Er roert entwat in (katoliek) Joegoslavië
Herverdeling
wan de
politieke
m acht
in Belgie
Tema van de
44e Vlaamse
Sociale Week
4
Overal heerst er een kerk
en priesterprobleem. Joegoslavië
maakt er geen uitzondering op. In
vergelijking met andere landen in
Oost-Europa is dat land enig in
zijn soort. Het eigen politiek be
stel ligt hiervan aan de basis.
Sinds geruime tijd heeft Joegosla
vië zijn poorten wagewijd openge
steld voor de westerse, vrije en
gehele wereld. Wie het land van
nabij kent besluit dat Joegoslavië
haast meer tot het Westen behoort
dan tot het Oosten. Die openheid
brengt het land onmeedogend on
der westerse invloedsfeer, willen
of niet. Bij wijze van voorbeeld:
men kan geen straat inkomen of
men botst op klik-klakkerende kin
deren.
Ook de Kerk ontgaat niet die
invloed. Zij is niet immuun. Men
neemt er de zelfde problemen
waar als bij ons. Zij zitten ge
plaagd-, zo beweren zij, met Hol
land, de boeman bij uitstek. Enke
le dagen terug verklaarde nog een
bisschop dat de Kerk in zijn land
is «gehollandiseerd». Ook «Sue-
nens» heeft van de appel gebeten.
In het land is er een explosie
van een zekere vrijheid. In de
Kerk is men ook van de zelfde bij
gestoken. De evolutie van menings
uiting is zo scherp dat het haast
de adem van de bisschoppen af
snijdt. Het Gods volk is tot een
bepaalde graad van mondigheid
gekomen, of om het anders te zeg
gen, tot een bepaalde graad van
«bewustwording» van zichzelf. Is
het nu de Geest die waait waar
Hij wil of is -het een tijdsverschijn
sel, het is een feit: de gelovigen,
waaronder de lagere clerus, zwijgt
niet langer meer en het modernis
me beukt op de priester. Er is een
drang naar experimenten, goed
bedoeld nochtans. Het priesterceli
baat krijgt een vraagteken achter
zich. De leek stelt vragen omtrent
zijn identiteit. Op de vraag «waar
staan wij nu?» volgt geen pasklaar
antwoord. Tijdschriften spreken
mekaar tegen en ieder meent het
bij het rechte eind te hebben. De
bisschoppen blijven op hun stand
punt en zitten verveeld met het
progressisme van bepaalde tijd
schriften. Op de vraag hoe denkt
«dat tijdschrift»? antwoordt men:
«zij hebben hun eigen moraal».
Wie heeft het nu bij -het rechte
eind? Wij doen geen uitspraak.
Wij kiezen geen partij. Wij schet
sen slechts de temperatuur. Maar
feit is: er roert entwat in (kato
liek) Joegoslavië. En dat er iets
roert bewijst o.a. de polemiek, ont
staan rond de «Vragenlijst aan de
priesters».
DE VRAGENLIJST
In de herfst van dit jaar gaat
er te Rome een bisschoppensyno
de door. De Synode zal zich intens
bezighouden met het priesterceli
baat, In voorbereiding van deze
Synode heeft de priesterraad bij
de joegoslavische bisschoppen
conferentie (JBK) een vragenlijst
gezonden naar alle priesters op
het grondgebied van Joegoslavië.
Het is een verzoek om iets te
weten over het werk en het leven
van de priesters. Het resultaat er
van zal dienen tot diskussiestof
voor de afgevaardigden van de
bisschoppen en de priesters op
de Synode om aldus een ophel
dering te kunnen brengen :in het
priestervraagstuk.
De definitieve tekst van deze
vragenlijst (aan de priesters ge
zonden) verschilt van de algemeen
voorgestelde vragenlijst. Vragen
werden weggelaten.
DE WEGLATINGEN
Het begint met de weglating
van vraag 14 (over de pastoors
benoemingen) en alle nevenvragen
zoals over de verkiezingswijze van
een pastoor. Over vraag nummer
39, handelend over het inzetten
van de leek in de Woordverkondi
ging, sakramentenbediening enz, is
geen spoor te vinden. Bij de vra
gen over de benoeming van een
deken werden twee nevenvragen
niet vermeld. In de vragenreeks
over het priestercelibaat werd het
volgende niet gesteld: «Meent gij
dat het priestercelibaat van nut
is voor het uitoefenen van de pries
terlijke taak, dat het celibaat de
priester de wereld doet benade
ren, hem vervreemdt van de we
reld?»
