10 DE DENDERKLOK 600.000 400.000 200.000 300.000 STAD NINOVE BERICHT AAN DE BEVOLKING Reinigingsdienst ting van het nieuwe personeelskader. Ik heb bere kend dat dientengevolge de personeelslasten van allerlei slag, m.a.w. de rechtstreekse bezoldigingen, de rechtstreekse sociale toelagen, de patronale bij drage sociale zekerheid, de bijdragen voor de om- slagkas enz... met minimum 15 miljoen zullen stijgen dit jaar. Terloops wil ik er op wijzen dat in deze be groting een bedrag is opgenomen van ca. 5 miljoen voor de tewerkstelling van werklozen, wijl, zoals vo rig jaar, een ruim gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheden, geboden door het bijzonder tijdelijk kader. De stad doet aldus een wezenlijke inspanning om de werkloosheid in deze streek te helpen be strijden. In tweede instantie ontsnapt deze begroting evenmin aan de incidentie van de verwezenlijking der grote openbare werken voorzien in het vijfjaren plan dat te dien einde werd opgesteld. Zoals blijkt uit de procentuele cijfers beginnen aflossingen van leningen en het betalen van intresten zich meer en meer te laten voelen. Zoals ik vorig jaar reeds zei bereiken wij stilaan de climax in ons investerings ritme. Moge ik terzake er op wijzen dat - de sporthal in volle opbouw is en volgend jaar operationeel zal zijn - begin volgend jaar een aanvang wordt gemaakt met de bouw van het nieuw stadhuis - wij hopen zeer vlug het startsein te geven voor de verwezenlijking van de atletiekpiste, de sportcom plexen te Denderwindeke en Appelterre-Eichem - zeer belangrijke kredieten werden ingeschreven in verband met de wegenwerken, de afvalwaters (bouw van koliektoren), het oprichten van een ambachtelijke zone te Appelterre-Eichem enz... Dit alles zal U trouwens preciezer worden toe gelicht door de Schepen van Openbare Werken bij de bespreking van de buitengewone begroting. Via de verwezenlijking van dit vijfjarenplan beogen wij Ninove een infrastructuur te kunnen bezorgen, op gebied van verkeer, sport en ontspanning, woonge legenheid, handel en nijverheid, waardoor de bouw stenen worden gelegd voor een verdere ontplooiing van onze gemeente. Terloops wil ik de aandacht ves tigen op het feit dat wegens de onderrichtingen twee methodes van boeking van de schuldenlast mogelijk zijn a) ofwel boeken van de volledige last en de vol ledige intrest van de voorziene lening (de vroegere methode) b) ofwel het boeken van slechts de helft van de intrestlast. Wij hebben de eerste methode verkozen, wat ca. 24 miljoen meer uitgavenkrediet vereist, om aldus op alle eventualiteiten voorbereid te zijn bij niet of onvolledig gebruik dezer kredieten zal aldus alles zins een niet te onderschatten reserve in leven wor den geroepen. Inzake de uitgaven wil ik nog vermelden dat de kredieten, bestemd voor vorige dienstjaren, vermin deren van 13 miljoen tot 3,5 miljoen, hetweze met 9,5 miljoen. Wij hadden inderdaad vorig jaar het te kort der ziekenhuizen op te vangen voor 2 jaar (1976 en 1977), daar waar wij dit jaar enkel voor het te kort van 1978 dienen op te draaien. Anderzijds ben ik verheugd er te kunnen op wij zen dat wij voor de eerste maal een vermindering van de stadstoelage van het O.C.M.W., het vroegere C.O.O., mogen noteren. Het krediet vermindert van 13,3 miljoen tot 12,8 miljoen, het weze met 470.000 F, ogenschijnlijk een niet onbelangrijk bedrag. De evo lutie is echter betekenisvol in een tijd waarin steeds maar over stijging van tekorten en verhoging van de toelagen wordt gesproken. Ik zal thans enkele beschouwingen formuleren voor wat betreft de ontvangsten. Afgezien van de posten overdrachten waar in vooral de staatstoelagen opgenomen worden, kun nen de ontvangsten ingedeeld worden in 3 catego rieën a) de eigen fiskale ontvangsten b) de financiering middels de toekenning uit het Gemeentefonds c) diverse ontvangsten uit beleggingen, vergoe ding