d vu e z\n en n/T" mmm v,o\^55e 'lams 8c ECONOMISCHE EXPANSIE A K T U E E L- TJES... Zesenveertigste Jaargang Vrijdag 15 september 1972 Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - 9400 NiNOVE TeL 054/327.27 - Postcheckrek. 4786.85 Prijs voor Jaarabonnement 150 Fr. Prijs per nummer 4 Fr. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. De laatste maanden heeft men in de pers ver handelingen kunnen lezen omtrent de mogelijkheid in de toekomst een verder economische ontwikke ling te kunnen nastreven en dat op het wereldvlak in het algemeen. Volgens sommige gegevens zal men in de na bije toekomst tot de uitputting van de belangrijk ste mineralen komen en ware het beter de econo mische expansie te stoppen en zuinig de wereld reserves te verbruiken. En hier rijzen dan wel enkele vragen en o.m. In welke mate zal het mogelijk zijn om aan de honderden miljoenen mensen die in de onderont wikkelde landen leven, het princiep te laten aan vaarden dat zij nooit iets anders dan ellende en ontbering zullen kennen Men geeft als middel het streven naar de ge boortebeperking. In India werden in die zin reeds enkele pogingen gedaan, doch zonder resultaat. Daarbij komt nog de morele inslag die dergelijke praktijken praktijken kunnen tot gevolg hebben. Het is een onbetwistbaar feit dat een economische welvaart bijna automatisch een etnnisch evenwicht in de hand werkt. De Westerse wereld is hiervan het meest sprekende voorbeeld. Een andere oplossing zou er in bestaan een werkelijke uitgebreide hulp te verlenen aan deze onderontwikkelde landen. Maar hoe zal men dit princiep kunnen aanvaarden met een programma waar de economische expansie nul is en wat ook voor onze beschaving een achteruitgang zou bete kenen aangezien ook bij ons de bevolking nog toe neemt Laten we echter even een andere kijk nemen op deze problemen. Volgens statistieken beschikken wij nog over reserves van petroleum voor 25 jaar, ijzererts on geveer 100 jaar; aluminium, lood, koper, zink en uranium voor een 20-tal jaren, terwijl over 10 jaar onze goudmijnen zouden uitgeput zijn. Moesten deze cijfers juist zijn dan ware het natuurlijk hoogtijd om de alarmbel te luiden. In feite gaat het hier echter om de reserves die nu gekend zijn en waarvan de exploitatie nu rende rend is. Het is dus meer dan waarschijnlijk dat men in de toekomst nieuwe reserves zal vinden, en la ten wij dan eveneens aanmerken dat er op deze aarde nog uitgestrekte gebieden zijn waarvan de prospectie nog maar zeer oppervlakkig doorgevoerd is. Belangrijke delen van Afrika, Zuid-Amerika en Azië blijven terreinen die nog heel wat moge lijkheden bieden. Tevens zal de technische ontwikkeling het mo gelijk maken om bepaalde ertsen te ontginnen, waarvan de exploitatie op dit ogenblik nog niet renderend is. In werkelijkheid werd tot nog toe slechts de bovenste laag van de aardkorst onder zocht. In de toekomst zal men ook meer er meer de reserves aanspreken die zich onder de bodem van de oceanen bevinden. Eveneens is de Kostprijs van het mineraal van doorslaggevend belang. Het meest sprekend voor beeld hiervan is het goud waarvan over een 10-tal jaren de exploitatie niet meer mogelijk zou zijn. Laten we toch aanmerken dat de officiële koers van het goud reeds tientallen jaren stabiel blijft. Het is alleen maar de laatste maanden dat de goud prijs op de vrije markt een beperkte aanpassing ondergaan heeft. In de nabije toekomst zal men ook verplicht zijn om de officiële koers te wijzigen. Dit zou voor gevolg hebben dat men vele mijnen, nu gesloten, terug verder zou ontginnen. Een ander voorbeeld, namelijk uranium. Vol gens de huidige maatstaven zou er een reserve zijn voor ongeveer 20 jaar. Het is een mineraal dat men overal kan terugvinden in de rotsen en zelfs in het zeewater. Moest men de kostprijs met zes vermenigvuldigen dan zou de exploitatie van deze laatste twee bronnen mogelijk worden wat tot ge volg zou hebben dat de reserves onuitputtelijk zou den zijn. En dan zien we ook nog dat sommige produc ten vervangen worden door andere, wat het geval is met rubber. Om al deze ontginningen mogelijk te maken zouden wij eerder moeten kunnen bogen op een verdere economische ontplooiing en zou rnen alle ondei ontWikselde landen méér bij deze expansie moeten betrekken. Hoe zou de mens hier op aarde kunnen behoef tig zijn als men de minieme bevolking vergelijkt met de enorme massa aarde Neen, de uitputting van onze aardbol is zeker nog niet voor morgen. Het doek is weer gevallen over een vierjaar lijks gebeuren dat ieder rechtgeaard mens toch wel eens en ergens beroeren moet. Want aiie kritiek ten spijt .(er is nu eenmaal niets menselijks volmaakt) zijn de Olympische Spe len een van die zeldzame manifestaties waar toch nog een glimp te zien is van gezonde sportieve am bitie en wedijver in een geest van fair-play, jeug dige verzoening, vrede en wereldverbroedering. Dat de Olympische idee in Munchen geschon den werd - eerst door de politiek-opgedrongen be slissing om bepaalde landen eruit te houden, na dien door het bloedbad aangericht door een terro ristenbende - brengt niet de Olympische idee zelf in het gedrang, maar is eerder een vaag teken van de deerlijke ontsporing van de moderne mensheid. Met verbijstering hebben wij zitten kijken naar het drama dat zich afspeelde, niet begrijpend de zinloze wreedheid tegen onschuldige jonge sportlui, sprakeloos om het niets-ontziende geweld in een xader dat een feest van goede wil en ver st andr.ouding had kunnen zijn. Voor dergelijke wandaden kunnen geen om standigheden ter verontschuldiging ingeroepen worden. Moord blijft moord. Mocht uit dit alles dan toch eén vrucht groeien die der bezinning (bittere) Bezinning van en over een mensheid die ziek is aan geweld. Mochten velen erdoor tot het besef komen dat de weg naar rechtvaardigheid en vrede niet lopen kan langs kronkelpaden van geweld en moord: dat aansporing en bedekte of onbedekte goedkeuring van geweld en revolutie om een sisteem of een maatschappij te veranderen, regelrecht leiden naar wreedheden als deze die ons (nu nog) fris in het geheugen liggen: dat we naar een chaos van bloed en weedheid gaan als ieder zijn (misschien recht matige) belangen ter hand zou nemen met geweld: dat zelfs ter verdediging van een goede zaak geen slechte middelen gebruikt mogen worden. Hier ligt een enorme taak voor alle verant woordelijken in de gemeenschap, voor de gezag dragers, en niet het minst voor hen die iets te zien hebben met de opvoeding van de jeugd. Het drama van Munchen weze een les en een aansporing.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1972 | | pagina 1