N*
N° 76.
Zondag 9 Juny 1872.
2t,e Jaergang.
WEKELYKSCH NIEUWSBLAD.
Wildstroom.
IP
Aelst, 8 Juny.
Gemeenteraden.
Fer stérkte Steden.
Buiteniandscli Nieuws.
Gazette van Aelst
Het Bnreel van liet I»I«d is gevestigd In «le Knpellestraet IV0 11, waee alle Brieven, gelden, eriz. vrachtvrj moeten toegezonden worden.
Altonnemcntsprjrs Cl fr. 'sjacrs, vooraf betnelbaer. Voor den buiten ban men inseliryven in al «le postkantooren, en voor «le Inndelyke gemeenten by «le briefdragers
Men leest in den Moniteur van dynsdag, het
volgende koninklyk. besluit, betrekkelyk de by-
eenroepirig der kiezers voor de gelieele her
nieuwing der gemeenteraden.
LEOPOLD II, Koning der Belgen, aen al de
tegenwoordigen en toekomenden heil.
Gezien de art. 2 en 5 der wet van 28 maerl
1872, Moniteur, n° 94, luidende:
Art. 2. De gemeenteraden zullen inden loop van
4872 geheellyk hernieuwd worden.
De Koning zal het tydstip bepalen voor de byeen-
komst der kieskoHegiën.ten einde lot die hernieuwing
over te gaen, als ook datgene voor de installatie der
nieuwe raden.
Art. r>. De burgemeesters, schepenen en leden der
thans in functie zynde raden, zullen deze lot aen de
installatie der nieuwe raden blyven vervullen.
Gezien het kieswetboek van 18 mei 1872,
Moniteur, n° 140;
Gezien het by voegsel III aen dit wetboek,
bepalende het getal schepenen en raedsheeren
in iedere plaets;
Gezien ons koninklyk besluit van denzelfden
dag, Moniteur, n° 140, betrekkelyk de uitvoe
ringvan gezegd wetboek (overgangs-schikking);
Op verslag van onzen minister van binnen-
landsehe zaken.
Hebben wy besloten en besluiten
Art. 4. Dc kieskollegiën van al de gemeenten zyn
tegen 1 july aenstaende, ten 9 ure 's morgends, by-
eengeroepen, ten einde tot de gelieele hernieuwing
der gemeenteraden over te gaen, elk het getal raeds-
leden verkiezende, bepaeld in het byvoegsel 111 aen'
vermeld kieswetboek.
Art. 2. Het tydstip van de installatie der nieuwe ge
meenteraden zal later worden vastgesteld.
Art. 3. Onze minister van binnenlandsche zaken is
met dc uitvoering van het tegenwoordig besluit gelast.
Gegeven te Brussel, den 3 juny 4872.
LEOPOLD.
Voor den Koning
De minister van binnenlandsche zaken,
Delcouk.
In onzen tyd, die de tyd der beschaving wil
genoemd worden, vermoeit zich de menschelyke
geest gedurig in het uitvinden van nieuwe mid
delen tot vernieling, tot uitroeijing der volken.
Terwyl de werkende en nyverlieidsbevolking
al doet wat mogelyk is, om de voortbrengst te
eene novelle van Hoffmann.
(4® vervolg.)
Ik meende u te verrassen, zeide Edmondlachende,
maer wilde u niet in verlegenheid breugen, en kan u
daerom myne bruid wel eens op eenen anderen keer
voorstellen.
Wildstroom had zich hersteld. Hy verzocht beleef-
delyk om verschooning, terwyl zyne slem geene dc
minste ontroering te kennen gaf. Met veel wellevend
heid noodigdehy zyne gasten, om tegaen zittenen zich
met eene kleine kollatie naer jagers gebruik le verge
noegen.Terwyl hy zich spoedde, om daertoo 'tnoodige
in órde te brengen, hadden de beide gasten inmid
dels den tyd, om het een en ander op te nemen. Het
meublement was eenvoudig te noemen; slechts een
klein gedeelte van den grond was met tapyten bedekt,
terwyl eenige platen den jnuer versierden. Op de tafel
zag het er anders uit. Tot Edmonds verwondering
vond hy een openliggende Euripides, daer naest de
gedichten van lord Byron, in het Engelsch, terwyl
eenige met verzen beschrevene bladen hem deden ver
moeden, dat Wildstroom ook een dichter was.
