N° 168.
Zondag 22 Maert 1874.
4de Jaergang.
WEKELYKSCH NIEUWSBLAD.
De Bende van Jan de Lichte.
Aelst, 21 Maert.
Buitenlandsch Aieuws.
Gazette vail Aelst
Het Bureel H.t bled U *.ve.tl».l In ci. I«.pell..tr»et X- 11, waar all. brlav.n, gelden, ana. vr.cl.tvrj moot... toegezonden worden.
A bou nament .pry a V Cv. Ja.r., vooral b.tn.lbaor. Voor den bultan ban m.n ln.cl.ry von In „I d. po.tbontoor.n, voor <1. landelyU. gemeenten by de brlerdrnger..
ENGELAND.
Op het kasteel van Ghislehurst werd zondag
laetst feest gevierd, ter gelegenheid van den
achttienden verjaerdag van den kleinen Napo
leon. Aen Franschen alleen waren er niet min
der dan 6200 toegangkaerten voor Camden-
House afgeleverd. Ten Tl ure hebben al de
aenvvezigen, met den prins en de gewezen kei
zerin Eugenie, zich naer de fransche kapel
begeven, om het Te Deum by te woonen. Onder
twee groote tenten, stond voor al de bezoekers
een lunch gereed.
De hertog van Padua heeft, in aller naem,
den prins geluk gewenscht, waerop deze eene
redevoering heeft uitgesproken, welke wy
hieronder laten volgen
Mynheer den hertog,
Mynheer en,
Door u lieden hier te vereenigen, hebt gy gehoor-
zaeuid aen een gevoelen van trouw, jegens de nage
dachtenis des keizers, en waervoor ik u vooreerst
wil bedanken. Het openbaer geweten heeft die
groote herinnering gewroken over de lasteringen,
en aenschouwt den keizer onder zyne wezeulyke
hoedanigheden.
Gy, die uit de verschillende streken des lands
komt, gy kunt hierover getuigenis afleggen; zyne
regeering was niets dan eene gedurige bezorgdheid
voor aller welzyn; de laetste dag van zyn verblyf op
franschen bodem, was een dag van heldenmoed en
opoffering.
Uwe tegenwoordigheid rond my, de adressen
welke my in groot getal toegezonden worden, getui
gen hoe zeer Frankryk ongerust is over zyne lal ere
bestemming: de orde wordt beschermd door den
degen van den hertog van Magenta, oud deelgenoot
van den roem en de ongelukken myns vaders; zyne
Ioyauteit is voor ons een zekere waerborg dat hy het
pand hetwelk hem toevertrouwd is, niet zal blootstel
len aen de verrassingen der pariyen. Maer de stolfe-
iyke orde is geene veiligheid.
De toekomst blyft ongekend, do belangen worden
er door verschrikt, de hartstochten kunnen er mis
bruik van maken.
Hieruit is het gevoelen ontstaen, waervan gy my
den echo aenbrengt, die weergalm, welke het gevoe
len met eene onweórslaenbare nvagt voortsleept
naer een reglstreeksch beroep op de natie, om de
grondvesten van een definitief gouvernement op te
werpen. In de volkskiezing ligt het geluk en het
regt; dit is de magt teruggegeven aen 'l uitvoerend
bewind en het tydvak der langdurige veiligheid
voor het land geopend; dat is eene groote nationale
party, zonder overwinnaers of verwonnelingen,
welke zich boven allen verheft, om hen onderling te
verzoenen.
Zal Frankryk, indien het geraedplecgd wordt, de
oogen werpen op den zoon van Napoleon 111? Die
gedachte verwekt in my minder hoogmoed dan wel
wantrouwen in myne krachten. De keizer heeft my
geleerd hoe zwaer de souvereine magt is, zelfs op
oude schouders, en hoe noodzakelyk het geloof in
(i)
TWEEDE DE Et.
Vil.
Onderwego.
