h r'stSn u/ R",B 'Qains e2-*n d uce FEDERALISME... Zevenendertigste Jaargang Zaterdag 28 september 1963 OP POLITIEK TERREIN? VERDIENSTE EN TAAK Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327.27 Postcheckrek. 4786 85 e%, Prijs voor Jaarabonnement 85 F Prijs per Nummer J 2 F VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Ellenlange gewrochten in onze nationale pers, het hoofdartikel vóór veertien dagen en een Blik vanger» vóór acht dagen in «De Denderklokalle over het Davidsfonds, zijn jaarkongres van 8 september te Leuven en zijn houding in het algemeen, geven er ons de aanleiding toe om, in naam van het Ninoofse Davidsfonds-afdelingsbestuur, dit artikel in te sturen. Het bevat geen rechtzetting, geen verrechtvaardiging, zelfs geen motivering van eender wat. Het wil alleen maar eens oude - en daarmee bedoelen wij niet moeë, afgetakelde, doch wel nu reeds sinds 1875 bestaande - Davidsfondsprincipes een nieuwe glans bijzetten. Indien zulks wellicht niet absoluut nodig is, in gevallen als dit kan het wel eens nuttig blijken. En als wij dan eerst over dat kongres wat mogen schrijven - wij waren er - dan kan gezegd dat inderdaad Maurits Coppieters, in zijn feestrede Van knechtschap tot mondigheid een lans heeft willen breken ten voordele van het federalisme. Of hij precies op dat moment door alle afdelmgs- afgevaardigden (de Leuvense Stadsschouwburg stak nok- en eivol tot op het hoogste balkon) uit bundig werd toegejuicht... wij weten het niet meer. Want er werd die hele dag zo veel en zo dikwijls geapplaudisseerd Het is overigens een koud Kunst je voor een meeslepend en accuraat spreker als Coppieters precies daar waar en wanneer hij wil applaus te laten losbreken. Wat stemgegoochel en een plotse pauze en daar gaan de poppetjes aan het dansen. Niet dat wij Maurits Coppieters ervan verdenken opzettelijk dit te hebben nagestreefd iemand als hij moet het van dergelijke geplogen heden niet hebben en heeft ze ook niet nodig. Doch al deze feiten betekenen nog niet dat het Davidsfonds, Vlaanderens grootste cultuurvereni ging, zich inderdaad volledig uitspreekt voor fede ralisme, of ertegen Precies in die zin gaf een paar dagen nadien Mgr Janssens, Algemeen Voorzitter, een mededeling door aan de pers, waarin als kern Coppieters sprak in zijn eigen naam Overigens, vóór men zich kan uitspreken pro of contra federalisme moet eerst, duidelijk en vast omlijnd, worden bepaald wat men daardoor ver staat. Want wij kunnen ons goed voorstellen dat men er daaromtrent in dit land meer dan één me ning op nahoudt. Federalisme op welke voet Fe deralisme met drie of vier, vijf... negen of tien? De dag dat een politieker of een partij met een concreet voorstel voor de pinnen komt, dan pas kan er ernstig over gepraat, kan het stelsel als heilzaam aangenomen of als verderfelijk worden verworpen. Tot nog toe bepaalt alles zich nog bij wat hol ge praat, bij het stiekem volkalken van een autostrade- brug of bij het surrealistisch, meterhoog beplakken van een rij telefoonpalen. Wat allemaal net zoveel betekent als het dorsen van leeg stro. Het Davidsfonds is een katholieke, Vlaamse vereniging van zuiver culturele aard, in 1875 ge sticht met dubbel doelde alzijdige ontwikkeling van het Vlaamse volk te bevorderen en zijn be langen te behartigen. Het doet niet aan politiek en staat dus open voor alle katholieke Vlamingen. Zijn strekidng spreekt duidelijk uit zijn leuze VOOR GODSDIENST, TAAL (Volk) en VADER- LAND. Wie ooit eens een Belleman van het Davids fonds in handen kreeg heeft die woorden erin kun nen lezen. De geschiedenis heeft reeds meer dan eens aangetoond de laatste tijd meer dan ooit dat het Davidsfonds nooit een duimbreed van die principes is afgewekenhet doet niet aan politiek Wat nu vanzelfsprekend weer niet betekent dat, wanneer voormeld