Administratie vordert aanzienlijke bedragen terug
van leerkrachten.
Waar een parlementaire tussenkomst opheldering moet brengen
li
KARNA VALKRONIEK
Suspense om verkiezing
van nieuwe prins
Gazet van Aalst
6 Fr. het nummer
25ste jaargang Nr. 5
Zaterdag 1 februari 1969
NEC SPE, NEC METU...
ONAFHANKELIJK REGIONAAL WEEKBLAD
VOOR AALST EN OMLIGGENDE
Redaktie en Beheer
Schoolstraat 26 Aalst
Tel. 241.14
Minstens een honderdvijftigtal leerkrachten, waarvan
ook een tiental uit het Aalsterse, verkeren sedert et
telijke maanden in een pijnlijke, voor sommige ze
nuwslopende onzekerheid Allen hebben op 'n goeie
dag zoals dat in de volkstaal wel eens gezegd
wordt vanwege de Administratie van Vadertje
Staat een uitdrukkelijk verzoek ontvangen tot terug
betaling van bedragen schommelend van 50.Q00 tot
meer dan 250.000 Fr.
En het is geweten dat de Administratie een derge
lijk verzoek nu eenmaal inkleedt in bewoordingen
die zelfs de meest civieke staatsburger in zijn vader
landslievende gevoelens ontnuchteren.
LAISSER - ALLER -
MENTALITEIT.
De ganse affaire, waar alleszins
juristen een kluifje aan hebben,
is in elk geval typerend voor de
wijze waarop de staatsadminis-
tratie pleegt te werk te gaan, niet
het minst in de sektor van het
onderwijs.
Toen, in de tweede helft van de
recente vijftiger jaren, er nog een
gebrek was aan leerkrachten voor
bepaalde vakken als bv. Oude Ta
len en Wetenschappen, heeft het
Ministerie van Onderwijs van de
nood een deugd gemaakt en pas
afgestudeerde doctors in de rech
ten, apotekers, enz., ingeschakeld
in het officieel middelbaar onder
wijs. Het moge dan juüst zijn dat
deze universitairen studies hadden
volbracht die niet ün allereerste
instantie afgestemd waren op het
onderwijs, blijkens de rapporten
van de inspekties gaven zij ruim
schoots voldoening, in zoverre dat
velen van hen bij koninklijk besluit
definitief werden benoemd in het
officieel middelbaar onderwijs met
vrijstelling van licentiaatediploma
en aggregaatsdiploma, zoals nor-
maai is vereist voor het hoger mid
delbaar onderwijs.
Voor het Ministerie van Onder
wijs leek het vanzelfsprekend dat
deze extra-leerkrachten een licen-
tiaatswedde uitbetaald werd, een
logisch gevolg van de resp. K.B.
DOSSIERS.
Tot het eerbiedwaardige Reken
hof op de proppen kwam, een in
stelling die er over waakt dat de
Staatsrekeningen nauwkeurig ge
spendeerd worden.
En toen begon de eigenlijke
historie Het bleek dat sommige
van deze officiële leerkrachten in
gevolge gebruikelijke wijzigingen
bij de aanvang van een nieuw
schooljaar nog uitsluitend les ga
ven in de lagere middelbare afde
ling, waar alleen de wedde van
regent of regentes wordt uitbe
taald.
Dies oordeelde het Rekenhof
dat een hogergenoemd aantal leer
krachten ettelijke jaren te hoog
bezoldigd waren en naarmate de
dossiers werden en nog worden
fnderzocht, kwam men tot de
terugvordering van reeds genoem
de bedragen, zijnde het verschil
tussen de wedde van regent en
licentiaat, terugvordering dan over
een periode van de voorbije vijf
jaren.
«Slachtoffers» zijn diegenen
wier dossier het eerst uit de lade
werd gehaald, anderen die rond
hetzelfde tijdstip werden benoemd,
maar wier dossier pas later aan
bod komt, zijn er in financieel op
zicht minder erg aan toe, wijl zij
langer konden of kunnen genieten
van de zg. niet verantwoorde be
zoldiging op basis van licentiaat.
Want zoals gezegd, pas de laatste
vijf jaren komen in aanmerking.
Maar dit laatste aspekt is bij
komstig. Erger is dat sedèrt 1967
reeds diverse voetstappen werden
gedaan, een dossier op het kabinet
van Onderwijs berust en 'het
woord is er om het precies te ge
bruiken de resp. Ministers van
Onderwijs beloofd hebben de zaak
ten gronde te onderzoeken.
Ofschoon het dossier als we
goed ingelicht zijn amper 17
pagina's telt dus niet zo lijvig
blijft een definitieve beslissing
achterwege. Het luidt dat thans
Minister Vermeylen zich ernstig
gaat bezig houden met de zaak.
Parlementairen hier en daar in
gelicht, geven weinig blijk van een
dynamische belangstelling. Omdat
het slechts enkele honderden men
sen betreft en elektoraal niet lo
nend is
Het zou nochtans de moeite
lonen dat bv. parlementairen uit
het arrondissement de zaak onder
de loep zouden nemen. De betrok
kenen in de streek en in 't Vlaamse
land in het algemeen, menen vol
doende motieven te hebben om
een inspanning van de parlemen
tairen te verwachten.
