BERICHT
De Prijsdeelingen.
Een en ander.
I)e gewaarwordingen
eens drenk el ings.
vaardigden van de werkliedenverenigin
gen van 't arrondissement Charleroi verte
genwoordigende 16.280 leden zijn zondag
vergaderd geweest.
Na het kiesprogramma dat besproken
en gestemd werd ging men over tot de sa
menstelling van het bestuur der Federatie
met den lieer Levie als voorzitter.
De kwestie van verstandhouding niet de
katholieke burgersvereeniging met het oog
op de kiezing werd verder besproken.
Maandag waren de besturen van beide
vereenigingen reeds bijeen en Le Pays
Wallon verhoopt eeneu zeer goeden uit
slag.
BRUSSEL. Er is geen doen meer
aande aibreuk tusschen de socialisten en
de doctrinairen is een besliste zaak.
De progressisten komen onderhandelen
nog eens met de doctrinairen maandag
aanstaande.
Dinsdag zal men bepaald weten hoe het
kiesterrein te Brussel is.
MECHELEN. De liberale kiesver-
eeniging van Mechelen heeft besloten den
strijd aan te gaan.
ZÏNNIK. Zijn als kandidaten voor
de Kamer uitgeroepen: MM. Lodewijk
Bert rand, opsteller van Le Ptuple, en
Mansart. De derde kandidaat zal een pro
gressist zijn.
MARCHE. De liberalen stellen de
volgende kandidaten voor: SenaatM.no
taris Sadot. Kamer: M. Mersman.
BASTENAKEN. Liberale kandi
daat voor den Senaat: M. Deamme.
Wij hebben over eenige weken gemeld
dat een soldaat, die voor den krijgsraad
van Braband verscheen, veroordeeld werd
ot 6 maanden gevangenis, omdat hij met
-en steen naar den krijgsauditeur had ge
worpen.
Vooruit zegt op die veroordeeliugzoo
.eert men de volksjongens het vaderland
minnen.
Mis Vooruit! Het Vaderland komt hier
niet te pas. Zoo leert men eenvoudig de
oproerige soldaten dat zij hunne overhe
den moeten eerbiedigen, en geen geweld
daden plegen.
De minister van oorlog heeft besloten
dat de school der soldatenkinderen onzer
stad in de eerste helft van augusti in twee
detachementen de tentoonstelling van
Antwerpen zal gaan bezoeken.
Z. H. Leo XIII heeft aan Mgr Goossens
kardinaal-aartsbisschop van Mechelen,
een brief van gelukwenscliing gestuurd ter
gelegenheid der 50" verjaring van de
stichting van het belgisch collegie te Ro
me.
BravoVijf honderd briefdragers
zullen binnen kort verhooging van jaar
wedde bekomen, zeggen de bladen die in
het ministerie hunne inlichtingen ontvan
gen.
Mgr Jacobs betert goed. In het
begin van de aanstaande week zal Mgr van
het gasthuis naai- zijne woning worden
overgebracht. Donderdag laatst is de eer
biedwaardige priester voor den eersten
keer sedert het ongeluk kunnen opstaan.
Het stof. Niets is gevaarlijker dan
het stof voor de werklieden, 'tls een ver
gif dat langzaam dood.
Zoo zijn or op 100 metaalpolijsters 60
die aan den korten adem lijden. Dezelfde
evenredigheid wordt niet ouder dan 40
jaar. In andere landen, waar luchttrekkers
zijn, is de middelmatige levensduur 50 j.
in plaats van 35 tot 45 jaar, als er geen
luchttrekkers zijn.
Op 136 steenkappers zijn er 13 of 8 1/2
op honderd, die de tering krijgen.
Op 100 steendrukkers zijn er 48o/°van
de ziekten, die van het stof der steenen
voortkomen.
Op 100 draaiers van hoornen, beende
ren en paarlemoer waren er volgens Hint
15 a 16 teringlijders.
Op 100 zieke schrijnwerkers, 25 zijn
aangetast door borstziekten, waaronder 14
a 15 °/0 van de tering. 40 a 44 op 100
stierven ten gevolge van de tering.
De oorzaak is aan de stof van het hout
te wijten.
Reeds in 1836 heeft men gewezen op de
nootlottige gevolgen van het stof van het
katoen, vlas, enz.
Volgens een geneesheer eener katoen
spinnerij zijn er 's jaars 20 zieken op 100
Averklicden. 15% zijn longziekten; 6,4
ontstekingen der luchtpijpen; 4,7 long
ontstekingen; 2,1 zinkingen en l,8terin-
geu.
Voor het vlas lijden de werklieden
meest aan oogziekte en longen.
