10 «DE DENDERKLOK
is om de expansie van de stad te bevorderen. Het
zal de woningbouw niet drukken, maar zal integen
deel een billijke regeling nastreven, ten overstaan
van de eigenaars, die op kosten van de gemeen
schap in een begunstigde positie komen te staan
Het reglement werd een tweede maal gestemd ter
zitting van 28 juni 1965. Uit de notulen van deze zit
ting onthoud ik vooral de nieuwe verdediging van dit
reglement door dhr De Riemaecker en het verwer
pen van een amendement door mij ingediend om vrij
te stelien van belastingen, de eigenaars van de reeds
bestaande woningen. In de notulen staat letterlijk
Mr De Riemaecker antwoordt dat de prijs van de
grond, zowel voor één huis of één perceel stijgt als
voor percelen met een grotere breedte langsheen
de straat
Over mezelf staat er letterlijk ie lezen Tegen
het reglement zelf is spreker niet gekant. Over de
toepassing ervan valt echter één en ander te zeg
gen Dit om U aan te tonen dat wij, ook in de oppo
sitie vertoevend, bepaalde problematiek zeer objec
tief konden benaderen. Dit reglement werd goedge
keurd bij 7 stemmen vóór (de CVP-BSP meerder
heid) tegen 5 stemmen (de PVV) en 1 onthouding
(dhr De Ville, kommunist).
Het reglement werd een derde maal gestemd op
12 december 1969 en zulks met 10 stemmen vóór bij
1 onthouding. De Ninoofse gemeenteraad keurde dus
op dat ogenblik praktisch eenparig dit reglement
goed. Men mag zeggen dat er zich op dat ogenblik
een bepaalde kentering in de geest van de Ninoofse
raadsleden had voorgedaan, waardoor tenslotte de
noodzaak van dit reglement algemeen werd aan
vaard. Deze taksverordening werd op 19 december
1974 verlengd, wijl op 18 maart 1975 een bepaalde
wijziging aan het afbetalingssysteem met algemeen
heid van stemmen werd aanvaard.
Na de fusie werd het reglement een eerste maal
gestemd op 12 mei 1977 (18 stemmen voor, bij 9
onthoudingen der CVP-VU oppositie en een tweede
maal aangepast op 17 november 1977, met 19 stem
men voor (de meerderheid) bij 8 onthoudingen der
zelfde CVP-VU oppositie.
Waarde collega's, wanneer ik U deze wellicht te
bondige historiek schets van het ontstaan van dit re
glement, van de wijzigingen die het doorheen de ja
ren onderging, dan is het om tot volgende conclu
sies te komen
1) het taksreglement op het openen, verbreden
en verbeteren der straten, zoals wij het thans ken
nen, werd in '59 ingevoerd door de toenmalige CVP-
Schepen van Financiën, dhr De Riemaecker en na
dien in 1965, 1969. 1974 en 1975 door diezelfde man
dataris en zijn partij hardnekkig verdedigd
2) geleidelijk zijn alle Ninoofse gemeenteraadsle
den, tot welke partij zij ook mochten behoren, een
positieve houding gaan innemen tegenover dit regle
ment, inziend dat ergens dergelijke beschikking
noodzakelijk was om de stadskas toe te laten verde
re initiatieven op het gebied van openbare werken te
financieren en om een rechtvaardigheidsbeginsel te
eerbiedigen-;
3) na de fusie werd het reglement overgenomen
in de vorm en met de inhoud die het vroeger had.
Het werd daarna gewijzigd in de zin van bepaalde,
voor de belastingsplichtige gunstige beschikkingen,
onder meer inzake de afbetalingstermijnen
4) geen enkel lid van deze raad, ook niet van de
CVP- en van de VU-fracties, heeft ooit neen gezegd
tegen het reglement in zijn geheel, noch tegen één
zijner beschikkingen. Wij begrijpen dat in de opposi
tie verkerende beide partijen het nog niet zover ge
bracht hebben van een ja-stem uit te brengen. De
onthouding die tweemaal terzake werd uitgebracht
heeft echter vee! meer betekenis door haar gebrek
aan afkeuring van een reglement dat destijds door
een mandataris van de huidige CVP-oppositie werd
ingevoerd en dat door de huidige meerderheid een
voudig werd overgenomen. Met andere woorden en
om het klaar en duidelijk te stellen niemand in deze
raad was tegen het taksreglement, tegen de ver-
haalbelastingen gekant.
