d e qZ\U ^/ciains ONS VEL.. NINIVENSIS muzikaal promotor van nationale composities Vierenveertigste Jaargang Zaterdag 24 oktober 1970 MEN SCHREEF Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - NINOVE Telefoon 327.27 - Postchecrirek. 4786.80 Prijs voor Jaarabonnement 120 fr. Prijs per nummer 3 fr. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Als er bij sommige goedgezinde geesten nog een neiging bestond om te geloven in de zo gezegde geest die in Brussel tegenover de Vlamingen stil aan zijn weg bad gevonden, dan mogen die. aan de hand van de uitslagen der laatste verkiezingen, gerust inbinden en hun .houding wijzigen. Voor de Brusselaars zijn en blijven alle Vlamingen des fcoches imperialisten, zo niet zelf dan toch nauw verwant aan zwarten, SS-ers of Gestapisten. naar keus. In die goedkope maar valse mening werden zij ten andere sinds tientallen jaren gesteund door de franstalige pers die er op zit als vliegen cp paar devijgen telkens een of andere benoeming een beetje evenwicht brengt in de wanverhouding Vla anderen/ Wa l lonië Burgemeester Simonet van Anderlecht, een nuchter man die nooit verlegen zit om een typisch woord, noemde de verkiezingsuitslag «épidermique» m.a.w. ons vlaams vel net zoals dat der negers of popoeas valt niet in hun smaak, het draagt het merk van minderwaardigen, is niet goed ge noeg om zich in de hoofdstad mee te vertonen, en wordt alleen gedragen door straatvegers, keuken- meidon en dergelijke. Telkens ze Nederlands horen praten kijken ze woest, halen minachtend de neus op, waarschijnlijk omdat onze taal hun herinnert dat zij voor het grootste deel afstammen van de Loerkons en armoevreters van bij ons die, nood gedwongen, in Brussel een beter bestaan gingen zoeken maar zich daarbij, helaas, totaal lieten ver basteren. Nochtans zijn ze te Brussel mis als ze zich inbeelden tot de vroegere toestanden terug te kun nen keren. Daarvoor is te veel veranderd Het vlaams nationaal gevoel heeft zich de laatste jaren te sterk ontwikkeld opdat een meerderheid in deze staat zich neg langer zou plooien naar hot willetje van een kliek (slecht) frans-taterende en vlaams- hatende verwaande Brusselaars die zich zelf, door hun 'houding, hebben geisoleerd en in een getto opgesloten. God weet dat de Vlaming, spijtig genoeg, meei heeft van een Lamme Goedzak dan van een impe rialist. Niettegenstaande onze meerderheid zijn de toegevingen altijd van onze zijde moeten kernen, hébben wij, als volk, altijd begrip getoond voor de belangen der f ranst a li ge minderheid omdat wij beseffen in het zelfde schuitje te varen en derhalve dezelfde kant uit moeten roeien. Dit besef bracht cr ons elke redelijke wens der tegenpartij in te willigen, maar tot onze spijt stellen we vast dat elke toegeving en bewijs van good-will door de hoofdstad als zwakheid wordt beschouwd. Wij wor den met stank voor dank betaald. Het wordt der halve de hoogste tijd aan de Brusselse pretentie een einde te stellen. En dat kan, zelfs langs wettelijke en democra tische weg. Wij moeten onze meerderheid gebrui ken - n.iet misbruiken om van de regering de stipte toepassing te eisen der taalwetten in het brusseLse. Desnoods dienen harde maatregelen ge troffen tegenover de overtreders, al zijn ze hogere ambtenaren of burgemeesters in hun gemeente. Als tweede en zeer voornaam punt moeten on ze Vlaamse parlementairen, in het kader van de geplande decentralisatie, de onverbiddelijke els stellen dat al de specifiek Vlaamse diensten die nog in Brussel gevestigd zijn, naar de Vlaamse provin cies werden overgeheveld. Onder deze diensten vernoemen we onder meer het ministerie van Ne derlandse Cultuur, de diensten voor streek-ontwik keling, de sport en al wat rechtstreeks iets met Vlaanderen te maken heeft. Het dubbel voordeel zit hierin dat deze overheveling duizenden pende laars dichter bij hun wenk zouden brengen en met een de Brusselaars doen voelen dat wij niet van hen, maar wel zij van ons afhangen. En verder dient onverwijld een wetsvoorstel ingediend waar bij de maatschappijen, diie hun fabrieken of werk plaatsen bij ons hebben, ook hun zetel bij ons ne men in plaats van in de hoofdstad, zoals dat nu, jammer genoeg maar al te veel gebeurd. Op deze manier