Een nieuwe tijd
breekt aan
Het lioskje van Mie enJel
kort na de bevrijding
Een belangrijks rede
van Chnrcliil
EN OMSTREKEN
Het Programma
van de Regeering
Pierlala
stek zichzelf voor
Postverkeer in Belgie.
Verschijnt voorloopig den Donderdag en Zondag van iedere week.
Nummer 2.
Prijs
Eerste Jaargang 1944.
Fr. het nummer.
Donderdag 5 October 1944
BUREELEN:
Kerkstraat, 9, AALST,
Een nieuwe tijd gaat beginnen, die een tijd moet zijn van
sociale vooruitgang, van moreele heroplevering, van nationale
tucht en van economische heropleving
Dit waren de woorden waarmede Baron Moyersoen zijn korte
aanspraak op Donderdag 7 Sept. op de Groote Markt besloot.
Een nieuive tijd gaat beginnen De oorlog mag niet een
eenvoudige parenthese zijn na dewelke alles op zijn oude
plooien moet herbeginnen met dezelfde ellendige partijtwisten
van vroeger, met dezelfde lakscheid in het bestuur, met dezelfde
algemeene ontwaarding van het nationaal leven. Diegenen die
meenen dat het volk daar nog mee gediend is vergissen zich.
Het volk en vooral de jeugd vraagt een nieuwe politieke
orienteering, die beslist het nationaal belang, de nationale samen-
hoorigheid, de nationale fierheid op den voorgrond brengt.
Geen klassenstrijd, maar samenwerking van kapitaal en arbeid.
Het levenslot van den arbeider moet verzekerd zijn, door de veral
gemeening der sociale verzekeringen.
Arbeid voor iedereen. Arbeid is niet alleen een recht maar een
plicht. De Staat moet er voor zorgen dat iedereen zich van
deze plicht kan kwijten. Eerbied voor de ziel van den arbei
der Hij heeft een gevoelsleven, een zielsleven die recht hebben op
eerbied en bescherming. De fabriek mag niet langer een plaats
van verderf zijn, zooals te dikwijls gebeurd is.
De arbeider heeft ook een gezin, en heeft recht op familiegeluk.
De gehuwde vrouw buiten de fabriek. - Daarom is het noodig
dat de mans genoeg winnen om voor vrouw en kinderen den
kost te verdienen.
X\reg met de algemeene demoralisatie van vroeger. Ons
volk moet zich herpakken. Het idee van plicht moet terug in
eer gesteld. De ondermijners van het zedelijk gevoel, moeten
onverbiddelijk geweerd worden.
Aan het hoofd van onze besturen moeten mcnschen staan die
bekwaam zijn en verantwoordelijkheidsbesef hebben en die
ziliver staan. Wij hebben gezien wat wij er aan hadden
aan die zoogezegde populaire menschen, die bij het eerste
gevaar gaan vluchten of die terugdeinzen voor maatregelen die
het echte volksbelang eischen.
Indien men het prestige van de openbare ambten en van de
politieke mandaten wil herstellen dan moet men eerst en vooral
eischen bekwaamheid en waardigheid.
Ons volk heeft zijne vrijheid herwonnen, niet echter om te
vervallen in de anarchie, in het rijk van de zelfzucht en van de
bandelposheid maar wel om in volle vrijheid zich zelf-tucht
op te leggen en door de samentrekking van alle krachten het
nationaal welzijn te bevorderen. De nieuwe tijd moet een tijd
zijn van nationale tucht,,.
De nationale geest moet bij ons volk ontwikkeld worden. Het
geen aan de zoogenaamde nationalisten het meest heeft ont
broken, het is echte nationale geest zij hebben met de verdruk
kers van hun volk geheuldr zij hebben tegen het rechtvaardig
heidsgevoel in van hun volk de Duitsche aanval en de Duitsche
politiek willen goedpraten zij hebben zich afgezonderd omdat
zij in werkelijkheid zich lieten leiden niet door hunne liefde maar
door hunne haat.
Nationaal gevoel veronderstelt innig samenleven met het volk,
met zijn taal, met zijn kuituur. Nationaal gevoel veronderstelt
eerbied voor den Vorst, voor het gezag van den staat, voor
het volksverleden, voor al wat de grootheid van een volk
uitdrukt.
Geen nationaal gevoel in Belgie zonder echte gelijkheid van beide
volksdeelen, maar ook niet zonder een verscherpt bewustzijn van
wat de twee volksdeelen verbindt in 't verleden, in het heden en
in de toekomst.