In het komplex nummer 77 ont
breken vragen zoals deze «Kan
men gehuwde maar overtuigde
mannen, als priester opnemen of
spreekt dat het princiep van de
Kerk tegen». Ook de nevenvragen
over deze noodzakelijkheid voor de
Kerk zijn nergens te vinden.
De ontdekking van deze zeer
belangrijke weglatingen heeft heel
wat reakties uitgelokt zowel bij
sekuliere priesters als kloosterlin
gen.
REAKTIES
Een zeer representatieve groep
priesters is deze van Zagreb. Pas
toors en onderpastoors bestudeer
den het dokument en ontdekten
zoveel gebreken dat zij oordeel
den, dat op grond van deze ont
werpen de Synode «Vragen der
Geestelijkheid» niet oplossen kan.
Zij stelden o.a. vast, dat het doku
ment het sakrament der wijding
en zijn teologie ontwijkt dat het
zich aan een kultische vorm houdt
van het geestelijke en de situatie
der geestelijke burgers ignoreert.
Een bijzonder gebrek aan het do
kument is, dat het erfdeel van al
le gedoopten enkel de geestelijken
toeschrijft zodat het daarmee ver
warring sticht. Het dokument gaat
stilzwijgend de sekularisering
voorbij als uitdrukking van een
teologie die zich van de Bijbel
en de Patristiek losmaakt alsook
van Vaticanum II.
Een tweede groep is deze in
Varazdin. Geestelijken en leken
ontdekten zeer veie fouten. Bijzon
der werd verwezen naar de manier
waarop de problematiek van de
geestelijkheid werd benaderd. Zij
oordelen dat het de teologen moet
mogelijk gemaakt worden het dok-
trinair gedeelte van het geestelij-
kenvraagstuk nauwkeuriger te be-
diskuteren. Anderzijds hebben de
deelnemers besloten dat een di-
rekt gesprek dient mogelijk ge
maakt te worden tussen de bis
schoppen en de priesters en niet
tussen de bisschoppen en een ver
tegenwoordiger van de priesters,
die meestal door de bisschoppen
wordt aangesteld.
Onder de kloosterlingen treden
de Dominikanen op het voorplan.
Zij weigerden radikaal de vragen
lijst te beantwoorden. Zij beschou
wen de ondervraging als een «uit
spelen van de romeinseb bisschop
pensynode», want de voornaamste
vragen zijn zo geformuleerd dat
men slechts vooropgestelde ant
woorden geven kan. Zij menen
ook dat de ondervraging van het
standpunt uitgaat dat het huidige
niveau binnen de Kerk, onveran
derlijk -is. Verder werpen zij op
dat het dokument enkele der voor
naamste problemen zwijgend voor
bijgaat zoals: de bisschopskeuze,
de pastoorsbenoeming; de relaties
tussen geestelijken en leken, de
rol van de leken in de zielzorg.
Over de wijze van vragen stellen
over het celibaat verklaren zij, dat
deze op 'n beledigende wijze wer
den geformuleerd alsof de pries
ters niet rijp genoeg zijn om op
dergelijke problemen te antwoor
den. Tot slot zijn zij erg veront
waardigd dat de vragenlijst de be
sluiten van de «Week der Geeste
lijken» of «Teologisch-Pastorale
Week» volledig ignoreert. Noch
tans namen 800 priesters deel aan
deze «Teologisch Pastorale-
Week». Het manifest dat zij op
stelden en goedkeurden omvat hun
inzicht hoe zij hun apostolaat zien
Uit het manifest blijkt nochtans
heel duidelijk dat de priesters hun
taak «au.serieux» nemen en totaal
niet wereld-vreemd zijn. Ook zij
willen breken met verouderde
strukturen die kunnen gehandhaafd
worden in deze tijd langs dewelke
het Evangelie de meeste kans
krijgt om tot het volk gebracht te
worden.
Het numeriek resultaat van de
ze ondervraging bedraagt 67
van de priesters die een antwoord
hebben ingezonden.
HOE DENKT MEN OVER
HET CELIBAAT
Vooreerst de- bisschoppen: zij
veranderen geen nota aan de celi-
baatswet.
