N° 12 Zondag 12 Maert 1871. lste Jaergang. WEKELYKSCH NIEUWSBLAD. De Dorpsduivel Aelst, 11 Maert. De Oorlog van 1870-71. De Vrede van Brussel. Buitenlandsch Nlieuws. tuuiAjtwui 'Hii» >i iiZ in&y.i jart/g'jj'jy j.'.m'.t G-azette vail Aelst Het Bureel van liet l»lml Is gevestigd In de Knpellesti'net IV0 11, vvaer «lie brieven, gel«len, enz. vrnelitvi*y moeten toegezomlen worden. Abonnementsprys it fr. 's jaers, vooraf betnelbaer. Voor den buiten kail men Inschryvan in nl de postkanloorcn, on voor de laiulelyke gemeenten by de briefilragem. li. (VAN 1859 TOT 1870.) Men weet wat s'Frankryks inzigt wa§ in den oorlog van 1859liet wilde Öostenryk buiten Italië, en zynen bondgenoot, den Piemont, een nieuw koninkryk helpen tot stand brengen. Ten dien einde riepen Italië en Frankryk de Revolu tie ter hulp, en de oorlog tegen den Godsdienst was het onmiddelyk gevolg van dien oproep. In Frankryk wel is waer, werd de godsdienstige oorlog in den toom gehouden; maer in Italië had hy vrye doening en bedreigde heel de katho lieke wereld in de onalhankelykheid van den Paus. De éénmaking van Italië was de groote zaek van den dag geworden, en klom dagelyks in •sympathie. Elke stap, welke zy vooruit deed, verwekte nieuwen geestdrift. De damen droe gen garibaldi's,.de heerea rookten garibaldi's, het rood werd mode, en zwetser Garibaldi eem volksheld! De Pauselyke Staten werden overweldigd; de revolutionnaire benden behaelden den eer- loozen triomf van Castellidardo, en stout ge worden door het geluk barer vadermoordende wapenen, stonden zy hapst voor de muren van Rome, maer. dorsten er niet binnen. De gemoe deren waren, schynt het, in Europa nog teveel voor liet regt: de Revolutie mogt vreezen de zelve in algemeenen opstand te brengen. Hier is het dat wy Napoleon III vinden als het ware isteunpunt dier zelfde elementen welke zich later tegen hem moesten keer en. Regtvaerdige straf, hg had zich met de ReiWtutie verhouden, en 'l is de Revolutie die hem heeft verraden en verdorven! Terwyl het regt alom in achting gedurig was aen 't dalen, vormde zich heimelyk en langzaem aen, een andere éénheid; de éénheid welke haest Duitsch Keizerrijk moest heeten. Pruisen spande samen met Italië (1866), viel op zyne beurt Öostenryk aen, en verwon het te' Sadowa. Italië kreeg Venetië en deszelfs ver- maerden vierhoek; Pruisen stond eensklaps aen het hoofd van Noord-Duitschland, en Frankryk wou voor zyn deel Nizza en Savoyen. Pruisen was weg met de groote brok, Frankryk had slechts de kleinste. De vernietiging der traktaten van 1815 was eene merkelyke schrede vooruit. Doch Frankryk was diep misnoegd en be- nydde Pruisen. Men mag zeggen dat, van dit oogenblik af, de oorlog tegen den Pruis in prin ciep was besloten. Welke gelegenheid zou voor Frankryk den gewenschten Casus belli gelden, om het zwaerduit de scheede te halen? eene geschiedenis uit onzen ty<l. ('lle VERVOLG.) De beslissende dag was aengêbroken. De houtvester zat aen zyn bed. Dc wondheeler, welke dien dag niet komen kon, had hem de noodige voorschriften gege ven. Nog eens verhief zich de koorts met groote hevig heid, eerst na middernacht verliet zy hem,.en viel de zieke in een rustigen slaep. Hy was gered, en eerst nu dacht de houtvester er aen ook ecnigerust te genieten. Toen hy den volgenden morgen laet ontwaekte en haestig naer Hendrik's bed trad, lag deze nog gerust te .sluimeren. De gloed des koorts was van zyn aengezigt geweken, het zag er nu bleek uit, maer hel gevacr was zoo goed als voorby. Weinig lyd daerna sloeg hy de oogen