Een Plicht
Stakiogen en Manifestaties.
De Jeugd en de politiek
9\
■n
Zondag 17 December 1944.
Prijs per nummer Ifr.
re
ar
ae
re
e-
E.
;1-
an
;r-
ii-
;te
n-
>e-
de
el-
ir-
iit
le
an
ed
iar
?h-
ak.
no-
en
ten
jen
eld
ran
ais.
aal
;et-
;ee-
aek
gd.
zel-
jke
lers
ers.
En-
ren
jel-
lin-
ïen-
eed
tan.
hun
hun
rge-
afte
avi-
fge-
■nité
ver-
xuis
n in
eren
tot
ge-
NST
ve
iove
Au-
ennis
elan-
;west
ende,
dME,
waar
arden
intme
if be-
van
voor
idin-
inste
t be-
r fa-
PL.
Drukker-Uitgever
R. LUYSTERMAN-HAELTERMAN
Koepoortstraat, 10, Postchekrekening n' 1862,54
NINOVE Handelsregister Aalst n' 1093
HET HOEKJE .VAN DEN ARBEIDER
Reeds menige pijnlijke omstandigheid
werd ons over de Nederlandsche geëva-
cueerden meegedeeld. Deze bevolking
van Zuid-Nederland en Gelderland is zóó
zwaar beproefd door de oorlog dat wij
het ons moeilijk kunnen voorstellen. In
een paar dagen tijds bevond zij zich voor
de meest tragische werkelijkheid het
oorlogsgeweld kwam brutaal over haar
neer de woningen werden vernield zon
der dat ook maar het minste kon gered
worden, de bevolking werd door de duit-
schers nagejaagd en mishandeld dat
verwondert ons in België niet meer om
wille van de oorlogsoperaties en het zeer
groot gevaar dat daarmee gepaard gaat
moest de bevolking van het bevrijd ge
bied worden geëvacueerd, wijl een groot
deel van den verlaten vadergrond door
overstroomingen verder werd verwoest.
Alles hebben die menschen moeten ach
terlaten, velen zijn hier aangekomen
zonder kleederen noch linnen tenzij wat
zij op zich droegen, zonder geld, vermits
hun hollandsch geld aan de grens werd
opgevraagd om het in Nederlandsche
banken te blokkeeren en, vanzelfspre
kend dan ook zonder eenig meubel of
huisraad. Het gebeurd meermaals dat de
families werden uiteengerukt, zoo zijn
hier rond Ninove kinderen die van hun
ouders gescheiden werden en ouders die
één of meer van hun kinderen missen.
En het is maar jammer dat deze nood
lijdende bevolking niet terecht komt in
een land met groote reserven. Maar kom,
zou die weelde er noodig zijn om hulp
te bieden Het is plicht zulks te doen
en daar waar reeds nood en schaarschte
heerscht daar begrijpt men nog beter
hoe groot die plicht is en hoe verlangend
de nog meer lijdenden naar hulp uitzien.
Zijn niet velen, zeer velen onder ons
ook verplicht geweest hun huis en goed
te verlaten om een veiliger oord t.e zoe
ken Hoe gelukkig waren zij dan
een menschlievend hart te ontmoeten,
welk een pijn deed het niet wanneer
men die menschlievendheid niet mocht
vinden. Laten wij NU dankbaar zijn om
dat wij bijna allen, alles hebben terug
gevonden, omdat onze woningen nog
rechtstaan, omdat wij den gruwel niet
hebben gekend noch van de gevechtszo
ne. noch van de bombardementen, noch
van dronken soldeniers van een versla
gen leger, zooals het wel elders in het
land is gebeurd.
Hebben wij reeds genoeg daaraan ge
dacht hoe wonderbaar en gelukkig onze
bevrijding is geweest waarlijk het werk
der Voorzienigheid. Laat ons God bedan
ken en daarom dezen helpen die in den
nood verkeeren. Laat ons vragen één of
meer geëvacueerden te herbergen.
