Etienne Micholt en Irène Michoft-Gormijn m FRANS HEMERIJCKX Vj Drieënveertigste Jaargang Zaterdag 25 oktober 1969 KUNSTSCHILDERS STELLEN TEN TOON Ter gelegenheid van de Boeken- en Platenbeurs, ingericht op 31 oktober, op l en 2 november aanst. door het Davidsfonds- Ninove, stellen onze stadsgenoten, kunstschilders Etienne Mi- cnolt en Irène Micholt-Garmijn, hun werken ten toon in de zaal Roxy, te Ninove. 1 I IN MEMORIAM DOKTER BïA Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - N1NOVE Telefoon 327.27 - Postcheckrek. 4786.85 Prijs voor Jaarabonnement 110 fr. Prijs per nummer 3 fr. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Bij doze nieuwe tentoonstelling past het dat wij even de evolutie en vooral de sfeer trachten te peilen, waarbinnen het reeds omvangrijke oeuvre van kunstschilder Etienne Micholt zich in de loop van de jongste jaren heeft ontwik keld. Het is de eerste plicht van een schilderij een feest voor de ogen te zijn» schreef de grote Franse schilder, Eugène Delacroix (1798-1863). Deze princieps verklaring moet Micholt eens in zijn leven en dit voor altijd hebben onder schreven. Elk van zijn doeken is een festijn van kleuren, die nu eens in rustige har monie elkaar begeleiden, aanvullen en steunen om dan weer plots, als in con certo, tegen elkaar te worden uitge speeld. Uit de laatste werken is de teke ning vrijwel volledig verbannen. Het schilderij wordt opgebouwd in verhe vigde kleurvakken, waarbij graag ge bruik wordt gemaakt van de pasteuze, smeuïge materie van de olieverf. De fac tuur is zelfzeker en breed geworden ter wijl de snelle halen van het paletmes de structuur van het doek verlevendigen. Misschien zou de evolutie wel het best merkbaar zijn, moest men een ver gelijkende studie maken tussen de vroe gere bloemstukken van de hand van kunstschilder Micholt en zijn nieuwe werken. Werd vroeger elke bloem be handeld met een ingehouden schroom voor dit vormschone wonder van de na tuur, met een stil respect voor de eigen aard en de zuivere vorm en met een in tens begrip voor het fragiele, het kwets bare van het bloem-zijn, dan wordt nu de vorm van de bloem tot het uiterste vereenvoudigd en samengebald. Daar door wordt zij juist voor iedereen on middellijk herkenbaar. Haar kleur is echter het motief geworden van het schilderij. In alle mogelijke varianten en tonaliteiten wordt zij uitgespeeld en vlindert zij over het doek. Onbewust denken wij hier aan het schilderij Hemero- callis (daglelie. Geel en oranjerood springen deze lisbloemen, in fel contrast met het blauw van de pot in Oud-Brussels pla- teelwerk, naar U toe. Een in de voorgrond overvloeiende ach- teigrond sluit het geheel af, terwijl de zwier en de compositie op haast perfexte wijze de lisachtige aard van de bloemen laat aanvoelen. (Lees verder op pagina 2) v Bij het ter perse gaan verleden week, kwam ons het bericht toe van het overlijden van onze voormalige stadsgenoot en Erebur ger Dokter Hemerijckx. Wij konden slechts nog in extremis een klein plaatsje in ons blad van 18 oktober vinden om het nieuws te mel den en verontschuldigen ons hieromtrent. Dokter Hemerijckx verliet ons zoals hij geleefd heeft, eenvoudig en bescheiden, vol overgave aan Gods Wil. Ter voorlichting van de jongere generatie willen wij er even aan herinneren dat hij zich als jong dokter, afge studeerd te Leuven en voorzitter van de Mis siekring der Alma Mater, specialiseerde aan het Medisch Tropisch Instituut te Brussel. Hij had zich tot ideaal gesteld in dienst van de missies, de meest afschuwelijke onder de ziek ten die de mensheid teistert - de melaatsheid - te gaan verzorgen. Zo kwam hij in het voor malige Belgisch Kongo in de missiepost van Tshumbe-Ste-Marie terecht in 1929. Met de uiterst beperkte middelen waarover hij kon beschikken stichtte hij er een eerste belang rijk melaatsen-centrum. Zijn aangeboren wils kracht en doorzettingsvermogen waren zijn bijzonderste steun om deze bovenmenselijke taak op te nemen. Hij bleef er tot 1954 maar had op dit ogen blik 90 melaatsencentra opgericht waar 40.000 zieken medische hulp en verzorging konden verhopen. Dank zij een door hem op punt ge stelde dienst van rijdende dispensaria, beoog de hij niet minder dan de volledige uitroeiing van deze verschrikkelijke plaag. Om zich te laten verzorgen moest geen enkele zieke zich nog meer dan 10 a 15 km. verplaatsen, hetgeen in een uitgestrekt gebied als onze voormalige kolonie, praktisch geen afstand meer was. Na deze 25 jaar -lange bedrijvigheid ondei tropisch klimaat zou ieder ander Practicus aan een welverdiende rust gaan denken. Maar Dokter Hemerijckx was van een heel ander formaat en hij kende geen rust. Niemand min der dan koning Leopold nodigde hem uit en droeg hem de taak op zijn opgedane ondervin ding ten dienste te stellen van een Belgische medische missie naar India, ter bestrijding van de melaatsheid. Hij richtte een totaal nieuw centrum op te Polambakkam (Madras) en verspreidde de werking opnieuw met rij dende dispensaria, nogmaals om het de zieken (Lees verder op pagina 3) UsaeZ'ind u;ee%, fcj Ufa j. '".s

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1969 | | pagina 1