«DE OENOERKLOK 11 GUATEMALA TE WAAR OM NIEUWS TE ZIJN DE PERS TOTAAL DE MOND GESNOERD. BASKET - BAL - NIEUWS Na de staatsgreep van 23 maart, waarbij gene raal Rios Montt als nieuwe eerste man op het ere podium kwam, werd heel wat werk verzet om het image van «demokratische» militaire junta totaal verloren gegaan onder het moorddadig bewind van generaal Lucas Gacia weerop te vijzelen. In de hoofdstad kon men 's avonds weer op straat komen, de angstaanjagende alomtegenwoor dige geheime polities, zwaar bewapend patrouil lerend in Toyota-jeeps zonder nummerplaten, ver dwenen uit het stadsbeeld; de kranten mochten op nieuw kommunikees opnemen van de oppositie. In het binnenland darentegen namen de massa moorden op de Indiaanse bevolking niet af. Alleen opereerden de militairen er nu doorgaans in burger én in heel nauwe samenwerking met benden van beroepsmoordenaars, zodat de siachtingen konden toegeschreven worden aan «onbekenden» of aan «subversieve elementen». Van die «demokratische openheid» in de hoofdstad maakte het Revolutionair Volksfrond 31 januari (FP 31) gebruik om het volk van Guatemala en van de ganse wereld met de neus op de werkelijke feiten te drukken. Op 12 mei be zetten zeven vrouwen en zeven mannen, leden van het CUC (Komitee van Boereneenheid), dat aktief lid is van het FP 31, de ambassade van Brazilië, om, zoals ze zelf zeiden, «de beestachtige repressie aan te klagen, uitgevoerd door het leger, tegen de In diaanse boeren van het westen van het land». Ze hadden een indrukwekkend document bij, met lijs ten van uitgemoorde en platgebrande dorpen. Meer dan 300C indiaanse vrouwen, kinderen en mannen werden, volgens het document, sinds 23 maart door leger en paramilitaire moordenaarsbenden vermoord De bezetters eisten dat het document zou gepubli ceerd worden, wat gebeurde. Amper twee weken vóór de bezetting van de ambassade, waren in ver scheidene dagbladen kommunikees verschenen van een vijftal vakbondsorganisaties en van de sociaal- demokratische partij, waarin de nieuwe mensenrech tenpolitiek van de militaire junta alls «demagogie en klucht» werd bestempeld, en waarin ook werd gezegd dat de massamoorden onverminderd bleven voortduren, terwij! de werkelijke verantwoordelijken voor de repressie vrij en door de wet geruggesteund bleven opereren. Een maand later, op 31 juni, verscheen in som mige kranten een document van het Komitee voor Rechtvaardigheid en Vrede, waarin nieuwe massa moorden werden aangeklaagd, «uitgevoerd met toe stemming van de officiële gezagsdragers». «De Geest van God dwingt ons tot meer dan de eigen persoonlijke bekering. Wij moeten meewerken in het omverwerpen van instellingen, strukturen en wet ten, die oorzaak zijn van zoveel repressie en moord, nu uitgegroeid tot een verschrikkelijke volkeren moord», zo besluit het document. in diezelfde periode cirkuleerde in Guatemala klandestien een ooggetuigeversiag van Leo Gabriel, die samen met een paar VS-kongresleden een be zoek aan Guatemala had gebracht. Ze bezochten o.m. het dorpje Patzul, in het noorden van de Qui- ché-provincie, volgens officiële versie half uitge moord door «subversieve elementen». Leo Gabriel gaf een andere versie «...Terwijl de rest van de groep journalisten luisterde naar de uiteenzetting van de plaatselijke aanvoerder van de «burgerbe scherming» (gewapende groepen burgers door het leger opgericht), ben ik naast een drietal boeren gaan zitten op de stoep van een hut. Ik vroeg hen om vlug te vertellen wat er eigenlijk gebeurd was. Ze zeiden me Rond 6 uur deze morgen zijn een 60-tal soldaten het dorp binnengevallen. Ze riepen iedereen buiten, wij komen kontroleren. Wie binnen bleef werd buiten gesleurd. En toen gans het dorp voor het schooltje samengetroept stond, zijn ze be gonnen met hakmessen op de menigte in te slaan; zij die vielen kregen het genadeschot. - Om geen tijd te verliezen onderbrak ik hen, en stelde hen de voor mij beslissende vraag Waren het guerrille ro s of soldaten? - Zonder nadenken kwam het ant woord Het waren de soldaten van Chajul. Ik ken hen want ik zag ze daar in de kazerne. Maar nu had den ze wel strohoeden op. - En welke wapens droe gen