Zou men armoe lijden om een mondje
meer
De Denderklokbiedt gaarne hare
diensten aan om gebeurlijke aanvragen
in te zamelen en aan de bevoegde diens
ten over te maken. Inachtnemend de
noodige bescheidenheid over de namen
der aanvragers, zullen wij melding ge
ven van de ingezonden brieven.
Als gevolg op een artikel van ons heb
ben wij met veel genoegen twee artikels
opgenomen door een occasineele mede
werker ingezonden.
Vele onzer lezers hebben ons hun ge
noegen en instemming betuigd over deze
bijdragen wij danken onzen scherpzin-
nigen coiTespondent omdat hij het vraag
stuk zoo juist gesitueerd heeft. Waar hij
in zijn jongste artikel schreef dat nu ook
de daad moet volgen zijn wij het volko
men met hem eens. Deze week schreef
ook Firmin Van Den Bosch in La Libre
Belgiqueiets in dien aard. Het oogen-
blik is gekomen om de jeugd te zien ac
tief worden en begrijpend van den toe
stand en van hare verantwoordelijkheid.
Ook de ouderen, de zoogenaamde po
litiekers. beseffen te volle het belang
van dit uur en het overgroot belang van
de jeugd. Nu of nooit kunnen wij aan
ware staatsburgerlijke opvoeding doen
en zoo ons eigen nationaal gevoelen na
der beMlen. beter richten en daadwer
kelijk Beleven.
Vóór dertig jaren kon daarover zuiver
academisch worden geredetwist, doch on
middellijk na den eersten wereldoorlog,
door het feit der gedemobiliseerde vlaam
sche jeugd, was het vrraagstuk in zijn
actueelen vorm gesteld de besten onder
dezen die van het front terugkeerden
hadden diep aangevoeld hoezeer het noo
dig was dat zij zich zouden inspannen
om in dit land een vernieuwde geest te
brengen waar zij, in 't burgelijke zooals
in 't militaire leven, den staat zouden
dienen maar waar de staat zich eveneens
zou inspannen om hunne geestelijke be
trachtingen te voldoen. Maar dan stelden
zich meteen zoovele kwesties waarop de
partijpolitiek zich ging verdeelen, als
daar waren het algemeen stemrecht,
het syndikalisme, de standorganisatie,
het taalvraagstuk in zoover het alleen
gold het verkrijgen van eenige wettek
sten en later het verzet tegen den staat,
dat de hoofdgedachte, den staatsburger
lijken zin en de nationale opvoeding,
daaronder zeer te lijden hadden.
Na dezen oorlog schijnen de goede ge
voelens en de klare gedachten opnieuw
wakker geschud. Wij hebben een zeer
zware proef doorstaan zoowel van bel-
gisch als van vlaamsch-nationaal stand
punt en wij mogen zeggen dat wij van
beide standpunten uit triomfeerend uit
deze beproeving zijn gekomen. Wij be
seffen beter dan ooit dat wij vlaamsch
nationaal voelen als belgische staatsbur
gers. Wij zijn Belgen en gaan er fier op,
in den dienst van België, ons vaderland,
stellen wij onze vlaamsche krachten. Wij
willen België doordrengen van onzen
Vlaamschen geest en meteen van onzen
kristelijken geest. Daarorr uist zien wij
uit naar de politiek. Dit is immer, in een
democratischen staat, de hoogste uitdruk
king van onzen bui-gelijke plicht zoome
de van ons burgerrecht. Deze plicht niet
te vervullen, zou een bewijs zijn van laf
heid tegenover zichzelf en tegenover de
gemeenschap.
Daarom is onzen wekroep gegaan tot
de jeugd. Zeer gaarne zouden wij thans
het antwoord van de jeugd vernemen.
