Aan da Geteisterde!)
Een Dojpdts-Rmbtenaap sehtfijft
aan zijn Aalsterse Collega's
PIERLALA
DE
VAN AAL
EN OMSTREKEN (Verschijnt den Donderdag en Zondag van iedere week*
Nummer 93 Donderdag 18 November 1948
BURELEN Kerkstraat 9, Aalst. Telefn. 114. P. C. n. 881,72. - 5e Jaarg. 1.25 fr.
RADIOREDE van dhr R. DE MAN, MINISTER VAN WEDEROPBOUW.
DE HOLLANDS-BELGISCHE VERLOVING
NAAR INTIEMERE CONTACTEN
Als we Holland momenteel zien,
zoals het vaak in den vreemde wordt
geschilderd, namelijk als een flinke
'boerendochter, en we beschouwen dan
België als een ferme welvarende jonge
man, dan zchrden we over dit stel ge
voeglijk kunnen zeggen, dat het «krul-
aan» is.
De jongelui kenden elkaar ongetwij
feld al langer, doch de liefde schijnt
eerst in al haar omstuimigheid te zijn
losgebarsten na de jongste wereldoor
log. Blijkbaar hebben ze elkaar na d»
jarenlange scheiding pas goed leren
waarderen; het besef is doorgedron
gen. dat ze elkaar niet kunnen missen,
en daarom kwam de gelukkige verlo
ving in het Benelux verband tot stand.
Dit stemde de uitgebreide weder
zijdse familie tot grote vreugde, en op
tal van manieren is het voorbeeld van
de beide gelieven van stimulerende in
vloed geweest op de relaties die in
lens en universeel werden aange
knoopt.
HAKEN EN OGEN.
'Het is begrijpelijk, dat bij een der
gelijke massale uitwisseling van ge
dachten, gevoelens en personen, ei
hier en daar wat geschilpuntjes te ver
werken vielen. In de. 'beste huishouding
komt wel eens een woordje voor. Als
bijvoorbeeld op Zondag de luxueuse,
wagens over onze grenzen stromen, en
de Hollandse brikken zijn dan ver
plicht wegens het geldende rijverbod
op stal te blijven, dan willen de Hol
landeïs wel eens kankeren. Zij verge
ten dan echter, dat zij na de vorige
wereldoorlog als steinreiche Hollan
der hetzelfde spelletje gespeeld heb
ben in Duitsland, en wat later ook
het Belgenland. Maar die futiliteiten
kunnen toch geen afbreuk doen aan de
gezonde verhouding, die er ontstaan is,
en die hopelijk nog eens zal voeren
tot de vervulling van de idealen, die
goedwillige dip\>maten dromen over
een Europees parlement en de stich
ting van een wereldfederatie.
EN WIJ
Het gelukkige initiatief van de '(Ver
broedering)) heeft ocik het overheids
personeel van Dordt en Aalst nader tot
elkaar gebracht. Het frappante was,
dat de overigens graag plechtig gere
serveerde Hollanders, enthousiast wa
ren over deze idee van de Belgische
stadsbedienden; de ambtelijke gewich
tigheid moest wijken voor een sponta-j
ne geestdrift, en ofschoon er aanvan-
PIKKAAR ZIJN CENTEN ZIJN OP.
Pikkaar een «hoge» geleerde,
die het ook in de diepte probeerde
en naar Brussel weerkeerde
met de leden van de diepzee-expeditie,
denkt reeds aan een nieuwe editie
want deesmaal was t maar een repetitie.
Wij die dachten dat hij van uit zee
en al d'andere met hem mee
te Antwerpen zou zijn gearriveerd
stonden allen verbouwereerd
toen hij van uit de lucht kwam neêrge
streken
met door zijn rekening veel strepen.
Ik heb Pikkaar zijn foto bekeken
en 'k zag ne langen bleken
die aan Kamiel kan vergeleken.
Als ze op 't vliegplei
Waar hij nu ging vertoeven
Zei Pikkaar dat hij 't nog g
vroegen
Maar dat ze in zee zijr
Nu gaat Pikkaar
Naar de
kelijk een berg met schier onoverko
melijke moeilijkheden de plannen
dwarsboomde, moest alles capituleren
en werd provisorsch een ontvangst dei
Zuidelijke collega's geënsceneerd, dit
gelukkig tot tevredenheid mocht stem
men.
