ADVERTENTIE
KOPERGELD.
Katholieke Vergadering
Stad en Omtrek.
Slag- der Gulden Sporen
Men Vraagt inB^XieS
Twee legerdrom men schieten vooruit.
I)e ridders banen zich 'Renen weg doorliet
voetvolk, en na eene schrikkelijke wan
orde teweeggebracht en met honderden
voetganger-s neergojaagd te hebben, staan
zij eindelijk stil bij de Groeninger Deek
recht voor het Yhiamsche leger. Hier doet
zich een ijselijk tooneel opmen wedijvert
om het eerst over den gracht te zijn. De
voprsten storten overhoop met hunne rij
dieren in de sloot; anderen volgden on
dergaan hetzelfde lot. De gracht is opge
propt van mannen en paarden, die onder
elkander worstelen en tieren; dat schouw
spel houdt Let leger niet. tegen; het, vliegt
over die buitengewone brug en maakt van
de sloot een kerkhof.
De Vlamingen sloten roerloos hunne ge
lederen de lansen en spiesen gekruist,
verwachten zij onverschrokken den aan
val. Hij was allerhevigst: men verbreekt
bier en daar hunne gelederen, maar eene
tallooze menigte mannen en paarden dek
ken den grond. Het gevecht werd welhaast
algemeen. Do Vlamingen weerstonden met
eene weergalooze koelbloedigheid aan de
buitensporige drift der Fransche ridders.
Ieder hunner slagen trof zijnen man, en
zij hieuwen met, zulk geweld dat hunne
lansen en zwaarden aan stukken vlogen.
De grond was bedekt met dooden en ge
kwetsten de lucht, met nevel en stof over
trokken. weergalmde van het gekletter
der wapenen en van ijselijke jammerkre
ten.
De Vlitamsche prinsen en baauderhee-
ren vochten te voet aan het hoofd van hun
leger, en gaven overal voorbeelden van
moed en dapperheid. Een hunner veldhee-
ren, Gwijde van Namen, werd met onge-
meene woede hesprongenhet middenpunt
zijns legers en een deel van den linker
vleugel werden door de ridders overrom
peld en teruggeslagen tot de abdij van
Groeningen. Sommigen zijner strijders
vluchtten naar de rivier en verdronken,
terwijl anderen stadswaarts wilden keeren.
Op dat akelig oogenbliknam Gwijde zijne
toevlucht tot Onze-Lieve Vrouw van Groe-
ningeu en beloofde haar de overwinning
toe te schrijven, indien hij mocht zege
pralen. Terzelfder tijd kreeg hij hulp van
Boudewijn van Papenrode, die met eene
vervaarlijke knods gewapend, aan de zijde
des heeren van Renesse streed. Beiden
zien den nood van Gwijde, en gevolg van
een handvol Vlamingen, schieten zij toe,
hernieuwen het gevecht en slaan de Frau-
schen op de vlucht.
(Wordt vervolgd).
Er was gezegd geweest dat de postbu-
reelen bet fransch, engelsch, italiaansch
en luxenburgsch kopergeld mochten aan-
veerden. niet alleen in betaling, maar ook
ter uitwisseling.
Van verschillende kanten, vooral uit
buitengemeenten, wordt er ons nogtans
bericht dat vele personen zich te vergeefs
in de postbureelen hebben aangeboden
om hun kopergeld uit te wisselen. De be
dienden hadden er geene onderrichtingen
ontvangen, zoo zegden zij Van een ande
ren kant werd er beweerd dat de uitwisse
ling alleen inde groote postbureelen mocht
geschieden.
Het postbestuur zou wel doen eens dui
delijk aan te kondigen wat er vau de zaak
is. Er staan te groote belangen op het spel,
vooral voor de kleine neeringdoeners en de
werklieden op den buiten, om daar lang
mee te wachten.
