SHANGHAI HOTEL 12 VICKI* BAUM ROMAN VAN NEGEN MENSEN «O.K.», zei het meisje. Terwijl hij schreef, floot ze. Zonder twij fel was ze het meest irriterende schepsel, dat hij ooit ontmoet had. Hij ging aan de tafel zitten en haalde papier te voorschijn. Hij zette zijn bril recht, haalde zijn vulpen voor de dag en begon zuchtend te schrijven. De zelf moord was voorlopig van de baan, hoewel of misschien omdat meneer Endo's brief niet als een aanmoediging, maar als een ver wijt klonk. «Geëerde Heer Endo», schreef Yoshio. «Uw geëerd schrijven bereikt mij op hetzelfde ogenblik, dat ik zal uitgaan om met J. R. te souperen. Deze avond zal veel beslissen en ik ben vol goede moed. Gelieve mij nog een weinig van uw geëerd geduld te schenken dan ben ik ervan overtuigd, dat ik U morgen een bloeiende chrysan themum zal kunnën brengen. In tussen hoop ik, dat-uw geëerde gezondheid Yoshio zette zijn naam onder de bloemrijke wendingen der hof felijkheid, waarmee hij zijn brief eindigde, vouwde hem op en over handigde hem aan de onaangena me jonge dame, die hem bij zich DEEL II DE STAD stak, «Byby» zei en aftrok. Als ik vanavond faal, is het nog tijd genoeg, dacht hij. Op de trap beloofde hij zichzelf plechtig dat hij of succes hebben moest, of sterven. Hoewel de stegen vlak bij het Noorderstation vol Chinese militai ren waren, hield niemand of niets hem tegen. De soldaten keken over hem heen of door hem heen, alsof hij een geest was. Na enige tijd veroverde hij een lege taxi en reed'naar het Shanghaf-hotel. Yoshio kocht twee avondbladen. Daar hij oorlogscorrespondent gewr l was, wantrouwde hij a priori alle sensatieberichten. En ook vond hij op dit ogenblik zich zelf belangrijker dan tweeduizend dode Chinezen, zodat hij alle oor logsberichten voorlopig van zich afschoof. Hij had zijn eigen strijd te strijden. Hij moest alle betere maakte een volle draai, als in een caroussel en belandde weer op straat. Jelena stond er nog en keek naar rechts en links langs de drukke Nanking-road. Bonsoir, Jelena-san zei Yoshio. «Bonsoir», antwoordde ze. Een ogenblik later bemerkte ze pas, wie ze gegroet had. Ze keek door hem heen, met dezelfde blik, waar mee de Chinese soldaten het ge daan hadden en die Yoshio het gevoel gaven, een spook te zijn. «Hoe gaat het met Je ik heb vaak gehoopt, je terug te zien», zei hij snel en heftig, om haar op merkzaamheid vast tehouden. In derdaad klonken deze banaliteiten zo dringend, dat Jelena als 't Ware wakker werd, om verwonderd de kleine Japanner naast zich te vin den. «Hoe gaat 'het Vroeg hij nogmaals. «Hóe hét mij gaat Uitstekend, schitterend heus het gaat me bi zonder goed,» zei Helen geprik keld. Haar lachen klonk ais bre kend glas. «Waarom zo nerveus, Jelena vroeg Yoshio. «Is er iets onaan genaams gebeurd Kan ik ook iets voor je doen «Wat voor dag is 't vandaag eigenlijk vroeg ze, inplaats van te antwoorden. Ze is veranderd, erg veranderd, de geachte Jelena, dacht Yoshio, toen hij haar schut terige bewegingen en haar zenuw achtig lachje zag. «Het is vrijdag,» zei hij,« vrij dag de dertiende.» «Vrijdag» zei Helen. «Dan is 't morgen zaterdag, nietwaar «Vermoedelijk» zei Yoshio met een poging tot scherts. «Vrijdag de dertiende. Bijgelo vige mensen zouden dat een on geluksdag noemen, niet zei ze, terwijl haar blik langs de straat bleef zwerven. «Wacht je op iemand vroeg Yoshio, «of wil je 'n taxi, Jelena?» «Ik wacht op mijn man,» zei Helen na een kleine pauze. «Hij