Het is my onverklaerbacr, zeide Edmond, Cle
mentina daerop opmerkzaem makende, hoe hy hy
zynen lust voor zulke bezigheden zulk een geschikt
opzichter zyn kan; ik meende dal. zulke werkzaerahe-
den geheel tegen elkander streden en nimmer te ver-
oenigen waren.
Clementina bevestigde zyn gevoelen, ofschoon zy
nauwelyks gehoord had wat hy zeide. Haer viel een
blad beschreyen papier in het oog, dat hare opmerk-
zaemheid tot zich trok.
Ik geloof deze hand van schryven meer gezien
te hebben, zeide zv, zich bedenkende.-
Zulks zal zeker by my geweest zyn, zeide Edmond,
want daer liggen genoeg rekeningen cn brieven vau
hem.
Neen, neenhet moet vroeger en ergens anders
geweesl-zyu, hervatte Clementina scfiielyk; doch zv
moest ophouden, want Wildstroom kwam weder bin
nen, en stelde hun voor, om huiten in den hof 1c gaen,
vergrooten en de algemeene welvaert te bevor
deren, zoekt de militaire kunst alle middelen op
om die te vernietigen.
Niet alleen wil men, in navolging van Prui
sen, iedereen soldaet maken, maer daerenboven
spekuleert men op het uitvinden van allerhande
voorwerpen die den rykdom der volken zeker,
en spoediger zullen te niet doen.
By al liet bloed moet de burger en de land
bouwers nog datgene verliezen, wat zy met
zwoegen en zweeten hebben byeen gegaerd.
Volgens'een blad heelt men nu houwitsers
uitgevonden, dié eene zoo moorddadige verza
meling van stollen bevatten dat zy al verstikken
cn vergiftigen wat in de nabyheid ligt van de
plaets, waer zy zullen bersten.
Onder de vergiftigende stoffen welke men
gebruikt telt men vooral het rottenkruid, en de
verstikkende stof is zoo verpestend dat de sol
daten, welke haer bezigen, alle mogelyke zorg
moeten nemen om zelf niet gedood te worden.
Het noble métier des ar mes bestaet dus voor-
taen enkel in zoo spoedig en op zoo verren
afstand mogelyk, té dooden. De grootste gene-
racl is de scheikunst, of de scheikundige, die
haer het best kan toepassen.
Immers in al de belegeringen, zooals onder
ander die van Straatsburg, schoot de belegeraer
niet op de wallen en forten die de stad verde
digden; maer wel over deze heen en .regel regt
op de stad zelve, op de huizen, op de museums,
op de bibliotheken, op de entrepots kortom,
op den weerloozen eigendom.
De forten dienden in de meeste gevallen tot
niets, tenzy om de stad «zelve nog eerder te
vernietigen dan-de militaire gebouwen.
Indien nu de militaire wetenschap zich, zoo-
als men zegt, nog meer volmaekt, zal het lot der
steden die door hunne vestingen weerstand
willen bieden, nog droeviger worden.
Eene groep geleerdechemisten, by voorbeeld,
zullen over de forten heen, als oninneembaer
geroemd, eene wolkbreuk van vergif en ver
stikking op de stad werpen, dat is op menschen
die zich niet verdedigen.
Van aenval, van neerschieting der muren,
van overrompeling van forten is er geen spraek
meer! de sleden zullen zich moeten overgeven
voor dat er aen dit alles gedacht wordt, en men
zal by slot van rekening nog veiliger zitten op
de forten en wallen, dan wel inde Sïiemgehoopte
huizen der versterkte steden.
Overigens, elke versterkte stad valt ten laat
ste, de bewyzen zyn overvloedig voorhanden;
doch nu is de vraeg of het waerd is gansche
steden te laten vernielen, honderde menschen
te laten opofferen aen de zoogezegde militaire
eer, die niets» sticht, die enkel afbreekt.
dewyl daer in de opene lucht hun hel eenvoudige
mael zeker beter zou smaken.