In de Kamer had M. de Smedt-de Naey-
er, minister van financies, stellig beloofd
zich met de andere ministers te verstaan,
om niet alleen door de postbureelen, maar
ook door de gemeenteontvangers het
vreemd kopergeld te doen uitwisselen. Tot
nu toe hebben wij niet vernomen dat er
bevelen in dien zin gegeven zijn.
Heeft M. de Smedt-dc Naeyer die zaak
soms vergeten? Belofte maakt schuld,
mijnheer de minister, en het is niet vol
doende wetten te doen stemmen door de
Kamers, men moet ook maatregelen ne
men om ze te doen uitvoeren.
Het wordt meer dan tijd dat er eens ern
stig voor die zaak gezorgd words, want
binnen eene maand verliest het kopergeld
reeds 10 p. c. van zijne weerde.
2© JTJ3SIT.
In dato van 11 Juni 1.1. had het hoofd-
Komiteit, der Katholieke en Bewarende
Vereeniging van het arrondissement Aalst,
den volgenden omzendbrief gezonden aan
al de heeren Voorzitters der Katholieke
Kieskomiteiten
Mijnheer,
n Ingevolge Art. 7 der Standregelen van
7) de Katholieke en Bewarende Vereeni-
ging vau liet arrondissement Aalst,
hebben wij de eer u te verzoeken zoo-
n dra mogelijk de Katholieken Kiezers
n uwer gemeente te vereenigen ten einde
in volle vrijheid en bij geheime siemming
te doen over gaan tot de verkiezing van
de Afgeveerdigden uwer gemeente in
de KatholieKe Vereeniging van het
n Arrondissement Aalst.
Om aan dit verzoek te voldoen, was,
voor wat het kanton Ninove, betreft, een
tweede omzendbrief gezonden aan eenige
der bijzonderste leden van iedere gemeen
te, ten einde eene vergadering te beleggen
op 26 Juni 1.1. Het dagorde dezer vergade
ring luidde als volgt
In voege brengen der standregelen van
de Katholieke en Bewarende Vereeniging
van het arrondissement Aalst.
Deze vergadering was allerbelangrijk in
dezen zin Slechts 85 uitnoodigingen wa
ren uitgezonden, en 80 leden hebben be
antwoord aan den oproep.
Die uitslag mag aanzien worden als
schitterend.
Er werd besloten dat men overal, mbt
iever. de hand zou leggen aan het werk en
dat men, zonder uitstel, al de kiezers van
elke gemeente zou uitnoodigen op alge-
meene vergaderingen, ten einde over te
gaan tet de verkiezing van Afgeveerdigden,
waarvan het getal vastgesteld is in verhou
ding van eenen op 250 inwoners.
Heden zullen die kiezingen reeds plaats
hebben te Denderhautem en te Meerbeke.
BURGERLIJKE STAND.
Geboorten.
Mannelijk geslacht 9) j -
Vrouwelijk geslacht 6)
ÜVERLIJDENS.
Alf. Roggeman, man Caryn, handelaar,
41 i arenLeopoldstraat
Fr. Moyersoen, eigenaar, 66 jaren,over
leden te Erembodegem.
P. Schouppe, man Crispeels, rondleur
der, 44 jaren, overleden te Leuven.
A. Van der Spiegel, loodgieter, 19 ja
ren. Mijlbeke.
M. De Groot, vrouw Meert, zonder be
roep, 74 jaren, Vaart.
R. Podevyn, wed. Quintyn, zonder be-
11 JULI 1302.
Een tiental jaren geleden werd in Vlaan
deren het gedacht geuit een feest te doen
herleven, dat in vroegere eeuwen in geheel
het Vlaamsche land met groote geestdrift
gevierd werd en ten doel bad de vader
landsliefde en de vi ijheidzucht in de
Vlaamsche harten wakker te houden wij
bedoelen de gedachtenis van den Slag dei
Gulden Sporen. Die slag greep plaats in
1302, den 11 Juli.