Volgens Popper zijn er 74 werklie
den ziek in de spinnerijen en 85 kam-
raers of hekelaars door borstkwalen aan
gedaan.
Wol en paardenhaar zijn even gevaar
lijk, vooral die stoffen welke van over zee
komen. Ziehier de evenredigheid op 100
werklieden
Borstelmakers 96zadelmakers 68ta
pijtsiers; hoedenmakers 65,5: bontwer
kers 68.
De borstelmakers lijden vooral aan te
ring. Het stof van zwijnenhaar is hoogst
schadelijk. Er zijn 96 zieken op honderd,
die aan borstziekten lijden.
Maatregelen moeten genomen worden
in het belang der werklieden om de werk
plaatsen en fabrieken goed te verluchten.
De Vrijmetselarij. Weet men hoe
machtig de Vrijmetselarij is?
In 1880 waren er 135.065 logiën. In 12
jaar zijn zij met 4.320 vermeerderd. Het
getal raoortelbroêrs vergrootte met 533.
140.
In Europa zijn 7.966.448 vrijmetse
laars; inde Vereenigde Staten 5.805.320;
in Canada en de Zuid-Amerikaansche re
publieken, 4.581.238; in Azië en Oceanië,
695.955; in Africa, 87.882; in Cuba en
Porto-Rico, 19.727.
Er zouden dus in de wereld 21.861.784
vrijmetselaars zijn.
De verzekering tegen den ouder
dom. M. Beehaux, een fransche staat
huishoudkundige, beweert dat een arbei
der die van 14 tot 50jarigen ouderdom in
de fabrieken van Rijsel, Roebaais, Tour-
konje, Armentiers en Founnies gewerkt
heeft, versleten is, ten ware hij buitenge
woon sterk van gestel is. 36 Fabriekleden
hebben er eenen afgebeulden en dikwijls
Yersleten werkman van gemaakt.
Ja, onze machienen verslinden niet al
leen kolen, maar ook menschenlevens.
Het is dus noodig dat men alle werk
lieden een pensioen verleene, niet enkel
wanneer zij oud van jaren maar ook wan
neer zij oud van werken zijn.
deelen... Zooals gij allen weet, verliet ik
gansch alleen onze vergaderplaats, en dan
de baan naar Lede inslaan en stilhouden
▼oor de woning der weduwe Stuyvers, dat
was zeer gemakkelijk.Na een oogenblik
rustens, sloop ik omzichtig uaar den acb-
terleist des huizes, deed den grendel der
achterdeur springen en meende binnen te
treden. Maar al met eens hoor ik vreemd
gerucht op den zolder; ik luisterde aan
dachtig en weldra had ik de overtuiging
dat er onraad was. Ik draalde niet lang
om terug te keeren vanwaar ik gekomen
was en dat wel juist bijtijds, waut nu
kwam er eene sterke mauuenwacht, met
een gedruisch van al de duivels, de trap
pen afgedonderd, die mij op de hielen zet
te zij waren gewapend met oude gewee-
ren, waaraan wellicht den haan ontbrak,
niaar welke anders nog uitmuntenden
dienst konden doende kerels waren in
getalsterkte bekwaam om gansch ons ge
zelschap gevangelijk binnen Aelst te bren
gen. Ik geraakte op wondere wijze uit
hunne handen en bevond mij terug op de
Gcntschebaan, maar daar bemerkte ik
een knaap, die, als een pijl uit den boog,
stad^waarts stoofik vatte kwade vermoe
dens, greep den bengel bij de schouders,
en stond op het punt hem den kop in te
slaan, wanneer hij zich plotselings omwen
de en angstig riep, zooveel hij konNood
maakt BroodDit hoorende, stond ik als
van den bliksem getroffenik was beslui
teloos den knaap blijven aanstaren, maar
daar l iep mij gerucht iu het kreupelhout
uit mijne gepeinzen opmijne vervolgers
waren daar, en de klopjacht herbegon
ik zag naar niets meer om, maar nam de
wijk naar de binnenwegeltjes, welke ik
goed ken, waar ik mijn zeiven en tevens
de onvermoeibare boeren van Erpe, harte
lijk geluk wenschte. Tot hier geraken,
was slechts kinderspel, in vergelijking van
hetgene kwam voor te vallen. Zooals gij
ziet, kamaraden, was het niet mijne schuld
dat den aanslag mislukte, verre vandaar!
Hadde er niemand geweest, die vrouw
Stuyvers verwittigd en haar het wacht
woord gegeven heeft, dan was het welge-
lukken mijner onderneming verzekerd ge
weest!... Ah! Pepin, Pepiu, waarom kau
ik u geene dubbele dood doeu sterven 1
Kreteu vau wraak en gemompel van
Aangekomen te Antwerpen per stoom
schip Rhynland van New-York en
bestemd voor Aalst, aan order
J. I. M. i/5o 50 Balen Katoen.
C. H. S.
op 18 Juni uit New-Orleans afgezon
den door den heer C. H. Schaeffer.
