h f'st Sn uhams 6^ \i Qtf DE STEDELIJKE de Antenne Drie en dertigste Jaargang Zondag 1 maart' 1959 Drukker - Uitgever Paui LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327. 27 Postcheckrek. 4786.85 ««■■HnHBHHBnBHni Toen, nog vóór de oorlog van 14-18. hier een muziekschool werd opgericht, was het zeker de bedoeling van onze vroede stadsbestuurders langs en bij middel van deze school het culturele, en vooral het muzikale peil der bevolking te verheffen: aan iedereen en vooral aan de jeugd de gelegenheid te verschaffen om kosteloos de edele kunst der muziek aan te leren en onder bevoegde leiding te bestuderen; om, door het geven van bepaalde cur sussen, zowel kwantitatief als kwalitatief, de be staande muziekmaatschappijen te helpen en te be vorderen. Het initiatief van onze wijze voorvaderen verdient dan ook alle achting en waardering en moet nog altijd de aandacht en de interesse vergen van alle Ninovieters in U algemeen en van het stadsbestuur in 't bijzonder. Het zou onze bevolking moeten interesseren of de school nog beantwoordt aan het vooropge stelde doel, of er werkelijk een gunstige invloed uitgaat op cultureel gebied, zowel op de enkeling, als op onze bestaande muziekmaatschappijen. En we moeten erkennen dat vóór 194Ó enkele resultaten werden bereikt vermits het grootste aan tal goede muzikanten, die deel uitmaken van de bestaande muzieken. hun opleiding hebben genoten aan de school. Zelfs na 1940 zijn er enkele instru- mentisten alhoewel op de vingers te tellen die niet alleen de volledige cyclus der lessen heb ben gevolgd, maar ook tot een schitterend einde hebben gebracht. Nochtans is een geleidelijke achteruitgang vast te stellen. Terwijl het aantal leraren en leraressen ver meerdert. terwijl het aantal lesuren steeds wordt uitgebreid, terwijl het budget der school steeds stijgt, vermindert het aantal leerlingen dat werke lijk de lessen volgt en zijn de resultaten steeds degressief. De uitgaven der inrichting overtreffen de driehonderd duizend frank staatssubsidie in begrepen en dit voor ongeveer zestig ingeschre ven leerlingen, hetzij ongeveer vijf duizend frank per leerling. Aan deze 60 leerlingen wordt onder wezen door acht leraren en leraressen, hetgeen één leraar zou uitmaken voor acht leerlingen. Zelfs is deze berekening onjuist daar er een cursus wordt gedoceerd waar een lerares ter beschikking staat van drie leerlingen. Een bemoedigend feit is nog dat de meeste leerlingen onze stad bewonen, ter wijl diegenen uit de omliggende gemeenten een kleine vergoeding betalen. De staatssubsidie, welke twintig ten honderd bedraagt, volgt de curve der stadsuitgave. Alle elementen, zowel finantieel als materieel,''"zijn voorhanden opdat de school haar •normale uitbreiding en werking zou kunnen be vorderen. Waar zou dan de oorzaak kunnen gevonden worden We kunnen vooraf het argument aanvaarden dat de hedendaagse jeugd minder gelegenheid heeft voor het aanleren van de muziek en er zeker min der aanleg en genegenheid voor voelt. De vrije tijd welke hun nog rest na de gewone studies, is zeker beperkt en wordt dan nog opgeslorpt door andere aangenamer bezigheden zoals cinema en televisie. Nochtans kunnen we niet aannemen dat de mentaliteit van de jeugd, noch de levensomstandig heden van onze jongere mensen, alleen moet in aanmerking genomen worden. Trouwens, zowel als alle onderwijsinstellingen zich aanpassen aan de moderne opvoedingssystemen, moet een muziek school haar methode wijzigen naar de hedendaagse behoeften van haar leerlingen. En daar de muziek school kan aanzien worden als aanvulling van het wone onderwijs, waar de leerlingen uit vrije wil hun culturele opleiding komen vervolledigen, staan hier meer dan elders de leraren ter beschik king van de leerlingen en niet omgekeerd. De jonge mensen, die zich vrijwillig en on gedwongen wenden tot een muziekschool, met de overtuiging en de overgave om hun muzikale op leiding te beginnen of te vervolledigen, moeten opgenomen worden in een gezonde en