k
nstdn vjo\Ks
d uce
Antenne
Drie en dertigste Jaargang
Zondag 24 mei i959
Marseillaise blijft.
Drukker - Uitgever
Paul LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 NINOVE
Telefoon 327. 27 Postcheckrek. 4786.85
Zo wat overal in dag- en weekbladen
werd de laatste tijd de grote trom geroerd over
dit al te beruchte Légion Etrangère, dat voor re
kening van de Franse Staat moet gaan vechten en
voor kanonnenvlees dienen daar waar de Fransen,
ofwel uit schrik zelf niet durven optreden, ofwel
hun eigen lijf te schoon en voornaam vinden om
als offer voor la France Eternelle te dienen.
Over het immorele van het bestaan zelf en
het ronselen van manschappen voor een dergelijk
legioen, samenveegsel van alle schuim der aarde
zoals dieven, moordenaars, deserteurs enz,., willen
we het nu niet hebben. Frankrijk af- en uitge
leefd sinds de wet Combes tot de naam van God
zelf uit de scholen werd geweerd en wiens be
volking onherroepelijk achteruit gaat. moet het
pakken waar het te krijgen is om te trachten zijn
rol van grote natie verder te spelen. En zoals blijkt
uit de laatste gebeurtenissen, zijn hiertoe alle mid
delen goed. Alle invoer van vers, gezond gebleven
menselijk vee is welgekomen, of dit vee nu dienen
moet om het geboortecijfer op een redelijk peil te
houden ofwel om in de overzeese gebieden ingezet
te worden tot handhaving van het Franse impe
rialisme.
Een oogopslag op de lijst van een Franse
nationale voetbal- of wielrennersploeg. de naam
van een bokskampioen of atleet, volstaat op zichzelf
om er van overtuigd te zijn dat het zuivere Franse
ras reddeloos verloren gaat, alhoewel de Fransen
voor zich zelf toch nog altijd de eerste plaats blij
ven opeisen.
Hierbij denken we dan speciaal terug aan
1945. toen de zegevierende Franse troepen Duits
land binnen vielen en alle SS.-mannen (en welk
Duits soldaat was dat met een beetje goede wil
niet voor de keuze werden gesteld tegen de
muur of een dienstneming bij de Légion. Tiendui
zenden wanhopige jonge Duitsers werden toen naar
Ïndo-China verscheept en schreven er later de
bladzijde geschiedenis van Dien-Bien-Foe waarvoor
zij de kadavers leverden, en de Fransen de glorie
opeisten.
Over dat alles, zegden we, willen we het
deze maal niet hebben maar wel willen we dit
ronselen en de gevolgen ervan hier bij ons eens
van ons eigen, Vlaams standpunt uit bezien.
Ons viel het op dat, in het gewettigd huilcon
cert dat in België opsteeg bij het bekend worden
der feiten, de Franstalige bladen het meest van
hun tak gaven en maar werkelijk uit hun krammen
schoten toen bekend werd dat een paar Waalse
jongens met slinke manieren over de grens gehaald
werden en tot dienstneming bij de Légion ver
plicht. Zo iets vonden onze Franse gazetten gemeen,
onwaardig vanwege une Nation amie vanwege
het land der Droits de l'Homme en du Citoyen
van de zo geliefde Marianne die hen op trouweloze
wijze in de rug schoot en aan dewelke ze alles wil
len offeren zelfs hun Belg zijn in woorden
althans en voor zover het bij het zingen van de
Prijs per Nummer2 F.
Prijs voor Jaarabonnement85 F.
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
Het verwonderde ons dan ook geen zier dat
er dadelijk in de Kamers over dit geval geïnterpel
leerd werd. Want ditmaal ging het niet om enkele
Vlaamse sukkelaars en onze Minister van Buiten
landse Zaken was er als de gesmeerde bliksem bij
om in Parijs een vlammende protestnota in te die
nen en te eisen dat deze weerzinwekkende praktij
ken ONMIDDELLIJK zouden ophouden.
Dat was vanwege onze regering heel, heel schoon,
op dergelijke doortastende wijze het lot van enkele
misleide landgenoten ter harte te nemen. Maar on
willekeurig moesten we toch de vergelijking maken
tussen wat voor die paar Walen gedaan werd en
wat NOOIT gedaan werd voor dat andere Légion,
dat van onze Vlaamse seizoenarbeiders die telken-
jare naar 't Frans trokken om er ginder het
zwaarste labeurwerk te gaan verrichten.
Ouderen van dagen herinneren zich nog goed
de droeve stoet van mannen die zo rond de oogst
en bietentijd naar Frankrijk togen, om er ginder
het brood te gaan verdienen dat voor hen en hun
kroost in eigen streek niet te vinden was. De
blauw-en-grijs-gestreepte dubbele zak over de
schouder, de pik of het bietenmes aan de zijde en
met in hun ogen iets als afschuw voor wat hen te
wachten stond maandenlang onmenselijk zwaar
werk, aan zoveel per hectare, de varkenskost om
geld uit te sparen, het slapen op stinkende vlooi-
zakken in stallen en schuren. En in de stations
wenende vrouwen, och niet om het afscheid zelve
zo flauw zijn onze Vlaamse moeders niet, en
de kinderen moesten tqch eten maar om wat ze
wisten weer thuis te krijgen een door arbeid ver
beest man. verslaafd aan sterke drank en op de
koop toe nog dikwijls voorzien van een of andere
geslachtsziekte opgedaan bij Franse deernen, spe
ciaal getraind om deze Vlaamse boerkens hun zuur
gewonnen geld af te luizen.
