die boeren beter leven geeft. Blijft vereenigd, Eendracht maakt macht. Dank voor de bede Aan O. L. Vr. van Lede. (Get.) Cobbaut. Het bestuur gelastte zich met een ant woord aan den E. H. Proost. Nog lang vermaakte men zich ondereen en 's anderdaags werd in volle vroolijkheid den traditioneelen spadag gevierd. Aan de zuidelijke kust der golf van Le- pauts, niet zeer ver van Corinthe en eenig- zins van den straatweg verwijderd, lag een eenzaam, niet zeer groot huis. 't Was lang en breed met eene groote veranda en een binnenhof aan drie zijden door hooge heu vels en aan de vierde door de zee ingeslo ten. De eenige weg tot dit huis voerde van de straat af door een diep dal hij werd echter zelden gebruikt door de bewoners dezer kluis, die slecht over zee met de stad verkeerden. Schoon aangelegde parken van olijven, oranjebloemen en vijgen, en uitgebreide wijngaarden,dierijkelijkopbrachten omga ven het hu's. Eene halve mijl verder lagen de kleine zindelijke arbeiderswoningen en vormden achter een woud van vruchtboompn een klein dorp. behoorende aan den grondeige naar. De eigenaar van dit verborgen paradijs was een vreemdeling, een Amerikaan, En- gelschman, Schot of Ier, dat wist niemand. Vijftien jaar voor 't begin onzer vertelling was hij daar gekomen en bracht een meisje van vijf jaren mede. Hij had den grond van een griekschen boer gekocht, had nieuwe beplantingen aangelegd, de woning naar zijn smaak ge bouwd en met groote kosten ingerichthij had zich geheel van dewereld afgezonderd en een kluizenaarsleven geleid.Maaruiterst zelden kwam hij naar Athene of Corinthe. Daarbij, behalve metzijne werklieden, met niemandomgang had, kreeghij ook geen bezoek, geene brieven, las geene buiten- landsche dagbladen en van het eene jaar tot het andere, onderbrak niet het kleinste voorval de eentonigheid van dit leven dat soms onvcrdragelijk moet worden. Hij had zijn grond onder den naam van mijnheer Strange gekocht, maar zijne arbei ders en dienstboden veranderden dezenon- gewonen naam in Stasos. LEEST EN VERSPREID

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dageraad | 1910 | | pagina 2