(68* VERVOLG.)
Het was Dartel, die ergens den knecht van den
kloefkapper had ontdekt en nu met Piel den bult onder
zyne kniën zat.
Hier hebt gy, riep hy zegevierend tot de roovers,
hicrheblgydengenedie myde eerste heeft geslagen....
Zegt op, wat doen wy met dien hollentot
Hem op den boom binden by den anderen, ge
bood Jan, er is nog plaets.
Dat doe ik volgaerne, antwoordde Bart.
De bult, den mond gestopt even als zyn meester,
werd als een verfrommeld pak op den tronk gerold
en Bart viel aen 't knoopen.
Bliksems, sprak hy, ik zal hem moeten keeren
op zynen buik. Zyne bult is nog grooter dan die van
myne zuster Annemie; het is my onmogelyk hem met
den rug plat op den boom te krygen.
Plak er hem dan met den neus tegen,en, heeft hy
cenen bult van voren gelyk van achter, keer hem dan
op de zyde; als hy maer vast ligt, dat is 'tvoornaemsle.
Bartel ging vol vreugd aen T werk.
Is my dat een aerdig lyf, lachfte hv; 't zyn al
knoken en beenen die ik voel; de marliko bindt uiterst
moeielyk; maer 't moet er toch door, al kwam er de
schoone jongen af met schade.... Zie 't is elfen. Wat
zegt gy van myn werk.
'Lis wel,sprak Jan, val nu maer aen 'tslagen.van
den cenen op den anderen, opdat ze alle twee gelyk
paerl hebben. Daer gy u hand zoudt kunnen kwetsen
aen de knoken van den bult, trek hem zyn kloefen
uiten klop de twee kwanten klein, bovenarms!....
Wy, wy trekken binnen. Kom, Gille, ge moogt mee-
gaen, gy hebt uw zaken wel gedaen dezen avond.
Gabriel stond met gekruiste armen voor den boom,
lachend op hel koddig tooneel te staren.
(1) Eigendom der Gazette van Aelst.
zichzelve en het pligtgevoelen zyn, lot vervulling
eener zoo verheven zending.
Het is dat geloof, hetwelk my schenken zal wat aen
myne jeugd ontbreekt. Aen myne moeder gehecht
door de teedersle en erkentelykste genegenheid, zal
ik zonder rust werken, om den loop der jaren vooruit
te streven. Zoodra het uer zal gekomen zyn, indien
een ander gouvernement het groote getal* stemmen
vereenigt, zal ik my met eerbied voor het besluit des
lands buigen. Indien de naem der Napoleons voor de
achtste mael uit de populaire stembus komt, ben ik
bereid om de verantwoordelykheid te aenveerden die
my de stemming der natie zal opleggen.
Dal is myn gevoelen: ik bedank u, omdat gy een
grooten afstand doorloopen hebt, om er de uitdruk
king van te hooren.
Breng aen de afwezigen myne herinnering, aen
Frankryk de wenschen van een zyner kinderen; myn
moed en myn leven behooren'hetzelve toe.
Dat God over Frankryk wake en daeraen zynen
voorspoed en zyne grootheid leruggeve.
Ziehier de namen der leden van de Nationale Ver
gadering, welke te Chislehurst tegenwoordig waren:
MM. Rouher, Abattucci, Gavini, Galoni d'lslria,
Arthur Legrand, Mural, De Valon, Baron Eschassé-
riaux, baron Vast-Vimieux, Bofïinlon, Sarelte, graef
Ginouxde Fermon, Martinot, Haenljens, Levert, Sens,
Prax Paris.
FRANKRYK.
Tenvyl de meerderjarigheid van den kleinen
Napoleon verleden zondag te Chislehurst plcg-
tig gevierd werd, is die dag overal in Frankryk
onopgemerkt voorby gegaen; nergens heefl er
eenige hoegenaemde politieke betooging plaets
gehad, ofschoon de achttienjarige prins zich
wel degelyk tot kandidaet voor het keizerryk
heeft opgeworpen.
