De apostatie Van Walschap
Rerum-Novarumfeesf
I
Veertiende Jaar Sr 19
Prijs per nummer 35 centiemen.
Ninove 3 Mei 1940
Abonnementsprijs
3 maanden fr. 4,50
8 maanden 8,50
1 jaar 35,00
Koepoortstraat, 10,
NINOVE
Drukker-Uitgever
R. LUYSTERMAN-HAELTERMAN
TELEFOON 345
Postchekrekening n' 1862,54
Handelsregister Aalst n' 1093
Aankondigingen
Gewone per regel 1 fr.
dikwijls te herhalen volgens
overeenkomst
Vervolg
Maar vooraleer ik Walschap's eigenlij
ke motieven van geloofsverzaking ont
leed, laat mij klaar en duidelijk zeggen
wat zijn katholieke bewonderaars tegen
de borst stoot. Het gaat niet oxn wat
Walschap denkt, droomt, wil, en tot in
zicht heeft, het gaat om zijn litterair
werk lijk het daar voor ons ligt, met al
zijn vatbaarheid voor gegronde kritiek.
Wij ontkennen Walschap het recht niet
op pessimisme, noch op behandeling van
het zondeprobleem, of het louter natuur
lijke en aardsche levenslot. Wij vragen
hem geen bovennatuurlijke specifiek-
christelijke romans. Wij vragen in de
eerste plaats kunst van hem. En dan zeg
gen wij dat er in verschillende van zijn
boeken een wasem hangt van ongezonde
sexualiteit, vooral door zijn keus van
erfelijk belaste typen, iets wat ik liefst
noemen zou de refoulementen op zijn
Freud's. Welnu, zelfs gezonde sexuali
teit is maar een bestanddeel van het le
ven, het is niet alles en ongezonde sexu
aliteit is doodend voor heel het gezonde
zieleleven. En als zielezorgers zijn
wij bang voor de uitbeeldingen en be
schrijvingen van de werkelijkheid, Wal
schap's werkelijkheid, die eenvoudigen
en jeugdigen tot ergernis kunnen zijn.
Hier staan wij, wij kunnen niet anders,
wij vooral, die toch nooit iets anders
droomden dan de mooie harmonie tus-
schen een natuurlijk gezond en een bo
vennatuurlijk gezond Vlaamsch volk.
Walschap noeme dit nu klein-Vlaamsch,
mij om het even. Wij doen niet mee met
het ongezond- menschelijke al noemt men
dat nu dikwijls internationalisme in de
kunst.
Het tweede bezwaar dat van katho
lieke zijde tegen Walschap s werken is
in te brengen, schrijft P. Van Heugten,
S. J.. is zijn gebrek aan christelijk
besef, christelijke fierheid en doordron-
genheid van den beginne af heeft Wal
schap het katholicisme gezien, verengd
tot de kwezelarij van een pensionaats
nonnetje, verwrongen tot de huichelarij
van een dorpsapotheker of vergroofd tot
de rhetoriek van een voetbalkapelaan.
Zijn boeken zijn een subtiele beleedi-
ging van het katholicisme
Walschap heeft literatuur gemaakt
met allerlei geloofstwijfels, op een trei
terende wijze. Met een soort van leed
vermaak heeft hij zijn personages aller
lei tegenwerpingen tegen Kerk en ge
loof doen uitspuwen, zonder ooit er op
te antwoorden. Walschap schrijft zelf
«Men zegt mij wij kunnen ook niet
anders dan tegen u verdedigen wat ons
heilig is. Wat heilig is, verdedigt men
niet met laster cn liefdeloosheid
(blz. 37). Dat is zeer waar. Wij, katholie
ken, hebben niet met zulken modder
naar hem gegooid. Hij begrijpe dan ein
delijk, dat wij eerlijk ons geloofsstand-
punt verdedigen en dat wij niet anders
kunnen
En nu, Walschap's eigenlijke motie
ven van geloofsverzaking. Hij geeft er
twee op. Ten eerste Ik heb niet salut
gezegd omdat mij onrecht is aangedaan.
