N° 33. Zondag 6 Augusty 1871. 1st4 Jaergang.
WEKELYKSCH NIEUWSBLAD.
De Bedrogene Wraek.
Aelst, 5 Augusty.
KAMER en SENAET.
G-azette van Aelst
liet Bureel van liet blad 1» gevestigd In de Kapellestrnct 11, waer alle beieven, gelden, enz. vraclilvry moeten toegezonden worden.
Abonnementsprye fe. »s jaees, vooraf betaelbacr. Voor den buiten kun men lnachryvcn In al de postkantooren, en voor de landelykc gemeenten by «le bi4lefdrngei*n«
Senaet en de Kamer betrekkelyk de afschaffing
van den lyfsdwang. Het ministerie is er in
gelukt de gewensehte overeenkomst te vervve-
zentlyken en tevens in eenen meer menschlie-
venden zin de bestaende wet te wyzigen.
In een der laetste zittingen van den Senaet,
die van 25 july, heeft M. 't Kint de Roodenbach
den minister van buitenlandsche zaken geïnter
pelleerd om te weten of de fransche wet van
8 july, wet, welke dé douaenregten merkelyk
vermeerdert, zal toegepast worden op den in
voer uit België, en of het handeltraktaet met
Frankryk gesloten voor zynen wettigen tyd, zal
vervallen. M. d'Anethan heeft geantwoord dat
het handeltraktaet met België door de nieuwe
fransche wet niet getroffen wordt, uitgenomen
dry artikels, de chocolade, de cichorei en den
petrool, welke zullen vallen onder de regten
door het nieuw regiem op den invoer bepaeld.
M. Casier, senateur van Gent, heeft de ge
legenheid te baet genomen om te vragen of het
traktaej, onveranderd zou blyven in hetgeen
aengaet de weefbare stoffen en de linnen en
katoenen weefsels, ten minsten tot aenstaenden
mei. M. d'Anethan heeft geantwoord dat des-
aengaende alle twyfel onmogelyk is. Het trak-
taet^is niet ingetrokken, deszelfs uitwerksels
kunnen niet ophouden ten zy één jaer na het
zelve door een der beide verdragsluitende par
tyen zou aengeklaegd zyn. Wy hopen, voegde
hy erby,dat Frankryk van dit regtgeen gebruik
zal maken en dat het traktaét deliuitievelyk zal
blyven. Goed nieuws voor de fabriekanten!
ln die zelfde zitting is de ontworpene tarief-
wyziging betrekkelyk de reizigers op staets-
spoorwegen ten berde gekomen.
M. Malou heell de noodzakelykheid dier her
vorming bewezen. In 1866, toen de bestaende
tarief opkwam, noemde het ministerie denzel-
ven een progres. M. Malou heet hem een
vooruitgang dat ons ten oudere brengt en waer-
van de vreemdelingen protiteeren terwyl zy,om
onze dwazigheid ons uitlachen.
De Grand-Central heeft er de proef van willen
doen en hy heeft bevonden dat, na verloop van
één jaer, hy niet éénen ryziger meer had gehad
en 400,OÜÜ franken had verloren.
In 1865, een jaer voor de opkomst van den
bestaenden tarief gaven onze yzeren wegen een
boni van 5 milliöen, 300 duizend franken; in
-1869, dry jaer na de hervorming, brachten zy
slecht eene winst meer op van .honderd duizend
franken
De hervorming van 1866 bragt het eerste jaer
500,000 reizigers meer op, en 600,000 franken
min in de schatkist
Dat M. Wasseige zich dus verhaeste zyne ont
worpene hervorming tot stand te brengen; dat
hy wat meer doe betalen aen degenen die kun
nen betalen en wat min aen degenen die wei
nig hebben.
j
Om zich een denkbeeld te maken van den
tyd welke de doctrinaire tegénkanting heeft
doen verspillen aen de Kamers, zullen wy doen
opmerken dat er acht-en-twintig zittingen in
byna volkomen nuttelooze interpellation zyn ver
kwist geworden. Over het budjet van binnen-
landsche zaken alleen heeft men acht weken be-
raedslaegd, en over het budjet van openbare
werken vyf weken, terwyl voor die twee bud-
jetten ten hoogste maer vyf of zes weken noo-
dig waren.