Koningin Victoria heeft aen de gewezen kei
zerin Eugenie, den standaerd gezonden, welke
boven de zitplaets prykte van Napoleon III, in
de kapel der orde van den Kouseband. Men heelt
die vlag boven op de lykkapel van Chislehurst
gesteken.
Maendag nachtzyner eengrootgetal plak-
kaerten op de muren geplakt, in verschillende
wyken van Parys, vooral in het 4e en 7e arron
dissement, waerop deze woorden te lezen ston-*
den: Leve Napoleon IV. Het is onnoodig te
zeggen, dat de policieagenten deze plakschrif
ten deden verdwynen, waertegen zich niemand
verzet heelt.
Men verzekert, dat Mac-Mahon voornemens
is, om, in zoover het van hem al hangt, aen Parys
hare vorige regten als hoofdstad terug te geven,
en dat hy by zyne ministers ernstig aendringt,
op het indienen van een voorstel in dien zin by
de Nationale Vergadering. De bezoeken die Mac-
Mahon in den laetsten tyd aen Parys heelt ge-
bragt, moeten hem versterkt hebben in de over
tuiging, dat zoolang Versailles de zetel der regee
ring blyft, er aen geen verbetering van den han
del en de nyverheid te Parys te denken valt. In
elkgevalzaldemaerschaIk,gedurendedePaesch-
vakantie, te Parys verblyven.
Rondom Lyon zullen insgelyks nieuwe ves-
Willen wy nu eens, vroeg hy, dal koppel met
boom en al, 'nen keer of twintig door de modder rol
len? Dat ware eens eerst een leute!....
Laet Bartel begaen, sprak Jan, de eer komt aen
hem toe.
De dry roovers waren hel huis in, waer, een minuet
later een vvanordelyk gerucht opging van ingeslagen
meubels en omgesmeten reesems blokken, als zaten
zy wezentlyk het kol af te breken; hel was te hooren
dat zy niets spaerden.
De bult en de kloefkapper lagen wanhopig zich te
wringen in hunne banden en smachtend te zuchten.
Het bed was hard en zy meenden niet beter of de
noodlottige tronk ging hun doodbed worden: het
koude zweet borst hen uit langs alle kanten.
Bartel had nog niet éénen slag gegevenhy stond
radeloos. Niet dat hygeen goeste had om het geleende
met woeker weer te geven; maer weerlooze vyanden
gaen aenlasten scheen den edelmoedigen jongeling
iets zoo lafhartigs als het gedrag zelve van den kloef
maker ten zynen opzichte, iets zoo haielyks alsjeon
sluipmoord.... Ten andere, hy was hier in 'l gezeld-
schap der bende, en hem docht dat, had hy in deze
omstandigheid zyne wraek den loom gevierd, hy zich
zeiven had aenzien als lid der rooverskliek en vvelligt
later als dusdanig mogt worden aengeklaegd.... Zyne
verlegenheid was groot.
Eensklaps zyn besluit nemende:
Luistert eens, schelmen alle bei, sprak Bart, ik
ben het dien gy op Sevecolen dezen avond hebt aen-
gerand en schier hebt doodgeslagen. Nu zit gy voor
uw straf met Jan De Lichte in uw huis en ligt zeiven
gebonden gelyk gy my gebonden hebt.... Gy hebt my
vervolgd omdat gy meendeldat ik van de bende was:
gy hadt het mis op; en, om hel u te bewyzen, scheld
ik u kwyt voor deesraael, hoewel gy maer al te wel
voelt dat uw beider leven hier in myne handen is....