alleen kan het de francofonen wijs gemaakt dat hun rijk van op het zweet van anderen terenden amen en uit is, dat wij het beu zijn nog langer als melkkoe te dienen voor de Brus selse zelfzucht. Het zal hard tegen hard gaan, wij weten 'het. Maar iets anders zit er niet op. dat is nu bewezen. En onze Vlaamse parlementairen mo gen weten dat ze in deze strijd de massa achter zich krijgen. Wordt aan deze redelijke eisen niet voldaan, dan brengt de stembus het gepaste ant woord. (titel uit Het Laatste Nieuws) Ja, het is wel zó, wij uiit het Ninool'se hebben dit groot succes, op alle gébied, nooit vermoed. De organisators verdienen alle lof; werkelijk zéér ver zorgd. En ze bewezen dat, tegen ons aller verwach ting in, Ninove wél degelijk rijp is voor dergelijke culturele manifestaties. Wij mogen en moeten fier zijn over het Ninivensis Kamerorkest. Indien men zich aan zó een prachtorganisatie en een pracht- uiitvoer.ing had verwacht, indien men zich aan zó een enorme interesse van buiten uit (zoals kunste naars en kunstcritici, musici, dichters en schilders uit het ganse land) had verwacht, dan had men zeker en vast niet zo een kritisch afwachtende hou ding aangenomen vóór het concert, dan had ieder een er daadwerkelijk aan meegewerkt op alle ge bied. Stipt, zoals aangekondigd, nam dhr Jos Mertens bestuurslid van het Comité, het woord en lichtte 'het Kamerconcert, het waarom van dit Gala-Con cert, het doel en het streven ervan toe, met een eenvoudige, ordentelijke en een standingvoile taal en stijl. Dhr Eernand De Mont, promotor en bezieler (samen met dhr Willy Van der Meirsch en het Comité) van het Ninivensis Kamerorkest, beschreef vóór deder stuk, op een overzichtelijke wijze elke componist en zijn werk. Dit droeg enorm veel bij om dit gewaagde avontuur onze huidige le vendige muziekbedrijvigheid, ingang doen te vin den bij ons publiek, daar zowel de eenvoudigste muziiekconsument als de meest verfijnde muziek liefhebber een bevangenheid en een vooringeno menheid bezit voor alles wat niet tot het domein van het toonsysteem en zijn voortbrengselen van de klassiekers behoort. Het concerto grosso van J.M. Depelsenaire (di recteur van het Conservatorium te Maubeuge) is een beschrijvende compositie, beviel door haar be vattelijke metodiek strevend naar plastische the matiek, bleef tonaal en deed wel denken aan een Vivaldi. Een mooie interpretatie van de dirigent. Aequationes van Jan Douiiez, een vierdelige symphonie, een impressionistisch werk, geinspi- reerd door het karakter van het Braziliaanse land schap, de Braziliaanse mens, zijn ziel en zijn na tuur, het tropische klimaat en de Braziliaanse fol klore, tragiek en exotische lyriek, opgedragen aan net N.K.O. en zijn dirigent. Jan Douiiez was aan wezig. Jan Douiiez, 25 jaar dirigent en professor aan het Conservatorium van Goiania, gehecht aan de Federale Universiteit van Gcias. Zeer terecht kreeg deze Vlaamse componist een daverend en huldigend applaus. Jan Douiiez verzekerde ons ik had het niet beter doen interpreteren dan vriend Willy Van der Meirsch. Zomerdivertimento van Herman Roelstraete (directeur Muziekacademie van Izegem) een uiterst teder en gevoelsvol gedicht waarin men duidelijk de atmosfeer van Zomer ontdekken kan. Herman Roelstraete zegde mijn Zomerdivertimento in de handen van het N.K.O. en zijn dirigent, wel ik ben er gerust in. Tenslotte Gerschwin Concerto in Fa, voor pia no. geïnterpreteerd door een door het Ninivensis Kamerorkest geangageerde beloftevolle pianist Geoffrey Douglas Madge (weer een puik element d'ie kortelings onze andere flinke musici uit onze Academie als leraar zal vervoegen), een ware vir tuoos. Terecht een daverend applaus. Wij zouden kunnen uitweiden over elk stuk afzonderlijk maar dat zou ons te ver leiden. Toch weze nog gezegd dirigent Willv Van der Meirsch haalde uit eik stuk wat er kon uitgehaald worden. Hij is een man met uitzonderlijke kwaliteit die om 't oven welk genre van muziek begrijpt en doet begrijpen aan de orkestleden. De orkestleden wezen geprezen en terecht mag men spreken over de uitzonderlijke kwaliteit der musicerende instrumentisten. (Lees verder op pagina 2).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1970 | | pagina 1