Vlaams
NIEUW LEGER?
FRANKRIJK in EUROPA
Turnfeeest
Zesenveertigste Jaargang
Vrijdag 28 april 1972
GROOT
in het kader van het Eeuwfeest, door de
leerlingen gegeven onder de leiding van
de heren G. Daelman, J. Baeyens en F. De
Sutter, leraars L.O.,
op ZONDAG 7 MEI 1972 te 14.30 uur,
op de speelplaats van het college.
Gezinskaart 50 F.
Steunkaart 20 F.
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE
Tel. 054/327.27 - Postcheckrek. 4786.85
Prijs voor Jaarabonnement 150 Fr.
Prijs per nummer 4 Fr.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
Mensen die hem goed kennen noemen Premier
Eyskens het raadsel omdat nooit iemand heeft
kunnen gissen wat hij precies achter de hand houdt
als het gaat om politiek of staatsbeleid.
Zo is het ook weer met de benoeming van de
heer Van den Boeynants als Minister van Lands
verdediging.
Iedereen, wij zelf inbegrepen, vonden die be
noeming een soort tegemoetkoming aan de Brus
selse P.S.C., want veel meer dan een parademan
is de Minister van Landsverdediging nooit geweest.
Mannen als de Brusselse figuur Napoléon Devèze
en cons., nooit te zien dan bij een défilé en andere
manifestaties met klaroengeschal en médaille-ge-
rammel, zijn daar om dat te bewijzen.
Op het eerste gezicht scheen V.D.B. heel ge
schikt voor deze jsb, maar achteraf gezien zit
er méér achter dan werd vermoed, want onze man
krijgt méér op zijn werktafel dan hem waarschijn
lijk lief is.
Wel is er de delicate taak van aankoop van
nieuw materieel waarvoor de Minister al zijn door-
drijvingskracht zal nodig hebben, maar daar tegen
over staat dan toch het meer aangename feit dat
het jaarlijks contingent van miliciens aanzienlijk
zal verminderd worden, in afwachting dat we tot
een beroepsleger overgaan. Dit zal echter maar
kunnen als de ganse structuur van het leger, van
top tot teen, radikaal wordt hervormd en op een
moderne leest geschoeid. Geen gemakkelijke taak
voor V.D.B.als ge 't ons vraagt, want gewoonte
getrouw gaat hij recht op zijn doel af.
Allereerst werd door de Minister zelf aange
kondigd dat het aantal generaals tot een voor ons
land redelijk peil zal teruggebracht, wat op een
verwoede weerstand van de hogere militaire lei
ding stuit. Zelfs de poging om de vriendjes een
plezier te doen door het scheppen van de nieuwe
graad van brigade-generaal, werd door de Minister
afgewezen. Iets waar trouwens wel ieder welden
kend burger akkoord zal mee gaan.
Een andere bananensr" il die V.D.B. voor de
voeten wordt gegooid is wel het geval van de
Reserve-Officieren. Volgens cijfers, door de Minis
ter zelf verstrekt, zijn er op een totaal van 35.000
R.O. ongeveer 23.000 die geen affectatie hebben,
m.a.w. die in geval van oorlog niet weten waar
naar toe en dus geen troepen onder hun bevel krij
gen - dit dan bij gebrek aan voldoende manschap
pen.
De nationale bond van R.O. - overwegend Brus
sels-Franstalig - is op zijn achterste poten gaan
staan en eist voor die 23.000 soldatenloze officieren
een andere affectatie, nl. het bevel over de Civiele
Bescherming. Het ene is iets, het andere ook...
Het gaat er bij ons niet in dat een reserve
officier, en dit niettegenstaande een regelmatige
bijscholing, in het hoogst onwaarschijnlijk geval
van een Europese oorlog, in de beste voorwaarden
het bevel zou kunnen voeren over troepen die met
modern oorlogstuig zijn uitgerust. Op 40 a 50 ja
rige ouderdom bezitten zij daarvoor niet de nodige
soepelheid en zeker niet de technische vaardigheid
die van hen zou worden vereist. Het nut van het
behoud van het reservekader is in feite overbodig.