DISCRIMINATIE
Er zouden hier diverse aspekten
van discriminatie kunnen belicht
worden. En het is niet te
geloven één aspekt van dis
criminatie zou er in bestaan dat
de leraars uit het Franstalig
landsgedeelte die in dezelfde
situatie verkeren, tot dusverre
niet zouden verontrust zijn. Men
vertelt dat de beslissing van
het Rekenhof voor wat de Frans
talige leraars betreft, eenvoudig
weg m het dossier van het de
partement is gebleven. Dat kan
natuurlijk niet juist zijn. Alle
Belgen zijn gelijk voor de wet...
Juristen kunnen nu deskundig
gaan discussieren over de
draagkracht van het K.B. ten
aanzien van de beslissing van
het Rekenhof. Maar men mag
verwachten dat deze leraars
die In bijzondere omstandighe
den zijn aangeworven en later
benoemd, sommigen reeds met
een dienststaat van 10 jaar
alleszins ook zullen aangezien
worden als mensen en niet zo
maar als naamloze onderdanen
van een Staatsadministratie.
En het is niet omdat zij weinig
talrijk zijn dat men aan hun
situatie mag voorbijgaan...
Recentelijk heeft Minister Ver
meylen te Aalst gehandeld over
onderwijsproblemen en de nood
zakelijkheid tot hervorming. Hij
heeft alleszins lofwaardige be
doelingen. Hij kan een humane
beslissing treffen door deze
affaire van terugvorderingen
eens grondig aan te pakken.
En wellicht kan hij zijn adminis
tratie aanbevelen in soortgelijke
gevallen op een minder drasti
sche wijze op te treden. Want
geef toe, dat als men zonder
het minste voorafgaandelijke
kontakt, in de brievenbus, in de
bekende administratie stijl, ken
nis neemt van een eis tot terug
vordering van honderd- of twee
honderd duizend frank, een kal
merend middeltje niet volstaat...
HEDENAVOND IN DE STEDELIJKE FEESTHALLE
Als alle tekenen niet bedrie
gen zal de verkiezing van de
Aalsterse Prins Karnaval '69
hedenavond In de feesthalle
aan de Schoolstraat, gepaard
gaan met een zeldzame dosis
suspense.
Daaraan zijn niet vreemd de
perikelen die vooraf zijn ge
gaan aan de kandidatuur van
Vic I, zijnde de vierde kan
didaat, die. beweren de an
dere rivalen Fons I, Luc I,
en Rudolf I, toch maar op
het laatste nippertje op de
karnavaleske wagen zou zijn
gesprongen.
«BOMMEN»
Daarbij komt dat «bedreigt»
werden de respektabele heren
van het Feestkomitee, in casu de
hh. schepen Claus, Marcel De
Bisschop, Henri Van de Perre en
Remi Buys.
Het luidt dat het Feestkomitee
een naamloze brief heeft ontvan
gen waarin kond gemaakt wordt
dat de heren van het Feestkomitee
bedoeld dan voornoemd vier
tal er het hachje zullen bij in
schieten 'indien zij persé toch Vic I
tot Prins willen uitroepen I
Bljkbaar geïnspireerd door de
mei-revolte 'in Parijs, wordt naar
verluidt via de naamloze brief ge
dreigd met bommen. Van welke
aard deze bommen zijn wordt niet
duidelijk gezegd.
Maar verteld wordt dat men
de studentikoziteit, die blijk
baar voorzit aan deze naam
loze brief, toch niet helemaal
vertrouwt en de Aalsterse
politiediensten een wenk zul
len krijgen toch veiligheids
halve alle hoeken van de
feesthalle te zuiveren van al
wat maar enigszins verdacht
lijkt.
SENSATIE OP
•T LAATSTE NIPPERTJE
Bij het ter perse gaan wordt, uit
wat men pleegt te noemen, een
welingelichte bron, vernomen dat
een vijfde kandidaat prins even
eens In 't gelid zal staan voor
deze verkiezingen, die wel eens
memorabel zal kunnen worden.
Schuilnaam van deze kandidaat
Etienne (zie foto hierbij). Omdat
het leven in de Aalsterse brouwe
rij zich de laatste maanden meer
ETIENNE...
kandidaat Prins
op 't laatste nippertje..
«Ik ben niet bang»
en meer is gaan afspelen achter
de coulissen, zou kandidaat Etien
ne in zijn speech de bedoeling
hebben den volke in te lichten.
Geen nieuwlichter, maar vooral'
een voorlichter, lijkt mijn prinse
lijke taak te zijn, aldus deze kan
didaat, die kennelijk van wanten
weet.
Het Feestkomitee, waar H. Van
de Perre in zijn luxueuze kan
toren nochtans steeds bereidwil
lig de pers te woord staat, wei
gerde het bericht betreffende de
Se kandidaat te ontkennen of te
bevestigen.