voor prestaties enz... De eigen fiskaiiteit wordt voor 1980 op 140,9 miljoen geraamd, tegen 127,9 miljoen in 1979. In Ninove werd geen enkele belasting verhoogd voor alle belastingen werden de aanslagvoeten van 1979 behouden. Niemand In Ninove zal dus in 1980 meer betalen dan in 1979. In dit pakket zijn de belangrijk ste meeropbrengsten - de 6% op de personenbelasting - de 1700 opcentiemen op de onroerende voorheffing - de belasting op het bouwen en verbouwen van schutsels - opcentiemen op de drijfkracht - opcentiemen op het tewerkgesteld personeel - verwerving wegbedekking, aanleg riolering enz... -F 10.180.000 1.276.000 Ik verheug er mij bijzonder over dat het ons gelukt is het ganse beiastingsniveau ongewijzigd te behouden. Met 1700 opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn wij inderdaad zeer goed geplaatst, wanneer men de opcentiemen in het omliggende en in gemeenten van dezelfde omvang nagaat (Ge- raardsbergen, Aalst enz...) waar gesproken wordt van 2.200 en 2.300 opcentiemen. Ik wil er trouwens op wijzen dat in het rondschrijven van de Gouver neur en van Binnenlandse Zaken het minimum-niveau van de opcentiemen in gemeenten wier begroting niet sluit op 1800 wordt gesteld. Wij bevinden ons dus nog 100 opcentiemen beneden dit minimum. Ik wil trouwens nog doen opmerken dat de op brengst van de opcentiemen op de personenbelas ting (68,7 miljoen) de opbrengst van de opcentie men op de onroerende voorheffing (51,7 miljoen) in belangrijke mate overtreft. Ik meen dat wij deze evolutie niet uit het oog mogen verliezen en dat alle inspanningen moeten worden gericht op de bevordering van de inkomens niveaus (bevordering van tewerkstelling, bevordering van handel en nijverheid). Wat betreft de financiering door de Staat, m.a.w. ons aandeel in het Gemeentefonds, ben ik verplicht een gans andere klok te luiden, inderdaad, volgens de ons verstrekte richtlijnen mogen wij voor 1980 een toekenning verwachten van 91,4 miljoen, tegen 87,1 miljoen in 1979, hetweze amper 4,3 miljoen meer of nog geen 5%. Van vele zijden werd reeds geprotesteerd tegen de sedert enkele jaren gevoer de overheidspolitiek, die aan de steden en gemeen ten steeds nieuwe en grotere lasten en taken oplegt, doch welke anderzijds de financiële middelen welke daarvoor vereist zijn, slechts met mondjesmaat toe kent. Het ligt voor de hand dat een stijging van ons aandeel in het Gemeentefonds met minder dan 5% niet eens voldoende is om de loon- en weddestijgin- gen ingevolge index en sociale programmatie op te vangen. Het is mij bekend dat in de voorliggende programmawet andermaal restricties op de toeken ningen aan de gemeenten zijn vervat. Ik begrijp best dat de moeilijke financiële toestand waarin de Staat verkeert, deze er moest toe aanzetten de riem te snoeren en dus ook bij de ondergeschikte besturen dergelijke politiek moet worden gevolgd. In die om standigheid past het echter niet om steeds meer op drachten aan de gemeenten toe te vertrouwen of op te leggen zonder daar een adekwate financiering voor te voorzien. Onder de derde kategorie ontvangsten, nl. deze uit beleggingen, dividenden en vergoeding voor al lerhande prestaties wil ik vooral de aandacht vesti gen op 2 posten, nl. - het dividend bij de Intercommunale Denderlec (elektriciteit, gas en TV) dat stijgt van 13.1 miljoen tot 15,4 miljoen, hetweze met 2,3 miljoen en - de post intresten bij het Gemeentekrediet, die inge volge onze plaatsing op termijn bij deze instelling, stijgt van 2,7 miljoen tot 4,7 miljoen, hetweze met 2 milpoen. Deze plaatsingspolitiek, waarvan wij voor 1980 een opbrengst van 4 miljoen aan intresten ver wachten, is het gevolg van de gunstige thesaurie toestand, waarin de Stad Ninove sedert een paar jaar verkeert. Ik wil, om alles klaar te situeren, er op wij zen dat de intrest op onze termijnplaatsing ongeveer het dubbel opbrengt van de