Bannen tijd had ons vulk voor dehsnge
staatkunde der Fransche koningen en de
overmacht hunner legers moeten zwichten
zijne rechten waren miskend en zijne alou
de vrijheden geschonden; zijn rechtmatige
Graaf. Gwijde van Dampierre mot. drie zij
ner kinderen zat. in eene gevangenis van
Frankrijk opgesloten. De dag scheen niet
veraf, waarop ons volk bij de r ranse hen
zou ingelijfd worden, zijne taal, zijn be-
staan, zelfs zijn naam verliezen.
In die hagelijke omstandigheden traden
twee mannen op, door Gods oorziennig-
heid verwekt om het land voor algeheolen
ondergang te behoeden. Hunne namen zijn
Jan Brevdel en Pieter DeConino, beideu
van Bruggede eerste was een beenhou
wer de andere een wever. Door woord en
daad brachten zij het volk tegen don Zui-
der dwingeland, Filip den Scboone, in op
stand en wierven een leger van omtrent
20,000 man, dat naar Kortiïik toog om het
Fransche leger tegen te houden.
Wij zullen de Vlaamsche biggen in
den modder doen smoren en de zeugen ha
re borsten afsnijden had de Fransche
bevelhebber Robrecht van Artezië (of Ar-
tois), op de kinderen en moeders in Vlaan
deren doelend, gezegd. En wij, had
den de Vlamingen geantwoord, wij zullen
u laten zien wat vrije mannen vermogen,
die voor land en vrijheid strijden.
Het Fransche leger, dat voor Ivortrijk
lag. bestond uit 60,000 man, waaronder
men 10,000 uitgelezene ridders telde. De
Vlamingen waren slechts ten getalle van
20,000. Zij waren gewapend met lansen,
zwaarden en eiken kuodsen van ijzeren
punten voorzien, die zii schertsende Goe
dendags noemden. Onder hunne banieren
gerangschikt en koelbloedig op hunne wa
penen leunende, deden zij bun best om
vóórden strijd hunne biecht te spreken aan
priesters en monniken, die hunne landge-
nooten in groot getal gevolgd waren. De
veldoversten naderden tot de H. Tafel,
maar dewijl niet allen dit geluk konden
genieten, hief een priester het H. Sacra
ment omhoog; alsdan hunne begeerte wil
lende toonen om hetzelfde te ontvangen,
knielden allen eerbiedig neer en brachten
een weinig van dien dierbaren grond aan
hunne lippen, voor welken zij bereid him
laatsten druppel bloeds te vergieten.
Om zeven uren 's morgens werd de aan
val geblazen. Eene drom Fransche ridders
reut op de Vlamingen af. maar stort in ee
ne gracht, die hen van het Vlaamsche le
gerkamp scheidt: de paarden springen te
kort en staan beweegloos tot aan de knie
ën in het slijk. Onze boogschutters doen
eene hagelbui van pijlen op de ruiters re
genen en allen worden doorboord. Eene
tweede on eene derde drom volgen, en over
hunne lijken stappen de Fransche boog
schutters voort en schieten zulke menigte
pijlen, dat men er geen licht meer door
ziet. De Fransche baanderheeren zien met
spijt, dat men zonder hen den slag begon
nen heeft, en op hun verzoek geeft Ro
brecht van Artesië bevel tegen de Vlamin
gen op te rukken.
Dit gezegd hebbende, vatte hij de kling
der schuurdeur, waar hij meende gerucht
te hooren, en trad binnen. Hij zag er een
blozende welgemaakte boer, van twintig
jarigen ouderdom, die zich onledig hield
met kiekens te pluimen. Dit was '.'ene ver
rassing voor Bast.
Hoeveel poeldeniers zijn in Wettereu,
miju beste jongen? vroeg hij.
Één enkele, mijnheer, antwoordde de
jongeling beleefd rechtstaande en dit is
mijn vader. Wilt gij dat ik hem roepe.