Met vreugd volgden zy zyne uilnoodiging. Wild
stroom wist de honneurs zoo goed waer te nemen, en
zoo goed, ja zelfs luimig te onderhouden,dat Edmond,
die zulk een onderhoudenden toon en zulke fyne ma
nieren niet in zynen zonderlingen inspecteur verwacht
had, zich meer en meer verwonderen moest. Maer in
weerwil van zyn ieverig streven, om zyne gasten te
onderhouden, kon Wildstroom echter niet geheel en
al zyne innerlyké ontroering verbergen, daerby zorg
vuldig vermydende, Clementina's blikken te ontmoe
ten. Geschiedde zulks echter, zoo verwarde hy
aenstonds in zyne reden, zyn oog vonkelde, terwyl
zyn voorhoofd met eene donkerewolk overtogen werd;
hy herstelde zich telkens echter spoedig, zoodal
Edmond zulks nauwelyks bgmerkte. Clementina ech
ter bespeurde zulks duidelyker, zy gevoelde zich be
angst, en drong derhalve op oen schielyk vertrek aen,
opdat de gravin, zooals zy zegde, niet ongerust mogt
worden.
Toen Edmond zich met haer verwyderde, zag Wild-'
stroom hem lang cn smartelyk achterna. Zyn oog ver
donkerde, zyne borst kromp krampachtig ineen, en
zyn verbleekt gezicht met zyne handen bedekkende,
prevelde hy binnensmondsOok dit geluk is voor u
verloren, gy speelbal van hel noodlot!
V.
Dry weken later vinden wy Wildstroom wéér in
zyn eenzaem vertrek.
Hy had juist eenen brief of iets van dien aerd geëin
digd, welk werk hem echtcr-vcel moeite scheen ge
kost te hebben. Zyne wangen waren nog blocker dan
gewoonlyk, zyne lippen bewogen zich koortsachtig
en in zyn oog was eene diepe smart te lezen; alle
trots van vroeger was er uit geweken, hel vryposlige
en honende van zyn wezen, dat den goeden Paul
Kreuzer zoo had verschrikt, had voor een byua dweep
achtig droomen plaets gemaekt. Kon men vroeger
niet nalaten eene zekere diepe belangstelling voor
hem te voeden, zulks moest nu in medelyden en die
hooge verhevene nieuwsgierigheid, die geerne de
diepte des harten peilen wil, veranderd w orden. Uy
was opgestaen en naer-Uek venster getredeu. Ook
hier, sprak hy stil voorfeich, ook hier is geene rust le
vinden. Ik had gedacht, TfTt huis niet Weder te veria-
FHANUHYK.
Met den wyuoogst is het treurig gesteld; op
verscheidene plaetsen is door hagelslag alles
vernield, cn in andere streken, vooral naby de
Rhone, rigten thans schadelyke indekten aller-
wege verwoestingen aen.
Men schryft uit Rochefort aen de Patrie:
het bevel is eindelyk aangekomen om liet ge-
zondheids-komiteif samen te stellen, hetwelk
gelast is de 280 veroordeelde communards aen
een geneeskundig onderzoek le onderwerpen,
die op de Guerrière voorNieuw-Caledoniö moe
ten ingescheept worden.
Op het kasteel Oberon zullen 130 en te Saint-
Martin-de-Ré, 150 persoonen ingescheept wor
den.
Van het fort Boyard zal echter niemand ver
trekken, waeruit volgt dat M. Rochefort nog in
.Frankryk blyven zal. Daer nu de Guerrière de
laetste'oorlogsfregat is, welke met bannelingen
de overvaart zal maken, kan men als zeker aen-
nemendat M. Rochefort in Frankryk zal blyven,
zoo niet eene krachtdadige interpellatie in het
midden der Nationale Vergadering tot het gou
vernement gerigl wordt.
Op de in 1848 geslagen fransche geldstuk
ken stond libertë. égalitéfratemité. Daervoor
lazen Be Franschen liberfê point, égalité point,
fratemité point. Om den grappenmakers te ont
komen, heeft men thans sterretjes geplaetst tus-
schen diè woorden, doch zonder goed geluk,
want nu zegt men dat vryheid, gelykheid en
broederschap in de sterren geplaetst zyn, om
aen te toonen, dat ze hier benedei> niet te vin
den zyn. De woorden Dieu protégé la France zyn
van dè'muntstukken weggelaten.
De policie van Lyon heeft hy een wever te
Lyon 23?<)00 portretten van Rochefort in beslag
geüonïen, dfe zwart op een rooden grond en op
een grootte van 20 centimeters geweven waren.
Deze zonderlinge schapeliers waren, zoo ten
minste verzekert men, bestemd om aen de broe
ders en vrienden uitgedeeld te worden en moes
ten dienen als een vereenigingsteeken.