België heeft een eenige kans om zich terug te vestigen in de
liefde van al zijne kinderen.
Aan het werk l In de regeering mag men niet vergeten dat
het nog oorlog is. Ons land moet onmiddellijk, economisch
hersteld worden. Er is brood en arbeid noodig.
Alle krachten moeten op dit doel samengetrokken worden.
Daarom is er rust en wettelijkheid noodig. Ons volk zal zijne
beproevingen overwinnen, omdat het een werkzaam volk is,
ons land zal zijne wonden genezen door de gezonde levenswil
van zijne bewoners.
Een nieuwe tijd gaat beginnen. Dat alle Belgen zich scharen
rond den Vorst en de Regeering om eendrachtig een betere
toekomst te bewerken.
De Kamer van Volksvertegenwoordi
gers kwam Dinsdagochtend bijeen:, on
der voorzitterschap van den, h. Van Cau-
welaert, om kennis te nemen van de re-
geeringsverklaring.
De h. PIERLOT, Eerste-Minister,
van op het spreekgestoelte, las de vol
gende verklaring.
NATIONALE EENDRACHT ONS
AANDEEL IN DEN OORLOG
SNELLE EN RECHTVAARDIGE BE
STRAFFING VAN DE MISDRIJVEN
TEGEN HET VADERLAND
NAAR BEVOORRADING TEGEN
BILLIJKE PRIJZEN HET HER
STEL VAN HET MAATSCHAPPE.
LIJK LEVEN.
.JOH
BROOD EN WERK
dat vraagt het volk.
Wie aan partij politiek doet
en het volk opruit
brengt nog geen boter
op den boterham!
Duurbare Aalstenaars;
Velen van de ouderjen onder U kennen
me voorzeker, doch voor de jonge gene
ratie van de ajuinen-stad ben ik een on
bekende. Ik wil niet zoo onbeleefd zijn
tot U te komen spreken bij monde «De
Gazet van Aalst» zonder me voor te
stellen en daar me niemand anders voor
stelt doe ik het zelf
Ik ben de volksheld van het Aalster-
sche, 'k was reeds driemaal dood gezegd
stond steeds uit mijn graf op.
Toen ik voor de derde maal verrezen
was ten tijde van den slag van Water
loo heb ik mijn vierde verrijzenis in
't volgende gedicht voorspeld
Want wie mag er zich ooit roemen,
Van dry mael te weder koemen
Het is Pierlala alleen,
Buyten my en vint m'er geen.
'k Ben met groot geluk geboren,
Ja, een zoontje uytverkoren.
En al ist dat ik nog sterf,
Ik verschyne ander werf.
Het is nu ruim honderd jaren dat ik
weer in mijn graf ben gedaald en wat
ik bij mijn derde verrijz,en aan de Aals
tenaars heb gezegd om hun het doel van
mijn wederkomen te verkonden wil ik
hen bij dit verrijzen terug herhalen
Is het niet een grootste wonder
Weer te komen van hieronder
Te verschynen voor den dag
Daar ik lang verborgen lag
'k Heb verkregen veele gaeven,
Sedert dat ik ben begraeven
'k Weet eenieder zynen staet,
'k Weet hoe dat het t' Aelst nu gaet.
'k Weet he nieuws van alle tijden;
Ik ken' Aelst van alle zyden;
'k Weet de g'heimen van de stad;
'k Ben in alles slim en plat.
Ik en wil' hier niemand schellen,
Oft hem in zyn eere kwellen
Maer ik spreke in 't gemeyn
Van d,en ganschen weerelds tryn.
Peyst iemand gekwetst te wezen
Van my, Pierlala, verrezen,
'k Zeg het eens ,en andermael:
Dat het is een grootste kwael.
Let dan wel en wilt my hooren,
Maer en wilt u geenzins stooren
Die met t scherft niet is besmet,
Laet het krabben onverlet.
't Is gemeyn van alle menschen,
Van naer nieuws te willen wenschen;
'k Ben daerom zeer toegedaen
Om de stad eens rond te gaen.
Geliefde Aalstenaars ge zult dan van
tijd tot tijd hooren. Van mijn weder
varen op dees ronde in dp stad zal ik
U vertellen, wees gerust, niet in de taal
van honderd jaar geleden. U k.ent nu
mijzelf en het doel van mijn verrijzenis.