Daerdoor heeft de beraedslaging over eene
waerlyk nuttige wet, de hervorming van het
koophandelswetboek, zelfs niet kunnen hegin-
nen. v
Hetzelfde, met het voorstel der heeren Tho-
nissen en Debaets betrekkelyk de vervolging
voor drukpersovertreding, de beraedslaging
over het pand opzichtens welk men tot heden
de schikkingen volgt -van het burgerlyk wet
boek, hetwelk eene trage, kostelyke en moeie-
lyke handelwyze is, enz. euz.
Byna dagelyks brengen de dagbladen nieuwe
inligtingen over de Internationale, over hare
ontwikkeling, hare strekking en hare aenslagen.
Wy verzamelen die opgaven, naer mate zy on
der het licht komen en zullen ze rangschikken
in eenige opvolgende artikels.
I.
Oorsprong en strekking der INTERNATIONALE.
Een duitsch tydschrift, de Grentzboten deelt
het volgende mede
Het communismus was tot in 1848, slechts
de droom eener secte. Die droom heerschte in
eenige grillige hoofden van Frankryk, Duitsch-
land ëli Engeland; nogtans die hoofden behoor
den niet toe aen dwazen, maerwel aen geleer
den, door hunne inbeelding verleid. In Frank
ryk werd die droom eene overtuiging, eene ge
loofsleer, welke eerst ontwortelde by de wer
kende volksklas. Nogtans men dacht er nog niet
aen dezelve in pratykte brengen; die taek werd
tot later uitgesteld. Na de revolutionnaire be
roerten van 1848 gelukte ïtien erin te Londen
twee gevaeriyke elementen samen te brengen
den haet der heethoofden tegen het bestaende
orde van zaken, en den ingeboren en verwaen-
den zucht der werkende klassen om de plaets
in te nemen van degenen die heerschen en ge
nieten, om, op hunne beurt, to i genieten en
meester te zyn. Zekere Karel Maiix, geboren
jood, herkomstig uit de pruisische Rhynprovin-
ciën, stelde zich aen het hoofd eener uitgestrekte
samenzweering voor doelwit hebbende het pra-
tische communismus. Sedert dien, werd die
sekte, eerst verdoken en onbepaeld, de magtig-
ste van al de geheime sociëteiten. Sedert ette-
lyke jaren schuilen er in Londen eene menigte
bannelingen die, met den bittersten haet in bet
hart, de rede hunner ballingschtp zitten te over
wegen^ Karei Marx was behendig genoeg om
zich die misnoegden aen te kleven, en hunnen
wrok ten nutte zyner theorie uit te baten.
Elke groep van die bannelingen had zyne by-
zondere theorie, en meest ai die thöoriën wa
ren vyandig aen de bestaende orde van zaken.
Men vond er de dwalingen in, de hersenschim
men, de strekkingen welke heerschten in het
land waer elk een van hen toebehoorde. Er
moest hier iets gevonden worden dat ol die
theoriën kon verzamelen en doen samen wer
ken. Dien hefboom vond Marx in de misnoe-
gendheid der werkende klassen. Hy stichtte
eene geheime associatie waeriii men aen alle
verkleefdheid voor geboorteland of landbestuer
alzag. Hy poogde eerst tot een geheel Samen te
brengen al de elementen van misnoegendhetd
door gansch de beschaefde wereld verspreid.
Slechts de meest verbitterde geesten cn de vast
beradenste mannen gelukte hy erin tot zyne
zaek over te halen; rnaer het waren ook dege
nen die hem best konden dienenzy werden de
staf-officieren van den oppergencrael Marx.
Thans moest er een leger tot stand worden ge-
bragt, bestaende uit al de misnoegde werklieden
uit al de landen. Om er toe'te geraken vond hy
een systeem uit van zendelingen, van reizende
agenten, van geheime of openbare oproerma
kers. Er was eene centrale directie welke, by
middel van wel ingerigte vertakkingen, in be
trekking stond met al de leden der sociëteit:
alzoo ontstond de Internationale. Deze Bond
stelt zich voor de vernietiging van het kapitael,
van den eigendom of persoonlijk fortuin; de
gansch nieuwë herinrigting of regeling van al
wat den.eigendom voortsbrengt, en de gelyko
verdeeling dier voorbrengst onder al degenen
die er hebben aen medegewerkt.
liet bestuer, volgens dit systeem tot stand ge-
bragt, heet Commune, 't Schynt dat de Commune
wordt samengesteld uit kleine communauteiten
werklieden, welke zich vereenigende, grootere
communauteiten uitmaken, ofzellsdealgcmcene
eommunauteit. Aen het hoofd van elke Com
mune staet een alleengebiedende gezaghebber,
en al de Communen samen staen onder een al-
gemcenen Hoofdman, onder eenen Dictateur-
generael. Al de opperhoofden worden gekozen.