op. Tot zyn volle bewustzyn teruggekeerd, zag hy verwonderd de kamer rond. Het vertrek, zyn eigen toestand, zelfs het gezigtdes houivosters, alles kwam hem even vreemd voor. Eerst langzamerhand keerde dc herinnering aen het voorgevallene by hem terug. Hy wilde ziehylings oprigten,daer hygeen pynmeer had, en zich zeer wel gevoelde, maer zwakte verhinderde het hem. Hy kon nauwelyks het hoofd opheffen. De houtvester verhaelde hem, hoe lang hy zonder bewustzyn gelegen en hoe hy hem menig bang oogen- blik veroorzaekt had. De doktor had u opgegeven, zegde hy. Ik had hel ook byrla gedaen, wantTzager slecht melu,zeer slecht uit. Nu is alles voorby en gy hebt niets meer te vree zen. Gy moet u echter nog bedaerd, zeer bedaerd hou den. Ik denk dat gy nu wel een weinig stiller zult zyn geworden. Met het smokkelen is het tegenwoordig ge heel en al gedaen. Overal grensbeambten en gendar men; die verstaen geen gekscheren, daer weel gy van te spreken. Dry duim diep zat de kogel in uwe borst; geen hair verder, of '1 had u het leven gekost. Nu echter maer bedaerd. Hier hebt gy niets te vreezen, ik lever u niet uit, al zouden er ook twintig gendarmen om u komen. Hendrik's blikken waren gedurende deze woorden niet van hét gelacl des houtvesters afgewend geweest. Nog eens, welke vreemde wisselvalligheid, of liever, welke beschikking der voorzienigheid! Frankryk had te Sadowa, Pruisen helpen ma ken hetgeen het werd na den oorlog tegen Öos tenryk, sterk en overmagtig; en ziet, geen-vier jaer nadien, moest het vallen onder het zwaerd dat het zelfs had helpen smeden Dan, de spaensche Revolutie borst uit (1868). Isabella, werd van kant gezet, en de samen zweering was op zoek naer eenen koning, dien zy nergens vond. De hertog van Montpensier had wel koning willed worden, maer de Span- jaerd wilden Item niet. Generael Prim, die gansclt alleen het spaensch gouvernement was geworden, treed in onderhandeling, met den oudsten familietak van het buis van Pruisen, en bood de kroon aen prins Karei van Hohen- zollern. Prins Karei was onder alle betrek een beste keus. Maer Frankryk aenzag de aenneming der spaensche kroon door <vnen bloedverwant van koning Wilhem, als eene bedreiging voor zyne magt en invloed, als eenen hoon zyne eigen- waei'digheid toegebragt. Die bedreiging moest beantwoord worden, en de hoon gewroken. De Casus belli was gevonden, en de oorlog ging beginnen Werpen wy thans een oogslag op den toe stand van Frankryk, op het oogenblik dat het zoo roekeloos den duitschen reus tot den kamp dorst uitdagen. Wordt voortgezet Men maekt te Rrussel reeds toebereidselen tot het kongres, in hetwelk definitief de vrede tusschen Frankryk en Pruisen moet geregeld worden. Het diplomatisch persooneel, de ver schillende kommissiën- uitmakende, -zal, zoo denkt men, zeer talryk zyn. 01* M. Jules Favre en M. von Bismark zeiven het kongres zullen bywoonen, weet men nog niet. Dewyl er een aental punten zyn in het euro<- pisch politiek, die eene oplossing vragen, zou den de andere mogendheden tot ue konferencie worden uitgenoodigd. De kwestie van Luxem burg, die der noordergrenzen van Frankryk, langs den Belgischen kant, zouden deel maken van de punten, welke op het tapyt worden ge- bragt. Aen het hof is de keuze van Brussel als kon- gresstad, zeer welkom geweest. Ook spreekt men van prachtige feesten, welke de Koning den gevolmachtigde vredeinakers zou aenbie- den. Moet men alles gelooven, zegt een briel- schryver, dan zou men te Brussel rond het kongres, zooveel dansen als rond het kongres van