ze vroeg ik - Dezelfde als die mannen, daar, zei hij, terwijl hij naar een groep soldaten wees.» ...Ik moest denken aan de woorden die de pre sident van de militaire junta, Rios Montt, een paar dagen tevoren had uitgesproken «De boeren, ook al zijn zij niet gewapend, steunen de oorlog die de subversieven ontketenen, ook al nemen die boeren niet direkt aan de oorlog deel. Naast iedere gewa pende guerrillero heb je er minstens tien die achter de schermen werken... Waarom gaan we zoiets nog langer dulden Opdat ze de rode vlag met de hamer en de sikkel als overwinnaars in de lucht zouden kunnen steken? Moeten wij daarom de mensenrech ten respekteren?» HET EIGENLIJKE OPZET. Sinds 9 juni werd generaal Rios Montt door het leger voor onbepaalde tijd tot president aangesteld en kreeg hij een nieuwe «tweede sterke man» naast z.'ch kolonel Ricardo Mendez Ruiz, voormalig kom* mandant van de kazerne van Coban én als dusdanig hoofd van de anti-guerrilla-akties in de oostelijke provincies van het land. Vorig jaar werd zijn naam zeer vaak genoemd ais militair strateeg achter het anti-guerrilla offensief van oktober-november 1981, waarbij het leger de taktiek van de verschroeide aarde (dorpsbewoners vermoord ot verjaagd, dor pen platgebrand, oogsten vernield, drinkwater ver giftigd...) massaal toespaste en duizenden slacht offers maakte. De benoeming van Mendez Ruiz kaderde in een vooropgezet plan van het leger op 31 mei werd algemene amnestie afgekondigd voor de termijn van één maand. Dit bood Rios Montt de kans zijn regime naar buiten toe voor te stellen als kompromie-bereid. Aan de guerrilla werd gevraagd zich bij de dichtst bijgelegen kazerne te presenteren en de wapens in te leveren. Dat zoiets zou gelijk staan met militaire en politieke zelfmoord van de guerrilla, is overdui delijk. Geen enkele guerrilla-organisatie ging hierop in, wat Rios Montt voldoende reden gaf om hen als onverzoenlijk en dus strafbaar af te schilderen. Dit vormde metteen het argument dat het groot scheeps anti-guerriila offensief moest legaliseren, dat werd ingezet op 1 juli, dag op dag met het ver strijken van de amnestiewet. De aangewezen persoon om dit offensief stra tegisch te leiden moest daartoe in de gewenste po sitie geraken kolonel Mendez Ruiz werd dus aan gesteld tot tweede sterke man van het land. Op 22 juni, gedurende een officiële perskonfe- rentie, kwam het tot een serieus konflikt tussen Rios Montt en de aanwezige persmensen. Rios Montt zei toen o.m. dat de pers met haar subjectieve bericht geving, in de kaart speelde van de subversie én dat zij de sensatiezucht moest vermijden duidelijk verwijt tegen die kranten die toen nog uitgebreide verslagen gaven van de massamoorden op de In diaanse bevolking. Rios Montt zei verder nog dat de pers een politiek moest voeren van informatie, ten voordele van het institutioneel gezag en hij ver wittigde de persmensen dat de kans erin zat dat ze zouden gemilitariseerd worden. De 1ste juli werd de staat van beleg afgekon digd en op 6 juli verschenen een aantal «verplicht in acht te nemen vormen» voor de sociale kommuni- katiemedia. Zo b.v. «men verbiedt van nu af elke publikatie van nieuwsberichten en kommentaren die betrekking hebben op subversieve aktiviteiten in dit land. (-) Dit soort berichten zall alleen nog mogen gepubliceerd worden indien ze afkomstig zijn van het Presidentieel Sekretariaat van Public Relations.» De dag daarop, op 7 juli. kwam dit nieuws ook hier door, o.a. gedurende de Nieuwsberichten van 10 u. op BRT I. Later op de dag werd een stuk van Aktueel gewijd aan die nieuwe situatie van totale staatskontrole op de kommunikatiemedia, van de staat van beleg, en van de algemene mobilisatie van jongeren tussen de 18 en de 30 jaar, met legerdienst achter de rug. De directeur van één van de meest prestigieuse kranten in Guatemala, El Grafico Jorge Carpio Ni- colle, profiteerde van de faam van zijn krant én van zijn eigen naam, waarachter een net van politieke relaties op het hoogste niveau steekt, om op een zeer diplomatische manier het algemeen protest van het A.P.G. (Associatie van journalisten van Guate mala) te verwoorden. «De maatregel