Naar ons gevoelen moet de Civiele Bescher
ming blijven zo als ze nu is georganiseerd en heeft
deze geen uitstaans met het eigenlijke leger.
Voor de rest gaan wij akkoord met de Minis
ter de reserve-officieren mogen hun militair uni
form dragen, hun kentekens en onderscheidingen,
op alle vaderlandse manifestaties. Dit is dan een
blijk van erkentelijkheid voor de bewezen dien
sten.
Dat Minister V.D.B. het nochtans zeer moeilijk
zal hebben er zijn programma door te duwen,
spreekt van zelf. Al de oude kapellekens omver
gooien, tegen alle tradities en gevestigde waarden
vechten, kortom alles ten gronde afbreken om met
een nieuw leger (liefst beroepsleger) voor de pin
nen te komen, is het werk van een durver. En aan
gezien de huidige Minister tot de stoutmoedigen
behoort, lopen we kans eindelijk de reeds zo lang
geplande en noodzakelijke hervormingen te zien
gebeuren. Na wat hij reeds presteerde op het ge
bied van soldij, verlof en dies meer kunnen wij
gerust zijn. Geef hem de tijd en ook deze veldslag
wordt door V.D.B. gewonnen.
Verleden zondag moesten de Fransen zich uit
spreken over het aanvaarden van de verruiming
van het Europa der Zes en dit door middel van een
referendum. Ogenschijnlijk is dit een zeer demo
cratische maatregel, maar laten wij dit even van
nabij bekijken.
In feite worden de leiders in West-Europa ver
kozen door volksraadplegingen en het is dan ook
maar juist dat zij alle beslissingen nemen in naam
van het volk. Zo is het een vaststaand feit dat de
President van de Verenigde Staten reeds vaak be
slissingen genomen heeft die niet stroken met de
openbare opinie. Het is toch op de eerste plaats
het belang van de Staat dat moet in acht genomen
worden en hoe kan de bevolking hieromtrent al
tijd een goed oordeel geven
Hoe is de toestand nu in Frankrijk
Aan de uitslag van het referendum kan men
geen enkele waarde verschaffen.
Pompidou is misschien een goed president maar
zeker geen Napoleon en ook geen de Gaulle, die
er steeds in slaagde de verkiezingen te dramatise
ren door het feit dat hij altijd zijn ontslag in de
balans gooide. Vandaar dat toen de onthoudingen
eerder gering waren.
Verleden zondag waren er 40% onthoudingen
en blanco-stemmen, en dit omdat de doorsnee
Fransman zich maar in beperkte mate aan een
buitenlandse politiek interesseert.
Sommige Gaullisten hebben uit partijtucht ja
gestemd, niettegenstaande zij het niet eens zijn
met het Verdrag van Rome. Anderen hebben zich
onthouden of een negatieve stem uitgebracht, al
leen maar in navolging van de politiek, destijds
gevoerd door de Gaulle.
De socialisten, die altijd hardnekkig voor een
vernieuwing van het Europa der Zes gestreden heb
ben, hebben zich nu onthouden alleen maar om het
persoonlijk karakter die aan deze aangelegenheid
gegeven werd te boycotten. President Pompidou
wilde immers een massaal ja-woord, ten einde het
hem mogelijk te maken op de aanstaande samen
komst van de Europese leiders in Parijs, de grote
rol te spelen.
Daarin zal hij nu wel veel moeilijker slagen,
en dit is maar wenselijk ook. Het is immers niet
te aanvaarden dat de President van een land zoekt
om zich op te dringen als leider van een Verenigd
Europa. Het is hoogst noodzakelijk dat alle part
ners op voet van gelijkheid starten en behandeld
worden.
weekj/