fa Cl IV S
4e^ »ee*4/
DE LAATSTE DENDERKLOK
EDIT ORIAAL
Zestigste Jaargang
Vrijdag 24 december 1986
Bij de laatste klokkeklanken...
AAN AL ONZE LEZERS:
ZALIG EN GELUKKIG NIEUWJAAR I
Drukker Uitgever
PAUL LUYSTERMAN
Koepoortstraat 10 9400 Ninove
Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87
Prijs voor Jaarabonnement 700 F
Prijs per nummer 15 F.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
Wij schrijven 1907 het echtpaar Raymond en
Charlotte Luysterman - Lemaire, mijn grootouders,
kopen beide woningen aan die de hoek vormen van
de Koepoortstraat met de Sint-Jorisstraat en rich
ten er een drukkerij en papierhandel in. Het blijkt
een schot in de roos; de nieuwe zelfstandige onder
neming floreert.
Petjen Raymond was een robuuste figuur
met zijn 1,86 m. woog hij om en bij de 114 kg
en hij was een man met een wilskrachtig karakter.
In het Ninoofse katholieke verenigingsleven en in
de politieke middens was hij een fel opgemerkte
persoonlijkheid. Zo nam hij in 1926, samen met en
kele vrienden uit de middenstandsbeweging, het
initiatief om een weekblad uit te geven onder het
motto «kristen, Vlaams en volksgezind». Op een
Julienpers waarvan het vluchtwiel met mankracht
werd aangedreven, kwamen de eerste exemplaren tot
stand het geesteskind werd «De Denderklok» ge
doopt. Het was voor petjen Raymond een heel fees
telijk samentreffen dat precies op diezelfde 3de
september 1926 zijn zoon René hem de geboorte
van zijn kleinzoon kwam melden. «De Denderklok»
en ik zijn even oud... Langzaam maar zeker ont
plooide het wekelijks «klokske» zich tot een onaf
hankelijk strijdblad, dat zijn doelstellingen hard
maakte en dat met meer weg te denken viel uit het
Ninoofse.
Wij schrijven 30 maart 1932 in het toen door
ieder Ninoofs handelaar gekende Café-Restaurant
t Kelderken» werd Raymond Luysterman door een
hartaderbreuk getroffen. Mijn grootvader was am
per 61 jaar oud. Zoals haast elke week, was hij naar
Brussel getrokken om er grondstoffen aan te ko
pen...
Totaal onverwacht viel de zware last van de
bloeiende handelszaak op de schouders van groot
vaders' zoon René, mijn vader, die toen 34 was.
Samen met mijn moeder Gabriëlle Haelterman zette
ook hij zich met hart en ziel in voor de drukkerij
uitgeverij «De Denderklok». Omstreeks die tijd werd
de Julienpers van electrische drijfkracht voorzien
en hadden vijf werknemers er de handen vol om,
letter na letter, de teksten te zetten opdat wekelijks
de «Denderklok» kon luiden.
Wij schrijven 10 mei 1940 oorlog Ondanks
het herhaalde aandringen van de bezetter om «De
Denderklok» te blijven uitgeven en... om er Duitse
legerberichten in op te nemen, weigerde mijn vader
rechtgeaard als hij was zijn weekblad nog
langer te laten verschijnen, alle faciliteiten inzake
papierbevoorrading ten spijt. Vier jaar lang zweeg
het toen achttienjarige «gazetje», maar nauwelijks
was in september '44 de bevrijding een feit of, le
vendiger dan ooit, liet ons weekblad de Klokkeklan-
ker. weer galmen over stad en streek. Dank zij de
aankoop van een «Linotype» kon het zetwerk toen
tot de taak van één persoon gereduceerd worden.
Koersvast en in soms schilderachtige bewoording
commentarieerde «De Denderklok» de na-oorlogse
perikelen. Een tiental jaren was het de schoolstrijd
die ook in het Ninoofs proza met een leeuwenaan
deel ging lopen.
Wij schrijven 31 december 1956 mijn ouders
waren aan een verdiende rust toe. Nu was het mijn
beurt om na petjen Raymond en pa René de drukke
rij en haar inmiddels onafscheidelijk geworden
«Denderklok» te runnen. Mijn vrouw Julienne en ik
namen de uitdaging graag aan. In 1958 stelden wij
de Julienpers op rust. Haar plaats werd ingenomen
door een moderne cilinderpers van het type «Mer
cedes». Op deze machine werd «De Denderklok»
afgedrukt op vernieuwd formaat. Het aantal blad
zijden werd op twaalf gebracht. Van toen tot nu
heeft deze machine onder het waakzame oog van
André, onze gast, trouw haar plicht vervuld, iedere
dinsdag en woensdag, week in, week uit...
