d e ztn U/Qams HET LAATSTE WOORD over de buitengewone gemeenteraadszitting van maandag 7 februari 1983 BEHOORT NU... AAN HET GERECHT!!! EDIT ORIAAL Zevenenvijftigste Jaargang Vrijdag 25 februari 1983 De Belgische Buitenlandse Handel. DE WET EN DE GEEST VAN DE WET Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 9400 Ninove Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87 Prijs voor Jaarabonnement 550 F. Prijs per nummer: 11 F. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. Het College van Burgemeester en Schepenen ontving een vraag tot bijeenroeping van de gemeen teraad op maandag 7 februari om 19 u 30. De vraag, gedagtekend op 28 januari, ging uit van 7 raadsleden van de S.P., de 3 van de V.U. en van een lid van de meerderheidspartijen, oud-sche pen van feestelijkheden en fusieproblemen. Vraag en verder gevolg verwekten deining in 't Ninoofse, met communiqué s van oppositie- en meerderheidspartijen die ruim weerklank vonden zo in de dagblad- als in de lokale weekbladpers. De gewone burger acht zich evenwel gefrus treerd omdat niet alles gezegd werd over dit ge beuren, waaraan strafrechtelijke gevolgen verbon den zijn. Wanneer een derde van de zittinghebbende leden het vraagt is het College verplicht de raad bijeen te roepen op de aangewezen dag en het aangewezen uur. Aldus het 2de lid van artikel 62 van de Gemeen tewet. Het waarom van deze wettelijke beschikking werd door de Burgemeester toegelicht als volgt 1) het geval van onaktiviteit, immobilisme, gebrek aan ernst of aan bestuursinitiatief, onwil of slechte wil van het College 2) het geval van weigering de raad bijeen te roepen met het opzet de oppositie de mond te snoeren. Mits bijvoeging van het geval waarin raadsle den bepaalde voorstellen zouden willen voorbren gen is de toelichting van het opzet van de wet vol ledig. Het is een UITZONDERLIJKE PROCEDURE. Het bewijs ervan vinden we in het feit dat ze in Ninove-stad, sinds 1940-1945, SLECHTS EEN EN KELE MAAL werd toegepast. Het was op initiatief van de liberale oppositie, op zondag 15 januari 1961 te 10 u. voor ondervra- ging van het schepencollege door dhr Louis Walt- niel betrekkelijk de staking van het gemeeriteper- soneel en de houding van het schepencollege. Dit was in zekere zin een eindpunt achter de socialistische poging tot revolutie voor de zeer om streden eenheidswet, die de socialisten naderhand zelf hebben toegepast. Ter opfrissing van het geheugen van diegenen die het vergeten hebben en ter voorlichting van die genen die het niet meemaakten. Het was in die periode dat leden van het Col lege te Ninove elk op eigen manier buiten kwamen de B.S.P.-burgemeester, hoofd van de politie, op kop van een optocht met stakend stadspersoneel de 1ste schepen, tevens C.V.P.-senator, voor werk- beveiliging tegen de stakingspiketten opgesteld voor openbare gebouwen en fabrieken en aangevoerd door de 2de schepen, tevens B.S.P.-volksvertegen- woordiger. De vraag tot uitzonderlijke bijeenroeping van de gemeenteraad was toen verrechtvaardigd, en ruimschoots, door de geweldige opschudding ver wekt in Ninove door pogingen tot gewelddadige stakingsakties. WAREN ER BEGIN 1983 GEGRONDE REDENEN? De nieuwe gemeenteraad vergaderde reeds 2 maal in 1983: op zondag 2 januari voor zijn instal latie met een agenda met 10 punten en op 17 janua ri met een agenda met 32 verschillende punten. Reeds op 5 januari werd de lijst der data van de gemeenteraadszittingen 1983 door het College vastgelegd. Ze werd toegezonden aan elk raadslid en zelfs gepubliceerd in de pers. Geen schijn van verwijt treft het College, ver mits er geen sprake kan zijn van bestuursonaktivi- teit of onwil