N° 163. Zondag 15 February 1874. 4(,e Jaergang. WEKELYKSCH NIEUWSBLAD. De Bende van Jan de Lichte.(1) Aelst, 14 February. Buitenlandsch Aieuws. G-azette van Aelst llet Purocl -ran h*t blud la («veatlgd lil d* Knpelleatraet IV* 11, vraer allo brlovon, gelden, en*, vrachtvry moeten toegezonden worden. Abonuementt*prv« CS fir 'ajaora, voorafbetaolhaer. Voor den bultoii lean man Inaelu'yven In nl de poatkuntooran, on voor do lundelyleo geiueenten by do brlefdragara HOLLAND. Blykenseen telegram van den luilenant-gene- rael Van Swieten, was er sedert 29 january niets belangryks voorgevallen, en ook de toe treding tot onderwerping niet vooruitgegaen. De in het binnenland aengelegd wordende ver sterkingen getuigden van eene voortdurend vyandelyke houding van opperhoofden, maer gaven geene bezorgdheid, daer het slechts plaetselyke middelen van tegenstand zyn, die gemakkèlyk onschadelyk' kunnen gemaekt wor den. Door de verovering van den kraton is de kracht der verdediging gebroken, en wat ver der geschiedt, is slechts gedeeltelyk. De ge ringe man scheen voor de voortzetting der vy- andelykheden minder gestemd. Het kamp der expeditietroepen werd niet meer verontrust. In enkele in de nabyheid ge legene kampongs waren de vrouwen terugge keerd; ook werden door enkelen boomvruchten en andere kleinigheden te koop gebragt,en liet volk bewoog zich, in tegenstelling met vroeger, op eigen terrein ongewapend. Dit deed den op perbevelhebber raedzaem achten, eenigen tyd tot bezinning te geven, alvorens handelend op te treden, en af te wachten, wat de vredesge- zinden zullen doen. Aen de Soerabayasche Ct. wordt geschre ven, dat de sultan van Atchin, die dezer dagen aen de cholera is overleden, reeds voor decem ber met vrouwen en kinderen uit den kraton naer Pedir is vertrokken, en dat Panglima Polim, hoofd der XXII Moeskin, opperbevel hebber der atchineesche troepen was. Een telegram van den luitenant-generael Van Swieten, gedagteekend 7 february, giste ren uit Penang verzonden, meldt het vol gende De hoofden in Atchin blyven zich verwyderd houden en hebben Toewankoe Daoed, een negenjarige achterneef van den voorlaetsten sultan Ibrahim Mantsoer Shah, tot sultan ver kozen, met vier voegden voor regentschap; zy pogen dus nog den ouden toestand te behouden en den tegenstand voort te zetten. Onzerzyds is men bezig het noodige te doen voor een blyvende vestiging. In den kraton wordt een lort voor 500 man en een kamp voor 1500 man opgericht, waer- door de rivier en de af- en aenvoer worden beheerscht. Ter wille van die werkzaemheden worden vah onzen kant geen vyandelykheden gepleegd; een gevoel van magteloosheid schynt ook den vyand daervan terug te houden. Het TWEEDE DEEL. VII. Onderwege. (63* VERVOLG.) Bazin Trien, op een teeken van Jan, had het vertrek verlaten. Myue avonturen, sprak Bartel Mulders, zyn dood eenvoudig. Sedert een tiental jaren werkte ik in de omstreken van Ryssel, by de boeren. Het is in deze stad dat, een schoonen morgend, en schier buiten myn eigene wete, ik my zag ingelyfd in 't fransche leger. Gy weel hoe de wervers te werk gaen. Dat weet ik, sprak Jan. Men belooft u gouden bergen, men maekl u dronken en tusschen twee ge tuigen, of soms ook zonder getuigen, doet men u een kruiskeu trekken op een stuk perkament, dat men u zelfs niet voorleesten 's anderendaegs stael gy sol- daetop van Z. Majesteit den koning van Frankryk en Navarre. Zoo is 't. Toen ik 's anderendaegs het perkament las, was het le laet: myn handteeken stond erop. Kunt gy lezen? Lezen en schryven, in 't fransch en in 't Nedcr- landsch. Best, allerbest! Ga