Over het tegenbezoek der Dordtena-
ren kunnen we persoonlijk helaas niet
meepraten, doch uit de wilde verhalen
der collega's viel wel voldoende af te
leiden, dat het bezoek aan België op
allen een diepe indruk had gemaakt.
WELKE WEGEN
Hiermede is dus de basis gelegd
voor de ontplooiing van een ambtelij
ke internationale vriendschap, en het
zal de moeite waard zijn, te overwe
gen, op wellje wijze dient te worden
voortgebouwd op het gelegde funda
ment.
Het is uiteraard erg prettig, als U in
Dordt wordt verrast met de verrader
lijke kwaliteiten van onze Schiedamse
roem, en het is voor ons een sensatie
te vertoeven tussen de weelderige in
ventaris van Uw magazijnen of te
trachten, het tempo van Uw fantasti
sche bier-capaciteiten bij te houden.
Maar als wij waarachtige belangstel
ling voor elkaar en voor eikaars land
willen kweken, zullen we niet tevreden
moeten 'blijwin met deze ongetwijfeld
nuttige en aangename intermezzi, doch
dan zullen we nader kennis moeten
maken met Uw geschiedenis. Uw ka
rakter en Uw rijke ^ltuur.
Wij, Hollanders, zullen belangstel-)
ling moeten tonen voor de creaties
van Uw groote meesters als Rubens,
Van Dijck en Jordaens; wij zullen ons
meer moeten verdiepen in het proza
van Timmermans, Claes, Walschap en
Baekelmans of in de poëzie van Gezel-
Ie, Roden'bach. Van de Woestijne en
Verschaeve.
We zullen ons op de hoogte moeten
stellen van de moeilijkheden, die er bij
U ongetwijfeld zijn, en wij zullen de
geaardheid van UW volk nader moe- Ook de Scaldis is er van door
ten bestuderen.
Dan zal ongetwijfeld het respect
or elkaar groeien, en de gekweekte
vriendschap zal niet verbleken, omdat
ze gefundeerd is op een gezonde basis.
Mogelijk dat deze gedachten tot
>verweging zullen stemmen bij onze
ollega's; een bespreking over het
hoe» en «waar», zal vruchtdragend
kunnen zijn in het belang van onze
kameraadcshap, die we toch allen gaar
ne bestendigd zien.
Wim Michiel:
beproe
ven
centen begroe
ven.
opjzoek
van 't wetenschappe-
Ilijk-onderzoek
üeuwe fondsen
nieuwe vondsten.
Was zijn reis dan zolder nut geweest?
Wie dat vrees*
is lelijk mis
want hij vond de «lecorditis,,
Is dat een diep-zeer is
Neen,het is de ziekt^ der hoog-vliegers.
En, Pikkaar houdt mi er van zeeklievers
dan van recordmannpn
die graag de kroon jipannen
De volgende keer I j
doet Pikkaar veel mq'er
want dan daalt hij 4f00 m. neer.
Nu dacht Pikkaar 1-jOO m. te zakken
Maar daar was niks |e pakken
en daarom bleef hij hitten bij de pak
ken
en kon in 't hotel op\zijn gemakken
een fijntje pakken. I
Nu dat zijn c.er.tc&~3y»i*'op
Gaat hij en Cosyns naar den dop,
terwijl de bathyscaaf ligt te risten
en wacht naar andere toeristen.
DUITSE
KRIJGSGEVANGENEN
DIT JAAR NAAR HUIS...
ALS DE GEALLIEERDEN HUN
WOORD GESTAND DOEN
NOG MEER DAN 700.000 IN
EUROPA VERSPREID
Volgens een overeenkomst van de
Geallieerde overwinnaars moeten alle
Duitse krijgsgevangenen op het einde
van dit jaar in vrijheid gesteld worden,
hetgeen langzaamaan geschiedt. Zo
had het laatste transport uit Engeland
plaats in Juli 1.1.. doch er bevinden zich
nog ongeveer 20.000 vroegere krijgs
gevangenen, die zich vrijwillig ter be
schikking gesteld hebben om in de
landbouw te blijven werken. Deze zijn
volledig gelijkgesteld met de Engelse
landbouwarbeiders en genieten de
volle vrijheid van beweging.