Weenen. Dat is zoo de gewoonte. Nadat honderddui zenden zyn vermoord geworden, honderddui- Slechls enkele kecrenhad hyhem vroeger gezien. Hoe kwam het dal deze man zulk een deel in zyn lot nam. Hy dacht aen den landbouwer, die hem hier heen ge- bragt had. In zyn oog schitterde nog het oude vuer, maer de uitdrukking was rustiger, kalmer, ja zelf zacht te noe men. Langzaem reikte hy den houtvester de hand. Ik dank u voor hetgeen gy aen my gedaen hebt; sprak hy zacht en met moeite. Daerom heb ik het niet gedaen, antwoordde de houtvester. Gy zyt een mensch zoo goed als ieder an der, al is ook uw lot geen van de gelukkigste geweest. Toch yvys ik uwe dankbaerheid niet af. Dat moet men in het leven nimmer doen; wie weel in welke omstan digheden ik nog kan komen, dat ik uwe hulp behoef. Dan zal ik niet achterblyven, zegde Hendrik.. Dat \Veet ik, gy hebt een wilden aerd, maer daer- achler steekt niet altyd het slechtste hert; men moet het maer weten te vatten. Ha, ha! ook my is de zacht moedigheid niet aengeboren en in myne jeugd is hel dikwyls wild, wild genoeg toegegaen, maer ik zou my voor my zeiven schamen, indien ik een mcnsch, laet slaen een vriend, niet hielp in den nood. Hendrik vroeg naer den landbouwer. Meer dan eens, vertelde hem de houtvester, is hy hier geweest om naer u te vragen hy heel t my alles verhaeld. Die zal u niet in den steek laten, wanneer gy u slechts ordelyk gedraegt. Wees nu echter maer rus tig en wacht u voor iedere gemoedsbeweging. Hy verliet den zieke, opdat het spreken hein niet Ie zeer vermoeijen zou. Hendrik bleef alzoo alleen. Hy gevoelde geen smerten meer en zyn geest was helder. Het was hem te moede alsof hy een langen slaep had gedaen, zoo ligt, zoo kalm. Hel deel dal de houtvester in zyn lot nam, de handelvvyze van den landbouwer jegens hem —'dit alles vervulde hem met een lot dus ver hem onbekend gevoel. Voor de eerste mael moest hy zich zei ven bekennen, dat hy de omstandigheden van zyn vroeger leven ten deele aen zich zeiven te vvy- len had. Hendriks herstel ging met rasse schreden vooruil, zyn krachtig, gezond lichaem kwam hem daerhy zeer to stade. In tusschen verliepen er noch acht dagen, eer h'y; leunende op des houtvesters arm, voor de eerste zenden tot armoe zyn gebragt, honderdduizen den lamiliën in rouw zyn gedompeld, komen de diplomaten by.een, wandelen arm in arm, drinken en eten feestelyk, dansen en paradee- ren, doen elkander dc borst mei kruis en ster ren bezaeien en denken zelfs niet eens meer aen al het wee en de tranen, die hunne mees ters hebben doen ontstaen. Hoe lret zy; wy kunnen ook het onmogelyko niet eischen; wy kunnen niet vragen dat die heeren van 't gezegeldpapier," alle spoor van den bloedigen oorlog doen verdwynen; maer 't ware te wensclien, dat zy, die zich vredeman kers noemen, niet meer zoo krachtdadig by- droegen om het oorlogsmonster in het leven ie roepen. Van een anderen kant verneemt een blad, dat het kongres de hoogergezegde uitbreiding niet hebben zal en bet aengeboden offer, van gebruik te maken der salons van het stadhuis, dan ook niet zal worden aengenomen. In geval dé verhandeling enkel plaets heeft tusschen de gevolmachtigden van Frankryk en Buitschland, zullen de zittingen in het departe ment van builenlandsche zaken plaets hebben, zooals zulks, in dergelyke omstandigheden, ge- bruikelyk is. IltAAKSIYK. Airland van tirondKcbied. De afstand van grondgebied, door Frankryk aen Duitsehland, krachtens de overeenkomst van 24 february gedaen, bevat Inwooners. De Neder-Rhyn, 190 gemeenten Crn588,970 De Opper-IHiyn,min een gedeelte van het arrondissement Belfort 520,285 De Moezel, arrondissement Metz, 204 gemeenten op 223, en ongeveer 160,000 De Moezelarrondissement Sarre- guemines, 156 gemeenten en. 181,876 De Moezel, arrondissement Thion- ville, na aftrek der gemeenten die aen Frankryk blyven 84,000 Dc Meurthe, arrondissement Sar- reburg, 116 gemeenten en 71,019 De Meurthe, arrondissement Clia- teaulins, 147 gemeenten en. 60,626 Totael. 