(Wordt voortgezetJ
De Presse van Parys deelt een artikel meê
over het verval van Frankryk getiteld les lila-
gueurs. 't Is eene les, ook voor België:
De Pruisen hebben ons veel kwaed gedaen;
de Commune deed er ons nog meer'. Maer wy
hebben een vyand die ons meer^cwaed gedaen
heeft dan Pruisen en Commune te zaïhen. Die
vyand zyn ivy zei ven.
Die vyand is de verder felyke neigingwelke
sedert twintig jaren in onze gewopntcn gedron
gen is, onze zeden heeft bedorvende ulgemeène
denkwyze verrot, onze manieren verlaeg'd, onze
tael tot straettael vernederd, onzen ouden roem
van beschaafdheid en ridderlykheid op het spel
gezet, het gezag geknot welk Frankryk nog in
Overzigt van den zittyd.
De wetgevende zitting van 1870-71 is geslo
ten geworden by koninklyk besluit van 26 july,
denzelfden dag in-den Senaet afgekondigd na
dat deze vergadering het crediet had gestemd
van 22 millioen voor werken van openbaer nut
en eene leening van 50 millioen. De Kamer der
Volksvertegenwoordigers was reeds in vakantie
sedert den 22 july.
Die zitting is langdurig en lastig geweest.
Het nieuw ministerie trad voor de eerste mael
in het strydperk, vdst beraden zooveel nuttige
hervormingen mogelyk te doen doorgaen. Het
is ten deele gelukt. De dwarsdryvery der linker-
zyde heeft de uitvoering van het volledig pro1
gramma belet.
De linkerzyde is te velde getrokken tegen dry
voorname hervormingen, sedert lang door het
volk gevraegd.
1° De kieshervorming. Gedurende de de
batten dier wet, deed de doktrinaire drukpers
liaer best om het land ongerust te maken: zy
scheen ons met oproer te willen bedreigen,
even als in 1856. Doch het land is kalm geble
ven en heeft met het diepste mispryzen alle uit
daging beantwoord. In Kamer en Senaet is de
wet met eene groote meerderheid van stemmen
aengenomen, als zynde een billyke en regtvaer-
dige maetregel, en een waerborg voor de toe
komst.
2° De afstand door den staet van den taks op
de sterke dranken. Die taks was gebragt ge
worden, door het voormalig ministerie, onder
de klas der regtstreeksche belastingen, welke
alleen het kiesregt geven. Men had dien taks
toegepast uit voorwendsel van de dronkenschap
tegen te werken; doch, in plaets van den burger
cn den werkman at te keeren van den jenever,
was die maetregel door het politiek karakter
dat hy bekleedde, tot een schandalig misbruik
overgegaen. Men dronk jenever meer dan ooit,
het kiezerskorps van Belgie bleef opgeleid door
de groote massa der jeneverkiezers die jaren
lang, over 's lands besteramingen beslisten.
Thans is dien taks afgestaen aen de provincie,
hy telt voor het kiesregt niet meer mede en het
kiezerskorps is gezuiverd.
Onder de negen provinciale raden van het
land zyn er reeds zes die den taks overgenomen
hebben. Zy zyn gelukkig, zooals hen de gouver
neur van Namen over eenige dagen bekende,
alzoo de middelen der provincie te vermeerde
ren zonder de burgers meer lasten op te leggen.
De Raden van Brabant, Luik en Henegouwen
hebben zich uit partygeest tegen de overneming
verklaerd. Het is te verhopen dat zy haest door
hun eigen belang zich zullen gedwongen zien
op hunne beslissing terug te komen.
3° De vereffening van het geschil ontstaen,
onder het voormalig kabinet, tusschen den
Eene zedeschets uit Limburg.
(5* VERVOLG.)
V.
Een bok geschoten.