In het Midden-Oosten zijn er na de
laatste transporten naar Duitsland noch
slechts 53 man achtergebleven.
In Frankrijk bevinden zich nog
60.000 man in gevangesch?,p en onge
veer 120.000 in vrijwillige arbeids
dienst.
VRAAGTEKENS VOOR HET
OOSTEN
Het valt, ondanks alle pogingen,
niet vast te stellen, hoeveel Duitse
krijgsgevangenen er nog in de Ooste
lijke landen zijn.
Volgens mededeling van de Tsje-
coslovaakse militaire missie in Berlijn.'
zouden er in de Republiek nog onge
veer 4.800 gevangenen verblijven, die
op het einde van dit jaar in vrijheid
zullen gesteld worden. Intussen werd
echter bekend gemaakt, dat de Sov
jet-Unie talrijke Duitse krijgsgevange
nen naar Tsjechoslovakije overge
bracht heeft, die namelijk werkzaam
ziin bij de bergwerken van Noord-Bo-
hemen.
40.000 IN POLEN.
Polen houdt nog 40.000 Duitse
krijgsgevangenen achter, die eerst in
vrijheid zullen gesteld worden, wan
neer de Duitsers zich bereid verklaren
de 150.000 burgers op te nemen, die
Polen nog uit de Oder-Neisse gebieden
wil uitwijzen.
In Joegoslavië bevinden zich nog
50.000 krijgsgevangenen, die volgens
de laatste mededelingen van de re
ring van Belgrado vóór 18 Januari
1948 naar hun land zullen terugkeren.
Het aantal Duitse krijgsgevangenen
in de Sovjet-Unie werd door Molotov
in het voorjaar aangegeven met
892.000.Sedertdien zouden er 325.000
in vrijheid gesteld zijn: men neemt
echter aan, dat onder deze «vrijgelate
nen» zich ook die bevinden, welke zich
thans in Tsjechoslovakije ophouden.
Maar zelfs indien dit cijfer en de
opgave van Molotov juist zijn, moeten1,
er thans in de USSR nog 'ongeveer
567.000 krijgsgevangenen zijn, waar-i
bij een slechts vermoedelijk aantalij
burgers, waaronder vrouwen en kinde
ren, toegevoegd moet worden. Kleine
transporten van vrouwen en kinderen
hebben regelmatig plaats.
voor. de vrouwelijke leden. Mev.Broec-j
kaert-De Somer sprak er over de rol
van de vrouw in de politiek en de ver
antwoordelijkheid van de katholieke
vrouw in de huidige omstandigheden.
Haar toespraak genoot veel bijval. Na
haar spraak de arrondissementsecreta-
G. Haers over onderwijs: de vrij-:
heid van onderwijs, gelijkheid van alle
Belgen voor de wet, verwijten die men
aan de C.V.P. doet en de partijdigheid
van de Regering voor de niet-katholie-
ke scholen. Niet jammeren, slechts een
radikale oplossing: de volstrekte meer
derheid bezorgen aan de C.V.P. en on
ze kinderen niet aan onze tegenstrevers
fstaan. Zij hebben geen of haast geen
kinderen en daarom wijl zij vrezen
voor de toekomst zoeken zij ons on
ze kinderen afhandig te maken.
_etrok-
met de vetste brokken; ken
Men zegt dat al de benzine in zee is ge
lopen
Doch, de Fransen willen zo iets kopen.
Is de Scaldis er niet meê gaan lopen
Als Pikkaar weerom gaat dalen
Zal men weeral veel moeten betalen.
't Is te hopen dat men pns centen,
door dergelijke experimenten
van geleerde heren
niet laat devalueren.
Maar... Pikkaar heeft zijn vertrouwen
niet verloren
Ge zult zien, dat wij van die profeso-
nog wel iets zullen horen ren
PIERLALA.