1,616,778 Het Journal officiel kondigt het volgende dag orde af: Generael Aurelles de Paladines, doet. Ibènen oproep tot de medehulp der goede bur gers. De orde alleen kan den voorspoed terug geven. Ik heb het vast besluit genomen, alles jtnael het bed kon verlaten. Met innig verlangen zag hy jeyne volkomen genezing te gemoel. Nu, daer hy buiten %evaer'was, liet hem de houtvester meestlyds alleen, daer hy zyne zaken moest bestieren. Dit alleen zyn, deze rust deden hem goed. Meer dan eens trad zyn gausehe vroegere leven hem voor den geest en hy dacht over menige zaek geheel anders, dan hy tol dusver gedaen had. Dikwyls ook dacht hy aen Margarethn. Hy verlangde zeer naer haer. Waerom kwam zy hem niet een enke len keer bezoeken? Zouzy niet weten dal hyhier was? Zou zyn verdwynen haer niet in 't oog gevallen zyn? Deze onzekerheid sloeg hem neder en toch durfde hy den houtvester er niet naer vragen. Weer warencr veertien dagen verloopenen Hendrik gevoelde zyne krachten zoo toegenomen, dat hy het besluit opvatte de houlveslery te verlaten. Hy deelde den houtvester zyn voornemen mede. Wacht rustig af, lol dat gy u wederom zoowel gevoelt als vroeger, gaf hem de houtvester ten ant woord. Ik jaég u niet weg,dat weet gy. Ja, dat weet ik, antwoordde Hendrik, en ik zal ook nimmer vergeten, wal gy aen my gedafen hebt. Ik gevoel my weder geheel wel en krachtig. Wat gael gy beginnen, Hendrik? vroeg hy na cenig zwygen. Met het smokkelen moelgy uniet meer bezig houden, niet zoo zeer wyl ik er zoo'n groote uiisdacd in zie, maer het necmtzclden een goed einde, fyzyt er ditmael met het leven en de vryheid al'geko- wien zoo gael het niet altyd. Daermedezal ikjny niet meer in laten, anlyvoordde Hendrik. Wanhoop en menschonhaet hadden my daer- toc gebragt. Hy sprak die woorden met bedaerdheid, terwyl hy met de oogen op-den grond geslagen, en in gepeins verzpnken staen bleef. Ik woel er alles van, sprak de houtvesler; maer niet ieder ligt het zoo voor de hand als u op het oogen blik. De landbouwer meent hel goed en oprQgt met u, - stool alzoo 2yne hand niet terug, als hy u die ter huipe aenbiedl, later zou hot u berouwen. Ik zal naer hem toe gaen, gaf Hendrik ten ant woord. Doe dat doe dat! riep de houtvester uit. Hy is wat tegen de openbare rust strydt, krachtdadig te onderdrukken. Het Journal des Pébats doet diegenen als de wezenlyke vyandender republiek kennen, welke nu de rust willen storen, en het hernemen der werkzaeinheden beletten. De Electeur Libre zegtDe toestand is Ver beterd en het algemeene verlangen is, dat de kalmte heersche. Het hernemen der werkzaein heden zal welhaest alle onlusten doen ophou den. Parys, 7 maert. De Pruisen hebben in den morgend al de forten van den linker oever aen de fransche overheid overgeleverd. Keizer Wilhelm en de duitsche staf hebben Versailles verlaten, zich naer Ferrières bege vende. De Pruisen zullen den 11 dezer, des middags, de stad Versailles volkomen ontruimd hebben; de omstreken verlaten zy den 19'. De typhus maekt groote slagtoffers onder het hoornvee te Parys en omstreken. Niets nieuws