N° 73. Zondag 19 Mei 1872. 2(,e Jaergang.
WERELYRSCH Y1E1W8HLAIK
Wildstroom.
Aelst, 18 Mei.
Leopold II in Engeland.
Buitenlandse!! Nieuws.
V SPANJE.
G-azette van Aelst
liet Bureel van liet lila«l is gevestigd lil tie Hnpellestraet I\'° 11, waor alle brieven, golden, enz. vrachtvpy moeten loege/ondeii worden.
Abonnemenlsprj's 15 fr. 's jners, vooraf betuelbaer. Voor den buiten ban men lnscbryven in al «le postbantooren, en voor «le lundelybe gemeenten by «le brlef«lrngers*
"Den 30 april laetstleden is Z. M. Leopold II,
vertrokken naerEngeland. Al waeronze Koning
zich heeft vertoond, was hy het voorwerp van
eerebetoogingen.zoo vleiend voor Hem als voor
gansch België.
Het uitstapje dat Zyne Majesteit heeft gedaen
ïs een nieuw bewys van het hoog belang dat zy
stelt in al wat de faem en de welvaert van het
land raekt.
Nauwelykste Londen aengekomen, begaf zich
de Koning naer de internationale expositie. De
belgische galery der schoone kunsten, welke
er eene aenzienlyke en uitstekende plaets be
kleedt, heeft Hem de grootste voldoening ver-
oorzaekt.In de sectie der topographie of plaets-
beschryving heeft Z. M. mogen bestatigen wel
ken verheven rang er ons België had ingenomen.
De Koning heelt de tentoonstelling in al hare
byzonderhedenonderzocht, en dit is niet weinig
gezegd, want zy beslaegt eene onafmeetbare
uitgestrektheid gronds. Met byzondere aendacht
heeft hy de werken onderzocht van onze schil
ders en beeldhouwers, alsmede de produkten
der belgische nyverheid.Herhaelde malen heeft
hy zyne innige voldoening betuigd over den by-
val onzer landgenooten in de tentoonstelling,
byval welken de engelsche drukpers met bui-
tengewoonen lof verheft. Zyne Majesteit, na
eerst dry uren de tentoonstelling te hebben on
derzocht is er eene tweede mael terug gekeerd.
Den 8 mei had het banket plaets van de let
terkundige sociëteit Literary Fund.
Die instelling is zeer oud. Zy heeft voor doel
wit geldelyken bystand le verleenen aen de goede
schryvers aller landen, die in nood zouden ver-
keeren,en zy bevat in zich al wat Engeland aen
groote mannen telt.
Het is onze Koning die het banket heeft voor
gezeten. Gewoonlyk zyn er 100 a '150 inschry-
vers aenwezig; deesmael, ingezien de populari
teit welke de Zoon van Leopold I in Engeland
geniet, bevonden er zich 312, waeronder de
befaemste letterkundigen van Groot-Brittanië
en vele leden der koninklyke familie.
Koning Leopold heeft verschillige toasten
voorgedragen, welke met den hevigsten geest-
drilt zyn toegejuicht geworden. Iedereen be-,
merkte met verwondering hoe zuiver en gernak-
kelyk Zyne Majesteit de engelsche taél spreekt.
M. Disraëli heeftzynen eersten toast beantwoord,
spreker schetste de geschiedenis van België en
deszelfs vooruitgang sedert het begin der regee
ring van Leopold I. De hertog van Cambridge,
stelde den dronk voor ter eere van Leopold II.
Andere leden betuigden over deherkentenisvart
Engeland voor het schitterend onthael dak des-
zelfs vrywilligers te Brussel hebben ontmoet.
In één woord de hooge sympathie vaja+Engcland
voor onze natie sprak in al de redevoeringen
dier groote en hooggeplaetste mannen. De
engelsche drukpers besluit er uit hoe voordeelig
het is voor ons nauw verbonden te blyven met
Engeland.
Het is niet geweten dat ooit een Koning het
banket der Literary Fund, of weldanig openbaer
gastmacl in Engeland hebbe voorgezeten.
Het vcrblyf van Leopold II in Engeland wordt
er aengestipt als een echt evenement.
NATIONALE BANK.-
Ziehier het wetsontwerp tot verlenging van
den duerder Nationale Bank.gelyk het door de
Kamer van Volksvertegenwoordigers is aenge-
nomen
Art. 1. L»e volgende wyzigingen zyn aen de wet van
5 mei 1851) toegebragl
lu Art. 3. De duer der Nationale Bank is met dertig
jaren verlengd, le rekenen van 1 january 1873.