Dc zon was ondergegaen; mei eenen zachten zuide-
wind trad, na den middag, plotselyk een rapvoorl-
gaende dooiweder in. De oude Schcpens stond nog
allyd met zyn dubboiloopig jagtgeweer onder den
eikenboom te loeren op zyne prooi.
Gedurende den géheelen dag, had hy op een ont
werp gebrouwd: op het huwelyk des graven van
Spangen met de dochter eens modehandelaers. Dit
huwelyks-ontwerp bragt zyne eigene huwelyksplan-
nen op het tapyt, en rypte zyn besluit in eenen oogen-
blik. Hy zegde by zich zeiven:
Indien de hooggeboren gracf van Spangen, om
zyn fortuin te herstellen, eene modemamsel kan
huwen, waerom zou dan myn zoon nietcene mulders-
dochter mogen nemen, zonder zyn aonzien te verlie
zen? Hy moet immers ook zyne fortuin herstellen.
Zyn eigen hoogmoed was tot hiertoe al tyd een be
letsel geweest voor de verwezenlyking van deze ver-
bindtenis; want hy had zich gewend, den mulder
Scbreuderalszyncu onderdaen te beschouwen; alhoe
wel deze man, na verloop van eenige jaren, eigenaer
was geworden van den watermolen en van andere
aenzienlyke landgoederen in den omtrek. Thans ver
anderde hy eensklaps van zienwyzc onder alleu op-
zigte. Want zelfs de boersche opvoeding der schoone
Hendrica werd gcnocgzaem opgewogen door hare
rykdommcn. Indien nog eenige twyfel by hem op
kwam, dan was het deze: zal de fyne opvoeding
myns zoons, in do oogen des ryken molenacrs, meer
waerde hebben, dan een belast heerengoed?
Dan was nog eene andere gedachte hy hem opgeko
men, die zyne twyfelachtigheid gaende maekte. Gelyk
mulder Schreuder heler wist dan de heer zelf, hoe
hol by den ouden Schepcns geschapen stond, zoo
waren ook menige byzonderheden aen den oud-burgo-
meester bekend, die den molen aengingen, waeraen
Schreuder geene kennis droeg. Zoo was de innige ge
negenheid der schoone Henrica voor haren neef Hen
drik hem geenszins onbekend gebleven. Vroeger had
hy dit verkeer halsstarrig bespot of met een schouder
ophalen aenzien.
Zyn burgemeesters hoogmoed zegde hem: dat uw
zoon verschyne, en hy is verzekerd van le zullen zege
pralen. Gy speelt de zaek klaer met den vader, en uw
zoon zal by de dochter al de mededingers uil het veld
slaen! Wat staet u te vreezen?
Desniettegenstaende kon hy den jongen meester
knecht niet iyden, en hyzou, ik weetniet wat, er aen
gewaegd hebben, om den jongen mensch op de eene
of andere wyze uit den molen te verwydcren.
lieden, gedurende den maeltyd, toen dewyn zoo
wel als deze gedachten van afbreuk hem den kop in
de war hadden gebragt... dan was de vcrslaefdu Jan
tot hem getreden, en had iets in zyn oor gefluisterd.
Eene poos nadien was de oud-burgemeester van talel
opgeslaen en had zyn jagtgeweer met zout en vogcl-
lood geladen.
Heer Schepcns bezat alleen het regt van jagt verre
in den omtrek, las men op plankjes: verboden jagt
van Mr Schepcns. Diensvolgens had hy het regt den-
gene als jaglschender le behandelen, welken hy be
trappen zou binnen den afgebakenden kring.
De jonge meesterknecht kende de zeldzame liefheb-
bery van zynen patroon voor sneppen en lysters. De
huidige dag scheen hem uitermate gunstig, om eenen
slrooptogt le ondernemen op het grondgebied van
heer Schepcns. De klopjagt van 's voormiddags was
ten einde, en Hendrik wist zeer wel, dat op het hee
renhuis alles zou le heen zyn gedurende het middag
eten; zoodat hy nog van wege de heerschappen, noch
van wege de dienstboden, iets te vreezen had hy zyne
slroopcry, op het jagtgcbied des oud-burgemeesters.
lly had derhalve (onder voorwendsel van eenen
lollehlok le gaen koopen) den molen verlaten langs
eene achterdeur, en met het geweer des mulders,
onder den kiel verborgen, zich naer het bosch bege
ven, ten einde eene lekkerny le schieten voor den oom.