«Wij eischen werk en kolen
Plakbrieven en vlugschriften verkon
den het met vlammende letters
«Vreedzame» betoogers schreeuwen
het met gebalde vuisten en «verdedi
gen hun eigch met gekamoufleerde
handgranaten
Waalsche werklustigemijnwerkers la
ten de kolen warm in den grond zit
ten en gaan, met groote spandoeken, aan
de van kou-bibberende bevolking van
Brussel diets maken dat ze... werk en
kolen eischen
De spoormannen moeten het trein
verkeer aan hun zolen lappenen
het werk stil leggen om te eischen dat
het vervoer van arbeiders, levensmidde
len en kolen regelmatig zou geschieden
In Bergen worden autocamions uitge
rust om naar de hoofdstad kolen en bo
ter te brengen, maar bij vergissing
worden granaten en mitrailletten mee
genomen
Een echte heksenketel, zegt de man uit
de straat. En hij heeft gelijk
Niet te verwonderen dat de heksen in
den ketel huilden en tierden en hun ge
balde vuisten de lucht in gooiden, want
de ketel werd door de communistische
stokers zoodanig op kookpunt ge
bracht tot hij eindélijk gebarsten is...
De arbeiders hebben het schandalig
spel der communistische broertjes door
zien en vertikken het zich nog verder in
den ketel te laten bewerken tot speel
tuig der communistische drijverijen.
Het volk heeft ingezien dat de stakin
gen welke uitsluitend een politiek karak
ter hadden moesten dienen om de machts
greep welke de heertjes van de Roode
Vaan in het zicht hadden, te verge
makkelijken.
Ons volk wil niet moorddadig en on
dankbaar zijn.
Tienduizenden vaders, broers en echt-
genooten zijn op dit oogenblik nog de
prooi der Duitschers. Zij verlangen vu
rig dat ook voor hen zoo spoedig moge
lijk de bevrijding kome. Voor hun kroost
is iedere oorlogsdag een pijniging en
elke daad welke het oorlogsmonster lan
ger laat leven is een dolksteek in het
hart van duizenden Vlaamsche gezinnen.
In de verbonden landen zwoegen dag
en nacht millioenen mannen en vrouwen
om het uur van den vrede, ook onzen
vrede, te bespoedigen millioenen sol
daten. waartusschen ook landgenooten,
verlieten den drempel van hun huis om
ons huis vrij te vechten en honderden
gaan dagelijks den dood in om voor ons
het leven te behouden.
Dat hebben onze arbeiders begrepen.
Ons land heeft weinig kunnen bijdra
gen tot den gelukkigen uitslag der be
vrijding. Wel dreggen wij met moed en
volharding de lasten van een zware be
zetting. Dat was ons harde lot. Maar nu
krijgen wij de kans om, in de laatste
ronde, onze krachten te voegen bij die
der verbonden volkeren om de eindover
winning te verwerven. Uit alle macht
zullen wij ons verzetten tegen elke com
munistische poging welke juist het te
genovergestelde beoogt door het werk
neer te leggen en het vervoer te storen.
In blok verklaren wij ons akkoord met
het Algemeen Christelijk Vakverbond
dat, na kennis genomen te hebben van
het stakingsbevel dat samen door de
Communistische Partij en de Syndika-
le Strijd Komiteiten aan de arbeiders
der privaatnijverheid en der openbare
diensten gegeven werd
aan de Communisische Partij en de Syn-
dikale Komiteiten het recht en de hoe
danigheid ontkent op de christelijk ge-
syndikeerden beroep te doen
vaststelt dat de stakingen geen enkel
beroeps- of sociaal karakter hebben,
doch slechts een politiek doel nastre
ven
de stakingen afkeurt
aan de arbeiders vraagt aan dit stakings
bevel geen gehoor te geven en het
werk voort te zetten of te hernemen
indien het onderbroken werd
bij de arbeiders aandringt opdat zij er
zich rekenschap zouden van geven dat
de oorlog niet geëindigd is. dat de
strijd nabij onze grenzen wordt voort
gezet, dat verschillende onzer gewes
ten nog gebombardeerd worden, dat
vele landen nog niet bevrijd zijn en
dat iedereen tot plicht heeft door zijn
arbeid mede te werken aan de nederlaag
van Duitschland en aan de volledige
eindoverwinning ook de arbeiders
zullen, niettegenstaande hun miseries
en hun ontberingen, grootmoedig hun
deel in deze taak opnemen.