Ze zyn bezig met uw huis te plunderen en morgen
zult gy gaen klagen by het regt; doch vergeel niet te
zeggen dat hy, dien gy zoo lafhartig zyl aengevallen,
van de bende niet is, of ik zal er tusschenkomen,
voor het regt vertellen hoe gy my hebt bejegend, en
u aeuklagen voor schelmen en mo'order/aers die ge
zyl.... Z'hebben gedaen, daer binnen; de roovers
tingswerken worden aengelegd. De stad zal op
grooten afstand met gedetacheerde forten wor
den omringd. De plans zyn gereed, en de vver
ken zullen weldra beginnen. Een der forten zal
vermoedelyk aengelegd worden op den ber:
Verdun, om Lyon van de noordzyde te bescher
men en bet Saóne-dal te beheerschen. Aen den
oostkant zullen, op de hoogten van Poyzin en
Bron, twee forten verryzen en een derde meer
noord waerts, otn de Rhone en deszells omstre
ken te bestryken.
Intusschen worden in het kamp van Chalons
proeven genomen met geweren van nieuwe
konstruktie. De keus is tusschen het Beaumont-
geweer en een geweer uitgevonden door den
franschen kapitein der artillerie M. Gras. Zoodra
de kommissie tusschen de twee stelsels beslist
heelt, zal er tot het maken van nieuwe geweren
worden overgegaen.
IIU1T8CHLAAD.
De Gvloss bespreekt de redevoering, tdoor
graef vou Moltke gehouden by het behandelen
van de nieuwe legerwet.
De graef had gezegd, dat Duitschland door
alle ryken inel wantrouwen beschouwd wordt.
Zeer te regt geschiedt dit, zegt het russisch
orgaen. By hel begin van den oorlog van 1870,
gevoelde geheel Rusland groote sympathie voor
de pruisische regeering, eene toegenegenheid,
welke zich slechts voor Frankryk verklaerde,
toen het voortzetten van den oorlog door niets
geregtveerdigd kon worden. Wy hebben steeds
de annexie van Noord-Sleeswyk door Pruisen
een groote fout geacht, en deze fout is nog ver
groot door de annexie van Elzas-Lotharingen.
Waer zulke feiten spreken zyn de argumenten
van duitsche staetslieden ten bewyze van hunne
vredelievendheid, volkomen waerdeloos. Zy
beklagen zich over ons wantrouwen en onzen
alkeer, doch hoe kunnen wy vertrouwen in
hunne woorden, wanneer hunne daden tooncn,
dal zy geen gevoel van regtveerdigheid hebben
in bun gedrag jegens de andere ryken? Duitsch
land weet, dat hel van Rusland niets verkrygen
kan, doch het speelt gevaerlyk spel, door de
vyandschap op te wekken van eene naburige
natie, welke tweemael zoo groot, jong, krach
tig en vol vaderlandsliefde is. Wy waerdeeren
de vriendschap van Duitschland, omdat wy vrede
wenschen; doch het schynt ons vreemd uit den
mond van von Moltke te vernemen, dat Duitsch
land zich gereed maekt, om twee vyanden het
.hoofd te bieden,epn ten westen en een ten oosten.
OOSTENHVK.
Het Vaterland maekt eene Pauzelyke Ency
cliek van den 7 dezer aen de oostenryksche bis
schoppen openbaer, gerigt tegen de confessio-
neele wetsontwerpen, die blykbaer ten doel
hebben de katholieke Kerk onder den verderfe-
lyken druk van het Staetsgezag te plaelsen en
liaer aen zyne willekeur over te leveren; verge
leken inel de pruisische wellen, zyn zy scliyn-
komen buiten.... Houdt u stil en gebaert van niets of
zy zyn bekwaem u getweeën de keel af te snyden....
De roovers waren inderdaed buiten gekomen. Cruys-
ken was geladen als een vraclilpeerd.
He wel, vroeg Jan aen Bartel, leven zo nog? Ik
hoor ze noch kikken 'noch mikken....
Ze liggen alle bei straf te zvvoelen, sprak Bartel
met eenen gemackten lach.
