d w e enó/ e/? Onder Drie en dertigste Jaargang Zondag 18 januari 19S9 Drukker - Uitgever Paul LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327. 27 Postcheckrek. 4786.85 Op het ogenblik dat we dit artikel neerpennen weten we nog niet welke de inhoud zal zijn van de regeringsverklaring van 13 januari vóór Kamer en Senaat. Wel namen we kennis van de mededeling van de Koning, dinsdagmiddag over de radio uit gezonden. We kunnen dus wel enigszins vermoeden, zonder er de termen van te kennen in welke zin deze verklaring zal opgesteld zijn. De onafhanke lijkheid van de Kongostaat in het vooruitzicht stel lend. op min of meer korte of lange termijn zal de regering hoogstwaarschijnlijk een tegemoetko mende houding aannemen en maatregelen treffen om de Belgische aanwezigheid en noodzakelijkheid in Kongo te vrijwaren - en dat is haar goed recht. Niemand kan of mag aan ons Litfid het recht be twisten na Vijftig Jaar Beschavingswerk en onverdroten doorzettingsvermogen op alle gebied de opgenomen taak tot een goed einde te brengen. Voor de meesten van ons. die de Kongostaat kortweg als een luxe-bezigheid voor een klein land als het enze beschouwden, komen de voorbije ge beurtenissen wel enigszins onverwachts. We zijn zelfs geneigd zonder de zaak uit te diepen alles te klasseren met de verklaring 't Moest er van komen, ondank is 's werelds loon 1 Zo eenvoudig is het echter niet en we zullen ons inspannen om aan onze lezers op een weliswaar zeer beperkte wijze een en ander aan te halen waardoor het zal mogelijk worden de toestand enigszins te be grijpen. Kongo, met zijn 13 miljoen zwarten waar van 10 miljoen verspreid in dorpen en «Brousse» en nagenoeg 3 miljoen in de grote steden stelt meteen vele problemen welke op een doelmatige oplossing wachten. Niet alle zwarten kunnen zo maar hun dorpje verlaten en zich in een centrum komen vestigen. Eerst en vooral omdat er onvol doende woongelegenheid is en ten tweede omdat er geen werkgelegenheid geboden wordt. We lieten ons vertellen door een koloniaal dat er in Leo bv. bijna even veel zwarten zitten welke over geen verblijfsvergunning beschikken als wel regelmatig ingeschrevenen. Ze logeren bij verwanten en waar ze het nodige vandaan halen om er te verblijven is een raadsel. Het Gouvernement-Generaal is van deze toestand blijkbaar op de hoogte maar doet alsof dit niet het geval was. Onnodig te zeggen dat deze stand van zaken op de duur onhoudbaar moet worden en dat al deze mensen die leven in onoog lijke hutten van blik en zakkengoed, in menson waardige voorwaarden een bestaan moeten zoeken. Deze die werk hebben verdienen te weinig om nor maal te leven kunnen zich onvoldoende voeden presteren in dezelfde mate zodat een fatale kring loop ontstaat en een atmosfeer geschapen wordt waardoor ongure elementen met gemak hun slag kunnen slaan. Dergelijk midden is rijp voor alle uitspattingen en ondergaat volgaarne de invloed van enkele menners, belust op sensatie en op het uitbaten van de laagste instincten. Een maag, die onvoldoende gevuld wordt en dagelijks door publiciteit aile confort en aangename dingen voorgespiegeld krijgt, moet wel in opstand komen. Dit is zeker en vast een van de voornaamste fac toren welke voedsel hebben gegeven aan een mo gelijke opstand op touw gezet door welbewuste en stevig gevormde uitbaters van de menselijke mizerie. Andere industriële centra als de mijngebieden van Kasa"' en Kantanga, verkeren in bevoordeelde positie daartegenover. Daar wordt de zwarte ar beider degelijk vergoed en het lijdt geen twijfel dat er in deze buurten minder kans bestaat voor on ruststokers. Deze arbeiders gevoelen aan de lijve daf er werkelijk voor hen iets gedaan werd en dat hun lot e< op verbeterde. Die mensen zijn gelukkig omdat hun bestaan verzekerd werd door de kolo nisatie. Het mag wel opvallend genoemd worden dat de zwarte Burgemeesters van Leo en er zijn er zo maar een tiental op eén uitzondering na. so lidair geweest zijn met de nationalistische beweging en de viijlating van de aanvoerder dezer beweging Kasa vu bu geëist hebben. We mogen wel te recht veronderstellen dat deze burgemeesters bij de intellectuelen mogen gerekend worden en naar onze zegsman in een finantieel bevoorrechte po sitie vei