voorts. Ik was dus soldaet. Men stak my wal handgeld in de vuist, en ik had vicr-en-twintig uren tyd om myn regiment te vervoegen. Van de eerste dagen myner inlyving vond ik meer dan eene gelegenheid om weg te loopen. Maer zie, soldaet spelen was wat nieuws voor my, en, vooraleer den koning te bedan ken wou ik eerst hel stieltje eens beproeven. In 't be gin ging alles wel, ik verzette my tamelyk goed; maer haest liep myn leertyd ten einde en tol myn innig spyt moest ik optrekken in gezelschap van Mauritz van Saxen. Zoo woonde ik den veldslag by van Fonte- noy. Z'hebben er fel gevochten en ik ook.... De kapitein lachte. Bartel bemerkte het; doch daerom was hy geenszins van zyn stuk: de jongen meende niet beter of stout (1) Eigendom der Gazette van Aelst. volk is vredesgezind. De cholera is zeer ver minderd. FHAAKUTK. De Patrie zegt uit goede bron te vernemen, dat een groot getal konservatieve afgeveerdig- den besloten hebben, de hoogdringendheid le vragen voor de beraedslaging over de daden van liet gouvernement der nationale verdedi ging. Er ontbreken nog twee verslagen* aen liet dossier. De verslaggevers zyn verzocht ge worden, hun werk zooveel mogelyk te bespoe digen. Deze beraedslaging belooft vele kurieuse lei ten aen het licht te zullen brengen. Volgens eene korrespondentie verbergt de hertog van Aumale de zuclit der revanche opzigtens Duitschland niet; de hertog verlangt brandend, zich te meten met den rooden prui- sischen prins, met prins Karei, de overwinnaer van Metz. Van zyne zyde zou deze prins, het verlangen van den hertog van Aumale kennende, hitter spottend en doelende op de veroordeeling van Bazaine, gezegd hebben: Welnu, ik zal hem ook in het open veld doen kapituleeren. Dat woord schynt den hertog van Au-male diep te hebben getroffen. Niets dan woorden! zal men zeggen;ja,maer er moeten dergelyke woorden, hoe onbedacht ook, uitgeworpen worden, om tot eene groote ramp aen te dry ven. Als van weerskanten die jaloezie, die naïver, die zucht naer revanche en nieuwe neêrlaeg, in het hoofd van die twee hooggeplaetste mannen bestaet, dan zal men, eens gereed, spoedig eene rede gevonden hebben, om de botsing te doen plaets hebben. M. Melvil-Bloncourt, de afgeveerdigde van Guadeloupe, tegen welke vervolgingen waren gevraegd voor deelneming aen de Com mune, heeft het voorbeeld van M. Ranc gevolgd en bevindt zich sedert zondagavond te Geneve. Hy heeft geen lust om naer Cayenne te worden gezonden. Volgens de Union berigt, zullen de werken aen de fortiflkatiën van Parys, volgens het nieuwe plan van verdediging, op 1 meert aen- staende beginnen. Zy zouden een omtrek ver- krygen van minstens 170 kilometers. De forten der tegenwoordige versterking zouden in de tweede linie worden opgenomen. De buiten ste linie zou uit forten van kleine afmeting bestaen, die volgens een gewyzigd veelhoekig stelsel zullen worden gebouwd. Zy zouden niet meer dan 800 man kunnen bevatten en misschien van geblindeerde torens worden voorzien. Door die versterkingen zou Parys een geheel eenige positie verwerven en vol strekt niet meer in to nemen zyn. en onbeschroomd spreken zou alleen hem uit de han den der roovers redden. Gy lacht! sprak hy, gy verdenkt mynen moed? Wat had gy dan, held die ge zyl, daer straks te huilen en le janken van help! help! Gy scliuddcl en beefdet als een oud wyf. En gy, hebt gy nooit geschrikt of gebeefd? Men beweert nogtans dat de vroomste helden leu minsten ééns benauwd zyn geweest in hun leven.... Zoo? gy waert niet hang? Ik was overmand. En gy hebt u verweerd Als een leeuw. Dal verneem ik geerne. En