HET HEILIG EXPERIMENT
Adagio...
i
Door ae Periscoop
Oud-E erste-Minister
VAN HOUTTE
komt op donderdag 19 december
naar Ninove
miïM c i
Eén en dertigste 'Jaargang
Prijs per nummer 1,50 Fr.
Zondag 24 november 1957
Postcheckrekening 4786.85
KRISTEN, VLAAMS EN VOLKSGEZIND WEEKBLAD VOOR HET KANTON NINOVE
Drukker-Uitgever Paul LUYSTERMAN-JACOBS, Koepoortstraat 10 - Ninove
Telefoon 327.27
ZONDAG 1 DECEMBER JONG-NINOVE
Zaal Roxy - te 19.30 uur voer^ op
het wereldberoemd toneelspel van F. Hochwalaer
Regie dhr. Marcel DE PAEPE
Plaatsbespreking in de zaal Roxy Geraardsbergsestraat.
TI-N JAAR GELEDEN
Ik ben van zin op de tweede Paasdag achter het
Begijnhof van die goed riekende purperen viool
tjes te gaan plukken. Ik 2al aan U denken Richard
en stuur er u dan
Met Goede Vrijdag 1947 bloeiden er werkelijk a,enter het
Li er se Begijnhof purperen viooltjes, doch Felix TIMMERMANS
is er niet meer heen gegaan. Want lang voordien kreeg hij op
een avond, luisterend naar de radio die een van zijn weraen
uitzond, een nieuwe hart-crisis. Na dokterszorgen scheen alle
gevaar voorbij. De zieke zegde zelf dat alles goed ging en
iedereen maar naar bed moest gaan.
Even na middernacht wilde zijn jongste dochter zijn
hoofdkussen wat beter leggen, hij liet zijn hoofd op haar
schouder rusten en was dood...
De Harp. die haast 40 jaar zo heerlijk zong. en waarvan
de klanken de hele wereld door gezinderd hadden, zou voor
taan zwijgen.
Het gebeurde 10 jaar geleden, op 24 februari 1947.
Hij was een heerlijk mens! Helemaal niet zo'n soort
Palliete". wat velen van hem ook denken mochten. Uiterlijk
steeds kalm en rustig, alhoewel innerlijk niet. sprak hij over
zijn eigen moeilijkheden omzeggens nooit en er zijn noch
tans in zijn leven periodes geweest dat hij meer dan haiu te
vechten had. Anderen evenwel hielp hij waar het hem moge
lijk was en niet zo maar in het vage. maar afdoend en met
inzet van al zijn felle kracht.
Hij behoort tot de groten uit ons volk er. is de meest
gelezen en meest vertaalde Vlaamse schrijver. Ie Ier mens.
hij weze nog zo prozaïsch, die Timmermans leest, raakt onver
mijdelijk meegesleept door de rustige eenvoud en de klaterende
woorienval van zijn werk, dat nochtans steeds omsluierd
hangt door een lichte weemoed
«Safe. '-r- .VU3, '«*3*
.J* T. - jVS
V - \g ."cl.
n r. .-
rV' a:, ,y<'-
J>- .^tt sifgtf--v
VS*. - -W-v
Een dikke vijftig jaar geleden had
ik een professor die dikwijls voor het
wekelijkse opstel vrij onderwerp gaf.
Hoe meer de klas protesteerde hoe
meer hij het gaf. Als hij onze lange ge
zichten zag lachte hij dat hij schokte.
't Was weer gebeurd. Ik had twee
uur op rnijn pennestok gebeten en ik
stond nog altijd even ver *t is te zeggen
nergens
In mijn wanhoop schilderde ik mij
zelf af als dagbladreporter die een in-
tervieuw ging afnemen van Mijnheer
de pre ^or. Ik had hem nog al rare din
gen gewaagd e-n wondere antwoorden
doen geven Hij was sportief en lachte
mede en vroeg alleen dat het eindigen
zou op een «peur copit non cnformc
en een handteken, kwestie hem aan de
galg niet te klappen.
Ik zit vandaag in dezelfde nauwe
schoentjes en ik ben nu een echt inter-
vieuw gaan afnemen, en het voorbeeld
volgend van dc eerste reporter van De
Donderklok - die ir. de tweede we
reldoorlog gesnwuvOiU ben ik b.j
die pastoor gegaan die hem een stamp
in zijn broek gegeven had om hem te
leren dat hij in zijn stiel veel zou moe
ten verdragen.
Die pastoor is nu oud geworden de
uitdrukking van zijn wezen is veel ern
stiger geworden maar zijn ogen kijken
nog altijd even deugenietachtig.
Mijnheer de pastoor, zei ik hem, kunt
ge mij het geheim verklappen van uw
eeuwige jeugd.
Eeuwig, zei hij, is een woordje dat
past bij God alleen. Ik ben in het vierde
en laatste deel van mijn leven. Ge kent
de spreuk van dat boertje van bacnten
de kuppe Och menheer, wat is het
leven van de mens'.' Twintig jaar groeien
twintig jaar bloeien, twintig jaar noch
dit doch dat. daarna oeie mijn hoofd en
oeie mijn g...t
Ik zit in de vierde periode. Alleen
mijn hart is jong gebleven omdat ik
Onze Lieve Heer tracht na te doen die
eeuwig is.
God is waarheid en spreekt altijd
waarheid. De mens is meer gediend met
leugens die hem vleien dan met waar
heid die hem zeer doet.
Dat was zo van in den beginne. God
had de mens de waarheid gezegd in het
aards paradijs. De duivel kwam hem
vieren en paaien met leugens en de mens
geloofde de duivel. De mens heeft er
een lepel van binnen gehad.