volk zijn meest elementaire rechten opeist of wanneer aan die rechten wordt getornd, het Davidsfonds zich de rol van een in actief toeschouwer toemeet. Op die manier zou het dan weer aan zijn vooropgezet doel te kort schieten en dat is voorwaar een bewering, die géén ster veling ter wereld in stand kan houden. En aldus wordt het mogelijk dat uit een Da- vidsfondscongres heel wat actie en reactie voort vloeit, tot buiten het Davidsfonds en tot in het Parlement toe. Zo werd reeds in het congres van 1939, meer nog in deze van 1954 en 1957, gewezen op het thans zo actueel geworden probleem van de zetelaanpas sing. Wie kan zich verder een Mars op Brussel voor stellen zonder het Davidsfonds? Wie stelt zich een Vlaams Actiecomité voor zonder zijn Voorzitter, de Heer Amter, Hoofdsecretaris van het Davids fonds Met al die dingen wordt echter nog geen po litiek bedrevenDoch de oplossing van derge lijke vraagstukken, die moet precies van de poli tiek komen. Een Algemeen Voorzitter of een Hoofd secretaris van het Davidsfonds hebben niet de taak van een parlementslid, een cultuurvereniging kan wel onze wetgevers, of althans een fractie ervan, stuwen in een zekere richting, zich in hun plaats stellen kan ze echter nooit. Er werd in ons land nog geen, nog géén poli tieke winst op taalgebied geboekt, voor dewelke de idee en de kracht niet eerst werden opgebracht door de Cultuurverenigingen. Want - en de thans volgende woorden kregen wij van Jef van Üver- straeten, de felle Voorzitter van de Vlaamse Toe- risten- en Automobilistenbond (nog een cultuur- vereniging) «...de Vlaamse parlementsleden, die waarlijK hun Vlaamse land en hun Vlaamse volk liefhebben, het zijn er, jammer genoeg, niet vele. De lietae van de meeste gaat naar hun partij - d.i. naar hun betreding in die partij - of naar hun rust, of naar hun o, zo gemakkelijk vastgeroeste voor oordelen... Het ware niet goed voor het Davidsfonds, voor geen cuituurvereniging, aan politiek te doen. Doch als het lange tijd het Vlaamse volk aan kracht heeft ontbroken, dan is het thans de dik wijls harde, doch heilige taak van de Vlaamse cul- tuurverenigingen en van het Davidsfonds in de eerste plaats, om, nu die kracht er is, ervoor te zorgen en erover te waken dat het niet aan moed ontbreekt. Dit woord werd de laatste tijd en vooral bij taaibetogingen zo dikwijls misbruikt en er werd een dusdanige betekenis aan gehecht, dat de brave burger er iets afschrikwekkends is gaan in vinden. Gans ten onrechte nochtans, want zoals in vele gevallen is hier ook onbekend onbemind, en daar om zullen we trachten onze lezers enig idee bij te brengen van wat onder «Federalisme» kan en dient verstaan te worden. Dat kan best gebeuren aan de hand van enkele voorbeelden die we in het ver verleden, en ook dichter bij onze tijd, hebben gekozen. Om eer te geven wie eer toekomt, beginnen we alvast met een der oudst-bestaande federale staten in Europa, nl. Zwitserland. Deze staat is samengesteld uit 19 kantons met 6 halve kantons (bij onsprovincies) elk met eigen Raad (of Par lement) door het volk verkozen. Deze kantonale raden vaardigen wetten uit, geldig voor de inwo ners van hun kanton, maar deze wetgeving blijft altijd van lokale aard en beperkt tot plaatselijke toestanden. Uit deze kantonale Raden worden af gevaardigden verkozen die zitting hebben in de Fedeiale Raad (onze Kamers van Volksvertegen woordigers en Senaat), die op zijn beurt de Staats- sekretarissen (Ministers) aanduidt. Deze Federale Raad verkiest ook de Bondspresident, telkens voor 1 jaar, en om de beurt wordt een Duits-, Frans- of Italiaanssprekende benoemd. Met de filosofische opvatting van de kandidaat wordt eveneens reke- (Lees verder op pag. 2) DAVIDSFONDS Davidsf onds-T aak

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1963 | | pagina 1