te Parys. Men hoopt nog altyd, dat de ongewone toestand in sommige voorste den zonder botsing zal eibdigen, Parys, 7 maert. Het is besloten dat dc Vergadering naer Ver sailles zal overgebragt worden. Het gouvernement zal den toevlugt tot eeno nationale leening nemen, om de schadevergoe ding van den oorlog te betalen. Er zullen lieden krachtige maetregelen ge nomen worden, om Montmartre en Belleville te ontwapenen. AE von BlHimtrk In Parys. Graef von Bismark is den 1 maert met do duitsche prinsen in Parys gekomen. By het standbeeld van Rouaen bevond zich te paerd een groote kurassier, met den helm op, doch zonder kuras: dat was Otto, graef von Bismark, met zyn doordringend oog, zyn zwaren knevel, zyne vierkante kin. Na zich daer tién minuten te hebben opgehouden, wendde de graef den teugel, groette de duitsche hoogheden en door luchtigheden en sloeg den weg naer Neuilly in. Tydcns het bombardement van Parys, dat 22 dagen duerde, werden 383 burgerlyke persoo- nen, ten gevolge der pruisische kogels, ge wond. De bevolking van Parys stroomt met duizen den naer buiten, om de verwoesting rondom de stad te zien. Te St. Cloud kunnen de eige- jiaers hunne eigendommen niet terug vinden. Te Garèbes stonden 222 huizen; allen zyn in brand gesteken, op den dag van den wapen stilstand. De vyand bestreek ze door petrool, iemand daer men op rekenen kan. Zyne hand is soms wel wat ruw, maer wal zy eenmael gegrepen heeft, dat houdt zy vast, zo'owel ten goede als ten kwade, en met u heeft hy het goed voor. Zy scheidden van elkander. Ik denk u spoedig weder lezicn, zegde de hout vester, terwyl hy hem de hand lol afscheid drukte. Hendrik kon slechts met moeite een antwoord uit brengen. Voor de eerste mael in zyn leven geraekle hy in eene bewogene stemming en hy spoedde zich snel voort, om hol niet te laten bemerken. Het was een stille heldere morgen. Aen de grashal men die hier en daer spaerzaem tusschen de rotsen en steenen te voorschyn kwamen, hingen nog de pecr- Ien van den nachtelyken dauw. De hemel was blauw en onbewolkt. Langzaem wandelde hy tusschen de bergen naer hel dal waerin het dorp gelegen was. Se dert weken was hy, behalve in hel kleine tuintje van den houtvesler, niet in de opene lucht geweest. Zyne borst verruimde zich in de ruime morgenlucht, en met volle teugen ademde hy die in. Nog nooit te vo ren gedurende zyn geheele leven was hem dc natuer zoo schoon voorgekomen. De helder blauwe hemel, de reusachtige, overhangende rotsen maeklen een diepen indruk op hem; de rondom heerschende sliLle had iets plegligs voor hein, Hy kende iederen boom, iedere rots op zynen weg en toch rustte zyn oog met de grootste belangstelling op het kleinste voorwerp. Gedurig bleef hy stil slaen en liet zyne blikken over den omtrek weiden". Hy gevoelde dat het veel, zeer veel anders was dan vroeger, en begreep niet dat er in hem zclven eene verandering had plaets gehad. Des menschen ziel is immers slechts een spiegel, waerin de gansche nalucrwecrkaetsl, en is de spiegel helder, zoo wordt het beeld ruimer, zonniger, l'ris- sclicr wedergegeven. Toen hy op de laetsle berghelling was aengekomen en hel dorp voor zich zag liggen, zoo stil en zoo vreed- zaem, zette hy zich op een steen neder.Daer aep'teinde van het dorp lag het kleine, nederig huisje, waerfn Margarelha woonde! Zy moest hem wel byna herken nen, als zy toevallig den blik naer boven rigtte. Of zy nog wel aen hem dacht? Of George haer nog liefhad? Wordt ooortgczeQ

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1871 | | pagina 1