C. V. P.-LEVEN
ARRONDISSEMENT AALST.
In antwoord op het hulde telegram
dat op het congres te Herzele, aan zij
ne Majesteit Koning Leopold III ge
stuurd werd, ontving dhr. Voorzitter
A. Carlier, volgend antwoord
Pregny, 30 Oktober 1948
Le Reposoir
Mijnheer de Voor^jtter,
De Koning heeft kennis genomen
van het huldetelegram, dat U op 27de-
zer, namens het hoofdbestuur en meer
dan 700 afgevaardigden van de Chris
telijke Volkspartij Arrondissement-
Aalst bij gelegenheid van het con-
3 te Herzele, aan Zijne Majesteit
heeft doen geworden.
De Vorst is zeer gevoelig geweest
or dit hernieuwd blijk van ver
knochtheid en onwrikbare trouw en
stelt het hoog op prijs.
Ik ben met de eervolle opdracht be
last U. de hh. Leden van het Hoofd
bestuur en al de Afgevaardigden en
Leden van de Christelijke Volkspartij-
Aalst, wier tolk U geweest is, de innige
dank van de Koning te betuigen.
Met oprechte hoogachting.
Majoor b. d. ROMBAUTS,
secretaris van 's Konirgs Huis.
AALST. Verleden Zaterdag. 1 3
Nov.. kwam, in het lokaal van de C.V.
P., Grote Markt, 26. Aalst het volledig
arrondissementeel hoofdbestuur bijeen
stelde zijn dagelijks bestuur aan en be
sprak het werkplan voor het komende*
;eizoen. Dhr. Verleysen bracht verslag
lit over de bijeenkomst van de Partij-
aad te Brussel en de stand der onder
handelingen die thans aan de gang zijn.
GROÖTENBERGHE Verleder
Zondag, 1 4 November, om 3 uur in de
namiddag had in de C.V.P.-afdeling te
Grootenberghe een vergadering plaats
Wij zien dat de bijeenkomsten van
jeteisterden steeds talrijker en talrijker
1 "V w°rden. Maar, terwijl deze bijeenT
t N tkomsten zouden moeten dienen om aan
deze ongelukkige oorlogsslachtoffers
een werkelijk objectieve en onpartijdig
ge voorlichting te verschaffen, schijnen
zij geen ander doel te hebben dan di
instandhouding en de uitbreiding van
een agitatie die des te ongezonde:
daar zij volkomen overbodig is.
Men kan zich niet ontdoen van het
gevoel dat sommigen de uitvoering van
de wet zouden willen verhinderen, met
een doel dat wij niet moeten nagaan.
Zo dit werkelijk het geval is, heeft
de Regering tot plicht in te grijpen.
Men heeft U in het verleden
noegzaam gewézen op de onvolmaakt
heid van de wet, op de vertraging bij
haar ten uitvoerlegging en op de moei
lijkheden waarmede men op adminis
tratief gebied had té kampen.
Men is deze administratieve moei
lijkheden thans te boven: gekomen, ten
minste voor zover dit mogelijk was.
Elet Hoofdbestuur en de Provinciale
Direrties beschikken thans over alle
onontbeerlijke middelen om over te
jaan tot de effectieve toepassing van
de wet in samenwerking met de coö
peratieven voor geteisterden.
De vertraging bij de ten uitvoerleg-
ïg van de wetsbepalingen is overi-
ns geen vertraging in dè echte zin
van het woord. Deze periode was
noodzakelijk om de 30 Koninklijke en
Ministerieele Besluiten, die de wetgever
had voorzien, voor te bereiden, op te
stellen en te publiceren. Zou ik dan ter
zake het recht niet hebben verontwaar
digd te zijn, wanneer ik zie wat zich
thans voordoet, wanneer ik kritiek ver
neem en al de valse aantijgingen hoor.
Men verwijt de Minister van Weder
opbouw anderhalf jaar te hebben be
steed* aan het doen aannemen van eeï1
wet op oorlogsschade, de eerste in
West-Europa, en aan het voorbereiden
haar ten uitvoerlegging. Men zegt
echter niets meer over de jaren tussen
1944-1947 en over hetgeen gedurende
die periode in afwachting van hetgeen
zich thans voordoet, is geschied.