Iwylell gy nog, kom op dan! Ik ken u niet, ik weet niet wie onder dal zwarte masker schuilt; maer, al waert gy do duivel zelf, al waert gy de kapi tein der bende, Jan De Lichte in persoon, gy zyl sol daet geweest, zegt gy, he welik beroep u op een tweegevecht; wy zullen zien wie van heiden de eerste zal wyken. Zoo? Zoo? Gy zoudt Jan De Lichte beroepen?.... Bravo, kamaraed, dal hoor ik nog liefst van al.... Ga voorts.nu, wy welen nog niet wie u heeft aengevallen en hoe gy werd overmand. Waer was ik? Gy waert le Fontenoy, in vollen slag. Juist. Dc koning van Frankryk stond erby met zynen zoon, met de groot-officieren der kroon en ik weet niet hoeveel generaels" Wy-wonnen den slag en ik kreeg voor myn deel en handgift eeuen kogel "in den arm. Meer eer dan baet, bemerkte Van der Cruyssen. Een soldaet mag ailyd op zyne wonden roemen, sprak Jan. Ja; maer 't was niets, zegde de heelmeester, eene nietsheduidende schrab; en ik mogt meegaen naer Doornyk om de stad in te nemen. De stad gaf zich over den 22 mei, en de citadel den 19 juny nadien. Dat is nieuws, viel de kapitein in, van T jaer 1745: oud nieuws. Gy hebt myne lotgevallen gevraegd: verveelt u het verhaelsel dan zal ik het maer staken. Ik ben nog te Gent niet, en toen ik le Gent was, was ik nog verre van Aspelaer. Ga voorts dan, maer trek hot kort. UUITBCHLAAD. Van den 8 dezer wordt uit Posen gemeld, dat Mgr Ledocliowski, in zyne gevangenis te Ostrowo, eene sommatie der regtbauk van Posen ontvangen heelt, waerby hy gedaegd wordt, om tegen den 24 february voor gemelde regtbauk te verschynen, onder beschuldiging van inbreuk op de zoogezegde kerkelyke wet ten. De Norddeutsche AlgemeineZeitungspreekt over het vertrouwen dal er mag gesteld wor den in de diplomatieke openbaringen van gc- nerael La Marmora en die van M. Benedetli, afgezant van Frankryk hy het hof te Berlyn, voor de oorlogsver klaring. Het dagblad volledigt de reeds gekende open haringen van den Reichsanzeiger, (jaer 1871), betrekkelyk de ontwerpen van Frankryk voor wat de annexie van Beigie betreft, door de me- dedeeling van een verslag van M. Benedetli, onder dato 23 augusly 1866. In dit verslag, dat bewaerd wordt op het ministerie van buitenlandsclie zaken en waerby wyzigingen gevoegd zyn, die hieraen werden toegebragtdoor Napoleon en M. Roulier, komt de volgende zinsnede voor: De uitbreiding van Pruisen, zal voor ons de naluerlyke en byna verplichtende oorzaek zyn, om ons van Belgie meester te maken. De pruisische wet op de nieuwe leger-in- richting, zegt dat de krygsmagt van Duitsch land, in vredestyd, op 4*01,650 man is bepaeld, dat is één percent van de bevolking. In de Prov. Corr. wordt nog het volgende punt te dezen aenzien in liet licht gesteldDe sterkte van liet fransche leger, by een bevol- kingsoyfer van 37 millioen zielen, is bepaeld op 428,090 man, behalve 26,738 officiers. By ons te land is de sterkte van het leger op den voet van vrede vastgesteld op 1 p. c. van de bevolking; in Frankryk daerenlegen heeft men, by geringer zielental en een dienstplichtigheid gedurende 20 jaren, liet cyfer gesteld op 1 4/2 p. c. van de bevolking. EAGELAAD. Tot nu toe heeft M. Gladstone nog niet offi cieel zyn ontslag gegeven; hy zal dit eerst doen, wanneer de uitslag van al de kiezingen zal gekend zyn. Dit is nog maer met 509 liet geval en daer blyven er nog 149 le kennen. Er zyn 267 konservatieven en 212 liberalen geko zen. De konservatieven hebben 48 zetels ge wonnen. Alles doet voorzien, dat de konserva tieve party in de overige kiezingen nog op eene aenzienlyke wyze zal worden versterkt. Ook houdt