Onnoodig... Zeg mij eens rechtuit is
hier geld in huis?
Geld? stamelde de boer, onthutst en
verwonderdwij bezitten niets dan wat wij
met ons handenarbeid verdieneu, dit is,
God dank, ons dagelijksch brood.
En die prachtige woning...
Is den eigendom van sieur Verschaf
feit, bij wien vader vele jaren boschwach
ter geweest is.
Drommels, dacht Schutter, ik wist
veel te weinig, om zoo maar met de deur
in huis te vallen en nochtans, vervolg
de bijzich tot den poeldenier wendende,
men bereidt op u lieden eenen verrader
lijken aanslag..
Doemnis! wie dat
Er is dan werkelijk geld in huis
Ach, neen, goede man. Edoch daar
ik in u een doorbraaf mensch zie, wil ik u
wel zeggen waarop men het gemunt heeft,
wanneer een aauslag beraamt wordt. En
de zoon van den ouden poeldenier vertelde
aan den nachtwaker alles wat wij reeds uit
den mond des rooverskapiteins vernamen.
Gelukkig voor u, ltamaraad, zei de
Aelstenaar, dat gij mij gevonden hebt, an
ders zoudt gij vergeten hebben, van uwe
reis naar Aelst terug te keeren... Men is
voornemens u op de Gentsche heirdebaan
uitte plunderen.
Wie is de vermetele, die zulks durft?
Blijf bedaard, vrienddenk liever dat
gij zelf de oorzaak geweest zijt, dat den
aanslag u voorbereid isimmers, gij moet
toch aan iemand verteld hebben, dat gij u
morgen nacht met geld op reis begeeft
Wees dus in 't vervolg voorzichtiger.
Geen nood. Een ezel valt geen twee
maal over denzelfden steen.
Gij begeert uwe aanvallers te kennen,
ik kan noch mag ze niet noemengenoeg
zij het u te weten dat gij morgen nacht on
gehinderd uwe reis naar Aelst zult voort
zetten.
Hoe moet ik dat verstaan
Ik bezit hun wachtwoord. Ik wil het
u kenbaar maken, als gij mij belooft het
geheim te houden.
Ik zweer het u plechtig.
Als de binders u aanvallen, roept ge:
Nood maakt Brooden er zal uniet het
minste leed geschieden.
Wees gedankt heer; en mag ik den
naam mijns redders niet kennen
Onverschillig.Ik heet Sebastiaan
Schutter.
Nogmaals dank; maar gij gaat niet
vertrekken alvorens vader gezien en eene
verversching genomen te hebben
Toch wel. Beloofdet gij mij daar niet
alles geheim te houden? Zeg aan vader en
vooral aan niemand, iets over onze onder
handeling.Nu keer ik terug naar Aelst,
waar men gewis over mijn lang wegblij
ven zal ongerust worden. Goeden dag!
De nachtwaker was reeds op de breede
heirdebaan.
Wanneer de bende gisteren avond in de
roep, 76 jaren, Boterstraat.
II. De Kegel, boekdrukkersgast, 18 ja
ren, Zoutstraatpoort.
4 kinderen onder de 7 jaren.
O (vellenbewer
kers). Voor verdere inlichtingen, zich
te bevragen ten bureele van dit blad.
Te koop voor fr. 300, een aandeel,
(gewoon) van fr. 600, der Union Tex
tile, Aalst. Offerten H L 24, Poste-
Restante, Luik.
Gedolven. In de afgeioopen week
heeft M. Renneboog, veearts-toezichter,
wederom eene beest doen delven, die aan
gedaan was van ontsteking der maag en
darmen.
Verbrijzeld. Donderdag in den val
avond kwamen langs de Lange Zoutstraat
twee poelden ierskarren met paard bespan
nen, gereden. De eene had zich aan den
eenen kant gezet, rechtover de woning
van M. Boneman, fabrikant in tabak.