Samen met het A.C.V. herinneren wij
aan de proclamaties van Generaal Ei
senhower die aan de Amerikaansche
arbeiders vraagt de oorlogsproductie
tot het uiterste op te voeren
maar richten ten slotte een dringende
oproep tot de Regeering en de Verbon
denen opdat zij op de meest doelmati
ge en snelle wijze maatregelen zouden
treffen om het lot der bevolking en
bijzonder der arbeiders te verbeteren,
zoo voor wat betreft de ravitailleering
door een voldoende invoer van voe
dingswaren. als voor wat de kolenbe-
voorrading aangaat.
Syndikalist.
OPROEP TOT ONZE
MEISJES en VROUWEN
Wij zijn zeker aan de Engelsche sol
daten veel dankbaarheid verschuldigd,
't Is immers dank aan hun harden strijd,
waarin zoovele hunner makkers reeds
gevallen en gesneuveld zijn, dat wij onze
vrijheid teruggekregen hebben. Zeker
wij moeten hen onze genegenheid en on
zen eerbied betuigen.
Wij denken ook aan de meisjes, aan
de vrouwen die ginds ver in Engeland
hen hebben laten gaan. Wij kunnen ons
voorstellen hoe hartroerend dat afscheid
is geweest, zij hielden zooveel van me
kaar, zij vormden samen zoo een schoon
gezin hij en zij en twee kleine bengels.
Nu is hij vertrokken, ver over zee naar
een vreemd land zijn plicht vervullen
jegens zijn volk en land.
Een ander is nog jong, het afscheid
dat hij nam van zijn verloofde was riet
min droevig, en zij heeft zich kranig en
sterk gehouden om het hem niet te lastig
te maken. Nu denkt zij aan hem. waar
hij zou mogen zijn, hoe hij het stelt, of
hij soms niet gekwest is, nog leeft, en in
welke omstandigheden. Zoovele vragen
die onze moeders en vrouwen en meisjes
zich zelf zoo dikwijls stellen nopens hun
geliefde die nog ver verwijderd in
Duitschland moet verblijven.
Vlaamsche meisjes. Vlaamsche vrou
wen, mocht het eens uw roem zijn dat
door uw gedrag, door uw houding die
soldaten hier niet hebben gefaald in het
vervullen van hun mannenplicht. Mocht
gij er fier op gaan dat dank aan u zij
hier trouw zijn gebleven, trouw aan hun
vrouw of hun verloofde die ginds op hen
wacht.
Mocht het eens zijn dat die Engelsche
vrouwen en meisjes u zullen moeten be
danken, omdat gij hem voor hen hebt
bewaard.
MIDDENSTANDERSNIEUWS
Iets over het Handelsregister
Zooals onze lezers weten, was het vol
doende. voor den oorlog, dat de hande
laar zich aanbood bij de Handelsrecht
bank van zijn gewest, om inschrijving
te bekomen in het handelsregister.
Gedurende den oorlog hebben beslui
ten, genomen door de Secretarissen-Ge
neraal, beperkende en zelfs streng be
perkende maatregelen ingevoerd.
Hoe is de huidige toestand.
Voorlcopig blijven de oorlogsmaatre
gelen in voege. Er is dus toelating noo
dig voor nieuwe inschrijvingen en wij
zigingen.
De aanvragen onder vorm van vragen
lijst moeten ingediend worden bij het
Minister van Economische Zaken waar
bij er moet gevoegd worden 1) bewijs
van goed gedrag, leven en zeden, 2) bur-
gelijk bewijs, 't is te zeggen dat men
geen antivaderlandsche houding gehad
heeft gedurende de bezetting.
Al wie daarover meer inlichtingen of
wie de zaak aanbelangt mag zich aan
bieden op het Secretariaat van den Ka
tholieke Middenstandsbond, Beverstraat
Ninove hetwelk open is iederen Zondag
van 10 1/2 tot 11 1/2 en iederen Dinsdag
van 9 tot 11 ure alwaar het nocdige zal
gedaan worden, doch moeten voorzien
zijn van de twee hierboven vermelde be
wijzen.
De leden moeten voorzien zijn van hun
lidkaart en wie nog geen lid is kan zich
laten inschrijven.