Vreest men dat de oorlogsschade
eindelijk zou worden vergoed en dat
aan de ellende van de geteisterden
einde zou komen Men zou het gaan
jeloven, wanneer men de herzienin;
van de wet op de oorlogsschade met
aandrang hoort eisen. Laat mij U zeg-
jen dat ik altijd de voorkeur heb gege
ven aan de ten uitvoerlegging van een
vet, zelfs wanneer deze onvolmaakt is,
liever dan de hersenschim van een vol-)
maaktheid na te lopen, die wegens te
veel moeilijkheden en een al te grote
ingewikkeldheid toch niet kon worden
bereikt. Ik heb vastberaden de voor
keur gegeven de vergoeding voor oor
logsschade met spoed uit te betalen,
liever dan gevaar te lopen gedurende
Unge maanden in het maquis van de
parlementaire proceduren te verdwa
len, De herziening van de wet, die ik
'mij voorneem te verwezenlijken, moet
strekken tot de vereenvoudiging
de rechtzetting van: al wat twijfelachtig
is en de geteisterden nadeel zou kun
nen berokkenen. Ik durf echter niet be
loven dat de wet, na haar herziening
milder zal zijn dan de huidige.
Want, wat men er ook over denke,
de huidige wet is eigenlijk geen echte
vergoedingswet.
De vergoeding, in de juridische be
tekenis van het woord, is verschuldigd
door diegene die de schade heeft ver
oorzaakt. In dit geval is het de Duitser.
Men heeft na de oorlog 1914-18 de il
lusie gekoesterd dat hij het zou doen;
aan deze illusie echter mogen wij zelfs
niet meer denken. Wij zijn er integen
deel van overtuigd dat de Duitser die
ditmaal meer uitgeput uit de oorlog is
gekomen dan zijn overwinnaars, het
kwaad niet zal kunnen herstellen dat
hij hun aangedaan heeft.
De gegevens, waarover wij beschik
ken, bieden ons de mogelijkheid hef
bedrag dat voor de vergoeding ncdig
thans op 50 milliard te schatten,
waar men vroeger had gedacht dat
37,5 milliard zou volstaan. 50 milliard
moet door belastingen op het nationaal
mkomen worden geheven. Door de er
kende crediet-organismen moet boven
dien 45 milliard onder vorm van lenin7
en worden gevonden om de bij do
•et toegestane herstelcredieten te kun-
en verlenen.
De vermoedelijke kosten van de wet
zullen dus bij de 1 00 milliard bedra-
;en. Kunt U nog gaan geloven dat het
mogelijk zou zijn nog meer te doen,
zonder ontegensprekelijk de economi
sche heropleving van ons land in ge
vaar te brengen.
Om diezelfde reden moet ik verkla
ren, dat het een hersenschim zou zijn
op een herziening van het besluit be
treffende de mobilaire eenhedsn te
aan hopen, om de goede reden dat de
uitvoering er van alleen bij de 10 mil
liard zal vereisen, 10 miliard, voor de
roerende goederen alleen en men zou
wensen dat deze som nog zou worden
verhoogd I
Er wordt bij de wet bepaald, dat
men slechts kan betalen wat noodzake
lijk is voor de wedersamenstelling vaq
een mobilair van bescheiden omvang.
Ik kan wel begrijpen dat diegenen die
fortuinen hadden belegd in mobilair,
in luxueuse bibliotheken, kunstverza
melingen, in effecten en aandelen, die
thans verloren gegaan zijn. protesteren,
omdat deze schade nooit zal worden
ergoed. Wat ik echter veel minder be-
rijp, is het feit dat men ter zake de
minder begoede klassen van onze be
volking opzweept, want zij toch zullen
zich in vele gevallen, dank zij de ver
goedingen voor oorlogsschade, een
vollediger en gerieflijker mobilair kun
nen aanschaffen dan vroeger het ge
val was.
Door aldus stelling te kiezen, zal
zal men de geteisterden ongetwijfeld
beter voorlichten omtrent sommige
kwesties, waarvan overvloedig gespro
ken wordt op sommige van de bijeen
komsten waarop ik zoëven zinspeelde.