De drager van het cognonement wordt
verzocht zich te doen kennen aan
VON DER BECKE MARSILY,
Red Star Line,
Donderdag 11., hebben wij de prijsuit-
dceling bijgewoond aan de leerlingen van
het Bisschoppelijk Collegie van S.-Marti-
nus. Een groot aantal familiën en eerw.
heeren Geestelijken woonden de plechtig-
i beid bijoud studenten en vele burgers
vervulden de schoone feestzaal van het
zoo bloeiend Gesticht en geen wonder, het
was ;il geweten dat er heden iets zou opge
voerd worden dat waarlijk aantrekkelijk
cu zie as waardig is. namelijkHoe Philip
Van Artevelde hoofdman van Gent werd en
den vooravond der Brugsche Metten.
Verhaasten wij ons te zeggen dat ieder
een iu zijne verwachting overtroffen is ge
weest en er de jonge tooneelspelqrs geene
toejuichingen hebben ontbroken... Alle
rols, en inzonderheid deze van Jan Brey-
del en Philip Van Artevelde, werden goed
vertolkt en muntten uit in zuivere uit
spraak en gepaste gebaren.
De kooren, waaronder een zeer schoone
van Schumann, zijn allerbest gezongen en
strekken tot eere van den Eerw. lieer pro-
lessor, die de zoo moeielijke taak, van het
aanleeren op zich nam.
Kortom, het Siut-Martens gesticht, is
zijne goede faam ten volle waardig geble
venandermaal heeft het een bewijs van
zijne liefde gegeven tot onze Vaderlandscke
vlaamsche Helden, tot de luisterrijke bla
den der Vlaamsche Beweging, die het in
de harten zijner leerlingen weet te grieven
en alzoo dapper meewerkt aan bet, volma
ken van Vlaandercns onverbasterde zo
nen.
Wij sturen eerw. professors en leerlin
gen een hartelijke Proficiat toe met hunne
loffelijke doenwijze en wenschen liuu een
genoeglijke eu verzettelijke vacantie!
Morgen, maandag, heeft de plechtige
prijsuitdeeling plaats van de school der
Eerw. heeren Broeders, in de groote zaal
van den Kath. Werkmanskring. Men
zal onder andere opvoeren, het groot en
schoon dramaDe valsche Burckacrt, eene
gebeurtenis uit de Middeleeuwen. Wij
kennen dit stuk en zullen ons morgen over
tuigen, of de leerlingen, evenals verleden
jaar, zich op dezelfde schitterende wijze
uit den slag zullen trekken't was oprecht
jammer moest het prachtig historisch dra
ma door onbevoegde tooneelspelers zijne
waarde doen iu twijfel trekken. Wij ver
hopen nochtans vast het tegendeel er zul
len de naaste week laten hooren, wat de
school onzer Eerw. heeren Broeders gele
verd heeft.
In het St-Aloysius-Gesticht te Gyse-
ghem is het drama Afrika door de Congo-
leezen opgevoerd.
goedkeuring stegen uit de roovers op.
Gezellen, hervatte Ernest Lat, mij
ne avonturen zijn niet ten einde. Toen ik
mij over eenige oogenblikken in het Sint-
Antheunis bevond, bemerkte ik mij ach
tervolgd... Van wie?... Van Sebastiaan
Schutter, de hannekenuitZijne oogen
schoten vlammen en schenen mij te vra
gen: Wat komt gij hier op dit uur doen
't Is reeds de tweede maal, dat wij elkaar
op ontijdig uur in het gemoet komen de
schurk is overal, ziet alles, weet alles
Ik zou durven wedden dat hij het is, die
de weduwe Stuyvers verwittigd heeft
Dat is niet mogelijk, meende Roels,
of ten ware de nachtwaker met den duivel
omging, maar dat geloof ik uiet, want
verleden zondag droeg hij in de kerk der
Sterheeren, in de kruisprocessie, een
flambeeuw, dat heb ik gezien... 'k stond
erbij... ik droeg ook een flambeeuw...
Wel mogelijkzei de Burger; Schut
ter is slim, zeer slim, meer zeg ik van hem
uiet, maar bij de eerste de beste gelegen
heid, blaas ik hem die slimmigheid wel
uit den geKromden rug
Gij overlast u meer om meer, lachte
Wat iemand iu het grootste levens ge
vaar en iu het aangezicht van den dood ge
voelt, kunnen natuurlijk slechts weinigen
vertellen. Allen die dit doorstaanJiebben,
stemmen daarin overeen, dat zij in die
korte tijdruimte zonderlinge gewaarwor
dingen, maar geen schrik of angst gevoeld
hebben.