Geen waarheid is aansprakelijk voor de
gebreken en vergrijpen van haar aan
hangers. Maar deze gebreken door mij
van al te dichtbij waargenomen bij on
geloovige priesters en dies meer, gaven
mij den moreelen schok, zonder denwel
ken men niet overgaat tot een afreke
ning» (blz. 36).
Let er op Walschap bewijst zelf de
ongeldigheid van dat motief. Immers
zegt hij voorop geen waarheid is aan
sprakelijk voor de gebreken en vergrij
pen van haar aanhangers. En dat is zoo.
Waar is nu de logika En ziet. Walschap
bevestigt zoo maar het bestaan van on-
geloovige priesters als een alledaagsch
ding ongeloovig in den echten zin van
ongeloof, en die dan nog hun priesterlijk
ambt uitoefenen Dat is op zijn zachtst
gezegd een beleediging van de geeste
lijkheid in Vlaanderen.
Walschap, herinner u al die heerlijke
priesterfiguren uit uwen studententijd.
Gij zijt toch te verstandig om geen onder
scheid te kunnen maken tusschen de
waarheid in se en de zwakke beleving
ervan. Is gansch het leven van iemand
geen levenswaarheid, daarom is het nog
niet een heele levensleugen. God is
barmhartig en het is noodig dat er er
gernis gebeurt, zegt het Evangelie.
Het tweede motief van geloofsverza
king dat Walschap aangeeft luidt Ik
heb slechts zeer eenvoudige, zeer pre-
ciese vragen gesteld... Indien er een God
bestaat, heeft Hij gesproken Indien Hij
gesproken heeft, bezit men den juisten
tekst Indien er een ziel bestaat, bestaat
zij hiernamaals voort Indien zij voort-
bestaat. wordt zij gestraft of beloond
Ik heb mij met die vragen tot de geleer
den en vromen gewend, in de vurige
hoop dat zij hun antwoord eenigszins
zouden kunnen staven.» (blz. 37).
Ons antwoord luidt al deze vragen
worden alleen reeds door de rede volle
dig beantwoord. Er bestaat daarover een
reusachtige wetenschap, die aan elk in
tellectueel ter inzage ligt. Tolle et lege.
Maar Walschap maakt er zich van af
met deze lichtzinnigheid De Katho
lieke leer zelf erkent dat dit niet kan.
Noch door de rede, noch door de histo
rische feiten. Men kan. zegt hij. slechts
gelooven bij speciale genade en deze kan
men verliezen door eigen schuld maar
ook zonder schuld. God kan ze intrek
ken bij wijze van beproeving. (blz. 37.)
Ik antwoord de Katholieke Kerk
leert juist dat en het bestaan van God,
en het bestaan van de ziel, en de onster
felijkheid der ziel. en het feit van ie
mand die gesproken heeft en het be
staan van den juisten tekst, en straf en
belooning door rede kunnen bewezen
worden (den aard van die straf en be
looning echter niet, dat behoort tot het
domein van 't geioof). en veroordeelt als
ketter wie zulks loochent.
De Katholieke Kerk leert verder dat
de mysteriën, die het voorwerp zijn der
openbaring, zooals de H. Drievuldigheid,
de menschwording van Christus, de Eu
charistie. enz., niet door de rede kunnen
achterhaald worden, dat zij bijgevolg
voorwerpen zijn van het geloof, dat in
derdaad een speciale genade is die men
alleen kan verliezen door zijn eigen
schuld volgens de meerdere of mindere
mate van het wetens en willens.
Walschap vertelt nog een andere ket
terij. wanneer hij beweert dat God de
genade van het geloof kan intrekken bij
wijze van beproeving. God kan dit niet
en nooit, maar God kan toelaten als
beproeving dat de geloovige bekoord
wordt door geloofstwijfels, en dan nog
beproeft God nooit iemand boven zijn
krachten. Deze is de Katholieke leer.