2° Art. 4. Het kapitacl der Bank zal gebragt worden
op 50 millioen fr.
3° Art. 6. De afhouding om de reserve le vormen,
zal 15 zyn van de voordeden die 6 °/0 overtreffen.
4° Art. 7. Het vierde van hetzelfde overschot wordt
aen den Stael toegekend; er zal hem terzelfder tyd
een vierde 1. h, per halfjaer gebonifieerd worden op
het overschot van den gemiddelden omloop der bank
briefjes, boven de 275 millioen fr.
5° Art. 14. De banknoten zyn belaelbacr op zicht in
deagenciën der provincie. Deze betaling kan verdaegd
worden, tot dat zy de noodige fondsen ontvangen heb
ben.
6° Art. 16 laelsle paragraef: liet gebruik van het
reservefonds in openbare fondsen zal verkieslyk zyn.
Art. 2. De winst voor de Bank, voortvloeiende uit
hetr verschil lusschcn den Intrest van 5 °/0 en de in
tresttaks door deze instelling ontvangen, wordt aen
den Slaet toegekend.
Art. 5 der wet van 5 mei is afgeschaft.
Art. 3. De statuten der Nationale Bank zullen gewy-
zlgd worden volgens de grondbeginsels, door de voor-
gaende artikels bekrachtigd. Zy zullen kunnen veran
derd worden op alle andere punten, niet door de wet
gewyzigd. Zy zullen aen de goedkeuring des konings
onderworpen worden.
Art. 4. Hel art. 7 der wet van 10 mei 1850 wordt
afgeschaft en vervangen door de volgende schikkingen.
De Nationale Bank zal kosteloos den dienst van den
Stael doen.
Zy zal de kosten dragen van het bcstuer, materieel,
vervoer en overdragl der fondsen en zal l'usschenko-
men in de onkosten der schatkist in de provincie, tot
beloop eener jacrlyksche som van 175,000 fr. Dit aen-
deel zal niet kunnen vermeerderd worden zoolang de
Bank zal gelast zyn inelde bedieningen van kassier.
De beschikbare fondsen der schatkist 'boven de
noodwendigheden van den dienst, zullen door de
Bank gcplaetst worden in handolswaerden; zy zal
borg blyven over de voor rekening van do schatkist
aengekochle waerden.
TEGEN, DE INTERNATIONALE.
Woensdag, 8 dezer, heeft te Brussel plaets
gehad de eerste vergadering van den Nationa
len Belgischen Bond, hoofdzakel.yk iugerigllege^,
klopte met de vingers op de tafel, en was niet on-
eigenaerdig te vergelyken by eenen schryver, die tol
eene zonder overleg geschrevene voorrede de narede
niet vinden kan. De luidruchtige grensjager was ech
ter wel hel meest van allen verlegen, en durfde, uit
vrees voor des vreemdelings blik, zyne oogen niet
opsfiien; alleen Johan de kamerdienaar zat daer niet
een Spolachligeu trek om den mond, en scheen byZon-
der tcvredfn, dal hy meer dan de anderen wist. De
hoeren zagen er,aog*Irymaci zoo dom en verlegen uil
als hun wyzje schout, en bliezen nog drymael zoo veel
rookwolken uil.
Onze vriend Paul Kreuzer was maer gansch niet wel
te moede, de deksels, klapperden niet, de glazen klon
ken niet, geen vloek kwam over de lippen des jagers,
lerwyl hy dnerby zyn gevoelen niet durfde openba
ren, aengezien het eene uitgemaekte zaek was, dat
niemand een eigen gevoelen bezat, behalve evenwel
hy zelf, namelyk dit, dat de vreemdeling tot zyn onge
luk in de herberg de Gouden Penning gekomen was,
en dal de weerd„namelyk zyn lichaem, daer niet on
der lyden mogMljPaul Kreuzer was een zoo groot
egoïst als er maerecn bestond. De zonderlinge stem
ming, vvaerin zyne gasten verkeerden/weerhield hem
niet, gedurig zyne steeds droogokeel le bevochtigen,
zyn best doende, dat de arme llessehen voor het ge
brek aen dorst zyner gasten, niet behoefden le lyden.
De vreemdeling had inmiddels lustig zyne maeltyd,
genomen en zyn glas ledig gedronken. Nu echter
stond hy eensklaps op, en vervoegde zich hy de tafel,
waer de anderen gezeleirvvarén,
De schout van hel dorp bevindt zich toch hier?
zeidc hy.
Dé schout nam zyne pyp uit den mond, cn wrong
zyn aengezigt in dc strengste ambtsplooien. Hy ver
giste zich grootelyks, wanneer hy meende den vreom-
deling hierdoor ontzag in te boezemen; want deze zag
■hem mot een medelydenden glimlach aen.