De afteekening der nieuwe grenzentus-
schen Frankryk en Duischland wordt onafgebro
ken voortgezet, nogtans gebeurt bet wel dat er
op sommige punten een oponthoud veroorzaekl
wordt, door de ligging van zekere plaetsen. De
gemeenten Raon-les-Eaux en Raon-la-Plaine
onder andere, liggen erzoo zonderling tussclien
in, dat bet fransch gouvernement het noodig
geoordeeld heeft eene andere afteekening le
vragen. Men verzekert dat het duitsch gouver
nement niet geheel en gansch tegen deze aen-
vraeg zou gestemd zyn.
Volgens het beweeren van den Courrier de
France heeft den invloed der belegering en de
'XomnTuiw een**cttü® behalve gunstigen invloed
ten, hel is my in korten tyd dierbaer geworden.
Waerom durf ik daer niet blyven, waer het hart /.egt:
hier is het goed te zynHier was het goed le zyn,
verbeterde hy zich echter schielyk en bedekte zyn
gelaet met zyne bevende handen. Voorwaer, hy, die
'meent tegen alles bestand le zyn en allyd heerschappy
over zich zeiven le kunnen voeren, is een zinnelooze.
Clementina! riep hy ongeduldig, en drukte zyne hand
op hel liarL Stilik wil slërk zyn, ik wil my /elven
beheersdien.
Hy rees in de hoogte, zyne oogen vonkelden, als by
een slellig, van hooger hem ingegeven besluit. Met
vasten tred stapte hy naer de laïel, vouwde de papie
ren te zamen, verzegelde dezelve en riepzynen jongen.
Breng dit aenstonds naer den heer baron, en
zorg dat hier alles in orde is, opdat ik, heden avond
terugkomende, niets verzuimd of in wanorde vind.
De jongen zag verwonderd op en vroeg:
Gy.gaet dan niet ter bruiloft op het slot, waer
allen verzocht zyn, die zich in dienst van den baron
bevinden.
Zwyg! beet Wildstroom hem kortaf toe en wees
nacr do deur.
%iDciöngen volgde deze vermaning oogenblikkelyk,
vWmP^fschoon hy in den laetsten tyd hot had durven
wagen, om dikwyls den inspckleur in onverschillige
zaken tegen te spreken, zoo wist hy toch vroeger, dal
Wildstroom daer, waer zyne bevelen zoo kortaf en
bepaeld waren, geene tegenspraek duldde.
De inspekteur begon nu zyne papieren le regelen:
die hy vervolgens byeenpaklc en wegsloot. Zyne be
wegingen en handelingen, die elkander schielyk
opvolgden, schenen door een vasten wil bepaeld le
zyn; geene besluiteloosheid, wankelen noch onrust
was aen hem merkbacr. Hy werd zelfs meer cn meer
bqdaerd, zyn aengezigt verhelderde, hy streelde en
liefkoosde zvnen hond, die vroolyk legen zynen hoer
opsprong. «Wy zullen weder gaen wandelen, Tyras!
zegde hy, en de hond blafie en liep, als had hy zyne
woorden vcrslaen, kvvispelsleertend voor hem uil,
terwyl hy zyn geweer omhing, en zich diep in het
bosch begaf.
Baron Edmond had op den dag van zyn huwelyk
zyne handëh vol aengenaem werk. Dan was hy hier,
dan weder daer, overal waer maer iets na te zien, in
orde te schikken ofte verbeteren was. Talryke gasten
op de bevolking van Parys te weeg gebragt. Ten
bewyze hiervan haelt het dagblad de volgende
offieieele cyfers aen.
De vermindering der bevolking sedert 6 jaren
is 400,000 persoonen, en liet getal der onver^
huerde plaetsen klimt tot boven de 40,000 op!'
De huerprys is over het algemeen een vierde
gedeelte gedaeld en voor de kostbare woonin-
geu die boven de 4000 Ir. verbuerd werden,
zelfs met een derde deel verminderd. De prys-
vermindering welke de onroerende goederen
sedert twee jaren in Parys ondergaan heeft,
svordt volgens dezelfde opgaven op een vyfde
deel der waerde begroot.
Verleden zondag wilde M. Thiers een
wandeling doen op een der opene plaetsen van
het kasteel te Versailles en daer liet zeer regen
achtig was, nam hy een regenscherm mede. De
regenscherm was een zeer eenvoudig meubel
en kon hoogstens 15 frs. waerd zyn. Zooals hy
was, zegt Paris Journal, stak hy toch de oogen
uit van een welgekleed heerschap dat, gebruik
makende van het oogenblik waerop M. Thiers
zyn regenscherm legen de grielje gezet had om
met iemand te klappen, hem wegnam.