Nooit, voor zo ver we weten, werd door de
Belgische Staat maar één voet verzet om aan deze
toestand te verhelpen. Ce netaient que des fla-
mins Het ging toch maar om Vlaamse stomme
riken, een soort betaalde werkossen, slaven van
het Franse imperialisme nahr hetwelk in Brussel
zo gretig geluisterd werd en helaas voor ons
nog altijd geluisterd wordt. En niet zo lang geleden
gingen onze grensarbeiders in staking omdat de
werkvoorwaarden in Frankrijk grotelijks in hun
nadeel veranderd werden. Heel moeizaam zijn de
onderhandelingen geweest en de Franse minister
Couves de Murville vond het beneden zijn waar
digheid over dit geval te discussiëren. Werd er dan
toch een akkoord bereikt, dan gebeurde dit via onze
zak, want het verschil tussen het Franse en Bel
gische loon zal door de schatkist bijgepast worden.
En we vragen U in gemoede, vriend lezer,
wordt het geen hoge tijd met al dit geknoei op te
houden, Waarop wachten onze Vlaamse vertegen
woordigers in Kamer en Senaat om te EISEN
vuist op tafel dat aan Vlaamse mensen werkgele-
(Lees verder op blz. 2)
Dit is een stukje, waardig voor de kronijke
van Vlaanderen. Het gebeurde ten jare 1959 op
17 mei, zijnde de Hoogdag van Sinksen.
Feitelijk begint de historie veel vroeger.
De Pastoor van Geendorpe is een oud pas-
toorke van te lande, goed als koekebrood. Hij laat
zich oppeuzelen door de aftroggelaars gelijk brood
door de muizen. Och kom, zegt hij, iedereen moet
leven en ze zijn nog zo slecht niet. Ze moorden noch
branden, noch breken in om aan geld te geraken.
Ze liegen maar een beetje en 't is dan nog een
leugen om beterswille...
Maar hij is zeer gevoelig en vergeet niet
lichte als hij misdaan wordt.
Nu... ten jare 1958 had hij uit Antwerpen
een Franse bedelbrief ontvangen van een zeer stich
telijk werk, gestaan en gelegen avenue d'Italie 72
te Anvers, en gekend onder de naam van Apostola-
tus Maris.
Het pastoorke had toen geprotesteerd en la
ten opmerken dat de Waalse bedelorde haar brieven
in het Nederlands stelt voor Vlaamse weldoeners,
en... hij had toch nog iets gegeven.
Avenue d'Italie had pardon gevraagd. Het
was een erreur van een bediende enz... e...n... fei
telijk begin 1959 kwam er een Vlaamse bedelbrief
toe en het braaf pastoorke had omtrent zijn laatste
spaarpenning weggeschonken voor het edele werk
op 12-1-59 had hij een overschrijving gedaan van
300 frank.
Nu komt het drama...
't Is Sinksen... Ons pastoorke weet wel dat
Pasen de grote dag is maar voor hem. Vlaams
pastoorke, is Sinksen toch wat bizonders. De Hei
lige Geest is gekomen om de lering van Kristus
uit te planten over heel de wereld en Hij heeft
gesproken in alle mogelijke talen kleine en grote,
talen van zeer beschaafde mensen, talen van ekono-
mische sterken en ook talen van armen en half-
wilden.
Die H. Geest zo zei hij tot zich zelf
moet toch wel een zeer beschaafd, zeer voornaam,
maar zeer vriendelijk en beleefd Heer zijn.
Hij had zijn Hoogmis van Sinksen met ver
voering gezongen. Hij had de prefatie - het danklied
- bevend van entoesiasme gezonden, omdat Hij
die zo hoog boven alle mensen staat de groten
der aarde een klap rond de oren heeft gegeven om
dat zij de taal der kleinen misprijzen.
In beste stemming kwam hij thuis en ging
met een zeer devoot kruisteken zijn koffie-ontbijt
gebruiken met het dagelijks brood dat hij zo even
nog zo schoon aan de Vader had gevraagd. Nevens
zijn tas lag de briefwisseling van gisteren. Op Geen
dorpe komt die altijd laat toe en hij had geen tijd
meer gehad om de kaarten en briefjes met 40 cen
tiemen op, ernstig na te zien. Vandaag ook had hij
nog veel werk hij moest deze namiddag nog een
geestdriftig sermoen doen over de onvergelijkelijke
H. Geest die het aanschijn der aarde is komen
vernieuwen.
(Vervolg van bladzijde 2)
°laams
ehn
e^ó/
LA LEGION
Onder