Tot binnen kort en dan vertel ik gehei
men, want
Ik ,en kan ook niemand sparen;
Het is 't zelfde van welk jaren;
Als ik iemand zie misdoen,
Val ik uit met goed fatsoen I
Mie, met een belgisch vlagje op haar
borst geprikt, staat aan haar deur. Met
welgenoegen kijkt ze de voorbijtrekken
de engelsche troepen aan en doet niets
anders dan wuiven en roepen «Welco
me». Jef, eveneens bevlagd, springt
de straat over naar Mie toe.
Wat zegt gij er nu af, Mie, wij
hebben er zoolang op gewacht.
En nu zijn ze daar, niet waar, ik
ben zoo blij dat ik met mijn oude bee-
nen nog aan het dans,en gegaan ben.
Maar, kom binnen, Jef, wij gaan er
eenen op pakken en ons dagelijksch
praatje voortzetten.
Jef schuift voorzichtig de gang. bin
nen en nestelt zich gezellig achter de
Leuvensche kachel, zijn gewoon hoekje,
terwijl Mie met een druppel en een dam
pende tas goede koffie komt aange
draafd.
De mannen van het O. F. hebben,
er al wat gehaald, hein Mie, ze doen toch
schoon werk, die kerels.
Ja, Jef, ze doen dat goed, maar
ze gaan er nog al van door, vind ik, een
en denzelfden persoon zijn ze wel z,es keer
komen halen, en ze slaan er op, dat ver
dienen sommige wel, ze hebben dat ook
gedaan. Maar de Belgische radio in Lon
den heeft toch gezegd dan alles moest
met manieren gebeuren en volgens de be
staande wetl,en, dat wij moesten toonen
dat wij heel wat meer beschaving hebben
dan de Duitschers en hun aanhang.
Ja maar, zie Mie, dat komt van
de opwinding en de ophitsing van h,et
volk. Dat komt wel op zijn plooi, dat
vraagt nu wat tijd, vooraleer dat dat
allemaal zoo juist geregeld is tot in de
puntjes.
En 'k heb gehoord dat ze al heel
wat huiz,en van de grootste verraders
kapot geslagen hebben en geplunderd.
Ze hebben ook wat dat ze gezocht heb
ben, ze hebben h,et nu vier jaar goed
gehad en nu is hun liedeke geschuifeld.
Ja, Mie, ik ben A gaan naar zier
uit nieuwsgierigheid, eni ik was er blij
om, maar als ik zag wat soort daar mei
alles ging loopen, dat waren geen men
schem van de O. F., toch niet van die
gene die er bij waren als het nog ge
vaarlijk was. Ik heb gezegd «Een bende
losgelaten dieven».
Dat zal wel de grootste hoop zijn,
Jef. Ik heb hooren zeggen dat er nu
Zondag al eene met zijn gevonde mar-
chandise naar Brussel getrokken is naar
de Vossenmarkt, hij wil er hem ook aan
rijk maken aan gestolen go,ed.
Ehwel, M.ie, ze moesten dat tegen
gaan, dat is tegen de richtlijnen in var
de Belgische r.egeering te Londen. Dat ze
die huizen bezetten, heel goed, dat ze al
les aanslaan, heel goed, maar waarom
dat baldadig gaan vernietigen of later
stelen door het gepeupel
Die mannen moeten gestraft wor
den, maar dat ze dat aan het gerech'
over laten, dat is er voor en dat heef.
.er verstand van. Zoo zegt het toch ook
onze regeering van Londen, hein, Jef.
Genoeglijk proeft Jef zijn laatste teu;-
koffie en loopt weg. «'k Ben weg, Mie,
want mijn patatten staan op en ze zou
den kunnen overkoken, tot morgen,
hein, of na den noen. Dag Mie.»
Jan Van De Straat.
BERICHT
Brieven van één bladzijde alsmed
Postkaarden, die uitsluitend handjelei
over familiezaken, mogen verzon d.er
worden door gansch het land .behalvt
voor de provincies Luik, Luxemburg er
Limburg alsmede een gedeelte der pro
vincie Antwerpen (Mechelen en omge
ving is toegelaten).
De zendingen moeten den naam ei
het adres van den afzender dragen en d<
gebruikte taal vermelden.
Dagbladen en tijd schrift,en moger
eveneens verzonden worden in dezelfde
voorwaarden.
