^0 fs rist 6/7 \j ^'QQms 6^ REIKT ONS UW HAND... Eenenveertigste Jaargang Zaterdag 14 januari 1967 VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG HOE Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - NINOVE Telefoon 327.27 - Postcheckrek. 4786.8o •'Ml— Prijs voor Jaarabonnement100 fr. Prijs per nummer2,50 fr. De lezer zal wel direct snappen wat we met dit ene woord bedoelen, nL de weinig verkwikken de geschiedenis van het Instituut Gailly waar door een faling in het bereiden, leveren of toedienen van geneesmiddelen, verscheidene zieken het leven heeft gekost. Zoals steeds in dergelijke gevallen zie de brug van Pulle kaatst de ene dienst de bal terug aan de andere en zullen ten slotte zo de zaak niet in de doofpot geraakt enkele sukkelaars of mindere goden als slachtoffers vallen. Het gaat onze bevoegdheid te buiten ons in dit onderzoek te mengen, maar als we zien hoe in deze zaak weer rond de pot wordt gedraaid, dan schiet de mosterd ons toch in de neus. Want het is opvallend hoe angstvallig vermeden wordt de grootste oorzaak te noemen, nl. de organisatie van onze genationaliseerde ziekenverzorging zelf. Niemand zal betwisten dat deze verzorging hoe goed in het begin ook opgevat een adminis tratie in het leven heeft geroepen die log en zwaar op eik persoonlijk initiatief weegt, zowel van chi rurg als dokter of apoteker. Er wordt veel geklaagd en soms niet zonder reden dat de geneeskundigen geen hart voor hun zieken meer hebben, dat de patient niets betekent dan een nummer, dat lijdende onder ziekte num mer zoveel volgens recept nummer zoveel dient behandeld te worden. Maar aan wie ligt de schuld Vindt een welmenend dokter toch ook een mens met vrouw en kinderen nog wel voldoende tijd naar zijn patient te luisteren De man moet minstens evenveel tijd en aandacht besteden aan het invullen van papieren gratis dienst voor ge pensioneerden, verplicht verzekerde, zelfstandige en wat nog meer... dan aan de ziekte zelf, zodat hem omzeggens geen gelegenheid overblijft naar de mens te tasten. V oor apotekers wordt het soms hopeloos inge wikkeld. Sommiige geneesmiddelen zijn gratis, voor andere komt de ziekenkas tussen voor zoveel, voor andere weer minder of meer... allemaal dingen die de aandacht noodgedwongen afleiden tot wat hoofdzaak blijftde zieke de gepaste verzorging waarborgen. Het argument als zou de apoteker een gedi plomeerd winkelier zijn is stomme onzin. Niemand laat zich een rode kool voor witloof noch bruine zeep voor melkerijboter aansmeren. Hier gaat het om een kwestie van vertrouwen, gesteund op jaren lange studie en ondervinding in een wel bepaald en moeilijk vak. In beide gevallen dokters en apotekers blijven ze wel verar£\voordelijk voor het gepres teerde werk maar dit zuiver wetenschappelijke mag niet begraven worden onder een berg admi nistratieve rompslomp. En dan spreken we maar alleen van het voor ons zichtbare, want al die briefjes en voorschriften worden geproepeerd bij drie a vier ziekenkassen en waarschijnlijk doorgezonden aan de Nationale Ziekteverzekering. We zijn er diep van overtuigd dat het nazicht in deze diensten vrijwel onmoge lijk moet zijn. rekening houdende met de miljoenen papierkens die regelmatig in omloop zijn. Terloops willen we ook eens de aandacht ves tigen op de klachten die ons bereiken over de dien sten in sommige klinieken hospitalen. Daar valt inderdaad heel wat over te zeggen. Uit de aard der zaak zelf moet een ziekenverpleegster zowel het lichaam als de ziel van de patient verzorgen. Een zieke praat graag eens over zijn miserie en stort zijn hart graag eens uit bij wie maar even luisteren wil. Maar ook verpleegsters zijn gebon den aan efficiency, tijd en administratie. Ze doen hun werk wel goed, maar ze doen het vaak zonder hart, zoals arbeidsters" aan de ketting in een auto- fabriek. Geen tijd voor een praatje, de diktatoriale administratie staat er achter en eist elke dag haar volume papier. Wat dan wel, zult ge zeggen. Wel, we zouden voor ons part het ganse geval der ziekteverzekering zodanig mekaniseren er bestaan toch machines voor dat de papierrommel tot een minimum wordt herleid, Elk geneeskundige van hoog tot laag zou maximum een uur per dag aan administratie mogen verliezen, zodat tijd overblijft de zieke als mens en niet als een on betekenend nummer te behandelen. Zo iets zou geld kosten, ach ja Maar wat wordt er nu niet weggegooid aan tijd en goede wil om de administratie haar te vreten te geven. En moet het menselijke niet de bovenhand hebben op het materiële Er zou dan ook tijd genoeg resten tot beter kontroleren, zodat gevallen als in Charleroi zich niet meer voordoen. Toen ik vanmorgen op mijn bureel kwam, heb ik, zoals ieder andere morgen, de hand gedrukt van mijn kollega s. U hebt dat zeker ook gedaan in Uw bureel of in Uw werkplaats. Dat is een gewoon te geworden. Een sympathieke gewoonte Een ste vige handdruk 's morgens geeft U werklust voor heel de dag, en het is vaak een gelegenheid om een en ander nieuws te vertellen Op 'n goeie morgen ik denk er nog aan kwam mijn koilega binnen met een ellendig ge zicht. Hij hield een zakdoek onder de neus, die alle verschijnselen van een flinke griep aankon digde. Met een stevige handdruk heb ik hem een een spoedig herstel toegewenst. Heel natuurlijk... Dat gaat zo Maar nu stel ik mij voor, dat Uw makker op zekere morgen binnenkomt en U meedeelt Ik ben melaats geworden... Wat zoudt ge dan doen Zoudt ge hem nog de hand drukken Antwoord niet aan mij maar aan U zelf. Denk je dat mijn antwoord anders zou zijn dan het Uwe? Nochtans... Ik weet dat melaatsheid zeer weinig besmette lijk is en in feite ook zeer gemakkelijk te genezen. En slecht?; ongeveer 100 fr per jaar aan verzorging kost. En mijn kollega met griep Tienmaal meer besmettelijk dan melaatsheidZal hij ervan ge nezen zijn, zelfs op twee of drie weken, met minder dan 100 frank?... Waar blijft nu eigenlijk onze logika Er zijn 15 miljoen melaatsen óp de wereld. Siechts 5 mijoen ervan krijgen verzorging, dat is Slechts d miljoen ervan krijgen verzorging. Er zijn véél méér mensen die aan griep lijden, maar zij hebben allemaal hun verzorging, dat is het ver schil. Ei zijn nog 10 miljoen melaatsen zonder ver- zoiging, meestal boeren en werklieden, die uitkij ken naar Uw helpende hand. Zij strekken hun landen naar U uit, niet om te bedelen, maar opdat gij hen zoudt genezen van de melaatsheid, opdat ze teiug zouden mogen en kunnen werken, opdat ze zouden kunnen instaan voor hun gezin, net zoals gij en ik. Dat moet toch mogelijk zijn Waarom dan niet samen. HAND IN HAND, DIE ANDERE HANDEN REDDEN, die zó hoopvol naar ons toegestoken worden Door de waarde van één uur van Uw wedde of loon te storten op postcheckrekening' 462.50 Werelddag voor de Melaatsen, Brussel. ex'\nd w Charleroi...

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1967 | | pagina 1