Ik heb dit klaar en duidelijk willen stellen om
dat ik niet begrijp hoe bepaalde partijen, met name
de CVP, thans via pamfletten en een bepaalde pers
de bevolking wil ophitsen tegen een taksreglement
dat zij heeft ingevoerd en dat zij nooit, ook in deze
raad niet, heeft afgekeurd. Ik kom daar echter straks
nog op terug.
2) Toepassing van dit reglement in Ninove
vóór de fusie.
Voor diegenen welke menen of welke beweren
zonder het te menen dat het reglement der verhaal-
belastingen door het huidig stadsbestuur werd inge
voerd om de deelgemeenten te kasteiden en te pijni
gen, geef ik hierna de lijst der wegenwerken in het
klein-Ninove waarop dit reglement werd toegepast.
Ik heb de aangeduide waarden omgerekend in franks
met de huidige koopkracht, op basis van de index
der kleinhandelsprijzen van januari 1979.
Dienstj. Straten Fr. Index Aangepast
correctie bedrag
1962 Verbindingsstr. 155.374 2,51 389.989
Okegembaan 1.625.000 2,51 4.078.750
1963 Hof ter Schoor 76.907 2,47 189.960
Bieënhof
1964 Eichemstr. 201.206 2,37 476.858
1965 Dwarsstr. 81.646 2,29 186.970
Oude Brusselb. 137.446 2.29 314.751
Marktstr. 1.121.000 2,29 2.770.900
Paternostergang 41.471 2,29 94.969
Pamelstr. 93.471 2,29 214.049
Lindenstr. 843.000 2,29 1.930.470
Denderhoutemb. 164.860 2,29 377.529
Wilgenlaan 123.780 2,29 283.456
Keldermeersb. 589.400 2.29 1.349.726
1969 Polderkwart. 872.141 2.00 1.744.282
(aanwerving)
1970 Polderkwart. 5.542.408 1,92 10.641.423
(werken)
1971 Lindendreef 795.866 1,86 1.480.310
12.464.976
26.524.392
(Dhr. Evenepoel neemt zijn plaats in).
Ik wil hier terloops doen opmerken dat de index
correctie slechts een onvolledige aanpassing toelaat
vermits de kostprijs der openbare werken en de prij
zen in de bouw veel sterker gestegen zijn dan de al
gemene index de levensduurte. In ieder gevai moge
uit deze cijfers blijken dat de bevolking van de deel
gemeente Ninove in de periode 1959-1971 reeds een
zware bijdrage heeft geleverd in de financiering van
de wegenwerken in deze stad.
3) Problemen bij de toepassing van dit reglement.
In kan goed aannemen dat de bevolking der vroe
gere deelgemeenten onthutst reageert wanneer zij
voor de eerste maal in aanraking komt met de prak
tische toepassing van dit reglement. Niemand, wie
het ook weze, kraait van pret wanneer hij geroepen
wordt taksen te betalen, zelfs wanneer hij in zijn
diepste binnenste overtuigd is van de gegrondheid
van deze bijdrage. Zoals in de overwegingen her
haaldelijk geformuleerd werd is deze bijdrage nodig:
a) om de financiële mogelijkheid in leven te hou
den ook elders wegen te verbreden, betere verhar
dingen aan te brengen, rioleringen in te graven, voet
paden uit te spreiden
b) om de lasten der stad rechtvaardig over de in
woners te verdelen, rekening gehouden met de ont
vangen voordelen. Het is klaar dat bij ontstentenis
van enige verhaalbelasting slechts één middel be
staat om de werken te financieren, nl. het verhogen
van de opcentimes op de onroerende voorheffing en
van andere belastingen. Anderzijds is het evenmin
loochenbaar dat de uitgevoerde werken een waarde
vermeerdering der bebouwde en onbebouwde perce
len teweegbrengt. De vraag dient dan ook gesteld of
het normaal is de ganse gemeenschap volop te laten
opdraaien voor werken die aan andere medeburgers
een dikwijls niet te onderschatten voordeel brengen.
Aan de toepassing van dit reglement dat uiteraard
zeer ingewikkeld en ongenuanceerd is. zijn echter
verscheidene problemen verbonden, welke door de
fusie in een enigszins gewijzigde visie dienen te
worden benaderd. Door het feit dat het een regle
ment betreft met zeer preciese toepassingsmodali-
teiien de perceien liggen al dan niet langs de weg
in een bouwzone door deze wit-zwarte stelling ont
staan dikwijls zeer moeilijke, menselijke problemen,
waarvoor tot dusver nog niemand een oplossing
heeft gevonden, noch in Gent, noch in Brussel.
Ik citeer onder meer
a) het probleem der eisbaarheid
b) het probleem vande de impact der belasting
in de deelgemeenten
c) het probleem van de staatstoelage
d) het probleem van de ontstentenis van de
waardevermeerdering
e) het probleem der onderhoudswerken.