en noem maar op. Was er dringendheid voor een extra-bijeenroe ping Om de vraag passend te beantwoorden volstaat het de door de aanvragers ingediende agendapun ten na te zien. XXX Overbodig en zonder zin de vraag tot goed keuring van het VERSLAG DER VOORGAANDE ZIT TING, omdat de modaliteiten ervoor vastgelegd zijn in artikel 7 van het reglement van inwendige orde van de gemeenteraad. Aangewezen voor bespreking bij de aanstaan de behandeling van de begroting 1983: de toelagekwestie van de BOND DER GROTE en JONGE GEZINNEN; de aanleg van een SPEELWEIDE op het domein van de geplande verbinding van de rijksweg 9 met de rijksweg 55 te Meerbeke speciale opdracht aan stadsafgevaardigden bij NINOVE-WELZIJN verkoop stadseigendommen in SAVOOI- en BLEEKSTRAAT aan Ninove-Welzijn oprichting WELZIJNRAAD betoelaging VROUWENHUIS, enz. plaatsing elektriciteitsmeters voor MARKTEN en FOREN (Lees verder op pagina 2) 59. Niemand zal het groot belang van de export voor de Belgische economische ontwikkeling ont kennen. En dat deze export het de laatste jaren min der goed doet - niet alleen in vergelijking tot de import maar ook absolute cijfers - is ook geen ge heim. Minder bekend is echter dat de stijging van onze export duidelijk onder het gemiddelde van de E.E.G.-lidstaten zit. ledereen vindt dat er iets moet worden aan ge daan, maar niemand weet in feite hoe het echt moet. Het is immers iets nieuwsvroeger ging het bij ma niet van spreken haast vanzelf». Die tijd is echter voorbij. Vooral de rol van de overheid in het stimu leren en volgens sommigen zelfs in het organiseren van de export zelf, roept heel wat vragen op. TER OVERWEGING... In 1980 ging 86,4% van onze totale uitvoer naar andere industrielanden en dit percentage vertoont de neiging om nog verder toe te nemen. Diametraal hiertegenover staat het feit dat er steeds meer stem men opgaan die de mogelijkheden van een ver nieuwde economische groei verbinden met de sa menwerking en de handel in de Derde Wereld. Het Belgisch handelsdeficit van 1980 (210 mil jard) was voor 89 miljard toe te schrijven aan de handel met de industrielanden. Ter vergelijking 1978 waren deze cijfers respectievelijk 115 miljard en 84 miljard. In 1980 maakte onze export naar de ontwikke lingslanden slechts 10,6% van het totaal uit (1978: 11,3'O, waarvan 4,9% met .Azië, 1,5met Latijns- Amerika en 4,2% met Afrika (1978: respectievelijk 5,9 1,4'r en 3,9%). In 1981 en 1982 werden de zelfde tendensen aangehouden. De B.D.B.H. (Belgische Dienst voor de Buiten landse Handel), het centraal instrument voor de ex portontwikkeling, geraakt maar niet uit de impasse die er enkele jaren met de komst van F.D.F.-minister Outers is ontstaan. Benoemingen op alle niveaus die jaren bleven aanslijpen of na enige tijd vernie tigd werden, de daaruitvoigende verstarde sociale relaties en de vlucht van bekwame mensen uit deze organisatie, maakten de efficiënte werking van deze instelling steeds moeilijker. Voor welk beleid voor de buitenlandse handel moet worden geopteerd Een politiek die zich be perkt tot het creëren van een gunstig klimaat voor de export of een politiek waarin de overheid zich een steeds actievere rol in de exportontwikkeling toebedeelt De informatie-flow van en naar de exporteurs blijft een moeilijke zaak. Er is een dringende ver eenvoudiging van de administratie en tegelijkertijd een intensifiëring van de informatieverspreiding over de afzetmogelijkheden in het buitenland nodig. Er moet een ernstige inspanning gebeuren en zowel technisch (vb. door fiscale voordelen voor automa tes verder op pagina 3) e^ó/

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1983 | | pagina 1