Toen de tweede kar ging voorbijrijden,
verschrikte op eenmaal het peerd, met het
ongelukkig gevolg dat de eerste kar ach
teruit deinsde en met het achterspan te
recht kwam in de groote spiegelruit der
vitrien, welke gansch verbrijzeld is.
Diefstal. Vrijdag morgend kreeg M.
JMeert, herbergier, op het Esplanade
plein, het bezoek van een persoon die hem
een glas drank vroeg, voor hetwelk hij in
den kelder moest gaan. Gedurende de ee
nige oogenblikken dat hij den kerel moest
alleen laten, had deze de schuif openge
broken en er eene som geld van rond de
50 frank uitgenomen. Toen M. Meert te
rugkwam, was de schurk verdwenen.
Begin van brand. Een begin van
brand was maandag ontstaan in een der
werkmanshuizen der St-Jobsteeg. De pom
piers snelden ter plaats, doch bij hunne
aankomst was de brand reeds gebluscnt,
dank aan de heeren De Wolf, die met hun
bluschmaterieel vliegens op het dak za
ten. Den helft van 't stad was op den Gent-
schensteenweg 't hoopgeraspt en dat voor
eene arme pannenlat die vuur gezien had
Afgemaakt. Zaterdag, rond 9 uren
van deu morgend, kwam een boerenwerk
man met het paard zijns meesters, langs
de Lange Zoutstraat, toen op eens 't paard
eene geraaktheid kreeg en ten gronde viel;
onmiddelijk wierd den veearts M. Adolf
Renneboog ter plaats geroepen, die, na
het eene bloedlating gegeven te hebben,
zegde dat het best ware het dier af te ma
ken. Toen het recht kwam,bestatigde mf>n
dat het niet meer voort kou en alsdan
heeft men het dier op eene kar geladen en
naar het slachthuis gevoerd.
Verdronken. Zondag rond 5 namid
dag, was de genaamde Van den Spiegel
Alfred, oud 19 jaren, gaan zwemmen in
den Dender, rechtover de bleekerij van
M. Cumont. Hij was met zijne holleblok-
den aan en haa nauwelijks geëten. Pas
was hij in 't water of hij kreeg de kramp
en zonk onmiddelijk. Het is maar na on
geveer 25 minuten zoekens dat men zijn
lijk heeft kunnen ophalen. Van deu Spie
gel was de eenige broodwinner van eene
weduwe met nog vijf kiuders.
Onze Kermisfeesten zijn opperbest
afgeioopen. Het Vuurwerk, verleden Zon-
drg op net Statieplein afgestoken, had ee
ne groote menigte volk uitgelokt, en viel
Lange Ridderstraat gescheiden was, tra
den Lange Pepin en Zwarte Broos arm in
arm huiswaarts; Broos, in beschonken
toestand, neuriede een straatliedje, Pepin
dacht op het gebeurde; hij vroeg den
Zwarten waar Nest en Nard moesten wer
ken, en de dronkaard zei alles wat men
wilde. Nu wist de wraakgierige Pepin ge
noeg; de woede belette hem verder te
spreken, en zijne handen jeukten hem om
den lallenden dronkebroêr, aan zijne zijde,
eene duchtige rasseling te geven. Dan, hij
bedacht zich en liet den metser in de klei
ne woonst strompelen, die nooit gesloten
werd, waar hij als een levenlooze vleesch-
massa, op den vloer viel.
Pepin aanzag den dierlijken kerel met
duivelschen grimlach, en grijnsde
...Uitschot der samenleving! prooi,
waarop scherprechter en beul loertEn
zoo zijn al de anderen
Een nog schitterender vuur glom in de
oogen des binders. AhBurger Dorus,
gij kent mij nog niet welbrulde hij ik,
ik haat u diep, heviger dan ik het zeggen
kan Pepin verdween in zijue woning.
Wordt voortgezet.