aangepaste atmosfeer in een omgeving waar het aangename gepaard gaat met het tuchtvolle, waar de leerling eerbiedig opkijkt naar de leraar en de leraar zich volledig toewijdt aan de muzikale opleiding van de leerling. Eerbied, tucht en toewijding worden niet opgelegd en afgedwongen, maar geschapen door de sfeer en de gesteltenis die moeten heersen in en om de school. We menen dan ook terecht dat de bloei der muziekschool geen kwestie is van fnanciën of ma teriële organisatie, maar wel een probleem stelt van opvoedkundige aard. Het gaat niet op een muziekschool in stand te houden met de bekommernis werkgelegenheid te verschaffen aan de leraars en leraressen, en met het resultaat jaarlijks lijsten van leerlingen te kun nen voorleggen. Het kan opvoedkundig niet te ver antwoorden zijn dat leraars stiptheid vergen van leerlingen, terwijl het voorbeeld niet door hen zelf wordt gegeven. Het is onmogelijk aan gelijk welke opvoeding te doen wanneer de opleiding niet ge schied in de vereiste atmosfeer en door onderwij zers die niet alleen bekwaam, maar tevens zich volledig wijden aan hun opvoedende rol. Hier is een delikate maar tevens dankbare taak weggelegd voor de bestuurscommissie dei- school, die in samenwerking met de culturele commissie en het stadsbestuur - onze muziekschool haar oorspronkelijk doel moet en kan doen be- reiken Prijs per Nummer2 F. Prijs voor Jaarabonnement85 F. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Een toneelavond in Vlaanderen begint en begon sinds eeuwen met een groot drama in ten minste drie bedrijven en eindigde met. een klucht in één bedrijf. Elders in België en in de wereld is dat veranderd. Een drama is niet meer schoon. Leve de leute... en de u*vond begint met een blijspel. De rest volgt. Het is niet alleen op een boerenbruiloft dat er eerst wei gesmuld, ferm gedronken en flink gedanst wordt... en daarna gevochten dat het stof in de geburen vliegt. België heeft nooit ernstiger tijden beleefd dan deze laatste paar weken. Augustus 1914 mei 1940 begonnen met zware vraagtekens. Het was niets vergeleken bij vandaag. De toneelvoorstelling is begonnen met een kleine revolutie. Woorden vliegen, maar de mo derne techniek schrijft ze op. en de loslippige Walen hebben lelijke dingen gezegd. Zij moeten werk hebben thuis. Elders gaan werken roept bij hen de beeltenis op van Siberië. De Staat heeft miljarden verkwist om niet leefbare ondernemingen in leven te houden. De Walen aanzien het als een verdommelijk recht kwistig te leven op de rug van de gemeenschap. Daar heeft iets gekribbeld in de maag- en de hartstreek van de Vlamingen, als ze van Si berië hoorden gewagen. Sedert de fameuze jaren veertig die volgden op 1830 waren ze tijdelijke uitwijke- kelingen. Nu nog zijn ze grensarbeiders, nu nog zijn ze kooimijnarbeiders die dagelijks de verplaatsing doen naai Wallonië. Nu nog zijn ze de ongeschoolde werklieden die heel het land door de grachten graven waar de Waalse werklieden de telefoon kabels en de waterleidingbuizen inleggen... Si berië sinds meer dan honderd jaar. Limburg heeft tegen gemanifesteerd omdat e niet meer willen werken, en ook niet stil leggen, om de Walen te, wille te zijn. En heel Vlaanderen staat achter hen. Het V aalse antiklerikalisme heeft vier jaar 1 mg net katolieke Vlaanderen op het hart getrapt. Het heelt Vlaanderen geschopt en verschopt als een st raat deerne. De prostestmanifestaties werden indrukwekkend en vooral de gedachte van los van Wallonië maakte grote vooruitgang. Die ma nifestaties velen stil als bij toverslag. Er is verteld geweest en ik vertel het voort vooi wat het waard is dat het ordewoord van Meebeden kwam dat liever de schoolstrijd ver loor dan de eenheid van het Land in gevaar te brengen. Wat er ook van zij, het gebaar van Limburg gaat om een simpel ekonomisch probleem Heel Vlaanderen voelt mee Geen macht ter wereld ^a! (.Lees verder 09 blx. 2) K^,nd wee^ MUZIEKSCHOOL Onder

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1959 | | pagina 1