Voor een uer ben ik bv u aen huis gewces'l,
zeidc? by, ïk.vond u daer' echter niet, ofschoon ik
meende, dat er in dezen tyd nog al veel te doen was,
en niet wist, dal gy gewoon zvl uwe bezigheden met
be'nydëosweerdige voèrdighcid af le doen. Ziehier
eenige papieren voor u
Daerby overhandigde hy hem twee opgevouwenc
papieren, die de dorpsregter aennam met ongeveinsde
verbazingen niet eene soort van grievende beschaming
over dc bedekte, doch scherpe leregtwyzing, die hy
gekregen had.
De grensjager, zeidede vreemdeling verder, zynen
blik op denzelve vestigende, zeidc men my, toen ik
hem iu hel boschhuis zocht, dal ik hem ook hier vin
den zou,en ik zie dal men niet gelogen heelt, ofschoon
ik hel niet gelooven wilde, daer or na zulk een ou-
weder vry wal in hel woud zal te doen zyn. Morgen
zal ik, als de door den baron nieuwbonoemden bosch-
inspekleur, hel voor my bestemde huis betrekken, en
hoop alles in orde te vinden. Tol morgen, dus wendde
hy zich hierop tol Paul Kreuzer, zult gy my wel eene
kamer in uw huis willen inruimen, cn rny daerbcen
geleiden, want ik beu moede.
En na kortaf «goeden nacht» gcwensehl te hebben,
keerde hy zich naer de deur, waer de weerd hem reeds
met het licht iu de hapd stóhd te wachten,cn volgde
dezen naer zyn beste vertrek, waerln volgens z.yn
zeggen, reeds graven en baronnen gelogeerd hadden.
Het gezelschap in de gelagkamer stond als versteld,
de schout had de papieren nog in handen, de greus-
jager vloekte binnensmonds, en liet zich oogenblikke-
lyk een stevig borrel brengen, die hy huestig naer
binnen sloeglty^yj.delyk riepen byna lillen legelyk uil:
Dus de nieuwe boscbinspëkteur! Verder waegden
zy het niet hunne bemerkingen, hetzy uit eerbied of
uil vrees, uil te strekken. Johan de kaïnerdienaer zag
meteen triomfeerenden blik rond, en verheugde zich
over den goeden uitslag zyuer slilzwygendheid.
Nadat de schout de papieren ontvouwd had, en
daerin eene goede in orde zynde pas, op den naem
van Ernest Wildslrooiu, en eene verordening van den
heer der plaets, ten opzichte der spoedige inrichting
van het houlvestershuis voor den nieuwen inspoklcur,
gevonden had, braken zy allen tegen hunne gewoonte
vroegtydig op, om hunne vrouwen, neven en nichten
tehuis déze, iüde geschiedenis van hun dorp, zoo
gewichtige gebeurtenis le gaen verteilen, en elkander
to onderbonden over de vvaèrschynlyk door demiieu-
wen inspekteup in le voeren veranderingen.
eene novelle van Hoffmann.
(le VERVOLG.)
II.
Dionzelfden dag, vinden wy,"benige-uren later, de
gelagkamer vol leven en beweging. Om eene groote
ronde eikenhouten tafel zaten twaelf mannen in een
druk gesprek gewikkeld, dat alleen lusschen beiden
door het gerinkel der glazen afgebroken werd. Paul
Kreuzer liep ieverig, zooveel zyne dikte zulks toeliet,
heen en vveêr. Zyne wangen gloeiden, alsof ze niet
spek ingewreven waren, zyn neus blonk als een kar
bonkel, zyn mond was iu gedurige beweging en een
edele iever voor zynen plicht straelde Uit zyne oogen.
De heeren aen de tafel schenen iets zeer gewigligs
te behandelen; in aller trékken lag iets geheimzinnigs,
eene zekere gespannene verwachting, of nieuwsgie
righeid, zoo men wil.
Ik zeg het u nog éenmael, riep Martin* de dorps
schout, met een aen zyn ambt passend érnstig gezicht,
en sloeg met de vuist op de tafel, dat de glazen klet
terden; nog eenmael zeg ik hel u en wil er een eed
op doen, de vreemde kerel met zyn groolen neus is
een vagebond óf misschien nog wel iels erger.
iSt En ik ben van gedachte schreeuwde de onder-
"^wyzer mei verhoogde stem dat hy ^oor Frankryk af
gezonden is, want het zyn erge lyden, die duivels
sluipen tegenwoordig overal rond.