Betekent dit dat de geteisterden
geen enkele moeilijkheid ondervin
den Zo is het mij bijvoorbeeld riet
onbekend dat sommigen zouden willen
maar niet kunnen bouwen, bij gebrek
jeldmiddelen. Alhoewel de voor
schotten en credièten voor weinig om
vangrijke bouwwerken in het geheel
4.5 maal de waarde 1939 bereiken, is
het soms onmogelijk het werk af te
maken, omdat de geldmiddelen ont
breken. Maar is zulks niet dikwijls te
wijten aan het feit, dat de geteisterden
meer en beter wil dan hij vroeger had?
Deze wens is ongetwijfeld gewettigd,
maar het is eveneens zeker, dat geen
enkel geteisterde het recht heeft zich
te verrijken bij de vergoeding voor
oorlogsschade.
Ook de vereisten van het Urbanisme
dragen soms de schuld aan de moeilijk
heden die de geteisterden ondervinden,
hetzij omdat zij hun bijkomende lasten
opleggen, hetzij omdat zij hun beroven
van het nog 'bruikbaar gedeelte van
hun woning, of ook, omdat zij onteige
ningen van terreinen vergen, waarvan
de vergoeding uitblijft. Het spreekt
vanzelf, dat ik meermaals stappen heb
gedaan, opdat de onteigeningen zo
vlug mogelijk zouden geschieden en
opdat zij onmiddellijk zouden vergoed
worden. Ik zal niet rusten alvorens ik
deze moeilijkheden uit de weg zal ge
ruimd hebben, zoals ik ook het voor
deel van de wet De Taeye tot de ge
teisterden heb doen uitbreiden. Ik ook
hoop te kunnen bekomen, dat er ten
minste speciale credfeten zouden toege
kend worden, telkens wanneer de ver
eisten van het LJrbanisme diegene die
heropbouwt voor financiële moeilijk
heden stelt die niets te maken hebben
met de herstelling v. de oorlogsschade.
Andere geteisterden kunnen niet on
middellijk heropbouwen omdat zij geen
voorranghébbenden zijn. Zo komt men
er toe lichtzinnig en zonder veel na
denken te eisen dat het aantal voor
ranghebbenden zou verhoogd worden.
Hoezo Bij de wet wordt reeds
n ongeveer 400.000 geteisterden
voorrang verleend en men zou dit aan
tal nog willen verhogen Wie ziet er
niet in, dat zulks in werkelijkheid ge
lijk zou staan met het afschaffen van
gans het voorlangstelsel, dat wil zeg
gen dat de minder-begoeden en de
meest bejaarden van hun rechten zou
den beroofd worden. Het ware beter
geweest dat sommigen, die zich als
raadgevers van de geteisterden aan
stellen, deze laatsten er zouden toe
aangezet hebben het formulier «Aan-
ag tot Voorrang» in te vullen ert
aan de Provinciale Directies te bezor-
en, opdat men die 400.000 dossiers
zou kunnen klasseren. Wij moeten nu
vaststellen, dat er op 31 October
slechts 88.5 1 1 aanvragen tot prioriteit
binnengekomen waren.
Het huidige stelsel van voorschotten
credieten zal verdwijnen wanneer
alle krachten van het Departement, dat
eindelijk in het bezit is gesteld van het
onontbeerlijk wetgevend arsenaal,
zullen kunnen worden geconcentreerd
op de hoofdtaak de definitieve ver-
oeding der oorlogsschade.
Gaat U nu niet denken dat dit ogen
blik nog ver van ons verwijderd is.
Het staat integendeel voor de deur,
daar mijn Diensten reeds sedert ver
scheidene weken de wet va? 1 October
1947 effectief toepassen. Zoals hun bij
deze wet formeel wrodt opgelegd, zijn;
zij begonnen met de dossiers der Po
litieke Gevangenen en der Krijgsge
vangenen, aan wie een speciaal voor
recht wordt verleend voor de vergoe
ding van de materiële schade, die zij
bij hun aanhouding of hun opsluiting
hebben geleden»