Wat er in een drenkeling omgaat, heeft
eene zekere E. A. Hartley zelf ondervon
den, en daar geeft hij eene beschrijving
van, ongeveer op de volgende wijze
Hartley baadde met eenige makkers in
de Ohio, op eene plek, waar de rivier
meer dan vier meters diep was. Als flinke
duikers vermaakten zij zich met van den
bodem der rivier kiezelsteenen op te ra
pen.
Hartley was gedoken en bleef, om zoo
veel mogelijk steenen te verzamelen, zoo
lang beneden, totdat hij, om adem te ha
len^ wel genoodzaakt was weer op te rij
zen.
Nauwelijks-nog een halven meter onder
het watervlak kreeg hij een geweldigen
stoot tusschen de schouderbladen zijn
vriend had zich met het hoofd voorover
iu het water gestort en kwam op Hartley
neer.
Onder dien stoot moest hij de weinige
lucht die hij nog in de longen had, laten
varen, begon te stikken, en door den zwa
ren stoot zonk hij weer op den bodem,
waar hij lang uitgestrekt bleef liggen.
Nu geraakte hij in een toestand van
halve bewusteloosheidhij zag zijue ou
ders, al zijne vrienden weenen om zich
heen. Alle gebeurtenissen uit zijn leveu
kwamen hem iu volgreeks langzaam voor
den geest, goede en slechte daden en zelfs
de onverschilligste dingen. Hij herinnerde
zich met de grootste duidelijkheid de ge
ringste voorvallen, van den tijd af toen hij
nog als een kleine jongen schoolging; hij
gevoelde berouw over zyne zonden en
sprak zijne biecht aan God.
Niettemin, schrijft hij wist ik vol
komen, dat ik aan het verdrinken wasik
dacht zelfs, daar is niet raars in. Ik dacht
er over of men mijn lijk zou vinden on ik
huiverde bij het denkbeeld, dat het mis
schien nooit gevonden zou worden. Ik be
proefde er ook nog over 11a te denken of
mijn makker iets vermoedde van het on
geluk, dat hij onvrijwillig over mij gé
bracht had, en of hij pogingen tot mijne
redding zou doen. Toen stelde ik mij mij
ne begravenis voor. Ik hoorde de aarde op
mijn lijkkist ploffen, en ten slotte hoorde
ik, dat moeders mijn dood tot waarscuwing
aan hare kinders vertelden.
Toen klonk er een geluid als klokge
lui in mijn oorenmaar zonderlinge figu
ren, in alle kleuren van den regenboog,
trokken mijne oogen voorbijmaar van
angst of treurigheid gevoelde ik geen
zweem.
Eindelijk werd alles hoe langer hoe
meer verwardeen onbeschrijfelijk welbe
haaglijk gevoel overviel Hartley en ook de
temparatuur, waarin hij meende zich te
bevinden was nog te koud noch te warm.
Toen had hij een gevoel, alsof hij van
de aarde werd opgeheven en in het lucht
ruim hoe langer hoe hooger zweefde, tot
dat hij de wereld nog slechts nevelachtig
aan zijn voeten zag.
Op dit oogenblik was hij den dood zoo
dicht mogelijk nabij, want daarna gevoel
de hij niets meer, totdat hij op de graszo
den, onder de pogingen van zijn vriend,
om de levensgeesten weer in hem op te
wekken tot het bewustzijn kwam.
Slechts weinige minuten waren sedert
den stoot verloopen, en toch had Hartley
in dat korte tijdbestek met onbegrijpelijke
duidelijkheid zijn geheele leven nog eens
doorleefd.
Jaak Spiegeleersteken er nu nog geen
muizeunesteu genoeg iu uw hoofd
Ali, gij lacht, sprak de laaggezonken
schurk met duivelschen grimlachge lacht
op het oogenblik dat ouzen ondergang, on
ze vernieling nakende is! Ik, ik zie in mijn
verwarden geest toch duidelijk het scha
vot opgetimmerd, eu wie klimt de trap
pen op Gij, Broocellendige schurk; gij,
Spiegeleer, gewezen Commandant der
Nachtwacht; gij, Lat, onverbeterlijke lui
aard; gij, Roels, die zondag m de boetpro
cessie der Paters-Wilhemieten een pond
was droegt... en ik...?
Ja, gij...? waagde de nieuwsgierige
herbergier te vragen
Ik Ik niet
En een schetterende lach, die klonk als
een trompetgeschal, sloeg de roovers met
onbekende angst en ontzetting.
Wordt voortgezet.