keren. Zij genoten het vertrouwen van de leidende Belgische kringen ter plaatse, alhoewel zij nooit een blad voor de mond genomen hebben om hun zienswijze en hun strijd naar ontvoogding openlijk te voeren, ook in de Kongolese pers. Moeten we daaruit besluiten dat de regering in Congo de ernst van de zaak over het hoofd gezien aeeft en er niet tijdig bij was om maatregelen te treffen, ten einde 'net slechtste te voorkomen Als er onmogelijke toestanden zijn. dan heeft de rege ring tot taak alles in het werk te stellen om er aan te verhelpen en mag zij nu een welgemeend mea culpa slaan. Mistoestanden dienen recht gezet en wanneer men de rol van Beschaver wil spelen, moet men er eerst en vooral op letten zelf beschaafd te zijn en aldus te handelen. Na vijftig jaar opoffering van arbeidskrachten, kapitalen en investeringen van allerlei aard in een onmetelijk land als Kongo, moest België de vruchten kunnen plukken. Gouverner c'est prévoir wordt er gezegd, maar het heeft er alle schijn van dat zulks in onze kolonie niet het geval geweest is. Er is nochtans veel gedaan en toch blijkt het dat er niet genoeg aandacht geschonken werd aan de ontvoogding van het individu als dusdanig. Of het om een zwarte of een blanke gaat. iedereen heeft recht op een orden telijk bestaan en na vijftig jaar is zulks niet het geval in Kongo Aan wie de schuld Prijs per Nummer: 2 F. Prijs yoor Jaarabonnement85 F. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Congo is nog altijd de vedette in de TV. Ik wil geen commentaar geven op de toespraak van Korung Boudewijn, noch op de stemming in de wetgevende Kamers, noch op het werk der speciale commissie. Over vijftig jaar zullen geleerde mensen daarover geleerde boeken schrijven. Toen ik als kleine jongen school liep, vertoonde de landkaart van Afrika nog een grote witte vlek. daar waar nu Congo ligt. Wij hoorden van Stanley en Livingstone en van Leopold II, koning der Bel gen. en Bouia Motari van Congo-Vrijstaat. Wij hcorden van die beestige Arabieren die in Congo kwamen jagen op negers en honderden en duizenden jonge negers en negerinnen medevoerden en verkochten als slaven. Wij hoorden van Sergeant De Bruyn en andere blanke helden die in dienst van koning Leopold Congoland zuiverden van dat ongure ras... en er het leven bij inschoten. Wij hoorden van die rampzalige laapziekte die dreigde de Congolese bevolking uit te roeien van «ie slaapzieken die door hun volksgenoten aan hun lo; weiden overgelaten, maar opgespoord en ver zorgd dooi blanke paters en nonnen. Wij hoorden van die vreselijke melaatsheid die weer andere duizenden langzaam ter dood voerde, midden de onverschilligheid van eigen volksgeno ten. maai verzorgd en genezen werden door blanke dokters bijgestaan door blanke paters en nonnen. Die fameuze Congolese evolués die de blanke indringers willen buiten wippen zijn niet zo ver geëvolueerd dat zij de geschiedenis kennen van Congo, sedert de ontdekking. Moester zij haar kennen, ze zouden bleek wor den van schaamte. Wij weten ook dat het niet al licht en zon was W ij weten dat tussen de eerste pioniers avon turiers waren die de duivels waren die het goddelijk werk der paters en nonnen kwamen saboteren. Wij weten ook dat de reuzekapitalen die in Congo belegd werden niet alleen ter ere Gods wer den besteed, maar ook om geldelijk te renderen. Indien die «évolués» werkelijk zo erg geëvolu eerd waren als ze werkelijk beweren, ze zouden begrijpen dat de avonturiers een fataliteit waren en het beleggen van kapitalen een menselijk iets. De opstandelingen van Luluabourg wisten wat de negers aan de Rooms-Katolieke missie te danken hadden Ze wisten dat zij ze nodig hadden, en ze hebben er niet aangeraakt. Hor.derde blanke kolonialen hebben er toe vlucht gevonden en zo hun leven gered. Wellicht wisten ze niet te spreken van de strijd van Pater Cambier tegen de katolieke minister van kolonies die zich opwierp als verediger van het koloniaal bestuur, maar zij wisten toch dat hun ouders de beschermelingen waren geweest van de paters. De évolués van Leo weten dat niet meer. Daar zijn vreemde protestantse zendelingen ge- L*es verder op bis, 2) WAT NU MET CONGO de Antenne

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1959 | | pagina 1