Ziet, Walschap neemt het kwalijk, dat
pastoors en paters onzin bazelen over li
teratuur en kunst, wat hun vak niet is
en van mij mag hij daarin gelijk heb
ben maar Walschap neme dan ook
aan dat hij over het wezen van het ge
loof onzin bazelt en dat het dus best is
eerst een eerlijk en wetenschappelijk
onderzoek te doen, vooraleer hij den
staf wil breken over iets dat zeker zijn
vak niet is.
Ik heb enkel voortgaande op den
tekst van zijn boek willen bewijzen
dat Walschap's geloofsverzaking wikkelt
op losse schroeven. Tot driemaal toe
spreekt Walschap over zijn stille vreug
de die nu bestendig zijn deel is. Ik per
mitteer mij er niets van te gelooven.
God schijnt bij hem nog aanwezig in
zijn zoogezegde afwezigheid. God laat
hem niet los. omdat hij Hem loslaat. Wij
gooien niet met modder, maar wij bid
den. Walschap schrijft, zelf Ik heb
mij dikwijls vergist, voortdurend mijn
meeningen herzien, en ik verwacht van
de toekomst hetzelfde», (blz. 38.)
ARBEIDERS komt naar het grootse h
te NINOVE, op Zondag 5 Mei,
te 6 1/2 uur. H. MIS waaronder gelegenheidssermoen en algemeene Communie
voor de leden van de stad
te 5 uur PLECHTIG LOF in de dekenale Kerk
te 6 uur FEESTVERGADERING in «ONS HUIS», Dreefstraat, 6.
Feestrede, Spreekkoor en gezangen.
Tot deze namiddagvergadering noodigen wij ook uit al de leden van het gewest.
ARBEIDERS, we verwachten U
'T HOEKJE VAN DE REPORTER
Het zij zoo, opdat hij Vlaanderen zou
stichten door zijn grootmoedigheid,
waardigheid en verhevenheid boven de
minderwaardige gevoelens», (blz. 7)
Pater L. Callewaert, O. P.
Verlangt de rijst O R Y Z A in pakjes.
LANDBOUWBELANGEN
Is de nieuwe huishuurwet toepasselijk
in het platteland
Koning Hendrik de Vierde begreep j
dat de landbouw de weelderige borst j
was die Frankrijk voedde. Onze wetge- I
vers vergeten te licht dit grondbeginsel
van het sociaal leven, voor wat ons land
betreft.
Ijzer en staal kunnen wij desnoods
missen. Zonder melk, tarwe en haver,
vergaan wij en de dieren ook.
Zeker heeft de Katholieke partij een
oog in 't zeil gehouden om den bloei en j
den vooruitgang van den landbouw te
bevorderen en is het jaar 1884 een bron
van zegen geweest voor het platteland.
Maar schijnt de Regeering van heden
den landbouw niet in zekere mate te
verwaarloozen
Dees verschijnsel is te bespeuren in
de nieuwe wet van 21 Maart 1940. Deze
kent geen centiem vermindering toe op
de landhuurprijzen en laat nooit toe de
landhuur te breken. Denkt de wetgever
niet dat de bloei van de pachthoven
geen krenking ontvangen heeft met de
mobilisatie dewelke zooveel jonge krach
ten verwijderd heeft uit onze dorpen
Heeft de Wetgever niet ingezien dat
de algemeene kosten uit oorzake van
den internationalen toestand verdub-
beid zijn en dat de verkoopprijzen van
de veldvruchten op verre na niet, in de
zelfde mate gestegen zijn
Om de gemoederen niet te verbitte
ren zullen wij niet spreken over de ver
koopprijzen van het landbouwgerief,
van de scheikundige meststoffen van de
plantaardappelen die ons gedeeltelijk uit
Holland toekwamen., enz.
Laat ons nochtans niet overdrijven en
bestatigen dat er nog veel inwoners van
het platteland van de voordeelen der
wet kunnen genieten, zelfs indien zij
niet gemobiliseerd zijn.