De verrader slaept niet; zegt' het spreekwoord,
waervan degegrondheid hier wederom bewezen werd.
De al te trouwe Jan had hem zien wegsluipen langs
den molenvyvcr. Hy was oogenhlikkelyk tot zynen
ouden heer hy de tafel gesneld, hem mededccleiidc,
wat hy deels gezien, deels gegist had, nopens het
uitgacn van den meesterknecht.
Dc post achter den eikenboom, welken dc oude
Schepcns had gevat, kon niet heter gekozen worden.
Van dit standpunt inogt de sluipweg, die door het
park naer den molenvyvcr leidde, nauwkeurig over
zien worden.
Hendrik moest langs dezen weg terug keeren; want
het was de nacsle en veiligste uit liet bosch naer de
mulderswoning. Op het vlakke veld wilde hyzich niet
wagen uit vrees van gezien te worden.
De lading zout cn fyn lood, waermede de oud-bur
gemeester zyn geweer had voorzien, was wel het bar-
haerschte strafmiddel, dat kon uitgedacht worden.
Den dood kon hy met zulk schot niet veroorzaken,
•'t en zy met den loop legen de borst van hcUlagtofl'er.
Werd zulke lading cvenLwél op vyftien tol twintig
stappen afgeschoten, dan was het uitwerksel van
zulke lading schrikkelyk... zoo wreodaerdig zelfs, dat
men niets wreedaerdiger kon verzinnen. De fyne lood-
korreltjes, ter grootte van spurriczaed, gemengd, met
zout, drongen in vel en vlecsch; het zout in het ge-
wondde vleesch langzaem smeltende, moest schrikke-
lyke tormenten aen den gevvondde veroorzaken; ge
durende twee tot drie weken, zou T niet zyn om uit te
houden.
Trol'zulke hiding het aengezigl, dan kon eene vol-
slagene blindheid daervan het gevolg zyn; zonder te
rekenen, dat de tint geschonden werd voor altyd, en
dat zelfs dc dood er het gevolg .van koude zyn.
OndcrtusSchcrt was het duister geworden. De zui-
dewind suisde door de bladerlooze takken» de felle
dooi, die er een gevolg van was, smolt den sneeuw,
en deed hem in grove'druppols van de hoornen vallen.
Het allezins fyn oor des oud-hurgemeesters bedroog
zich aen het voortdurend gesuis; zoodat hy menigmael
le wege was, op eenen boomstam te schieten, dien
hy dubbel zag met zyne wynoogen.
Hel dooiweder was zoo'plotselyk Ingetreden, dat
de oude Schepens er zelfs niet aen gedacht had, toen
hy zyne woning verliet. Ken ligt klakje bedekte nau-
welyks zynen schedel. De koude waterdroppelen, die
van den eikenboom op zyn hoofd vielen en in zynen
nek liepen, braglen zyne gramschap tegen den mees
terknecht tot eene soort van razerny.
Niet alleen voor zyne wilddicvery wilde hy hem
straffen; maer ook zou hy wraek nemen, omdat do
jonge mensch het gewaegd had, zyne huwe-
lyksplannen te dwarsboomen. Derhalve bedoelde hy
niet minder dan (volgens zyne uitdrukking) het gladde
aengezigl des jongmans te verminken, opdat hem de
lust naer jagt en liefde verginge! Op deze wyze zou
het hem nooit, meer in de gedachte komen, in zynen
weg, of in den weg van zynen zoon te ïoopen.
Eindelyk! morde de oud-burgemeester hy
ziehzelven, cn niettégenstaendede duisternis, geloofde
hy dui.de!yk le zien, dat de brave Hendrik kwam.
Doch wal zie ik? Bedrieg ik my niet, dan is de deerne,
welke mync schoondochter wil worden, hem te ge-
moclgegaen... om hier tusschen dc hoornen samen te
zyn. Een zuiver huishouden, op myn woord! Welnu,
ik zal hun heiden daiï liet plezier zuer maken, opdat
zy er lang aen denken I
Twee gelyktydige losbrandingen weergalmden in
het bosch, en ton zelfdes tyde hoorde men een angst
geschreeuw. De oud-burgemeester sloop in aller yl
achter het gestruik, en liep naer hét heerenhuis zon
der om Ic zien naer dc gewonden.
Wordt veorlgezct,)