is niet thuisgekomen.» «Hij zal zich verlaat hebben in de Club. Dat is de nieuwste mode in Shanghai,» zei Yoshio als een man van de wereld. Helen keek weer door hem heen. «Gelijk heb je,» zei ze en lach te. Ze trok haar hoed af en streek door haar haren. «Ik heb hoofd pijn,» zei ze. «Ik heb nog niet ontbeten.» Bij deze woorden kreeg Yoshio plotseling een inval, want eerst nu herkende hij de echte Jelena weer. De vrouw, die blootshoofds en met loshangend haar 's avonds om ne- de lekker brioches Wat zal 't zijn Chocolade Thee Koffie Jelenka» vroeg hij opgewonden. «Zal Yoshio je naar een alleraar digst Sukiyaki-restaurant brengen? Ik beloof je dat je 't aardig zult vinden. Je kunt voor je man toch 'n boodschap in 't hotel achter laten Alle talen waren door elkaar ge raakt van opwinding Zijn zuiver Engels, waar hij in stilte trots op was, had zich met het gebrekkige, maar vlotte Frans vermengd, dat Jelena hém bijgebracht had en Ja panse woorden vulden de leemten aan. Jelena bekeek hem nu pas nauwkeurig en vroeg «Wie ben je eigenlijk «Heb je Yoshio's bloemen niet gekregen, Jelena onwaardige armzalige bloemen, die niettemin willen proberen een vriendschap m je geheugen terug te roepen, een vriendschap' die het liefste in Yoshio's léven betekend heeft,» zei Yoshio met pathos en gevoel. Hij vóelde zich zweven, alsof hij op eén hoge schommel zat, ge vaarlijk en een beetje ijl, maar verrukkelijk. «Wie is Yoshio?» vroeg Helen: «Yoshio Ik. Yoshio Murata. Yo», zei hij dringend. Helen glimlachte vluchtig. Ze herinnerde zich de Japanse ge woonte van te spreken in de der de persoonof het bescheiden heid of hoogmoed was, wist ze niet. «Je bent Yo.» zei ze, tevre den met het plotselinge function- neren van haar geheugen. «Natuur lijk ben je Yo - vye hebben elkaar toch in Tokio op de bloementen toonstelling ontmoet.» Toen Yoshio haar bij de draai deur aantrof, was ze juist terug gekomen van de winkel der Eos film en Foto Company onder de colonnade, waar ze een minuut of tien wanhopig voor had gestaan, hardnekkig aan de gesloten deur rammelend. Ze was zo ongelukkig als een kind dat slaag heeft ge had. alleen en verlaten als een verdwaalde hond, radeloos, hon gerig en uitgeput, als een gewon de soldaat, aan wie de zegevie rende regimenten voorbijmarche- ren. «Je hebt het psychologische moment gesnapt,» zei ze nu. Toen Yoshio Murata haar in de taxi naar 't Japanse restaurant vlak bij de rue Thibet bracht, kon hij aan niets anders denken dan aan 't feit dat die verstandige meneer Endo gelijk kreeg. Jelena had zijn drieste uitnodi ging aangenomen en daarmee ge toond dat ze hem tegemoet y/ilde de binnenplaats die ze door die in gang bereikten, was in de stijl van een Japanse tuin beplant en daar achter bevond zich éen tweede huis, zacht verlicht achter de pa pieren vensters, 't geheel een ta melijk goede imitatie van een Ja pans 'eethuis. «Aardig» zei Helen en bleef een ogenblik staan. De avondwind rit selde in de bamboestruiken en wa ter klaterde koel in een stenen bekken. «Hier kan men Shanghai verge ten,» zei Yoshio naast haar. «Laten we dat tenminste probe ren,» antwoordde Helen herade mend en liep door. Ze werden met groot ceremoni eel ontvangen, knielende bedien den trokken hun op de houten stoep de schoenen uit, een hoffe lijke waardin in een donkere ki mono leidde hen langs een smalle trap naar een met matten belegde kamer. Andere bedienden brachten hun knielénd lichte kimono's zij den kussens en het smalle kruikje met warme saké. Helen, die uren lang gebeefd had van een soort innerlijke koude, dronk dankbaar en snel. Haar hoofdpijn ging over, alsof ze van haar hoofd in het hoofd van een ander getrokken was. Eén vluchtig moment kon Helen begrijpen, dat de gemeenschap met deze mens - en met anderen van zijn soort - niet onaangenaam geweest was. 