(Spreker licht deze 5 punten nader toe).
4) De wijzigingen die wij voorstellen aan te brengen
aan het reglement.
Ons inspirerend op de beschouwingen die wij
daar even hebben geformuleerd, stelt het uollege
voor bepaalde wijzigingen te brengen aan het regle
ment. Zonder aan de geest en de verantwoording
van dit reglement te raken zijn deze wijzigingen toch
van aard de toepassing ervan menselijker, draaglij
ker en rechtvaardiger te maken. Zoals U weet be
staat de totale belasting uit vier specifieke belas
tingen, nl.
- een belasting om de kosten te dekken voor het
verwerven der straatbeddingen, dus voor de grond-
verwervingen
- een belasting om de kosten te dekken voor het
aanleggen van rioleringen
- een belasting om de kosten te dekken voor de
verharding van de wegen en het plaatsen van kant
stenen
- een belasting om de kosten te dekken voor het
plaatsen van trottoirs en opritten.
Volgens het regiement dat wij overgenomen heb
ben, werden in alle gevallen de kosten 100%, dus
ten volle verrekend in alle gevallen.
Ons voorstel strekt er toe deze 100%-verrekening
te behouden daar waar het gaat om het aanleggen
van nieuwe straten, d.w.z. daar waar vroeger geen
tracé bestond of waar de weg zich niet leende tot
openbaar verkeer. Het lijkt mij nogal klaar dat diege
nen welke door dit werk bouwgronden verkrijgen
waar dit vroeger niet het geval was, dienen in te
staan voor de kosten van het werk.
Thans het gevai waar vroeger reeds een weg be
stond en waar het dus gaat om een verbreding, een
verbetering of een uitrusting van deze weg met riole
ring en voetpaden.
Voor wat de grondaanwervingen betreft, behouden
wij de 100% verhaalbelasting. Aan deze belasting
kan inderdaad ontsnapt worden door gratis grondaf-
stand, zoals bepaald in het reglement.
Ik wil hier terloops doen opmerken dat voor wat de
grondaanwervingen betreft de Stad Ninove aan de
aangelanden van de Daalstraat de som van 1.118.114
F heeft betaald, welke som begrepen is in de glo
bale verhaalbelasting.
Inzake de rioleringen stellen wij voor de aanslag
voet van 100% uit het vroegere reglement te vermin
deren tot 35%. Deze stellingriame wordt gemotiveerd
door het feit dat normaler wijze de staatstoelage
voor de riolering 65% bedraagt. In dit geval wordt
dus de strikte kost verrekend.
Voor wat aangaat de belasting voor de verharding
van de wegen en het plaatsen van kantstenen, waar
vroeger 100% werd verhaald, stellen wij voor die
belasting integraal af te schaften. Dit voorstel is ge
baseerd op volgende overwegingen
- de bijzondere bouwstruktuur in de deelgemeenten
- het ander karakter van de wegen in deze gemeen
ten, m.a.w. de grotere gemeenschapsfunktie
- de moeilijkteid om dit reglement toe te passen,
vooral dan wanneer het gaat om grote onderhouds
werken of werken die een andere orzaak hebben
dan het enkel weggebruik.
Wat tenslotte de aanleg van voetpaden betreft, be
houden wij de aanslag van 100%, met dien verstande
dat bij vervanging van de voetpaden de gemeente
één vierde van de netto-kost op zich neemt. Het is in
derdaad logisch dat een voetpad in eerste instantie
een nut heeft voor de aangelanden zelve.
Voor wat betreft de betalingstermijn, in het vroe
ger reglement 5 jaar en later op 10 jaar gebracht,
wordt voor bijzonder moeilijke gevallen een afbeta
ling voorzien over 20 jaar. Deze gevallen zullen ech
ter ter beslechting aan de gemeenteraad worden
voorgelegd.
De nieuwe bepalingen worden van kracht met in
gang van 1 januari 1979. Zij zijn eveneens van toe
passing op de gevallen welke vroeger het voorwerp
uitmaakten van een berekening, zoals bv. het geval
is voor de Daalstraat.
Mejuffrouw, Mijne Heren.
Ik wil thans komen tot een besluitvorming.
De vraag die dient te worden gesteld isblijft het
reglement op de verhaalbelastingen zoals ingevoerd
in 1959 te Ninove, al dan niet behouden.
Zoals ik de historiek van dit reglement heb aan
gehaald, zijn de motieven welke geleid hebben tot
het invoeren van dit reglement in 1959 nog steeds