De stress die onmiskenbaar is aan het bedrijfs
leven en in het bijzonder aan het uitgeven van een
weekblad, begint stilaan zijn tol te eisen. Voeg daar
bij het feit dat er zich geen vierde drukkersgenera
tie aandient en ja, dat wij een dagje ouder worden...
Stop zetten ligt voor de hand.
Met spijt in ons hart, maar ook met fierheid
willen wij thans onze dankbaarheid betuigen aan
de talloze klanten die door de jaren heen onze win
keldrempel «warm» hebben gehouden, aan al de
mensen die als lid van de redactie of als gelegen
heidsmedewerker hun steentje hebben bijgedragen
tot «De Denderklok», aan de zo vele abonnés en
adverteerders die ons hebben gesteund.
Aan u allemaal, zonder uitzondering, en mede
in naam van wijien mijn voorgangers oprechte
dank
Hoeveel menselijke inzet heeft het immers niet
gevraagd opdat zestig jaar lang drie opeenvolgende
generaties Luysterman de gelegenheid kregen het
«kristen, Vlaams en volksgezind» blazoen van «De
Denderklok» hoog te houden, onverbloemd en onaf
hankelijk waar te maken... en het te blijven waar
maken.
Nu in deze eindejaarsweek de laatste «Dender
klok» ter pers gaat, houden mijn echtgenote en ik
eraan om aan U, trouwe lezer, nog eens heel uit
drukkelijk de vrede van de Kerstdagen toe te wen
sen en alle voorspoed en geluk voor het nieuwe
jaar...
Wij schrijven 31 december 1986.
Paul en Julienne Luysterman - Jacobs.
200.
Wie schrijft, die blijft... Zonder aan zelfover
schatting te doen kunnen wij gerust stellen dat «De
Denderklok» in haar zestigjarig bestaan een stukje
Ninoofse geschiedenis heeft geschreven. Die ge
schiedenis zal met de jaren een eenvoudiger maar
klaarder beeld ontwikkelen van wat ons «klokske»
was en vooral welke ideeën het voorstond.
Christen, Vlaams en volksgezind- de drie pijlers
die ons weekblad in zijn vaandei droeg, zullen op
dit historisch appel niet ontbreken.
Christen dat was «De Denderklok» vóór het
concilie en dat was het ook erna. Wij geloofden dat
toen een noodzakelijke wind door de Kerk waaide
en hebben de vernieuwingen toegejuicht. Maar in
de woelige jaren zestig hebben wij ons ook hard
afgezet tegen zij die het nodig vonden de hele tem
pel af te breken om er één in rode steen in de plaats
te zetten. Sommigen zijn toen «met hun tijd mee
gegaan», wij hebben ze nooit meer weergezien (of
toch wel, maar dan in functies die zij eertijds zelf
gewoon doodverfden...).
Ook in de laatste jaren zijn wij niet afgeweken
van onze lijn. Eerbied voor het leven- maar ook be
zorgd over het individualisme en de vervlakking die
in strijd zijn met de christelijke solidariteit.
Vlaams, van het eerste tot het laatste uur. Niet
bepaald van het type dat in Voeren gaat betogen
om een fruitboer de kans te geven de show te ste
len. Wij geloofden wel steeds rotsvast in het belang
van de bewustwording van de Vlaming's eigen kun
nen. Wij hebben steeds geprobeerd er ons steentje
toe bij te dragen. Van bij de eerste nummers uit
1926 waarin Pastoor Poelaert het had over het on
recht die de Vlamingen aan het IJzerfrond was aan-
(Lees verder op pagina 2)
x x
X
Paul, Pau-aul neen, je hebt het niet mis. Ik
ben het inderdaad die spreek, «De Denderklok». Als
het niet past dat bepaalde dingen worden gezegd,
gaan de dingen voor zichzelf spreken...
Een mooi historiekje heb je daar neergezet
maar toch, ik vind dat je wat eenzijdig, wat onvol
ledig bent geweest: In mijn bestaan keerden een
aantal zaken steeds weer terug, als refreintjes. Op
(Lees verder op pagina 2)