Het secretariaat staat den dienste voor
alle raadgevingen en wil U behulpzaam
zijn in alle omstandigheden.
FRANS MATTHYS
Gewestelijke secretaris van het gewest
Ninove.
theater comedie met een masker op. Dan
wisten de menschen toch dat het come
die was. Dat was ten minste fair play»
OP DEN UITKIJK
Er is een Fransche spreuk Et plus
cela change.plus cela reste la même chose
Monsieur Demany de la Resistance
zoo zal zijn naam zijn als de koning van
hem een edele ridder maakt is minis
ter geweest en moest zorg dragen voor
al wat de pers aanging. Hij was geen
communist. Hij was de weerstand. Heel
Heel toevallig was het de weerstand en
het communisme die vaderlandslievend
waren en zij alleen Als groote va-
derlandsche kemphaan heeft hij voor de
vaderlandsche pers gezorgd. Drapeau
Rouge en Roode Vaan hebben met het
papier gespeeld, ze hadden honderde en
duizende ton papier.
De andere bladen mochten ook ver
schijnen, évidamment, de pers is vrij,
naturellement. Maar voila, er is geen
papier of toch maar een beetje, un tout
petit peu. zeggen ze in Belgisch Fransch.
Ze mochten verschijnen in beperkte
oplage, in beperkt formaat en op bepaal
de dagen.
En de communisten die ons altijd ver
tellen dat het maar in bourgeois-régime
is dat de vriendjes voorgaan
Refrein Et plus cela change
Er is bijna revolutie geweest te Brus
sel.
Fransche en Engelsche Radio hadden
reeds de wereld rond gedaan dat la
Resistance het Land wou bevrijden
van de Regeering Pierlot die aan het
bewind was tegen wil en dank van AL
de goede patriotten.
Refrein
Er zijn gekwesten gevallen, er hadden
kunnen dooden zijn. 't Was zoo een on
beredeneerde opwelling van heilige ver
ontwaardiging geweest... maar toch was
op voorhand het Rood Kruis geallerteerd
Demany. Dispy en Dr. Dumarteaux
waren niet onder de slachtoffers.
En de communisten die zeggen dat het
maar in bourgeois-régime is dat de klei
nen aan kop gaan in den optocht en de
grooten in den aftocht
Refrein
Er zijn andere groote patriotten. Hun
diploma is niet onderteekend door De
many en Cie maar ze zijn het toch
Hun patriotisme is zoo groot dat ons
Land er te klein voor is, en ze bouwen
een groot huis over ons klein.
Vroeger waren ze Fransch gezind, nu
zijn ze Engelsch gezind.
Refrein
Ze versmachten onder de strikken,
wimpels en vlaggen. Ze zingen Tiperary.
Hun haar is ros geverfd. Hun meisjes
mogen geen jongen bezien of 't moet
nen Engelschman zijn. Hun jongens
werven vrijwilligers voor 't front.
Ze hebben sacrifices gedaan om dfi
zwarten hun huis te doen klein slaan, en
nu nog werken ze in 't zweet van hun
aanschijn en dat gebeurd niet dik
wijls om de laatste verdachte van mo
gelijke zwartgezindheid te broodrooven.
Refrein gevolgd door Brabangonne.
Maar voor een arme landgenoot die
rammelt van den honger mag er geen
boterham weg uit de provisiekas die
voorzien is voor zeven jaar.
Voor een uitgebomde familie hebben
ze geen kamerken beschikbaar in hun
groothuis 't Is te schoon bij hen, en
daarbij het dérangement is te groot.
Hollandsche vluchtelingen zijn er
dan geen vreemde luizen bij
Hun jongens mogen zelf niet gaan
vechten.
Ze zijn te rijk om voor ?t Vaderland
te sterven.
Ze moeten er voor leven en van leven.
Die decoratie achterop is wel schoon,
maar daar geraakt je toch aar.
Refrein gevolgd door misérere.
In den .ouden tijd speelden ze in het
"J-. ■■"-•W.tt' y-
(V< H
i's
Ot
i.