M. Disraeli, welke als de opvolger van M. Gladstone wordt aengeduid, zicii reeds bezig met de samenstelling van een konserva- tiel ministerie. Volgens zekere berigten zou Hoe meer gy my onderbreekt, hoe langer het zal duren. Dan, de citadel, eens ingenomen, werd ten gronde geslecht. De koning toch was vrygevig: hy schonk de Doornykers al de materialen, maer op zeker voorwaerdeken waer zy zich geenszins aen verwacht ten. Er was in de stad kazernement voor 5000 man: Z. M. deed er hen nog voor 2000 man by bouwen.... De Doornykers, die eerst zeer fransch gezind waren, zyn thans geheel gekeerd. Velen hebben de stad ont vlucht. De kooplieden die ryk moesten worden op de leveranciën aen de fransche troepen, zyn geruïneerd. Alles moest van Parys komen lol de schoenen toe en, '1 werd geleverd aen veel lagere» prys dan men hel in Nederland kon vervaerdigen. De kloosters en byzon- deren werden verplicht en gedwongen aen de solda ten, ten platte lande gelogeerd, de noodige schoenen, waggeu en hemden le verschallën.... T Is wel besleed, sprak Jan, dal zal de walen leeren de vreemden de schoenen te kussen. Ik, ik ben niet fransch gezind.... Waer ze het zotst waren naer die hceren van Parys* viel Gabriël in, dat was wel te Brugge; maer zulks ligt eenigszins in den aerd der inwoners. Toen de franschen er binnen traden, stonden er duizende manden gereed, vol leliebloemen uit verguld papier gesneden. Hel regende leliën in de straten en de Bruggelingen beplakten er hunne ruiten mee. Maer daer ook is de geestdrift sedert lang gekoeld. Wie zich meest van allen barsch loonden voor de fransche beleefdheid, waron wel de Genlcnaers; maer ook, in gansch IS'ederland, geen volksken dat door dc over weldigers wreeder wordt geroskamd. Verbeeldt u.... Ja maer, riep Bartel, nu gael gy my vooruilloo- pen. Wilt gy myne avonturen zelf vertellen dan zal ik maer zwygcn. Zwyg, Cruysken, gebood Jan, of 't duert tot Paschcn. Na alles te Doornyk effen was, hernam Bartel, veranderde ik van regiment en wy trokken Gentvvaerts op, om, zegde men ons, de ooslenrykers en hunne bondgenooten den weg naer de zee af le snyden. Ik weet niet of gy zyl gelyk ik. Tegen de walen vocht ik geerne; maer, toen het er op acn kwam van op De historische opgaven in decs kapittel voorkomende, zyn ontleend aen de in ons verhacl reeds gemelde scbryvcrs, ook aen B. Jul. dc Sl-Gcnois Prise dc Garni par les Francais. hy zich M. J. Pakington toevoegen, als minister van oorlog en lord Derby, als minister van buitenlandsclie zaken. Onder de andere kan- didaet-ministers noemt men MM. Salisbury, Cairns, Gatliorne, Hardy, Ward-Hunt, enz. Van de 551 tot nu toe in Engeland geko zen kandidaten, zyn er 292 konservatieven en 259 liberalen. De konservatieven hebben 84 en de liberalen slechts 29 zetels gewonnen. HI'AAJi:. De Gaceta official van Madrid, kondigt een dekreet af, waerby aen al de belaslingshetalers deverpligting wordt opgelegd,aen de nationale gedwongene leening deel le nemen. Dat is geen heel pleizierige toestand voor do belastingsbetalers. Gansch Havanna i9 in stact van beleg ver- klaerd. Dit is eene treurige bekentenis der 011- magl van hekspaensche gouvernement. En hoe zou liet anders zyn; het kan in zyn eigen land geen einde stellen aen den burgeroorlog; hoe zou het dan de koloniën in vrede kunnen houden? De spaensche berigten zyn gunstig aen de Carlisten. Voor dat er acht dagen verloopen zyn, zal Bilbao ongetwyfeld in hunne magtzyn gevallen. Zy houden de stad geheel en gansch omsingeld. De politieke vluchtelingen vanCarlliagena, welke na den val van die stad, naer Oran de