belasting cp de riolering en bijna evenveel als 150 opcentiemen op de onroe rende voorheffing. Tenslotte wil ik nog de aandacht vestigen op het feit dat het vermoedelijk boni der vorige jaren geste gen is van 37,2 miljoen tot 44,3 miljoen, hetweze met 7,1 miljoen, hetgeen zeker het opstellen van deze begroting heeft vergemakkelijkt. Anderzijds is het voorziene dividend van de Nationale Maatschappij der Waterleidingen teruggebracht van 3,7 miljoen tot 1,9 miljoen, hetweze met 1,8 miljoen. Waarde Collega's, Vorig jaar kon ik besluiten met de beschouwing: Het financieel beheer van een fusiegemeente als Ninove is zeker geen gemakkelijke taak. Te veel eisen en wensen komen om de hoek kijken, de be zorgdheid om iedere deelgemeente aan haartrekken te laten komen is een imperatief welke wij niet kun nen of mogen over het hoofd zien. Ik zou deze konklusie thans met veel recht kun nen herhalen en ze ieder jaar dat komt met evenveel reden terug kunnen citeren. Financiële nauwlettendheid en nauwgezetheid is meer dan ooit geboden. Wij hebben weliswaar een sluitende begroting kunnen voorleggen, wetend dat links en rechts niet onbelangrijke reserves verbor gen liggen. Het is onze appel voor de dorst. Wij heb ben dit resultaat kunnen bereiken zonder ook maar één belasting te moeten verhogen, in weerwil van zware inspanningen op het gebied van de personeels last en schuldenlast. Tot dusver hebben wij nog niet volledig de gun stige gevolgen van de schaalvergroting ingevolge de fusie der 12 deelgemeenten kunnen waarnemen, gunstige gevolgen welke noodzakerwijze dienen voort te spruiten uit de rationalisatie van de werking der gemeentediensten en uit een meer efficiënte aanwending der middelen. Tot dusver hebben wij vooral de nadelige gevolgen op het financiële vlak van deze fusie ondervonden, ingevolge de veralgemening en de uitbreiding der dienstverlening, vooral in de deelgemeenten buiten de kern. Wij hopen mettertijd tot een nieuw evenwichts punt te komen tussen de financiële inspanningen van ieder inwoner van Groot Ninove en de tegenpresta ties welke deze zelfde inwoner van de Ninoofse ge meenschap ontvangt, onder om het even welke vorm, als bv. betere wegen, een betere bescherming, beter onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden, betere en ruimere sportaccomodaties. Daarbij moeten wij eens en voor goed beseffen dat in de loop der komende jaren de rol van de Staat in de rechtstreekse financiering van de gemeenten via het gemeentefonds geen gelijke tred zal en kan houden met de evolutie der gemeentelijke behoeften. Zulks impliceert dat de gemeenten in de toekomst meer en meer aangewezen zullen zijn op een eigen fiskaiiteit, waardoor onder meer de noodzaak van een streng financieel beleid steeds meer en meer aan het daglicht za! treden. Dat streng financieel beleid geen restrictief be leid betekent, zal wel voor eenieder duidelijk zijn. Streng financieel beleid mag geen synoniem zijn van immobilisme op het stuk van de openbare verwezen lijkingen, van de sociale voorzieningen en van de welvaarts- en welzijnsbevorderende initiatieven. Het is in deze geest, waarde collega's, dat deze begroting werd opgesteld en dat ik in naam van het College om Uwe goedkeuring daarvan verzoek. Het vervolg van hei versiag van deze Raads zitting leest U in onze volgende nummers. Kerstmis dinsdag 25.12.1979 De ophalingsronde van huisvuil voor Aspelare, Nederhasselt en Outer wordt verlegd naar maandag 24.12.79. De selectieve ophaling van glas voor Appelterre en Voorde wordt verlegd naar woensdag 26.12.79. Nieuwjaar dinsdag 1.1.1980: De ophalingsronde van huisvuii voor Aspelare, Nederhasselt en Outer wordt verlegd naar maandag 31.12.79. De ophalingsronde van het huisvuil voor Aspe lare, Nederhasselt en Voorde wordt verlegd naar maandag 31.12.79.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1979 | | pagina 10