Inderdaad, hebben al diegenen die
kunnen bewijzen dat zij niet meer in
staat zijn hun huishuur te betalen ter
oorzake van mobilisatie en internationa
le verwikkelingen het recht verminde
ring van hunne huishuur te vragen, de
welke de helft van het bedrag ».an eve
naren.
Hoeveel herbergiers, schoenmakers,
schrijnwerkers zijn er niet op den bui
ten die slechts een derde van de inkoms
ten van verleden jaar bezitten en min
der.
Ik ken een zadelmaker van onze om
streken die een maand lang geen slag
werk meer te doen heeft. En wanneer
dan een klient zijn winkel binnengetre
den is was het om een goedkoope her
stelling te doen aan een door en door
versleten zadel.
Een verkooper van de Melotte-ontroo-
mers vertelde mij dat hij sedert 3 maand
niets verkocht had.
Wat gezegd van de spijshuizen en her
bergen van de coiffeurs van de ver-
koopers van ijzeren voorwerpen On
dervraag ze en gij zult tranen in de oo-
gen krijgen.
Om ongemakken te vermijden en be
goochelingen te voorkomen, spoor ik
nochtans de huurlingen aan geen pro
ces in te spannen zonder de stellige be
wijzen te bezitten dat de storingen in
het genot van hun gehuurd huis en de
inkomstenverliezen wel het gevolg uit
maken van den algemeenen wantoe
stand. Wanneer zij in bezit zijn van een
huurcontrakt van 3, 6, 9 jaren, kunnen
zij ook vermindering van huishuur be
komen maar indien zij er in lukken een
vermindering' te bekomen van meer dan
35 c/t is er een gevaar bij
De huismeester heeft dan het recht,
3 maand na de uitspraak van het vonnis,
opzegging te doen en de huurceel te bre
ken.
Kort nadien, kan de toestand verbete
ren de huurling wordt beroofd van de
voordeelen gehecht aan de goede com-
mercieele ligging van het huis en een
slimme concurrent komt het huis bewo
nen.
Ten andere, indien de huurling niet
bewijst dat de vermindering van zijn
huurinkomsten, niet vergoed door ande
re inkomsten, de 15 niet overtreffen,
verliest de huurling zijn proces en moet
de kosten betalen. Welke kosten In
dien de huishuur van een jaar 2500 fr.
niet overtreft, is het bedrag der kosten
niet hooger dan 35 fr., eereloon van deur
waarder inbegrepen.
De wet verplicht geen der partijen
zich te laten verdedigen door een advo
caat. Maar wacht zij vereischt, dat zijn
bewijzen.
Indien de huurlingen geen handels-
boeken bezitten, kan zij andere stukken
in de schaal brengen, bij voorbeeld cer
tificaten van burgemeester, van werk
gever, enz.
In zekere gevallen zal de Heer Vre
derechter kunnen steunen op zware, ge
wichtige en overeenstemmende vermoe
dens.
Indien een schoenmaker die zijn be
drijf ziet zakken, een boerderij bezit met
verscheidene koeien, zal hij zeker zijn
proces verliezen. Ook zal de Vrederech
ter rekening moeten houden met den
toestand van den eigenaar die dikwijls
ook er niet rooskleurig zal uitzien.
Wat gebeurt er met de gemobiliseer-
den Voor deze, toont de Wet zich bree
der. Zij schept een soort van vermoeden
dat zij, gelet op het feit dat zij verwij
derd zijn van hun haard en moeielijk
in hunne behoeften kunnen voorzien met
hun soldij, dat zij dus in de onmogelijk
heid verkeeren hun huishuur ten volle
te betalen.
Een onbeantwoord aangeteekend schrij
ven van den huurling bevestigd door den
Commandant van hun regiment is in de
oogen van den Wetgever een bewijs dat
zij volle recht hebben een vermindering
te bekomen van 25 Indien de eige
naar protest aanteekent binnen de 15 da-
Vervolg op 2' blad.
Francois Hendrickx
8, Beverstraat, Ninove
Verzekeringen van allen aard
Hoofdagent voor Ninove en omstreken
der Maatschappij Belgische Lloyd
Boekhouden Fiskaal recht.