Mei uw verlof, zeidede waërd, daertoe spreekt
hy le goed duitseh en komt le rond voor den dag.
Nog een pint?
Oogen Wikkelyk hcerschoolmsester, en aenstonds
nam hy het ledige glas weg.
Gy slaet allen den bal mis, zeidc een vierde,
wiens groen gevvaed en onlesehbare dorst hem als
een jager deed kennen. De duivel halo nw als hy,jniet
een slroópcr is, maer hy zal ondervinden, dal ik hem
op eene goede party lood onthalen zal, wanneer ik
hem op een verkeerden weg aentref.
Eenige boeren die de gewoonte hadden, eerst dan
Hunne meening te kennen le geven, wanneer zulks
reeds door den schout, den schoolmeester en den
jager gedaen was, schuddeden ernstig het hoofd, en
adenHel is niet pluis.
"Xllen hadden nu reeds hunne opinie in deze zaek
itgelegd, behalve alleen Johan, des harons kamer
dienaer. Hy bleef stom als een visch zitten, en mol
eene houding, welke duidelyk le kennen gaf: Ik vveCL
toch meer dan gy, domkoppenDe anderen zagen
oligeduldigdan elkander,dan weder den kaïnerdienaer
aen, en plaegden hem op allerlei wyzen met vragen
en -zinspelingen,, om toch deze verwönsehte slilzwy
gendheid te breken. Johau vond genoegen iu hunne
verschillende aenvallen, die hy echter allen behen-
diglyk terugsloeg.
De gevoelens werden meer en meer luidruchtig, tot
dat de schout eindeiyk zell's van gedachten was, dat
het geen kwaed zoude zyn, den vreemdeling zouder
veel omslag hel dorjl "uit le jagen, dewyl het toch uit
gemaakt was, dat hy een gevaerlyk'c vagebond en
ï'ondsluiper was.
Daer zult gy u wel voor wachten! zeide eindeiyk
eensklaps de kaïnerdienaer. 31enigeën, die hier veel
praets heefi, zal nog blyde moge zyn, wanneer de
vreemdeling hem met rust laet.
De drommel! schreeuwde de grensjager, hy zal.
my nie.l te na komen, of....
Daer werd de deur geopend, en de vreemdeling,
hel onderwerp van dit zoo drukkef gesprek, trad bin
nen. Hy groette den kamerdienaer mei vriendelykheid,
de overigen knikte hy slechts even toe, en zag toen
den grensjager een oogenbli.k scherp aen. Het slot
zyner rede was deze la eiste in de keel blyven steken,
en schrik cn verlegenheid waren nog duidelyk op zyn
gelaet te lezeii.
Paul Kreuzer bediende den vreemde zoo schielyk
mögelyk. Zoo dikwyls hy zulks doen konde, sloop hy
naer den hoek, waer de vreemdeling zich neergezet
had,die vandaer het gezelschap met zyne monsterende
blikken scheen te verslinden.
Hel gezelschap was door des vreemden tegenwoor
digheid zichlbaer gestoord en ontrust. De schout
vormde uil den blauwaehtigen tabaksdamp zyner pyp
vreeslyke groote wolken rondom zich; de onderwyzêr,
niet wetende wat met zyne figucr aen te vangen,
de verderfelyke princiepen en de noodlottige
werking der helsche Internationale.
De inrigting van dit zoo nuttig, ja, zoo nood-
zakelyk geworden werk is te danken aen den
heer grael d'Oultremont de Presle, by Ghüteli-
neao, en onder de.leden van den Bond telt men
reeds de edelste en doorluchtigste familiën van
België.
De werkingsmiddelen welke de Bond zal in
spannen zyn dezeltde welke de Internationale
gebruikt: men zal die Associatie bevechten met
hare ergene wapens.
De Internationale herkent geen Vaderland.
Tegen dien geest van zwervcry en landverloo-
chening stelt de Bond den nationalen geest en
de liefde voor den geboortegrond.
Tegen de Godverlooelieuing en liet materia
lisme der sekte, werkt hy met den Godsdienst,
eenigen grondvest der samenleving.
De Internationale heeft hare drukpers. De
Bond zal er de zyne tegen zetten.
De Jnternationale schrylt meetingen uil waer
zyden verblinden werkman opmaeklen verleidt
De Bond zal Conlerentien geven om het volk
te onderrigten nopens zyne ware belangen.
De Internationale is eene uitgestrekte Associa
tie.De Bond zal de reeds hestaende katho
lieke werkmansgenootschappen bystaen en ver
menigvuldigen.