wyk hadden genomen, en die van geene hur- gerlyke delikten worden beschuldigd, zyn dyns- dag in vryheid gesteld. Het fransche gouver nement heeft hun een geldelyken onderstand verleend. De geiieraels Ferrer en Contreras hebben die soldy en ook de vryheid geNveigerd. Deze laetste is voornemens een gedenkschrift uit te geven. Wat de vluchtelingen betreft, welke van ge wone overtredingen worden betigt, deze bly ven gevangen, tot dat er een onderzoek zal hebben plaels gehad. Het garnizoen van Bilbao heeft eenen uil- val gewaegd, doch is in eene hinderlaeg geval len en heelt veel volk verloren. Er koinl in de stad gebrek aen levensmiddelen. De Carlisten hebben het vaerluig Phoque, dat aen den konsul van Frankryk dapeches bragl, niet in de haven van Bilbao laten bin- nenloopeu; dit werd ook aen een engelsch schip belet. Een onzer geabonneerden zend ons de volgende gegronde opmerking Hel gebeurt meennaels op den builen, dal er zich zoo genaemde voyageurs of pakreizigers in de huizen aenbieden, aldaer voor eenen spot prys een of ander waer aenpryzen; moer dan eens wcérkceren; zelfs in herbergen groote gelagen maken, ten einde hel ver trouwen te verwekken, lnlusschen bespieden zy de huizen, en later, wanneer men beleen of ander voor werp ontstolen is, klaegt men, en men weet niet waer Vlamingen te schieten, voelde ik al mynen moed zin ken. My docht, ik zou het my gansch myn leven heb ben verweten, my vlaining, van tegen myne land- en laelgenoolen le velde te hebben geslaen. Ook van toen af was ik vast besloten te deserleeren. Doch, voor het oogenblik, viel zulks moeielyk; reeds waren eenige myner makkers weggeloopcn en de waekzaemheid der officieren le verrassen werd volstrekt onmogelyk. Dan, wy stonden onder bel opperbevel van gracf Lowendal en naderden allengskens de stad. Het was te voorzien dal wy van dc Gentenaren zeer slecht gingen onthaeld worden; doch ik, voor myn deel, wat er ook mogt gebeuren, ik zwoer van niet le schieten dan met loos poer. Gent, inderdaed, was goed versterkt; lalrykc ver kenners doorliepen hel veld 0111 onze bewegingen af le spieden; het magislract verliet hel stadhuis noch nacht noch dag; het kasteel zat vol buskruit en anderen krygsvoorraed; in een woord, overheden en poorters wedyverden om hunne stad le verdédigen. Koning Lodewyk verbleef op het kasteel le Roo- borst, met zyne staf-officieren en een deel zyncr troepen. Dc schepenen van Gent zalen ten sladhuize verga derd onder hel voorzitterschap van baron Dellafaille d'Huysse, voorschepen van de Keure, loon eensklaps, den 9 july, omtrent 6 ure van den avond, hun werd kond gedacn dat al de vcrdeelingcn van T fransch leger zich hadden vereenigd én in snelle vaerl stad- waerts kwamen afgezakt. Hel garnizoen was,acht honderd man sterk. De groot-baljuw deed hacslig het engelsch grof geschut en eene groote hoeveelheid poeier, dat op vlot in de Lieve lag, binnenhalen, en de kanons werden gepoin teerd boven de vesting lusscbcn de Sl-Lievens- en de Keizerpoort: hel was in die richting dat men ons ver wachte. Oin zeker te zyn van niet overrompeld Ic worden, waekten gedurig twee leden van den schepenraed hovende Keizerpoort,en niemand inoglde stad buiten, zonder schriflelyke toelating van den bevelhebber van 't garnizoen, baron Van Kieseghcm. Al die voorzorgen konden niet baten. Den 11 july, ten 3 ure van don morgend, stonden wy met Lowendal voorde vesting lusscheu de St Pie terspoort en dc Schelde. De slad was op alle hoeken niet even goed bewaekt, noch even sterk verschanst,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1874 | | pagina 1