De priesters: de overgrote meer
derheid spreekt zich uit voor de
handhaving daarvan Een gedeelte
nochtans zou toch graag zien dat
het celibaat zou fakultatief ge
steld worden. De leken: zij houden
het meestal bij celibataire pries
ters. De bevolking in het alge
meen: hier doet zich nu een eigen
aardig verschijnsel voor. Ook niet-
kerkelijken houden zich bezig met
dat probleem. Langs een bepaalde
pers nu pleit men voor de afschaf
fing van het celibaat. De schrijvers
zien er het nut niet van in. In feite
hebben zij er niets mee te maken
en toch pleiten zij voor gehuwde
priesters. Maar anderzijds nu kan
men het niet dulden, wordt er over
gesproken, wanneer een priester
het durft wagen over 't straat te
gaan in gezelschap van een dame
Men neemt dat niet. Ook de ou
dere generatie van priesters ziet
er iets verkeerds in. Komt het ter
ore van het bisdom dan slaat het
alarm en verschijnt er prompt
een verwittigingsbrief aan de
priesters. Dezelfde maatregel
wordt genomen wanneer een pries
ter zonder romeinse boord buiten
komt.
HOE DE ALGEMENE HOUDING
DER BISSCHOPPEN
VERKLAREN
Eerlijksheidshalve dient er toch
de aandacht op gevestigd te wor
den dat de situatie van de bis
schoppen niet gemakkelijk is. Zij
staan tussen twee vuren. Zij staan
tussen de staat en hun priesters
en het kerkvolk. De staat ziet niet
graag dat de Kerk al te vooruit
strevend wordt. Zijn er stukken,
dan zijn zij de eersten die het ge
lag betalen omdat zij de verant
woordelijken zijn. Hierdoor zitten
zij dan ook verveeld met de ver-
nieuwings- of aanpassingsbewe
ging vanwege de priesters en het
kerkvolk, vooral vanwege de jonge
re generatie. Hierdoor worden
experimenten niet toegelaten, tot
ongenoegen van hen die ze willen
toepassen en het nochtans goed
bedoelen. In deze voege verklaar
de een pater-pastoor het volgen
de: i!k heb bier een parochie van
40.000 inwoners. Slechts driedui
zend ervan pratikeren. Het is een
massa van individuen. Bezwaarlijk
kan men van een gemeenschap
spreken. Die groep kan men pas
toraal niet bereiken. Het komt er
op aan die mensen tot een be
wust, persoonlijk en konkreet ge
loof te brengen. Maar hiervoor
zijn experimenten noodzakelijk. En
die experimenten mogen niet ge
probeerd worden. Tot daar die
pastoor.
Volgens diezelfde pastoor zou
er maar één bisschop zijn die ex
perimenten zou toelaten. Spijtig
genoeg, voegde de pastoor eraan
toe, is hij maar hulpbisschop. Van
uit een andere hoek spreekt een
residerende bisschop. Hij wil een
democratisering doorvoeren. In
zijn bisdom zijn reeds enkele so
ciale en strukturele veranderingen
in het leven geroepen maar hij
voegde er onmiddellijk aan toe dat
de gelovigen nog niet zijn voorbe
reid op die veranderingen. Op teo
logisch vlak beschouwt bij zich
als progressief maar wil tegelijker
tijd geen avonturier zijn. Hij ziet
de kerkelijken ook als staatsbur
gers, met de anderen, die samen,
in een klimaat van zelfbestuur,
zich als mens maximaal moeten
inzetten voor echte waarden. De
kerkelijken mogen dat niet doen in
naam van de Kerk, wat een spe
ciaal clericalisms zou zijn, maar
in naam van een humanisme dat
hen wordt geleerd zowel door de
Kerk als door de gemeenschap
En het gaat niet altijd om een
vernieuwings- of aanpassingsbe
weging maar dikwijls om datgene
waar men als gelovige recht op
heeft en er nog niet is. Het is ook
feit dat jongeren positief beginnen
te denken en hun geloof hen niet
onverschillig laat. Zij willen niet,
maar zij eisen voedsel voor hun
geloofsleven. Zo kwam er dit jaar
een groep jongeren bijeen gedu
rende twee dagen. Zij hadden het
over de algemene problemen van
de Kerk, vooral die problemen,
welke hen aanbelangen en ook de
plaatselijke Kerk. Zij hebben zich
beraden en uitgesproken over de
diskriminering van de leken, het
gebrek aan zorg voor de Evange-
lisenng der jongeren en van de
stad, het gebrek aan kommunika-
tie en de onzekerheid omtrent
dienstopgaven. Zij hebben een lijst
van voorstellen aangelegd ter op
lossing van de problemen en hem
opgezonden naar het bisdom en
de katolieke pers.
HET SIGNAAL OP GROEN
Het is zonneklaar dat er iets
roert in het katoliek Joegoslavië.