God is bij zijn metode gebleven en
de duivel ook en de mens ook. En de
mens is nog altijd het kind van de re
kening.
God die eeuwig en altijd dezelfde is
doet immer voort in de hoop dat de mens
toch eens zijn verstand zal krijgen. Maar
Hij richt zich tot ieder mens in 't bij
zonder, want elk krijgt zijn eigen lot
in eigen handen en bouwt zijn eigen
tcekoms. vp.
De mens eet alle dagen aardappels
n.ciur niet altijd met dezelfde saus,- De
eeuwige God die ook de goede God
is biedt zijn Waarheid aan nu met
een zoete saus, dan met een zure, met
de hoop .dat de mensen niet zullen blij
ven doen gelijk miskweekte kinderen
...iii eten laien staan.
Kwaad is Hij nooitmaar als deze of
gene te veel overdrijft laat Onze Lieve
Keer hem lopen en ziet er niet meer
naar om...
Ik doe gelijk Onze Lieve Heer. Ik
werk niet voor mij, maar voor de men
sen. Ik schotel hun waarheid voor, altijd
met afwisselende saus. Blijven ze de
kwade jongen uithangen, ik maak mij
niet lastig, niet driftig. Ik laat ze lopen
met 't \el langs buiten. Wie niet wil,
heeft gehad. En 't is mijn schuld niet
dat ze ondervoed zijn.
Niemand zal God verantwoordelijk
maken voor zijn mislukking. Met mij
zullen ze net wel proberen. Maar Onze
Lieve Heer is van alle markten thuis
gekomen. Ik op menselijke schaal ge
zien ook. En ik ben gerust van ge
moed. Mensen laten zich een paar oren
aannaaien. Onze Lieve Heer niet. Mijn
gerust gemoed is het secreet van mijn
blijvende jeugd. In mensentaal heet dat
naïeveteit
Zo sprak de pastoor en liet mij bui
ten zonder stamp in mijn broek
<Fote Sado - Brussel)
De kern var, alle dingen
is stii cn eindeloos.
Alleen de dingen zingen
ons lier! is kort en broos.
En donker zingt mijn bloed
van heimwee zwaar doorwogen.
Ik zeil langs regenbogen
Gods stilte tegemoet.
FELIX TIMMERMANS
Uit "Adagio»
We herinneren ons dat we als jong student op een keer
van een leraar een dictee kregen en hoe toen voor de eerste
keer in ons leven ons gemoed wérkelijk in beroering werd
gebracht door een mooie tekst... En nochtans, met Letterkunde
was ons lessenrooster ook voordien reeds meer dan gevuid.
Maar dat dictee was een fragment uit Timmermans' «Kindeke
Jezus in Vlaanderen», aankomst van de Koningen «Traag en
afgemeten, met een.Oosterse luiheid, als op pas der olifants
poten, bonkte en bomde de donder der honderden pauken...
En de zwarte Koning trad vooruit en sprak met zachte vrouwe-
stem in gebroken Vlaams...
Als geen, werkelijk als niemand, heeft Timmermans het
allemaal beschreven armoe, weelde, Breugheliaanse vreugde
en zware pijn, het heilige, het zoete, het smakelijke, het hele
leven. Want, aldus zijn dochter Lia, onze Pa hield van het
leven, van de natuur, van alle schone dingen op aardehij
was er dankbaar om en bewonderend blij mee maar nam men
ineens alles af, dan zou hij er geen gram minder gelukkig om
zijn. Hij zegde zelf eens: Ik heb gaarne geleefd, ik zal ook
gaanii. sterven».
a d geboren te Lier. op 5 juli 1886. het 13' van
14 kk.cL .«.n. Zijn joviale vader dreef handel in kanten; zijn
moeder was een vrome en ingekeerde vrouw.
F.a aldus schetst André Demedts de verdere ontwikke
lingsgang van de Fé
Reeds als opgroeiende jongen wilde hij kunstenaar
wordentekenen, schilderen, later ook schrijven. Hij is
zowel het een als het andere blijven doen. ofschoon het dui
delijk is dat zijn bijzondere verdienste op letterkundig ge
bied ligt. 1 1907 kwam zijn eerste boek uit, een verzenbun-
dol Dooi de DagenTijdens zijn laatste levensmaanden,
getekend door de dood. zou hij met de gedichten uit Adagio
tot de liefde uit zijn jeugd terugkeren en zijn loopbaan af
sluiten zoals hij haar begonnen was. Tussen dat begin en einde
heeft hij een dertigtal boeken uitgegeven, die tot verschillende
genres behoren. want behalve verhalen en poëzie heeft Tim
mermans ook toneel, vertelsels voor de jeugd en boeken over
schilders geschreven.
Op zoek naar een geestelijk houvast schreef hij in 1910
de somoere verhalen Schemeringen van den DoodDan
volgt «Pallieter» (1916). een uitbundige hymne aan het leven
met zijn schoonheid, zijn overdadige weelde en zijn meesle
pende genoegens, met hier en daar nochtans wat weemoed om
de vergankelijkheid der aardse vreugden.
Die ijle droefgeestigheid zal voortaan in al het werk
van de Lierse meester aanwezig blijven, als een dunne nevel
in de verte van een herfstlandschap De zeer schone Uren
van Juffrouw Symforosa Begijntjen,» en «Ik zag Cecilia
komen». In «Het Kindeke Jezus in Vlaanderen» treed ook
zijn belangstelling voor het volksleven aan het licht.
(Vervolg op blz. 2)
4
M#* -- 4
W