Dan laet go ze maer liggen droogen tol morgen,
schertste Jan.... En nu, vooruit, regt naer den Puling!
Neen, neen, viel Bart angstig in, myne laek is
hier uil en de jongen trekt naer Hundelgem, by zuster
Annemie.
He! Cruysken! riep Jan,kom eens by! Bart heefl
steun noodig; hy beweert nog altyd te slap op de bee
nen te zyn om lot by Trien te geraken....
Ik heb nog niet genoeg met myn twee armen om
het pak te dragen, antwoordde Cruysken. He,
Gille! draeg gy het pak!
Neen, neen, viel Jan hacstig in, Gille niet!,..
Draeg voort, ik zal het wel alleen gedaen krygen....
Kom, vriemi Bartel, kom jongen, op een drafken....
Ik trakteer twee dagen lang....
Bartel, lol zyn ongeluk en innig spyl, zag zich al
weer gevangen, en sukkolde mismoedig voort met
den kapitein aen den arm.
'I Halverwege gekomen vroeg hem Jan
Zeg eens, Bart, hoe zyl gy zoo behendig achter den
Bult welen te komen? Waer hebt gy hem uilgehaeld?
Tcrwyl gy bezig stond met den kloefkapper op
zynen boom te bepreken, zag ik in de duisternis een
klein blauwachtig lichtje opgaen, legen den grond,
be/.yden hel huis. Ik begreep aenstonds wal dal zeg
gen wilde: het was eene lont. Ik sprong toe en vond
mynen Bult, plat op zynen buik, gewapend met een
groot fusiek.... Eén minuet later,jongen,en gy wacrt
er aen.... het fusiek mikte op u....
Dat hebt gy gezien?
En dal zag ook gene daer, sprak Bartel op Gillis
wyzende; hy zag even als ik de lont stillekens nade
ren; maer hy gebaerde van niets....
Jan sidderde.
Gillis Van der Eist! riep hy, kom by en ant
woord!.... Bartel hcrhael watgy komt te zeggen!
baer gematigd, maer in werkelykheid ademen
zy denzelfden geest, dragen zy hetzelfde karak-
teren bereidenzy de Kerk in Oostenryk dezelfde
rampen.
De Paus protesteert opnieuw legen het ver
breken van hetcoucoidaet, noemt de beweerde
verandering, die door hel onf'eilbaerheidsdogma
in de Kerk zou hebben plaets gegrepen, een el
lendig voorwendsel, hoopt, dat de bisschoppen
voor de regten der Kerk zullen waken, en ver-
klaert tevens, dat hy opnieuw den 7 dezer in
een brie! aen den keizer van Oostenryk dezen
bezworen heeft, niet te dulden,dat de Kerk aen
een vernederende onderdrukking en zyne katho
lieke onderdanen aen den heftigslen kommer
blootgesteld worden.
ITALIË.
Italië brengt de bevelen van M. von Bismark
slipt ten uitvoer. De keizerlyke kanselier had
verzocht, dat men wetten zou maken tegen do
geestolykheid en tegen hen, die de vermetelheid
hadden de geheimen zyner duistere politiek te
openbaren, en ziel, nu maekt men wetten om
de geestolykheid te onderdrukken en die onbe-
seheidene mededeelingen te beletten.
Ziehier de artikelen die de geestelykheid be
treffen
Over de misbruiken der geestelykheid in de uitoefe
ning hunner bediening.
Art. 216. De geestelyke, die op eenigerlci wyze
misbruik makende, hetzy van zyne eigene bediening
of van geestelyke middelen, hel publiek geweien ol
den vrede des huisgezins verstoort, zal gestraft wor
den met eene gevangenisstraf van vier maeoden tot
een jaer, en eene boete van hoogstens 1,000 lira's.