De vrijheidsexplosie heeft dat aan
het licht gebracht. Wij willen ge
loven dat het signaal op groen
staat naarmate men kan vaststel
len dat er een sterker kerkbewust-
zijn onder de jongeren en de lage
re clerus leeft dan men ooit heeft
durven vermoeden. Die vrijheids-
explosie mag echter toch niet zo
opgevat worden alsof alle proble
men in een klap zijn opgedoekt.
Verre van.
Die verandering zou kunnen ge
paard gaan met een vermindering
aan roepingen voor seminarie en
klooster, een proces dat reeds aan
de gang is. De ivoren toren brok
kelt af. Maar dat kerkbewustzijn
wortelt in het geloof in de verre
zen Heer Christus en gaat terug
naar de getuigende Kerk van de
eerste tijden, ontdaan van alle
overbelasting die het ware Gelaat
van Christus vertroebelt.
Er ligt een taak weg voor het
Westen. Het lis een taak van op
bouwend werk. Wanneer het Wes
ten enkel teevee's aan te bieden
heeft en snertbladen, dan blijft
het beter waar het is. Maar wan
neer het een Christusgetuigenis
kan brengen en reeel humanitaire
waarden dan kan het gerust een
brug slaan. Trouwens, de Kerk,
verwacht vanuit het Westen geen
kontestatie, geen reaktionair ver
nielende levenshouding, maar een
realistisch, positief en Christusge-
richt getuigenis. Er zijn gemeen
schappelijke, menselijke en gee
stelijke waarden op te brengen en
te verdedigen. Men verliest hope
loos zijn tijd intra muros te blijven
vegen. Het Westen heeft niet al
leen dollars, marken, franken en
ponden te bieden. Het heeft ook
iets anders.
Juist daarom, nog meer dan
ooit, weten wij ons verbonden met
een Kerk, én ook met een volk,
die jarenlang in een ghetto van
stilzwijgendheid was opgesloten
maar nu een kans kan maken deel
te nemen aan het volle leven van
een volksgemeenschap, en die
volksgemeenschap iets kan aanbie
den: mede-realisatie van mense
lijke waarden in een wereld waar
vrede moet heersen en broeder
lijkheid en bovenal... Christus, die
nog altijd de Weg, de Waarheid
en het Leven is.
L. Berglandt.
Van donderdag 30 september
tot zaterdag 2 oktober e.k. wordt
in Den Haan de 44e Vlaamse So
ciale Week gehouden.
Op de agenda staat een bie-
zonder aktueel probleem, met name
de centralizatie en de decentrali-
zatie van de politieke macht. Via
een objektieve informatie over de
geplande stuktuurhervormingen van
ons politiek bestel, zal nagegaan
worden in welke mate deze beant
woorden aan de vooropgezette
doelstellingen.
Welke gevolgen zullen deze her
vormingen hebben voor de werkne
mers en hun organizaties? Op de
ze vraag zal de Vlaamse Sociale
Week een antwoord moeten geven
en tevens de kerngedachten voor
een doelmatige en moderne aanpak
van de kristelijke arbeidersbewe
ging moeten formuleren.
Voor een objektieve doorlich
ting van de met de herverdeling
van de politieke macht verbonden
vraagstukken, werd een beroep ge
daan op een aantal deskundigen.
Prof. Dr. A. Coppé, Komm'issa-
ris bij de E.E.G., behandelt de oor
zaken van de schaalvergroting van
de politieke macht in het licht van
de internationalizering en de regio-
nalizering. Daarna wordt 't vraag
stuk van de kulturele autonomie
en gewestvorming uiteengezet door
de h. Wiifried Martens, Opdracht
houder bij het kabinet van de Mi
nister voor Kommunautaire Be
trekkingen.
Over de vorming van agglomera
ties en federaties van gemeenten,
handelt de h. L. Van Hove, Ka
binetschef van de Minister voor
Kommunautaire Betrekkingen. De
ze brede informatie wordt dan kri
tisch bekeken door Prof. L.P. Sue-
tens, die de doelmatigheid van de
strukturen als beleidsstrukturen be
handelt, waarop Prof. L. Huyse de
vraag: «Brengen de nieuwe struk
turen het beleid dichter bij de bur
gers en geven zij hun meer kansen
tot inspraak?» zal trachten te be
antwoorden. Tot slot wordt het pro
bleem ter diskussie, geformuleerd
door de h. J.L. Dehaene, hoofd
van de studiedienst v. het A.C.W.,
die de konsekwenties van de struk-
tuurhervormingen voor de werkne
mers en de Kristelijke .Arbeiders
beweging zal onderzoeken.
Naast de groepsbesprekingen,
zijn eveneens drie paneelgesprek-
ken in Plenum voorzien.