't Volgend ogenblik was ze dit alweer vojkomen verge ten en opnieuw tot Frank terugge keerd. Zou deze Yo misschien iets kunnen doen, om die bruiloft mor gen te verhinderen dacht ze. Hij zou alles doen wat ze van hem verlangde, dat was duidelijk. Oos terlingen zijn geslepen, misschien wist hij raad. Oude cultuur, grote ontwikkeling en alles «Hoe laat is het Yo «Over tienen.» Om één uur morgenmid dag gaat de boot, nog vijftien uur dus, een eeuwigheid. «Het is hier erg leuk, Yo, aardig dat je me hier gebracht hebt.» Kon ik maar één enkel uur met Frank alleen zijn. Waarom ben ik niet hier met Frank, alleen Ben je bang voor me, Frank Dat betekent dat je me liefhebt. Niet denken. Waarom praten we niet Praten, drinken, vergeten. «Wat 'staat er op die kokemono in de nis, Yo «Kun je geen Japanse tekens meer lezen, Jelena Je had zo'n talent voor talen.» Wacht: daar is het teken voor] «Groot» en dat voor «Water» - j Helen Ru? all. maai waze bel; mo- Nu rijke papierèn bij zjc Yoshio laagst. b het Ont-J schoonheid geboren natuur onder drukken, voor hij 't over zich kon verkrijgen, nog eens weer het vij andelijke gebied van het Shanghai hotel te betreden. Maar daar hij genoodzaakt was zijn polsaderen open te snijden, als hij Jelena niet vinden kon, gooide hij met zwier en kracht de draaideur open om binnen te gaan. Op 't zelfde ogenblik dat deze deur hem naar binnen schepte, draaide ze aan de andere kant Jelena de straat op. Yoshio zag haar voorbijflitsen als een halluci natie. wit achter de zware glazen deuren. Hij haalde diep adem, Een golf van heerlijke herinnerin gen verhief zich in hem, als zil- vlakte van een stilstaand water. «Dan wordt 't hoogtijd dat we gaan ontbijten.» hoorde Yoshio zichzelf zeggen, ontroerd en met doodsverachting. Een vreemde, dronken overmoed "had bezit van hem genomen. «Het is negen uur, Jelena, een uiterst gunstige tijd om het verzuimde in te halen. We hebben in lang niet samen ont beten en we konden het toch zo goed. Herinner je je «Chez Mar guerite og. De kleine bistro met ter rook. Onwillekeurig voelde I naar de .borstzak van zijn linm pak, waar de vervalste docume in aten. Helen, yar\ haar kant, luisterde met afgewend gezicht en verstrooi de verbazing toe naar wat hij te zeggen had. «Hier is het Sakuran.» zei Yo shio, toen de taxi stopte. Vanaf de straat zag het huis met de drie verdiepingen eruit als elk ander, met een kleine Russi sche delicatessenwinkel aan de ene en een Franse modiste aan de andere kant van de ingang. Maar ken hem van een diepe toepasse-1 lijkheid, vol gelatenheid en waar-4 schuwing aan de vooravond van! een oorlog. Onder de kakemono 4 stond een platte schaal met driej waterlelies en een enkele riethalm-S erin. Helen keek verwonderd naar j Yoshio, toen die zijn bril afnam J en zijn ogen afdroogde. «Excuseer.» smeekte Yoshio be- schaamd. «Wij Japanners schrei en zo licht, dat is een nationale zwakheid. Hij haald zijn zakdoek uit zijn mouw en hield zich' met zijn neus bezig. Vervolgt Nad? uk "erboosn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1974 | | pagina 12