Art. 217. 1. De geestelyke,die in de uiloefening
van zyn ambt, hetzy door eene in eene openbare by-
eeukoinst uitgesproken of voorgelezen redevoering,
hetzy door op andere wyze openbaer gemaeklc ge
schriften of eenige andere daed, de instellingen en
weiten van den Slaet, een koninklyk besluit of eenigo
andere handeling van het openbaer gezag, berispt of
beleedigt, zal gestraft worden niet eene gevangenis
straf van dry maenden en eene boete vou 1,000 lira's.
2. Indiende redevoering, hel geschrift of do
daed, waervan in de vorige gesproken is, dient om
tot ongohoorzaeniheid aen de wetten van den Staet
of aen een bevel van hel openbaer gezag aen te sporen,
zal de schuldige gestraft worden met eene gevange
nisstraf van vier maenden tol twee jaer en eene boete
van hoogstens 1000 lira's.
3. Indien de uildaging gevolgd is door geweld,
verzet tegen hel openbaer gezag of eenig ander ver-
gryp, zal hy, die de uildaging heeft veroorzaekl,
wanneer zy geene medeplichtigheid in zich sluit,
gestraft worden mei eene gevangenisstraf van twee
aer, het maximum der boete en daerenboveu eene
loele yan"2 tot 3000 lira's.
Art. 218. De gecslelykcn, die legen het verbod
der regeering uilcrlyke godsdienstige handelingen
verrigleu, zullen gestraft worden met eene govangc-
nisslraf van hoogstens dry maenden en eene boete
van hoogstens 2000 lira's.
Art. 219. Ieder ander vergryp door een geeste
lyke ia de uitoefening van zyn ambt, zelfs door middel
Bartel herhaelde van woord lol woord wal hy kwam
tc vertellen.
11e wel! verrader! vloog Jan op....
Hy liegt! riep Gillis legen.
Ga zien, antwoordde Bartel 'heel kalm, het
fusiek moet er nog liggen.
't Is wel, zegde Jan. En vóór den stoet den
Paling was genaderd, sprak liy geen enkel woord
meer.
'winlig minuten lalerslonden zy voor het herbergs-
ken. Jan, met Bartel aen den arm, trokken de eersten
binnen. Gabriel Van der Cruyssen, met hel pak op
den rug, volgde.
Jan keek rond
En Gillis? vroeg hy.
luderdaed, Gillis? vroeg Cruysken, waer blyft
hy
Zy hadden wel rond tc zien en rond do herborg te
loopen zoeken, Gillis was verdwenen.... Gillis was
den kapitein ontsnap!.
'lis myn schuld, vloekte Jan, ik had hem in
oogmoeten houden;maerikwas ganschverstrooid.
Dal belet niet van te deelen, bemerkte Cruysken;
integendeel, hoe min deniers hoe grooter paerl.
Dal belel geenszins ook dat er hier gevaer is;
dal die schurk van Gille ons de nachtwacht op hel lyf
kan zenden en dal wy morgen alle dry tusschen hemel
en aerde kunnen hangen grimassen tc trekken....
Ik toch niet! riep Bartel.
Ziet, hernam Jan, de vuist op de tafel
slacndc, ik hen te goed, veel te goed met al dal slecht
gespuis! Ik zal er eerst een stuk twee dry den nek
moeten breken ol huesl zullen wy gecnen stap meer
kunnen wagen zondervrees van verraden lew orden....
Hel gacl nu zoo goed vooruil; de boerkcus zyn zoo
brael en de politie slaepl zoo schoon.... en, gedurig
moeten vrcezeu van wegens zyn eigen volk!.... Dat
zal een einde nemen, of....
Er ging eensklaps een daverend gerucht op voor do
herberg. Er werd gestampt en geklopt op de deuren
op de luiken....
Doemuis! riep Jan, ik had zoo gauw niet ver
acht!.... Het wapen in d'haud en hel hoofd niet ver
loren!.... Zyn wy niet omsingeld dan onlloopen wy