Nazicht - opmaken - projekten,
Balans - verlies en winstrekeningen
Belast ings ver klaringen.
Inlichtingen 's avonds na 18 uur-
masker op te lichten. Aan ons grens
woedt de oorlog en ons groote vader-
Sandsche bazen SPELEN neg altijd oor
log. Reporter.
Minister De Schryver heeft gekeven
voor het niet onderhouden van den zon-
der-vleesch-Maandag.
ledereen heett gedacht dat het er toch
niet op aankwam dat HIJ vleesch at.
Dat doet terugdenken aan de oude Jo-
denhistorie.
Sara, een arme weduwe met een heel
nest kinderen ging haar beklag doen bij
den Rabijn dat ze van den dokter alle
dagen moest een glas wijn drinken om
te verkloeken en dat ze er geen koopen
kon.
De Rabijn kon daar toch niet alleen
voor instaan maar hij zou toch voor Sa
ra zorgen.
Op den Sabbatdag werd in de Syna
goog het geval van Sara uiteengedaan en
de Rabijn zou een iedïg tonnetje aan de
deur van de Synagoog plaatsen en ie
dereen was verzocht er een flesch wijn
in te gieten. Hij, de Rabijn zou het voor
beeld geven.
Hij ging om zijn flesch maar gaande
dacht hij na dat een fleseh water op het
totaal toch geen kwaad kon en dat nie
mand het zou weten. En hij goot plech
tig een flesch water in het vat.
Maar al de Joden hadden juist het
zelfde gedacht en als Sara ging tappen,
tapte ze klaar water.
Feitelijk zijn wij, katholieke Vlamin
gen de goede vaderlanders.
Eigen lof stink maar waarheid is
waarheid. Wij hebben jaar in, jaar uit.
ieder week onzen dag zonder vleesch.
Wij zorgen voor de economie van 't Land.
Dees week hebben wij twee dagen,
met de vigilie van Sinksen en toeko
mende week hebben wij er drie, met
de Quatertemperdagen. Als het Land
aan zijn zonder-vleesch-Maandag houdt
wordt dat voor ons dees week drie da
gen en toekomende week vier of de
Bisschop moet er zijn kruk tusschen ste
ken.
En als minister De Schryver er nog
'nen dag bij doet om ons te straffen wordt
dat beurtelings vier en vijf
Zijn wij Vaderlanders, ja of n een
Zij die geen andere eeredienst hebben
dan die van 't vaderland vagen hun va-
öerlandsche kas aan den Maandag en ze
eten alle dagen vleesch
De minister zal Maandag een vliegen
de brigade agenten, allemaal mannen
met 'ncn fijnen neus door de straten stu
ren. Aan ieder huis zullen ze hunnen
neus optrekken en weten waar het naar
vleesch ruikt.
Als de vaderlandsche penitentie niet
stipt onderhouden wordt, wordt er 'nen
dag bij gedaan om te zeuren
Wat kan de Staat u doen, zeg, als ge
een koelkas hebt of hij moet u op uw
grammen zetten. En daar zijn de groote
vaderlanders niet voor want dat is te
gen de vrijheid.
En zoo zal er wel 'nen dag bijkomen
die zal moeten afgebeten worden door
dezen die geen koelkas hebben... en dc
Vrijdag zal er niet bij zijn dat zou te
klerikaal schijnen en veel weg hebben
van een klerikaal manoeuvre van pe>
tits vicaires
In Frankrijk dat antiklerikaal heet
is de Vrijdag er bij. In België denken
ze daar niet eens aan. België staat in het
toeken van het «werk van koningin Eli
sabeth een onzijdige boei gemaakt om
katholieken op stoopen te trekken.
Als ik nu over dien vaderlandschen
vastendag schrijf is het niet om te gra
ven of te «grijzen» zelfs als we de
gesp van onzen broekband een gaatje
verder moeten toetrekken kunnen wij
nog lachten. Maar het is noodig bij gn>
tegenheid ten gerieve van naïeve zielen
een hoekje van het vaderlandlievende