De dief werd aongehouden en naer den post
gebragt, waer men ondervond dal het niets
minder was dan een Engelschman uit de hooge
wereld, die de regenscherm had willen mede
nemen als, une dokuiment kiouriouse por son col-
lechionne, als een zonderling stuk voor zyne kol-
lektie. M. Thiers heeft hem doen in vryheid
stellen en de regenscherm ten geschenke gege
ven.
ITALIË.
Uit cen.parlikulier brief uit Rome nemen wy
de volgende zinsneden uit: De krachtige ouder
dom van Pius IX, de moed waennede hy zulke
vrecselyke proeven doorslaen heeft, beletten
aen de staetsmannen niet, die den raed van den
koning van Italië uitmaken, den dood van den
H. Vader te voorzien. Van nu af beginnen zy
hunne maetregels te nemen, opdat dit voorval
hen niet onverwacht zou op den hals vallen.
Dc brutale magt heelt regt verschaft aen Vic
tor Emmanuel; maer Pius IX, blylt eene levende
protestatie van hel regt, iu hel Vatikaen. Ook
ziel men hoe het ilaliaensoh gouvernement zich
tot de mogendheden wendt en opvoorhand zoek-
om de keus van hel kouklaef op eenen verzoet
ningsgezinden kandidaet te dóen vallen, dal is
te zehgen op eenen Paus, die wel wil afstand
doen van alle wereldlyke magt.
Deze politiek wordt gerugsteund door Duitscli-
land en indien men er aentwyfelde, zou het vol?
doende wezen eon oogslag te werpen op de offi
eieele dagbladen, welke de gedachten vanM. von
Bismarck mededeelen. Wy zullen hiervan slechts
eeuige volzinnen van de Allgemeine Norddeut-
sc/ie Zeitang mededeelen
waren, genoodigd en hadden byna al de kamers van
het slot in beslag genomen, zoodat Edmond niets dan
een klein kamertje voor zichzelven gehouden had. Hy
bad juist zyne knechlen nog allerlei bevelen gegeven,
en liep Johan om hem te kleeden, want het was hoog
tyd, toen een knaep door do af- en aenloopenden
doordrong en hem Wildslroom's brief overgaf.
Ja, later! riep Edmond, ik kan my nu met geene
zaken bemoeien. Wildstroom zal toch buitendien wel
zelf komen en wy kunnen her dan mondelings afma
ken.
Ik geloof haest niet,dat hy aen uwe uilnoodiging
zal voldoen, zeide de knaep vryposlig; hy scheen my
toG noch een bruiloftskleed, noch een bruiloflsgezicht
te hebben, hy bevool my, my zooveel'mogclyk tu
haesten.
Edmond opende langzaem den brief, by zichzelven
prevelende: Zoo toch alle zonderlingen, hoe goed
zy overigens ook zyn mogen, wisten hoe lastig zy
dikwyls anderen yallen! Met verwondering zag hy,
dat de brief geene ambtsbezigheden, maer gewichti
ger aengelegenheden bevatte; hy las:
Gcimdige heer!
Slechts weinige woorden heb ik lot 11 te richten,
en zulks, opdat gy niet zeggen zoudt: een ondank-
bare is van my heengegacn: want morgen denk ik
uw slot reeds ver achter den rug te hebben, en
dacrin niets achter te laten, dan myne dankbare
herinnering aen u,*heer baron! cn de rust eens
mans, die stout waende dezelve na meuigen storm
en treurige ondervinding verkregen te hebben. Die
dwaes! Ik spreek openhartig, zooals het een man
betaemt. Ik bemin uwe bruid, uwe Clementina.
By het lezen dezer woorden begonnen de wangen
van dch baron te gloeien, hy sidderde en was eerst
na eenige minuten iu slaet verder le lezen.
Ik bemin Clemci*lina vurig,innig,eeuwig;daerom
vlied ik Clementina, om den wille van hare rust.
Mogen de ongevallen des levens my ook wederom
overkomen; reeds lang heb ik met sterken arm
(hiertegen gestreden. Ik ken dien stryd en vrees
denzelve niet, van myne zegeprad ten laetste be-
WUSl.
Nu nog eenige woorden betreffende hom, dien gy
zoo vriendelyk cn w:elwilleud opgenomen hebt,
slechts eenige trekken uit myne levensgeschiedenis.