Daeuby zal de Bond onder de hy tredende
werkmansgenootschappen de spaerkas beguns
tigen ten einde den werkman in tyd van nood
of ziekte by te.staen. Hy zal ook zorgen voor
het onderwys en de zedelyke opvoeding der
werkmanskinderen.
De kenspreuk van den Nationalen Belgischen
Bond luidt
l)e, orde door den Godsdienst en lu't werk.
In ons opvolgend nummer zullen wy een ge
dacht gdvën van dëszelfs' organisatie.
Men schryft uit Madrid, 12 mei
De tyding der vlucht van doti Carlos, achter
volgd door.een detachement der brigade van
gcnerael Primo de Rivero, welke door een.olli-
cieel bevel van den burgëlyken gouverneur van
San Sebastiani, onder trommelslag in al de sle
den en dorpen van,zyn (listrikt werd afgekon
digd, en dat tevens'door al de gouverneurs der
andere provinciën ollieieel werd bewaerheid,
is heden ten volle gelogenstraft.
De Carlistèn hebben die tyding vernomen,
terwyl zy onderdujmsch lachten en de vrien
den van bet gouvernement, die daerom niet al-
tyd vrienden van koning Aniedens zyn, be
moeien, er zich niet mede. Als een gouverne
ment tot dergelyke. middelen moet toevlucht
nemen, is men geregligd te denken, dat het
niet altoos de macht bezit om eenen oproer te
.oajierdr.ukken^.
Maerschalk Serrano heelt werkelyk niet meer
dan 8 tot 10,000 man onder zyne bevelen, en
als men rekening houdt van bet getal benden,
die geheel Spanje doorkruisen, moet men be
kennen dat die strydmaclilen te gering zyn, om
eenen oproer te dempen, die zulke uitgebreid
heid heelt genomen. Hieruit volgt dus dat al
die middeltjes doorliet gouvernement gebruikt,
slechts moeten dienen oin de. pörtygaugers van
't gouvernement te verschrikken en hen teweêr-
houden,zicli by den pretendent aen te sluiten.
De overwinning van generael Moriones, te
Oroquiela, die men den eersten dag als een af-
doenend feit beschouwde, heelt integendeel nog
niets uitgewerkt. Maerschalk Serrano vraegt
soldaten, vraegt munitiën, vraegt geld. Solda
ten heeft hel gouvernement van Madrid niet te
veel, van geld is het slecht voorzien, en muni
tiën? Daerinede zyn de magazynen schaersch
bevoorraed.
Twee zaken schynen buiten Iwyfel: een eer
ste dat de verliezen der Carlistèn in den veld
slag te Oroquieta en den zedelykeninvloed hier
van zeer veel overdreven zyn, ten tweede, dat
maerschalk Serrano en zyne luitenants veel
moeite hebben, om hunne behaelde voordeden
voort te zetten.
Wat voor het oogenblik de openbare mee
ning in Spanje het meest bezig houdt, zyn de
ministerieele krisis, en de nederlaeg of béter la
accion van Oroquieta, de verwonding van don
Alfonso en de vlugt van don Carrosnacr Frankryk.
Overde gevolgen van het gevecht teOroquieta
dat reeds een tiental dagen door dc nieuwsge-
vers van hel gouvernement beschreven wordt,
mei eene taktiek die van veel slimheid getuigd,
zullen eenige nadere, uitleggingen niet nutleloos
zyn.
Het gouvernement wilde door veel opliet van
die overwinning temaken.de ontmoediging on
der 3e uiteengespreide henden werpen en zoo
danig hunne onderwerping bekomen. Ditis juist
't geen een aenvang genomen had. Eenige ben
den van weinig aenbelang, hebben by liet ver
nemen dezer nederlaeg, die ollieieel aengekon-
digd en rondgestrooid werd, de wapens neer
gelegd en zyn uit elkander gegaen.
Indien de nederlaeg van 4 of 5 duizend op
roerlingen voldoende was geweest, om de zaek
van den pretendent oiiherstelbaer te doen ver
loren gaen, zou men moeten veronderstellen
dat er weinigaerlbangers van don Carlos waren,
in die provinciën welke gezegd worden met lyf
en ziel aen zyne zaek gehecht le zyn. 'Maer wat
is er nu gebeurd?
Toen de mannen die dc >vapens hadden weg
geworpen, in hunne dorpen wederkeerden, eu
er de ware toedracht der zaken leerden ken
nen, narhen.zy T geweer andermael op en ver
grootten op duchtige wyze die benden, welke
zich nog niet onderworpen ltaddeu. Zoo vormde
zich eene bende van 3000 man die naer Estella
oprukt, eene die ouder bevel van Careaga, 800