die de huidige regering heeft genomen is op verschillende vlakken ongepast», schreef hij. «In het buitenland zal men zeggen, dat de beperkingen die ons worden opge legd, bedoeld zijn om te verbergen wat hier in feite aan 't gebeuren is.» (El Grafico, 30 juni '82). EN ONZE PERS Hoe logisch die redenering ook is, hier in Vlaan deren geven sommige nieuwsmedia de indruk nog niet aan dit inzicht toe te zijn. In het ochtend nieuws van 20 juli op BRT I, werd zonder enige dui ding van de feiten gezegd, dat de guerrilla een dorp dichtbij de hoofdstad had aangevallen en daarbij ettelijke burgers had vermoord, en dat het leger de guerrilla zware verliezen had toegebracht; zender daarbij ook maar één soldaat te hebben verloren. Ook enkele Vlaamse kranten publiceerden tus sen 13 en 15 juli, zonder enige kommentaar en zon der bronvermelding, berichten die duidelijk door het Sekretariaat van het Presidentieel Paleis de wereld waren ingestuurd. Dat deze media klakkeloos dergelijke berichten overnemen, terwijl ze amper een week voordien zelf melding maakten van de zware perscensuur in Gua temala, is onbegrijpelijk. Bedoeld of niet bedoeld, dit soort verslaggeving sticht verwarring en speelt in de kaart van de verantwoordelijken voor de volke renmoord in Guatemala hun versie, vol leugens en valse beschuldigingen aan het adres van het volks verzet, wordt hier als objektief feitenmateriaal ge presenteerd. De interne logika van het revolutionaire proces in Guatemala spreekt echter berichten als zou de guerrilla verantwoordelijk zijn voor de volkeren moord formeel tegen. Het volk strijdt voor recht vaardigheid en tegen de uitbuiting. Zoals een vis in het water veiligheid, bewegingsvrijheid en voedsel vindt, zo vindt de guerrillero zijn veiligheid, zijn be wegingsvrijheid en zijn voedsel onder het volk, dat zich iedere dag sterker gaat organiseren in het ver zet tegen een nietsontziend machtsapparaat. R.A. DE PiNTE SANDERSPUT NINOVE 57-62. Na de prachtige prestatie van Debbaut en Van Liedekerke tijdens de voorgaande wedstrijden was het deze keer de beurt aan lm pens om te bewijzen wat hij kon. Met zijn 27 punten was hij ontegenspre kelijk de matchwinnaar. Dat het opnieuw een span nende wedstrijd zou worden was te verwachten, want de Nmovieters moesten nu behalve Debbaut en De Bisschop ook nog de diensten missen van Was- teels en Glazemakers. De invallers van deze week hebben echter dank zij hun inzet de afwezigen goed vervangen. «Oude rat» Caliens en de jongeren Eddy Reygaert en Guy De Jonge hebben immers een for midabele wedstrijd gespeeld. Ook Hans De Kegel speelde een prachtige wedstrijd. Kapitein Van Lie- deKerke die anders ook voor de nodige punten zorgt scoorde ditmaal heel wat minder, waarschijnlijk ge hinderd door een opkomende griep. Hij kon wel en kele assits uitdelen en zo zijn medespelers laten scoren. Deze overwinning was de 3de op een rij. Laten we hopen dat deze reeks tijdens de volgende wedstrijden verder uitgebouwd wordt. De volgende match gaat door in de Sporthal te Ninove op zaterdag 23 oktober tegen Donald Ge- raardsbergen. De reserven spelen om 18u15 en de 1ste ploeg om 20 u. Puntenverdeling Van Liedekerke 6, De Jonge Guy 6, impens 27, De Kegel 11, Reygaert 2, Caliens 10. De miniemen en kadetten moesten op verplaat sing naar Haantjes Oudenaarde. Het werden 2 neder lagen alhoewel er voor de miniemen meer in zat. Ze werden echter o.a. geremd door de slechte wed strijd van Dirk De Coorde, die het daarenboven nog nodig achtte misplaatste opmerkingen te maken die hem dan ook de uitsluiting kostten, wat voor hem zelf een schorsing kan betekenen en voor de club een boete. Eindstand 57*52. Puntenverdeling Stevens 15, De Sutter 10, De Coorde 2, Neirinckx 4, Schollaert, Sorgeloos. Eindstand kadetten 67*31. Puntenverdeling Stevens 2, Van Vilderen 7. Cautaers 6, Van Oudenhove 5, Van De Velde M. 8, Van De Velde G. 1, Schollaert 2, Sorgelios, De Sut ter, De Coorde. Kadetten om 14 u.; miniemen om 15u30. Volgende wedstrijd (Sporthal Ninove) op zater dag 23 oktober tegen Vovka. Kadetten om 14 u.; miniemen om 15u30.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1982 | | pagina 13