Voor de Provincies Luik. Luxemburr
.en Limburg alsmede een gedeelte dei
Provincie Antwerpen, dat niet tot der
sector Mechelen behoort, mogen alleen
lijk dienstbrieven verzonden worden.
Het is in deze dagen van ophitsing
dat men de ware leiders erkend
zij zijn niet bang, en durven
de wanorde trotseeren om de
wettelijkheid te doen triomfeeren
'nt Mi.ilütü—IM
Met enkele maanden tusschenpoos
houdt de Engelsche Premier er aan, in
een uitvoerige rede voor het Lagerhuis
af ,en toe een overzicht van den toe
stand te geven. Zulk een rede van
Churchill Is nooit een oefening in
mooi- en hard praten, maar eerder e.en
rustige rondblik, een vertrouwelijke
commentaar, een bilan van het voor
bije m,et actief en passief en een blik
in de to.ekomst.
DE TOESTAND IN HET WESTEN
Churchill begon zijn rede, die juist
1,43 uur duurde met een verslag over
den toestand in West-Europa.
In zoowat zeven weken tijds werd
Frankrijk, België en een d,eel van Hol
land, |na vierjarige onderdnakking
weer bevrijd. De Duitschers werden tot
aan en op sommige punt/en over hun
fameuze Siegfried lijn van 1939 terug
geworpen.
Deze verbazende snelle opmarsch is
te danken aan onze gelukkige invasie en
aan den historischen veldslag in Nor-
mandië, het beslissend moment van
heel den oorlog.
De landing zelf was een reusachtige
onderneming op 24 uur lijd kwam er
1/4 miljoen man aan land, na twintig
dagen waren, er I miljoen. Nu staan 2
a 3 miljoen geallieerde soldaten op het
continent; in een verhouding van 3
Amerikanen, voor 2 Britten. Miljoenen
ton modern materiaal werd aan land
gebracht. Britsche verliezen totnogtoe
90.000 dooden, gewonden en vermisten
voor de Amerikanen is dit getal 1 45.000.
In verhouding zijn de verliezen dus
haast gelijk.
De landing onzer parachutisten rond
Eindhoven, Nijmegem en Arnhem was
een gedurfde onderneming, die met één
ruk onze troepen weer vlak vóór d.e Duit
sche grenzen bracht. Het offer onzer 1 e
divisie was niet tevergeefs want de groote
brug over de Waal is nu vast in onze
handen.
DE LAATSTE FAZE
VAN DEN OORLOG
is nu aangebroken't beleg van Duitsch-
lan.d zelf. Ik heb nooit profeet willen
spelen betreffende het einde van den oor
log. Deskundigen beweren dat het dit
jaar nog kan gebeuren, maar we hou
den er rekening mee, dat de weerstand
der fanatieke nazi's nog langer kan aan-
sleepen, ja, dat deze desperados hun
eigen land, in wouden en b.ergen, nog
langen tijd kunnen onveilig maken.
Indien er echter niet spoedig een. be
slissing zou vallen, dan staan talrijke
Amcrikaansche versterkingen reeds ge
reed om de beslissing toch te forceeren.
In welk een toestand Duitschland zich
na de nederlaag dan zal bevinden, kan
niemand voorspellen.
-X/V'X
Wij lezen in BEVRIJDING uit
gegeven door KAJ en VKAJ
ZIJN WIJ EEN VOLK VAN
DIEVEN
Er wordt gestolen Niets mag mem
nog laten liggen Wat niet te he,et of te
zwaar is, wordt van onder uw neus weg-
gerat.
Zelfs de geallieerde troepen word,en
bestolen Dieven, die dat doen, zijn nog
grooter landverraders dan d,e zwarten
Zij moeten nog strenger worden gestraft!
Zij geven aan ons volk een. naam, die
't niet verdient, d.en naam van dieven-
volk». Of zijn wij nu onder den oorlog
allemaal dieven geworden Dan wordt
het hoog lijd dat we daarmee gedaan
maken Nu telt h.et excuus niet meer
«'t Is toch van den Duitsch
Weet ge, dat men in. Engeland zijn
fiets een heelen dag mag laten buiten
staan en zijn d.eur gerust open laten
Onze Engelsche bondgenooten zijn meer
eerlijkheid gewoon
We doen beroep op all.e menschen,
die de eer van ons volk willen redden,
om onverbiddelijk den oorlog te verkla
ren aan alle dieverij PATS.