fs rist o\V>s2 d uwe Qtf GULDENSPOREN FEEST Veertigste Jaargang Zaterdag 16 juli 1966 Prijs voor Jaarabonnement 95 fr. Prijs per nummer 2,50 fr. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG STAD NINOVE REINIGINGSDIENST Op maandag 18 juli 1966 GEEN afhaling van het huisvuil. De ronde van donderdag 21 juli heeft plaats op WOENSDAG 20 JULI. Op vrijdag 22 juli normale dienstronde. Op maandag 25 juli GEEN afhaling van het huisvuil. De ronde van donderdag 28 juli heeft plaats op WOENSDAG 28 JULI. Op vrijdag 29 juli normale dienstronde. NINOVE BETAALD VERLOF Ingevolge de Wet op het jaar lijks betaald verlof, zal ons blad NIET VERSCHIJNEN op ZATERDAG 30 JULI en ZATERDAG 6 OOGST 1966 Drukker-Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Kocpoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327.27 Postcheckrek. 4786.85 Met ex-premier Theo Lefèvre is het altijd een raar geval geweest en zo zal het wel blijven: een gewiekst politieker, niettegenstaande zijn hoge functies dicht bij de massa gebleven, met in zijn ene pink meer politieke feeling dan sommige van zijn belagers in hun ganse body. Den Theo doet ons so^s sakkeren van er gernis om zijn talmen en schipperen in sommige zaken, om alles weer goed te maken door plots, zonder schijnbare redenen, zijn grote voeten in de schotel te zetten en dingen te zeggen die ieder een weet, maar waar niemand openlijk durft voor uitkomen. Dat onze man daarbij zijn confraters en zelfs de regering in nauwe schoentjes zet kan hem geen barst schelen. Ons eigenlijk ook niet, integen deel, zo iets kikkert op. Dat was weer eens zo met het geval Mundeleer. Dit exemplaar van de blauwe Brusselse kaste was in de Kamer weer eens uitgevlogen tegen de taalwetten van 1963 die niet alleen in de frigo moe ten, maar volgens dit heerschap moeten herzien worden volgens een schema dat ons tot toestanden van 50 jaar geleden zou terugbrengen. Aan deze dwaze praat, waarmede zelfs de libe rale ministers verveeld zaten, schonk niemand veel aandacht tenzij onze nationale Theo die, God weet door welke vlieg gestoken, met koleirige stappen naar de tribune toog en voor de verbauwereerde vergadering Monsieur Mundeleer een afrossing be zorgde waarvan deze nog altijd niet bekomen is. Ge moet inderdaad Theo Lefèvre heten om de Brusselaars vlak in het gezicht te durven zeggen dat zij en zij allen de incivieken zijn, dat de vader landsliefde d^or hen op weerzinwekkende wijze wordt uitgel at en dat hun minachting voor alles wat niet Frans of de capitale genegen is, de oorzaak blijft van al de moeilijkheden die we beleven. Deze tussenkomst bracht zichtbaar ontsteltenis zowel bij de regering als bij de volksvertegenwoor digers, wat bewijst dat er ware en rake woorden werden gesproken. We hoeven onze lezers niet te zeggen dat we met de heer Lefèvre volledig accoord gaan, vermits we deze stelling hier al jaar en dag verdedigd heb ben. Als dan iemand van het formaat als de ex- premier onze zienswijze openbaar goedkeurt, dan weten we meteen op de goede weg te zijn. Nochtans was deze redevoering, ondanks al haar scherpte, naar onze mening nogal naar de zachte kant, want de spreker had indien hij zulks had gewild, nog neel wat raker dingen kunnen zeggen. Zo zou bievoorbeeld eens gevraagd kunnen wor den vanwaar de honderden miljarden harde frank komen die aangewend werden om de hoofdstad te verbeteren en te versieren. In elk geval niet uit de zakken der Brusselaars zelf, die wel graag stoeffen met hun Expo 58, hun metro, hun grand ring en hun petit ring, maar daarbij vergeten dat alles betaald wordt met het zweet van de boerkens wij dus de niet kiekefrettende Belgen. Alleen de schrik dat het gedaan en uit zal zijn met het putten uit de staatskas verklaart de vrees voor federalisme die in Brussel heerst. Ze weten daar goed dat het hemdeken nader is dan het roksken en moest elk landsgedeelte over een eigen budget beschikken, eindelijk meer gedacht zou worden aan de verbetering van ons eigen lot. De tegenstelling tussen de hoofdstedelijke luxe in het openbaar en het gebrek aan komfort op het platteland is tè opvallend om niet. naar een verbetering van deze toestand te zoeken. Al het gepraat over vervreemding tussen Vlamingen en Walen is Brusselse zwans. In de hoofdstad tellen alleen zaakjes en centen. Wie zegt er ons trouwens dat we als vreemdelingen in Brussel niet meer welkom zouden zijn dan als gewone landgenoten Hebben we het bij de bevrijding niet beleeft dat het vandaag Bitte schön Herr Oberst, en morgen Thank you, Sir, was? Voor een bomvolle zaal sprak dhr Dobbeiaer het welkomwoord uit. In zijn inleidend woord dank te hij allen die dit feest mogelijk maakten. Hij wees ook op het onrecht dat ons, Vlamingen, nu nog steeds aangedaan wordt. Leuven is hiervan het zoveelste bewijs. Met een oproep om dag aan dag te strijden voor onze rechten "besloot de heer Dobbelaere zijn kort, maar inslaand woord. Het programma van de viering getuigde van stijl en smaak. Onder leiding van dhr Theo Van- derpoorten werden massaliederen gezongen. Deze liederen werden begeleid door het trommelkorps van St-Arnoutvendel. De bindteksten waren opge steld door Staf Vermeire en voorgedragen door dhr Van Den Haute. De eigenlijke viering zette in met Schoon klaart de dag terwijl vlaggen door leden van ver schillende jeugdgroepen op het podium werden gedragen. Daarna zong het Ninoofs Gemengd Zangkoor een vijl tal liederen op een schitterende wijze. Dit koor bewees andermaal zijn degelijkheid Het optreden van Kor van der Goten bracht ons vlaamsnationale humor in woord en zang. Het kleinkunstlied van Kor van der Goten is soms vlijmend-hard met striemende spot, die ook onze heilige huisjes niet spaart Wanneer Kor de snaar Leuven bespeelde voelde men letterlijk dat de zaal reeds een standpunt gekozen had. De heer Walter Kunnen, voorzitter van de Be weging voor de Verenigde Staten van Europa, hield de feestrede. Zijn zeer degelijke rede, die de fun damentele problemen belichtte, bood stof tot na- (Lees verder op pagina 2) i e/? Waams en e^b/, DAVi OS FONDS

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1966 | | pagina 1